30.06.2014 Views

ORPTijdschrifT overeenkomsT in de rechTsprakTijk - Sdu

ORPTijdschrifT overeenkomsT in de rechTsprakTijk - Sdu

ORPTijdschrifT overeenkomsT in de rechTsprakTijk - Sdu

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

ORPsignaler<strong>in</strong>gen<br />

van <strong>de</strong>ze aanbetal<strong>in</strong>gen bijdraagt. Op enig<br />

moment bericht B aan A dat hij niet meer<br />

<strong>de</strong>el wil nemen aan <strong>de</strong> overeenkomst en<br />

betaalt <strong>de</strong> door A verrichtte aanbetal<strong>in</strong>gen<br />

terug. A vor<strong>de</strong>rt ontb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> overeenkomst<br />

tot het gezamenlijk aankopen<br />

van <strong>de</strong> Mustang en scha<strong>de</strong>vergoed<strong>in</strong>g.<br />

Ingevolge artikel 3:33 jo.3:35 BW is voor<br />

<strong>de</strong> totstandkom<strong>in</strong>g van een overeenkomst<br />

vereist dat bij partijen wilsovereenstemm<strong>in</strong>g<br />

bestaat tot het sluiten van een overeenkomst,<br />

althans dat (een <strong>de</strong>r) partijen er<br />

gerechtvaardigd op mocht(en) vertrouwen<br />

dat er ten tij<strong>de</strong> van het sluiten van <strong>de</strong> overeenkomst<br />

wilsovereenstemm<strong>in</strong>g bestond.<br />

Van belang daarbij is wat bei<strong>de</strong> partijen<br />

over en weer hebben verklaard en wat zij<br />

uit elkaars verklar<strong>in</strong>gen en gedrag<strong>in</strong>gen<br />

mochten aflei<strong>de</strong>n, overeenkomstig <strong>de</strong> z<strong>in</strong><br />

die zij daaraan <strong>in</strong> <strong>de</strong> gegeven omstandighe<strong>de</strong>n<br />

re<strong>de</strong>lijkerwijs mochten toekennen. De<br />

verb<strong>in</strong>tenissen uit overeenkomst moeten<br />

op grond van artikel 6:227 BW voldoen<strong>de</strong><br />

bepaalbaar te zijn.<br />

Het staat vast dat A en B al geruime tijd<br />

contact had<strong>de</strong>n over <strong>de</strong> mogelijke gezamenlijke<br />

aankoop van een vliegtuig. Er is<br />

<strong>in</strong>tensief overleg geweest over <strong>de</strong> levertermijn<br />

van het vliegtuig en <strong>de</strong> contacten<br />

met <strong>de</strong> leverancier, <strong>de</strong> koopovereenkomst<br />

en er werd fiscaal advies <strong>in</strong>gewonnen. De<br />

rechtbank conclu<strong>de</strong>ert dat zowel bij A als<br />

bij B <strong>de</strong> wil bestond om gezamenlijk een<br />

Mustang aan te schaffen. Dat <strong>de</strong> koopovereenkomst<br />

uitsluitend op naam van B staat,<br />

doet niet af aan het gezamenlijk han<strong>de</strong>len<br />

van partijen. Dat bepaal<strong>de</strong> aspecten van<br />

<strong>de</strong> overeenkomst tussen partijen nog niet<br />

waren besproken (c.q. dat daarover nog<br />

geen overeenstemm<strong>in</strong>g was bereikt), kan<br />

niet lei<strong>de</strong>n tot een an<strong>de</strong>r oor<strong>de</strong>el.<br />

Aldus is <strong>de</strong> overeenkomst aangegaan<br />

voor onbepaal<strong>de</strong> tijd, met dien verstan<strong>de</strong><br />

dat <strong>in</strong> elk geval het doel van aankoop en<br />

<strong>in</strong> eigendom verkrijgen dient te wor<strong>de</strong>n<br />

verwezenlijkt. De aard van <strong>de</strong>ze overeenkomst<br />

brengt met zich mee dat opzegg<strong>in</strong>g<br />

<strong>in</strong> beg<strong>in</strong>sel niet mogelijk is voordat dit doel<br />

is bereikt. Gesteld noch gebleken is dat partijen<br />

zijn overeengekomen dat <strong>de</strong> overeenkomst<br />

<strong>de</strong>sondanks tussentijds opzegbaar<br />

was. Dat betekent dat het B niet vrij stond<br />

om aan A te berichten dat hij afzag van<br />

enige verb<strong>in</strong>tenis met A. De opzegg<strong>in</strong>g van<br />

