ORPTijdschrifT overeenkomsT in de rechTsprakTijk - Sdu
ORPTijdschrifT overeenkomsT in de rechTsprakTijk - Sdu
ORPTijdschrifT overeenkomsT in de rechTsprakTijk - Sdu
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Geen strenge eisen aan <strong>in</strong>houd klacht of aan <strong>in</strong>houd buitengerechtelijke ontb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gsverklar<strong>in</strong>g?<br />
In cassatie moest <strong>de</strong> Hoge Raad zich on<strong>de</strong>r meer buigen over<br />
<strong>de</strong> vraag of <strong>de</strong> tussen partijen bestaan<strong>de</strong> huurovereenkomst<br />
al dan niet rechtsgeldig is beë<strong>in</strong>digd. 8 De verhuur<strong>de</strong>r stel<strong>de</strong><br />
zich op het standpunt dat <strong>de</strong> brief van 27 september 2007<br />
niet als ontb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gsverklar<strong>in</strong>g kon wor<strong>de</strong>n aangemerkt,<br />
omdat <strong>de</strong> huur<strong>de</strong>r niet aan <strong>de</strong> ontb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g ten grondslag<br />
zou hebben gelegd dat <strong>de</strong> verhuur<strong>de</strong>r was tekortgeschoten<br />
ten aanzien van zijn verplicht<strong>in</strong>g om met bekwame spoed<br />
tot herstel van het gehuur<strong>de</strong> over te gaan en slechts heeft<br />
gesteld dat <strong>de</strong> verhuur<strong>de</strong>r is tekortgeschoten ten aanzien<br />
van het ter beschikk<strong>in</strong>g stellen van het gehuur<strong>de</strong> zon<strong>de</strong>r gebreken.<br />
Door <strong>de</strong> verhuur<strong>de</strong>r wordt betoogd dat bij het oor<strong>de</strong>el<br />
over een ontb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gsvor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g slechts die – nieuwe –<br />
ontb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gsgron<strong>de</strong>n een rol kunnen spelen die ten tij<strong>de</strong> van<br />
<strong>de</strong> ontb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g nog niet aan het licht waren getre<strong>de</strong>n en om<br />
die re<strong>de</strong>n (nog) niet aan <strong>de</strong> ontb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g ten grondslag gelegd<br />
kon<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n. Nu <strong>de</strong> huur<strong>de</strong>r ten tij<strong>de</strong> van <strong>de</strong> ontb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g<br />
wist dat het herstel nog niet volledig was afgerond, maar<br />
niets hieromtrent aan <strong>de</strong> ontb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g ten grondslag heeft,<br />
zou dit door het hof zijn miskend, volgens <strong>de</strong> verhuur<strong>de</strong>r.<br />
An<strong>de</strong>rs gezegd: volgens <strong>de</strong> verhuur<strong>de</strong>r zou een buitengerechtelijke<br />
ontb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gsverklar<strong>in</strong>g alle ontb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gsgron<strong>de</strong>n<br />
moeten bevatten en kunnen <strong>de</strong>ze gron<strong>de</strong>n niet meer <strong>in</strong> een<br />
later stadium wor<strong>de</strong>n aangevuld.<br />
De Hoge Raad heeft hiermee <strong>de</strong> gelegenheid gekregen zich<br />
uit te laten over <strong>de</strong> aan een buitengerechtelijke ontb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gsverklar<strong>in</strong>g<br />
te stellen eisen. De Hoge Raad overweegt 9 dat <strong>de</strong><br />
wetgever aan <strong>de</strong> buitengerechtelijke ontb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gsverklar<strong>in</strong>g<br />
geen ver<strong>de</strong>re eisen heeft willen verb<strong>in</strong><strong>de</strong>n dan <strong>de</strong> schriftelijkheidseis<br />
en dat moet wor<strong>de</strong>n aangenomen, dat daaraan<br />
ten grondslag ligt dat <strong>de</strong> buitengerechtelijke ontb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g<br />
een eenvoudig te hanteren <strong>in</strong>strument moet zijn. Daarom<br />
kan, aldus nog steeds <strong>de</strong> Hoge Raad, <strong>in</strong> zijn algemeenheid<br />
