ORPTijdschrifT overeenkomsT in de rechTsprakTijk - Sdu
ORPTijdschrifT overeenkomsT in de rechTsprakTijk - Sdu
ORPTijdschrifT overeenkomsT in de rechTsprakTijk - Sdu
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
klachten. An<strong>de</strong>rs gezegd: <strong>de</strong> schul<strong>de</strong>naar moet wel weten<br />
wat hij fout heeft gedaan. De leverancier <strong>in</strong> <strong>de</strong> voorliggen<strong>de</strong><br />
casus wist wel <strong>de</strong>gelijk van <strong>de</strong> hoed en <strong>de</strong> rand en had dus<br />
geen bescherm<strong>in</strong>g nodig.<br />
Kiest <strong>de</strong> teleurgestel<strong>de</strong> koper eerst voor nakom<strong>in</strong>g<br />
dan gaat daarmee zijn recht op ontb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g niet<br />
verloren, <strong>in</strong>dien <strong>de</strong> uitoefen<strong>in</strong>g van het recht van<br />
nakom<strong>in</strong>g niet baat.<br />
Voorts voer<strong>de</strong> <strong>de</strong> leverancier als gezegd een verjar<strong>in</strong>gsverweer.<br />
Ook <strong>de</strong>ze actie lijkt bijna op het onbehoorlijke af, gelet<br />
op het bijna e<strong>in</strong><strong>de</strong>loze geduld dat <strong>de</strong> koper heeft gehad<br />
en het aantal kansen dat <strong>de</strong> koper <strong>de</strong> leverancier heeft gebo<strong>de</strong>n<br />
om <strong>de</strong> gebreken alsnog te herstellen. Gelukkig snijdt<br />
<strong>de</strong> Hoge Raad <strong>de</strong> leverancier ook hier <strong>de</strong> pas af. De Hoge<br />
Raad overweegt dat <strong>de</strong> leverancier – ook afgezien van <strong>de</strong><br />
on<strong>de</strong>rhoudsovereenkomst – op grond van <strong>de</strong> koopovereenkomst<br />
gehou<strong>de</strong>n was telkens na een klacht over nonconformiteit<br />
het gebrek te herstellen:<br />
“(...) Nu na ie<strong>de</strong>re pog<strong>in</strong>g tot herstel bleek dat het melkw<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gsysteem<br />
nog niet naar behoren functioneer<strong>de</strong>, is telkens nadat <strong>de</strong> leverancier<br />
daarvan op <strong>de</strong> voet van art. 7:23 lid 1 BW (tijdig) <strong>in</strong> kennis<br />
was gesteld, <strong>in</strong>gevolge art. 7:23 lid 2 BW ook telkens een nieuwe verjar<strong>in</strong>gstermijn<br />
gaan lopen. (...)”.<br />
Deze overweg<strong>in</strong>g is met name van belang voor <strong>de</strong> bevoegdheid<br />
tot ontb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g. Deze bevoegdheid is immers een<br />
vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g die on<strong>de</strong>r artikel 3:317 lid 2 BW valt. Niet kan<br />
wor<strong>de</strong>n volstaan met het steeds opnieuw sturen van een<br />
stuit<strong>in</strong>gsbrief. De stuit<strong>in</strong>gsbrief moet <strong>in</strong> dat geval b<strong>in</strong>nen<br />
zes maan<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n gevolgd door een dagvaard<strong>in</strong>g. Voor<br />
een geduldige koper die zijn leverancier ter wille wil zijn en<br />
hem herhaal<strong>de</strong>lijk <strong>in</strong> <strong>de</strong> gelegenheid wil stellen om nog te<br />
herstellen, zou dat tot gevolg hebben dat eer<strong>de</strong>r zou moeten<br />
wor<strong>de</strong>n ontbon<strong>de</strong>n dan <strong>de</strong> koper zelf wenselijk acht. De<br />
Hoge Raad is met <strong>de</strong>ze rechtsregel tegemoetgekomen aan<br />
<strong>de</strong> praktijk, <strong>in</strong> die z<strong>in</strong> dat kopers niet wor<strong>de</strong>n afgestraft<br />
voor hun geduld.<br />
A-G Wuisman overwoog <strong>in</strong> zijn conclusie <strong>in</strong> dit verband<br />