B kan wor<strong>de</strong>n beschouwd als me<strong>de</strong><strong>de</strong>l<strong>in</strong>g<br />

dat hij <strong>in</strong> <strong>de</strong> nakom<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> verb<strong>in</strong>tenis<br />

zal tekortschieten, zoals bedoeld <strong>in</strong> artikel<br />

6:80 lid 1 sub b en 6:83 sub c BW, zodat <strong>de</strong><br />

gevolgen van niet-nakom<strong>in</strong>g direct <strong>in</strong>tre<strong>de</strong>n,<br />

ook voordat <strong>de</strong> vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g opeisbaar<br />

is, en het verzuim van B <strong>in</strong>treedt zon<strong>de</strong>r dat<br />

een <strong>in</strong>gebrekestell<strong>in</strong>g nodig is. Dat B alsnog<br />

bereid is tot nakom<strong>in</strong>g van zijn verplicht<strong>in</strong>gen<br />

on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> overeenkomst, doet aan het<br />

voorgaan<strong>de</strong> niet af.<br />

Eigenaar uitgebrand appartement met<br />

hennepplantage niet aansprakelijk voor<br />

scha<strong>de</strong> buren (Gerechtshof ’s-Gravenhage<br />

16 augustus 2011, LJN BR4885)<br />

Y is eigenaar van een appartement op <strong>de</strong><br />

eerste verdiep<strong>in</strong>g van een complex. X is<br />

eigenaresse van het daaron<strong>de</strong>r gelegen<br />

appartement. In het appartement van Y<br />

heeft brand gewoed. Er bleek zich een hennepplantage<br />

te bev<strong>in</strong><strong>de</strong>n. X heeft door die<br />

brand scha<strong>de</strong> gele<strong>de</strong>n en zij was hiervoor<br />

niet verzekerd. X stelt Y aansprakelijk voor<br />

<strong>de</strong> door haar gele<strong>de</strong>n scha<strong>de</strong>.<br />

Het hof stelt voorop dat op <strong>de</strong> eigenaar van<br />

een appartement geen risicoaansprakelijkheid<br />

rust <strong>in</strong> die z<strong>in</strong> dat hij zon<strong>de</strong>r meer<br />

aansprakelijk is als er brand uitbreekt ten<br />

gevolge van een hennepkwekerij <strong>in</strong> zijn appartement<br />

en er daardoor scha<strong>de</strong> ontstaat<br />

<strong>in</strong> het on<strong>de</strong>rgelegen appartement. Artikel<br />

6:174 BW kent wel een risicoaansprakelijkheid<br />

voor opstallen, echter gesteld noch<br />

gebleken is dat <strong>de</strong> opstal van Y niet vol<strong>de</strong>ed<br />

aan <strong>de</strong> eisen die men daaraan <strong>in</strong> <strong>de</strong> gegeven<br />

omstandighe<strong>de</strong>n mocht stellen en dat<br />

daardoor gevaar is ontstaan. Het enkele feit<br />

dat een hennepkwekerij is gevestigd <strong>in</strong> een<br />

opstal, is onvoldoen<strong>de</strong> om te conclu<strong>de</strong>ren<br />

dat sprake is van een gebrekkige opstal. Dat<br />

geldt ook als brand is ontstaan. Meer dan<br />

dat heeft X echter niet gesteld.<br />

Voor een aansprakelijkheid op grond van<br />

artikel 6:162 BW is <strong>in</strong> beg<strong>in</strong>sel enige wetenschap<br />

van <strong>de</strong> eigenaar bij <strong>de</strong> hennepkwekerij<br />

vereist. Degene die een scha<strong>de</strong>vergoed<strong>in</strong>g<br />

claimt zal <strong>in</strong> elk geval feiten en<br />

omstandighe<strong>de</strong>n moeten stellen, en zo<br />

nodig moeten bewijzen, waaruit volgt dat<br />

aansprakelijkheid van <strong>de</strong> eigenaar bestaat.<br />

X klaagt dat <strong>de</strong> rechtbank ten onrechte<br />

heeft aangenomen dat Y het appartement<br />

had verhuurd, maar volgens het hof is dat<br />

geen relevante omstandigheid. Het hof<br />

voegt daaraan toe dat, er vanuit gaan<strong>de</strong><br />

dat het appartement was verhuurd en <strong>de</strong><br />

huur<strong>de</strong>r verantwoor<strong>de</strong>lijk was voor <strong>de</strong><br />

hennepkwekerij, het met <strong>de</strong> rechtbank<br />

van oor<strong>de</strong>el is dat X onvoldoen<strong>de</strong> heeft<br />

gesteld op grond waarvan zou kunnen<br />

wor<strong>de</strong>n aangenomen dat Y aansprakelijk is<br />

voor <strong>de</strong> gevolgen van het han<strong>de</strong>len van <strong>de</strong><br />

huur<strong>de</strong>r. Als bij <strong>de</strong> hypotheekverstrekk<strong>in</strong>g<br />

een huurbed<strong>in</strong>g zou zijn opgenomen, zoals<br />

X veron<strong>de</strong>rstelt, werkt dat bed<strong>in</strong>g slechts jegens<br />