niet <strong>de</strong> eis gesteld wor<strong>de</strong>n dat een <strong>de</strong>rgelijke verklar<strong>in</strong>g <strong>de</strong><br />
gron<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> ontb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g dient te vermel<strong>de</strong>n tene<strong>in</strong><strong>de</strong><br />
rechtsgevolg te kunnen hebben. Dat brengt tevens mee dat<br />
<strong>de</strong> schul<strong>de</strong>iser die <strong>in</strong> zijn ontb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gsverklar<strong>in</strong>g wel een<br />
of meer gron<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> ontb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g heeft genoemd (of<br />
die, eventueel <strong>de</strong>sverlangd, alsnog gron<strong>de</strong>n daarvoor heeft<br />
opgegeven) <strong>in</strong> rechte ook an<strong>de</strong>re gron<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> ontb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g<br />
ten grondslag mag leggen dan <strong>de</strong> reeds eer<strong>de</strong>r door<br />
hem vermel<strong>de</strong>. De Hoge Raad brengt hiermee <strong>de</strong> aan een<br />
ontb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gsverklar<strong>in</strong>g te stellen eisen <strong>in</strong> lijn met <strong>de</strong> eer<strong>de</strong>r<br />
door hem gegeven besliss<strong>in</strong>g 10 ter zake <strong>de</strong> aan een vernietig<strong>in</strong>gsverklar<strong>in</strong>g<br />
te stellen eisen.<br />
8 Ik laat hier <strong>de</strong> vragen met betrekk<strong>in</strong>g tot het verzuim en <strong>de</strong> opzegg<strong>in</strong>g<br />
van een duurovereenkomst (naast <strong>de</strong> huurovereenkomst was er nog een<br />
afnameovereenkomst met betrekk<strong>in</strong>g tot snijbloemen) noodgedwongen<br />
rusten. Nog onlangs is <strong>in</strong> dit tijdschrift door M.A.J.G. Janssen (‘Verzuim en<br />
<strong>in</strong>gebrekstell<strong>in</strong>g bij scha<strong>de</strong>vergoed<strong>in</strong>g en ontb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g’, ORP 2011, nr. 1, p.<br />
33-42) een mooi overzicht gegeven van <strong>de</strong> rechtspraak met betrekk<strong>in</strong>g<br />
tot het verzuimvereiste. De Hoge Raad is <strong>in</strong> het voorliggen<strong>de</strong> arrest van<br />
<strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> rechtspraak niet afgeweken. Ook met betrekk<strong>in</strong>g tot <strong>de</strong><br />
opzegg<strong>in</strong>g van een duurovereenkomst vormt het arrest slechts een<br />
herhal<strong>in</strong>g/bevestig<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> vaste rechtspraak uit on<strong>de</strong>r meer San<strong>de</strong>rs/<br />
San<strong>de</strong>rs (HR 15 april 1966, NJ 1966, 302) en Latour/De Bruijn (HR 3<br />
<strong>de</strong>cember 1999, NJ 2000, 120).<br />
9 Ro 3.6.1.<br />
10 Hoge Raad 11 juli 2008, LJN BD2410 (Blijd/Westm<strong>in</strong>ster Rental).<br />
Hier geldt dus – sterker dan <strong>in</strong> <strong>de</strong> vorige zaak – : aan <strong>de</strong> <strong>in</strong>houd<br />
van <strong>de</strong> ontb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gsverklar<strong>in</strong>g mogen geen al te zware<br />
eisen wor<strong>de</strong>n gesteld, zo lang het voor <strong>de</strong> we<strong>de</strong>rpartij maar<br />
dui<strong>de</strong>lijk is dat wordt ontbon<strong>de</strong>n. En ook hier stond <strong>de</strong><br />
Hoge Raad <strong>de</strong> koerswijzig<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> huur<strong>de</strong>r toe: dat <strong>de</strong><br />
huur<strong>de</strong>r <strong>in</strong> eerste <strong>in</strong>stantie had gekozen voor nakom<strong>in</strong>g<br />
stond er niet aan <strong>de</strong> <strong>in</strong> weg dat hij op een later moment <strong>de</strong><br />
overeenkomst alsnog ontbond.<br />
De wetgever heeft aan <strong>de</strong> buitengerechtelijke<br />
ontb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gsverklar<strong>in</strong>g geen ver<strong>de</strong>re eisen willen<br />
