30.06.2014 Views

ORPTijdschrifT overeenkomsT in de rechTsprakTijk - Sdu

ORPTijdschrifT overeenkomsT in de rechTsprakTijk - Sdu

ORPTijdschrifT overeenkomsT in de rechTsprakTijk - Sdu

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

ORPsignaler<strong>in</strong>gen<br />

<strong>in</strong> <strong>de</strong> failliete boe<strong>de</strong>l is gevallen, maar dat<br />

het hypotheekrecht nimmer tot stand is gekomen,<br />

omdat X op dat moment beschikk<strong>in</strong>gsonbevoegd<br />

was (artikel 23 Fw). Naar<br />

aanleid<strong>in</strong>g hiervan is N door H aansprakelijk<br />

gesteld voor <strong>de</strong> scha<strong>de</strong>. N voert aan dat<br />

vóór het passeren van <strong>de</strong> hypotheekakte<br />

het faillissementsregister van Graydon is<br />

geraadpleegd en dat geen meld<strong>in</strong>g werd<br />

gemaakt van het faillissement van X.<br />

De rechtbank overweegt on<strong>de</strong>r meer dat<br />

op N als notaris <strong>de</strong> zorgplicht rustte ter zake<br />

van hetgeen nodig was voor het <strong>in</strong>tre<strong>de</strong>n<br />

van het beoog<strong>de</strong> recht van eerste hypotheek,<br />

zoals opgenomen <strong>in</strong> <strong>de</strong> hypotheekakte.<br />

De vraag of een partij failliet is, is zo<br />

wezenlijk voor <strong>de</strong> totstandkom<strong>in</strong>g van<br />

het beoog<strong>de</strong> recht dat <strong>in</strong> het ka<strong>de</strong>r van<br />

voornoem<strong>de</strong> zorgplicht van N gevergd kon<br />

wor<strong>de</strong>n dat hij daarnaar zo goed mogelijk<br />

on<strong>de</strong>rzoek zou plegen.<br />

Vaststaat dat N het faillissementsregister<br />

van Graydon heeft geraadpleegd, waaruit<br />

niet naar voren is gekomen dat X <strong>in</strong> 2003<br />

Verzeker<strong>in</strong>g<br />

Jurispru<strong>de</strong>ntie<br />

Bewijsopdracht van verzwijg<strong>in</strong>g en<br />

ook merkelijke schuld of nalatigheid<br />

(Rechtbank Rotterdam 7 september 2011, LJN<br />

BS8678)<br />

A, die <strong>in</strong> het bezit is van een strafblad, sluit<br />

bij verzekeraar V een <strong>in</strong>boe<strong>de</strong>l- en opstalverzeker<strong>in</strong>g<br />

af. Op het aanvraagformulier van V<br />

kruist A bij <strong>de</strong> vraag naar het strafrechtelijk<br />

verle<strong>de</strong>n aan dat hij <strong>in</strong> <strong>de</strong> afgelopen acht<br />

jaar geen misdrijf heeft gepleegd.<br />

Wanneer <strong>in</strong> <strong>de</strong> naast het huis van A gelegen<br />

won<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> zwager van A brand<br />

uitbreekt, spreekt A V aan tot vergoed<strong>in</strong>g<br />

van <strong>de</strong> scha<strong>de</strong> aan zijn won<strong>in</strong>g en <strong>in</strong>boe<strong>de</strong>l<br />

door het overgeslagen vuur. V gaat niet<br />

over tot afwikkel<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> scha<strong>de</strong>, omdat<br />

het politie-on<strong>de</strong>rzoek naar <strong>de</strong> brand nog<br />

gaan<strong>de</strong> is en A wordt aangemerkt als verdacht<br />

van brandsticht<strong>in</strong>g.<br />

De vraag of A zijn me<strong>de</strong><strong>de</strong>l<strong>in</strong>gsplicht voor<br />

of bij aangaan van <strong>de</strong> verzeker<strong>in</strong>gen heeft<br />

geschon<strong>de</strong>n, moet wor<strong>de</strong>n beantwoord<br />

aan <strong>de</strong> hand van artikel 251 WvK. Alle<br />

verkeer<strong>de</strong> of onwaarachtige opgave, of<br />

alle verzwijg<strong>in</strong>g van aan <strong>de</strong>n verzeker<strong>de</strong><br />