nog terecht:<br />
“(...) Aan een koper komt, <strong>in</strong>dien het hem gelever<strong>de</strong> niet aan <strong>de</strong> koopovereenkomst<br />
beantwoordt, niet slechts een recht op ontb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g toe<br />
maar ook een recht op nakom<strong>in</strong>g, bijvoorbeeld door opheff<strong>in</strong>g van <strong>de</strong><br />
gebleken gebreken, en/of een recht op scha<strong>de</strong>vergoed<strong>in</strong>g. De keuze<br />
van het uit te oefenen recht is aan <strong>de</strong> koper. Kiest hij eerst voor uitoefen<strong>in</strong>g<br />
van het recht van nakom<strong>in</strong>g dan gaat daarmee zijn recht op<br />
ontb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> koopovereenkomst niet verloren, <strong>in</strong>dien <strong>de</strong> uitoefen<strong>in</strong>g<br />
van het recht van nakom<strong>in</strong>g niet baat. Zie <strong>in</strong> dit verband artikel<br />
6:88 lid 2 BW waar on<strong>de</strong>r meer is bepaald: ‘Heeft <strong>de</strong> schul<strong>de</strong>iser nakom<strong>in</strong>g<br />
verlangd, doch wordt daaraan niet b<strong>in</strong>nen bekwame tijd voldaan,<br />
dan kan hij al zijn rechten we<strong>de</strong>rom doen gel<strong>de</strong>n.’ In casu is dit<br />
ook <strong>de</strong> gang van zaken geweest. [Verweer<strong>de</strong>r] heeft eerst gepoogd<br />
met verzoeken aan [eiser] tot opheff<strong>in</strong>g van stor<strong>in</strong>gen te bereiken dat<br />
het gelever<strong>de</strong> melkw<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gsysteem naar behoren zou gaan functioneren.<br />
Deze weg heeft hij langere tijd gevolgd, me<strong>de</strong> doordat hem<br />
door [eiser] is voorgehou<strong>de</strong>n dat het systeem beter zou gaan functioneren<br />
wanneer het 4-KGM-systeem zou zijn geïnstalleerd. Toen ook<br />
die <strong>in</strong>stallatie niet het gewenste resultaat oplever<strong>de</strong>, is hij alsnog gebruik<br />
gaan maken van zijn recht op ontb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g. Dat heeft hij gedaan<br />
b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> termijn van twee jaren nadat gebleken was dat ook <strong>de</strong> <strong>in</strong>stallatie<br />
van het 4-GKM-systeem niet een naar behoren functioneren<br />
van het melkw<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gsysteem meebracht en [verweer<strong>de</strong>r] [eiser] ook<br />
daarvan <strong>in</strong> kennis had gesteld. Daarmee bleef hij b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> termijn<br />
van twee jaren bedoeld <strong>in</strong> artikel 7:23 lid 2 BW. (...)”.<br />
3. Hoge Raad 27 mei 2011, LJN BP6997 (Elbr<strong>in</strong>k/<br />
Halfman)<br />
Het twee<strong>de</strong> arrest betreft een huurovereenkomst met betrekk<strong>in</strong>g<br />
tot een bedrijfsruimte. De huurovereenkomst is<br />
aangegaan voor <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> van vijf jaar, <strong>in</strong>gaan<strong>de</strong> 2 januari<br />
2002, met een stilzwijgen<strong>de</strong> verleng<strong>in</strong>g van vijf jaar en een<br />
opzegtermijn van één jaar voor het e<strong>in</strong><strong>de</strong> van <strong>de</strong> termijn. In<br />
<strong>de</strong> huurovereenkomst is een regel<strong>in</strong>g opgenomen voor het<br />
geval het gehuur<strong>de</strong> zou vergaan. Overeengekomen is dat <strong>de</strong><br />
huur<strong>de</strong>r <strong>in</strong> dat geval het recht heeft om ofwel voortzett<strong>in</strong>g<br />
ofwel beë<strong>in</strong>dig<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> huurovereenkomst te verlangen.<br />