verb<strong>in</strong><strong>de</strong>n dan <strong>de</strong> schriftelijkheidseis. De buitengerechtelijke<br />
ontb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g moet een eenvoudig te<br />
hanteren <strong>in</strong>strument zijn.<br />
Overigens brengt <strong>de</strong>ze uitspraak <strong>de</strong> nodige dui<strong>de</strong>lijkheid,<br />
waar <strong>in</strong> <strong>de</strong> literatuur totnogtoe geen eenduidig antwoord<br />
werd gegeven op <strong>de</strong> vraag naar <strong>de</strong> <strong>in</strong>houd van een ontb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gsverklar<strong>in</strong>g.<br />
Olthof schrijft: 11<br />
“(...) De ontb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gsverklar<strong>in</strong>g dient <strong>de</strong> grond voor ontb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g te bevatten<br />
en <strong>de</strong> overeenkomst waarop zij ziet. (...)”<br />
terwijl Hartlief van men<strong>in</strong>g is: 12<br />
“(...) Wat betreft <strong>de</strong> <strong>in</strong>houd van <strong>de</strong> verklar<strong>in</strong>g lijkt het aangewezen<br />
geen al te hoge eisen te stellen. Van <strong>de</strong> crediteur mag wel wor<strong>de</strong>n<br />
verlangd dat hij aangeeft dat hij van het contract dan wel van <strong>de</strong> <strong>de</strong>biteur<br />
‘af wil’. (...)”.<br />
4. Commentaar<br />
Met betrekk<strong>in</strong>g tot <strong>de</strong> aan <strong>de</strong> ontb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gsverklar<strong>in</strong>g te stellen<br />
eisen overweegt <strong>de</strong> Hoge Raad met zoveel woor<strong>de</strong>n –<br />
on<strong>de</strong>r verwijz<strong>in</strong>g naar <strong>de</strong> Parlementaire Geschie<strong>de</strong>nis – dat<br />
<strong>de</strong> wetgever aan <strong>de</strong> buitengerechtelijke ontb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gsverklar<strong>in</strong>g<br />
geen ver<strong>de</strong>re eisen heeft willen verb<strong>in</strong><strong>de</strong>n dan <strong>de</strong><br />
schriftelijkheidseis. De Hoge Raad neemt aan dat <strong>de</strong> grondslag<br />
daarvan is dat <strong>de</strong> buitengerechtelijke ontb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g een<br />
eenvoudig te hanteren <strong>in</strong>strument moet zijn. Hetzelf<strong>de</strong> (het<br />
moet een eenvoudig te hanteren <strong>in</strong>strument zijn) kan mijns<br />
<strong>in</strong>ziens gezegd wor<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> ‘klacht’ als bedoeld <strong>in</strong> artikel<br />
7:23 BW c.q. het ‘protest’ als bedoeld <strong>in</strong> artikel 6:89 BW.<br />
Hier heeft <strong>de</strong> wetgever helemaal geen vereisten gesteld, ook<br />
geen schriftelijkheidsvereiste. Dit doet er echter niet aan<br />
af dat tussen <strong>de</strong> bei<strong>de</strong> verklar<strong>in</strong>gen een wezenlijk verschil<br />
bestaat: waar <strong>de</strong> klacht <strong>in</strong> beg<strong>in</strong>sel tot doel heeft <strong>de</strong> we<strong>de</strong>rpartij<br />
te <strong>in</strong>formeren omtrent hetgeen hem verweten wordt,<br />
zodat hij <strong>in</strong> beg<strong>in</strong>sel nog <strong>in</strong> <strong>de</strong> gelegenheid is dit te herstellen<br />
en partijen dus <strong>in</strong> beg<strong>in</strong>sel nog met elkaar ver<strong>de</strong>r moeten,<br />
is <strong>de</strong> ontb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gsverklar<strong>in</strong>g bedoeld om <strong>de</strong> overeenkomst<br />
te beë<strong>in</strong>digen. Dit verklaart waarom <strong>de</strong> Hoge Raad<br />
aan <strong>de</strong> <strong>in</strong>houd van <strong>de</strong> klacht toch vereisten heeft gesteld<br />
– ondanks het feit dat <strong>de</strong> klacht gelet op <strong>de</strong> tekst van <strong>de</strong> wet<br />
11 M.M. Olthof 2009 (T&C BW), art. 6:267 BW, aant. 2a.<br />
12 Hartlief, GS Verb<strong>in</strong>tenissenrecht, art. 6:267 BW, aant. 4.<br />
TIJDSCHRIFT OVEREENKOMST IN DE RECHTSPRAKTIJK nummer 7, oktober 2011 / SDU uitgevers 27