beken<strong>de</strong> omstandighe<strong>de</strong>n, hoezeer ook<br />

te goe<strong>de</strong> trouw aan diens zij<strong>de</strong> hebben<strong>de</strong><br />

plaats gehad, welke van dien aard zijn,<br />

failliet was verklaard. N heeft onbetwist<br />

gesteld dat het tot 1 oktober 2007 <strong>in</strong> het<br />

notariaat gebruikelijk was dat via het door<br />

<strong>de</strong> KNB gefaciliteer<strong>de</strong> faillissementsregister<br />

van Graydon werd nagegaan of <strong>de</strong> bij <strong>de</strong><br />

akte betrokken partij al dan niet <strong>in</strong> staat van<br />

faillissement verkeer<strong>de</strong>. Dat het algemeen<br />

bekend zou zijn dat het faillissementsregister<br />

van Graydon ten tij<strong>de</strong> van het passeren<br />

van <strong>de</strong> hypotheekakte onbetrouwbaar was,<br />

zoals betoogd door H, is niet komen vast te<br />

staan. Ook overigens is niet gebleken dat N<br />

re<strong>de</strong>nen had om aan te nemen dat <strong>de</strong> verkregen<br />

<strong>in</strong>formatie onjuist of onvolledig was.<br />

De rechtbank v<strong>in</strong>dt niet dat N onzorgvuldig<br />

heeft gehan<strong>de</strong>ld, dan wel tekort is<br />

geschoten <strong>in</strong> zijn on<strong>de</strong>rzoeksplicht door<br />

uitsluitend het faillissementsregister van<br />

Graydon te raadplegen. Ook raadpleg<strong>in</strong>g<br />

van het Centraal Insolventieregister (CIR)<br />

zou niet naar voren hebben gebracht dat X<br />

failliet was. Het faillissement van X dateert<br />

immers van 15 mei 2003 en het CIR is vanaf<br />

1 januari 2005 opgebouwd en bevat geen<br />

dat <strong>de</strong> overeenkomst niet of niet on<strong>de</strong>r<br />

<strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n zou<strong>de</strong>n zijn gesloten<br />

<strong>in</strong>dien <strong>de</strong> verzekeraar van <strong>de</strong> ware staat<br />

had kennis gedragen, maakt <strong>de</strong> verzeker<strong>in</strong>g<br />

vernietigbaar. De gevolgen van <strong>de</strong> verzwijg<strong>in</strong>g<br />

dienen <strong>in</strong>gevolge artikel 221 lid 2 jo<br />

68a lid 2 Overgangswet te wor<strong>de</strong>n beantwoord<br />

aan <strong>de</strong> hand van artikel 7:930 BW.<br />

Ingevolge <strong>de</strong>ze bepal<strong>in</strong>g is <strong>de</strong> verzekeraar<br />

alleen dan geen uitker<strong>in</strong>g verschuldigd,<br />

<strong>in</strong>dien hij bij kennis van <strong>de</strong> ware stand van<br />

zaken geen verzeker<strong>in</strong>g zou hebben gesloten<br />

(lid 4) of <strong>in</strong>dien <strong>de</strong> verzeker<strong>in</strong>gnemer<br />

heeft gehan<strong>de</strong>ld met opzet <strong>de</strong> verzekeraar<br />

te mislei<strong>de</strong>n (lid 5).<br />

De vraag naar het strafrechtelijk verle<strong>de</strong>n<br />

op <strong>de</strong> aanvraagformulieren laat weliswaar<br />

enige eigen beoor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gsvrijheid<br />

bij <strong>de</strong> aanvrager, maar A had behoren te<br />

begrijpen dat niet alleen misdrijven die <strong>in</strong><br />

rechtstreeks verband kunnen wor<strong>de</strong>n gebracht<br />

met <strong>de</strong> verzeker<strong>de</strong> risico's voor V van<br />

belang kon<strong>de</strong>n zijn voor haar besliss<strong>in</strong>gen<br />

op <strong>de</strong> respectieve aanvragen. De verzekeraar<br />

heeft een re<strong>de</strong>lijk belang om een zo<br />

volledig mogelijk beeld te krijgen van het<br />

morele risico, van <strong>de</strong> betrouwbaarheid van<br />

<strong>de</strong> (aspirant)-verzeker<strong>de</strong>. Voor het oor<strong>de</strong>el<br />