<strong>de</strong> hypotheekverstrekker. Dat verhuur<br />

lichtvaardig zou hebben plaatsgevon<strong>de</strong>n,<br />

is op zich onvoldoen<strong>de</strong> om <strong>de</strong> verhuur te<br />

kwalificeren als een onrechtmatige daad<br />

jegens X en Y op die grond voor <strong>de</strong> scha<strong>de</strong><br />

ten gevolge van <strong>de</strong> brand aansprakelijk te<br />

achten.<br />

Reken<strong>in</strong>g niet betaald, vrachtwagen weg<br />

(Gerechtshof Leeuwar<strong>de</strong>n 16 augustus 2011,<br />

LJN BR5124)<br />

Een bedrijf dat vrachtwagens on<strong>de</strong>rhoudt,<br />

heeft een paar van <strong>de</strong>ze comb<strong>in</strong>aties<br />

volgens het hof onrechtmatig on<strong>de</strong>r zich<br />

gehou<strong>de</strong>n. De afspraak was dat dit bedrijf<br />

kon beschikken over <strong>de</strong> sleutels van een<br />

aantal vrachtwagens die op een omhe<strong>in</strong>d<br />

terre<strong>in</strong> waren geparkeerd. In mei 2011 zijn<br />

met die sleutels niet m<strong>in</strong><strong>de</strong>r dan achttien<br />

vrachtwagens verplaatst. De eigenaar kreeg<br />

<strong>de</strong> meeste sleutels terug nadat het on<strong>de</strong>rhoudsbedrijf<br />

was aangemaand, maar drie<br />

vrachtwagens wil<strong>de</strong> het on<strong>de</strong>rhoudsbedrijf<br />

ook toen nog niet afgeven.<br />

Ten onrechte, aldus het hof. Een garage<br />

mag wel weigeren een vrachtwagen terug<br />

te geven als een on<strong>de</strong>rhoudsnota niet<br />

wordt betaald, maar hier g<strong>in</strong>g het om<br />

vrachtwagens die al weken eer<strong>de</strong>r voor<br />

het laatst waren on<strong>de</strong>rhou<strong>de</strong>n. Het is dan<br />

onrechtmatig om misbruik te maken van<br />

het feit dat het on<strong>de</strong>rhoudsbedrijf toegang<br />

had tot <strong>de</strong> sleutels van die wagens.<br />

Geen aansprakelijkheid voor niet-ge<strong>de</strong>kte<br />

scha<strong>de</strong> juwelier (Hoge Raad 2 september<br />

2011, LJN BQ7062, Assurantie Magaz<strong>in</strong>e)<br />

De Hoge Raad heeft uitspraak gedaan <strong>in</strong><br />

een zaak waar<strong>in</strong> Aon Ne<strong>de</strong>rland, als assurantietussenpersoon,<br />

aansprakelijk was<br />

gesteld door een juwelierszaak. Het beroep<br />

van <strong>de</strong> juwelier, die na een overval werd<br />

geconfronteerd met niet-ge<strong>de</strong>kte scha<strong>de</strong>,<br />

is afgewezen door <strong>de</strong> Hoge Raad, die <strong>in</strong><br />

<strong>de</strong> motiver<strong>in</strong>g na<strong>de</strong>re uitleg geeft over <strong>de</strong><br />

reikwijdte van <strong>de</strong> zorgplicht van een assurantietussenpersoon.<br />

De kwestie gaat terug tot 2003, toen <strong>de</strong> risicodragers<br />

van <strong>de</strong> Juweliers Totaal Polis van<br />

Aon (een pool van verzekeraars, met Nassau<br />

voor 30% als lei<strong>de</strong>n<strong>de</strong> maatschappij) <strong>de</strong><br />

voorwaar<strong>de</strong>n per 1 mei aanscherpten. On<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el<br />

daarvan was <strong>de</strong> <strong>in</strong>voer<strong>in</strong>g van een<br />

‘exclusieve merken-clausule’, die maakte<br />

10 SDU uitgevers / nummer 7, oktober 2011 TIJDSCHRIFT OVEREENKOMST IN DE RECHTSPRAKTIJK

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!