Indien <strong>de</strong> huur<strong>de</strong>r voortzett<strong>in</strong>g verlangt, dan moet <strong>de</strong> verhuur<strong>de</strong>r<br />
het gehuur<strong>de</strong> volledig (doen) herstellen.<br />
Op 4 februari 2007 is het gehuur<strong>de</strong> door brand tenietgegaan.<br />
De huur<strong>de</strong>r zet vanaf korte tijd nadien haar on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>g<br />
(een bloemenw<strong>in</strong>kel) op een an<strong>de</strong>r adres voort. In<br />
een brief van 21 februari 2007 bericht <strong>de</strong> verhuur<strong>de</strong>r aan<br />
<strong>de</strong> huur<strong>de</strong>r dat het herstel enige maan<strong>de</strong>n zal gaan duren en<br />
dat huur<strong>de</strong>r recht heeft op verm<strong>in</strong><strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> huurprijs.<br />
De verhuur<strong>de</strong>r spreekt <strong>in</strong> dit ka<strong>de</strong>r over een ‘voorschot’. Bij<br />
brief van 30 mei 2007 reageert <strong>de</strong> huur<strong>de</strong>r op dit schrijven.<br />
De huur<strong>de</strong>r kondigt aan het voorschot niet langer te zullen<br />
betalen. Kennelijk wordt hierop niet gereageerd door <strong>de</strong><br />
verhuur<strong>de</strong>r. Wat zich <strong>in</strong> <strong>de</strong> tussentijd ver<strong>de</strong>r afspeelt, wordt<br />
niet helemaal dui<strong>de</strong>lijk uit het arrest. In ie<strong>de</strong>r geval wordt<br />
<strong>in</strong> een brief van 21 september 2007 namens <strong>de</strong> huur<strong>de</strong>r<br />
(door een jurist) een beroep gedaan op <strong>de</strong> bepal<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
overeenkomst <strong>in</strong>hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> dat huur<strong>de</strong>r het recht heeft <strong>de</strong><br />
overeenkomst te beë<strong>in</strong>digen. Subsidiair wordt <strong>de</strong> buitengerechtelijke<br />
ontb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g <strong>in</strong>geroepen nu <strong>de</strong> verhuur<strong>de</strong>r niet<br />
aan zijn verplicht<strong>in</strong>g kan voldoen het gehuur<strong>de</strong> ter beschikk<strong>in</strong>g<br />
te stellen. Ik roep <strong>in</strong> her<strong>in</strong>ner<strong>in</strong>g dat het pand beg<strong>in</strong><br />
februari <strong>in</strong> vlammen was opgegaan. Kennelijk duur<strong>de</strong> het<br />
herstel langer dan verwacht. De feiten zijn niet helemaal<br />
dui<strong>de</strong>lijk over <strong>de</strong> oorzaak hiervan. 7<br />
De verhuur<strong>de</strong>r heeft vervolgens bij <strong>de</strong> kantonrechter nakom<strong>in</strong>g<br />
van <strong>de</strong> huurovereenkomst gevor<strong>de</strong>rd. De kantonrechter<br />
heeft bepaald dat <strong>de</strong> huurovereenkomst zou wor<strong>de</strong>n<br />
ontbon<strong>de</strong>n per 1 september 2008. Het hof heeft <strong>in</strong> hoger<br />
beroep geoor<strong>de</strong>eld dat <strong>de</strong> huurovereenkomst op 27 september<br />
2007 rechtsgeldig (buitengerechtelijk) is ontbon<strong>de</strong>n.<br />
7 Toegegeven zij overigens dat <strong>de</strong>ze huur<strong>de</strong>r een m<strong>in</strong><strong>de</strong>r lange a<strong>de</strong>m had<br />
dan <strong>de</strong> koper <strong>in</strong> <strong>de</strong> eerste casus, niettem<strong>in</strong> vertonen <strong>de</strong> arresten gelijkenis<br />
aangezien ook hier <strong>de</strong> huur<strong>de</strong>r eerst opteert voor nakom<strong>in</strong>g en pas <strong>in</strong><br />
een later stadium alsnog voor ontb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g.<br />
26 SDU uitgevers / nummer 7, oktober 2011 TIJDSCHRIFT OVEREENKOMST IN DE RECHTSPRAKTIJK