dat A <strong>de</strong>ze achtergrond had moeten begrijpen,<br />

is van belang dat A zich bij het <strong>in</strong>vullen<br />

bekendmak<strong>in</strong>gen van faillissementen van<br />

<strong>de</strong> perio<strong>de</strong> vóór 1 januari 2005.<br />

N heeft onbetwist gesteld dat <strong>de</strong> eerste<br />

vermeld<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het CIR van het faillissement<br />

van X dateert van 26 september 2007 (<strong>de</strong><br />

datum waarop er een nieuwe curator werd<br />

benoemd), <strong>de</strong>rhalve ruim een halfjaar na<br />

het passeren van <strong>de</strong> hypotheekakte.<br />

Evenm<strong>in</strong> staat vast dat raadpleg<strong>in</strong>g van<br />

<strong>de</strong> (lokale) faillissementenregisters van<br />

<strong>de</strong> rechtbanken zekerheid zou hebben<br />

gegeven over het faillissement van X, nog<br />

daargelaten dat <strong>de</strong> rechtbank van oor<strong>de</strong>el<br />

is dat van notarissen niet gevergd kan<br />

wor<strong>de</strong>n dat zij – tenzij er aanleid<strong>in</strong>g is te<br />

vermoe<strong>de</strong>n dat er sprake is van een faillissement<br />

– alvorens over te gaan tot het<br />

passeren van notariële akten, <strong>de</strong> (lokale)<br />

registers zou<strong>de</strong>n raadplegen. Immers, <strong>in</strong> dat<br />

geval zal een notaris voor het passeren van<br />

een akte <strong>de</strong> schriftelijke antwoor<strong>de</strong>n van <strong>de</strong><br />

rechtbanken moeten afwachten, hetgeen<br />

zou resulteren <strong>in</strong> grote vertrag<strong>in</strong>gen bij het<br />

passeren van akten.<br />

van <strong>de</strong> aanvraagformulieren heeft laten bijstaan<br />

door een verzeker<strong>in</strong>gstussenpersoon.<br />

Die heeft V bericht dat <strong>de</strong> aanvragen met<br />

A zijn besproken en dat ‘vragen expliciet<br />

gesteld en met neen beantwoord’ zijn. A<br />

weerspreekt dit niet.<br />

Verzekeraar hoeft gestolen auto niet<br />

te vergoe<strong>de</strong>n (Gerechtshof Leeuwar<strong>de</strong>n 6<br />

september 2011, LJN BR6806)<br />

De eigenaresse van <strong>de</strong> auto maakt met<br />

haar garage een afspraak voor reparatie en<br />

keur<strong>in</strong>g van haar auto. Met het oog daarop<br />

parkeert zij <strong>de</strong> auto op het terre<strong>in</strong> van <strong>de</strong><br />

garage en werpt <strong>de</strong> sleutel en het kentekenbewijs<br />

<strong>in</strong> een gesloten envelop door<br />

<strong>de</strong> brievenbus. Die envelop was echter van<br />

buitenaf dui<strong>de</strong>lijk zichtbaar en <strong>de</strong> brievenbus<br />

bestond slechts uit een eenvoudige<br />

gleuf <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur met een klep. De auto<br />

wordt gestolen, waarop <strong>de</strong> vrouw haar verzekeraar<br />

aanspreekt. Die weigert betal<strong>in</strong>g.<br />

Volgens het hof is het algemeen bekend<br />

dat bij garages regelmatig autosleutels<br />

uit <strong>de</strong> brievenbus wor<strong>de</strong>n gehengeld en<br />

dat op die manier auto's wor<strong>de</strong>n gestolen<br />

die <strong>in</strong> <strong>de</strong> omgev<strong>in</strong>g van die garage staan<br />

geparkeerd. De vrouw had daar reken<strong>in</strong>g<br />

mee moeten hou<strong>de</strong>n. De verzekeraar hoeft<br />

niet uit te keren.<br />

TIJDSCHRIFT OVEREENKOMST IN DE RECHTSPRAKTIJK nummer 7, oktober 2011 / SDU uitgevers 15

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!