ORPTijdschrifT overeenkomsT in de rechTsprakTijk - Sdu
ORPTijdschrifT overeenkomsT in de rechTsprakTijk - Sdu
ORPTijdschrifT overeenkomsT in de rechTsprakTijk - Sdu
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
ORPsignaler<strong>in</strong>gen<br />
dat on<strong>de</strong>r meer horloges van het merk IWC<br />
niet meer <strong>in</strong> <strong>de</strong> etalage van een juwelier<br />
mochten liggen. De w<strong>in</strong>kel werd op 17 juli<br />
2003 overvallen, waarbij on<strong>de</strong>r meer voor €<br />
57.000 aan IWC-horloges uit een kapotgeslagen<br />
etalage wer<strong>de</strong>n gestolen. Die scha<strong>de</strong><br />
weiger<strong>de</strong> Nassau te vergoe<strong>de</strong>n.<br />
De rechtbank achtte dat e<strong>in</strong>d 2005 terecht<br />
en <strong>in</strong> 2009 bekrachtig<strong>de</strong> het hof dat vonnis.<br />
De juwelier liet daarna zijn grieven tegen<br />
Nassau vallen en daag<strong>de</strong> alleen Aon voor<br />
<strong>de</strong> Hoge Raad, die <strong>de</strong> assurantietussenpersoon<br />
onlangs vrijpleitte. De Hoge Raad<br />
geeft na<strong>de</strong>re uitleg over <strong>de</strong> reikwijdte van<br />
<strong>de</strong> zorgplicht, waaraan Aon op <strong>de</strong> punten<br />
‘know your customer, waarschuw<strong>in</strong>gsplicht<br />
en <strong>de</strong> plicht geen valse verwacht<strong>in</strong>gen<br />
te wekken' heeft voldaan. Aon hoef<strong>de</strong> <strong>de</strong><br />
juwelier niet telefonisch nog eens expliciet<br />
te waarschuwen voor <strong>de</strong> <strong>de</strong>kk<strong>in</strong>gsbeperk<strong>in</strong>gen,<br />
nadat eer<strong>de</strong>r een ‘dui<strong>de</strong>lijk en niet mis<br />
te verstane’ brief met bijlage alsme<strong>de</strong> <strong>de</strong><br />
polis met begelei<strong>de</strong>n<strong>de</strong> brief was gestuurd.<br />
Geen scha<strong>de</strong>vergoed<strong>in</strong>g zon<strong>de</strong>r <strong>in</strong>gebrekestell<strong>in</strong>g<br />
(Rechtbank Alkmaar 3 augustus<br />
2011, LJN BR4997)<br />
De vennootschappen Fleetlogic en OTS<br />
hebben een raamcontract gesloten over<br />
<strong>de</strong> afname door OTS van 1000 (niet na<strong>de</strong>r<br />
gespecificeer<strong>de</strong>) ‘systemen’ b<strong>in</strong>nen een<br />
perio<strong>de</strong> van maximaal achttien maan<strong>de</strong>n,<br />
en het on<strong>de</strong>rhoud daarvan door Fleetlogic.<br />
OTS heeft slechts 169 systemen afgenomen<br />
en is <strong>in</strong>mid<strong>de</strong>ls <strong>in</strong> verzuim. De vraag is hoe<br />
<strong>de</strong> scha<strong>de</strong> van Fleetlogic moet wor<strong>de</strong>n<br />
vastgesteld.<br />
Uitgangspunt bij <strong>de</strong> begrot<strong>in</strong>g van <strong>de</strong><br />
scha<strong>de</strong> is dat Fleetlogic zoveel mogelijk<br />
wordt gebracht <strong>in</strong> <strong>de</strong> positie waar<strong>in</strong> zij zou<br />
hebben verkeerd bij correcte nakom<strong>in</strong>g<br />
van <strong>de</strong> overeenkomst. Met an<strong>de</strong>re woor<strong>de</strong>n:<br />
Fleetlogic heeft recht op het positief<br />
contractsbelang (het voor<strong>de</strong>el dat zij zou<br />
hebben genoten bij correcte nakom<strong>in</strong>g<br />
door OTS). Fleetlogic heeft aangevoerd dat<br />
haar scha<strong>de</strong> bestaat uit ge<strong>de</strong>rf<strong>de</strong> w<strong>in</strong>st <strong>in</strong><br />
verband met <strong>de</strong> niet afgenomen systemen,<br />
ge<strong>de</strong>rf<strong>de</strong> omzet <strong>in</strong> verband met <strong>de</strong> service<br />
en support van <strong>de</strong> niet afgenomen systemen,<br />
alsme<strong>de</strong> (buitengerechtelijke) kosten.<br />
Volgens OTS is Fleetlogic tekortgeschoten<br />
<strong>in</strong> <strong>de</strong> nakom<strong>in</strong>g van haar verplicht<strong>in</strong>gen uit<br />
<strong>de</strong> overeenkomst, te weten <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rhoudsverplicht<strong>in</strong>g,<br />
het pro-actief beheer, en het<br />
service verlenen na een stor<strong>in</strong>gsmeld<strong>in</strong>g.<br />
Fleetlogic heeft zich daartegen verweerd<br />
met <strong>de</strong> stell<strong>in</strong>g dat geen sprake is van<br />
wanprestatie. Bovendien heeft OTS nooit<br />
geklaagd, dan wel Fleetlogic <strong>in</strong> gebreke<br />
gesteld, terwijl dat wel van haar verlangd<br />
kon wor<strong>de</strong>n. De rechtbank <strong>de</strong>elt <strong>de</strong> visie<br />
van Fleetlogic en conclu<strong>de</strong>ert dat <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />
on<strong>de</strong>rhavige omstandighe<strong>de</strong>n een <strong>in</strong>gebrekestell<strong>in</strong>g<br />
vereist was. De vraag is of het<br />
<strong>in</strong> strijd met <strong>de</strong> re<strong>de</strong>lijkheid en billijkheid is<br />
dat Fleetlogic zich hierop beroept. De rechtbank<br />
beantwoordt die vraag ontkennend.<br />
Volgens rechtbank had domiciliekeuze<br />
geen gevolgen voor <strong>in</strong>gebrekestell<strong>in</strong>g<br />
(Rechtbank Utrecht 7 september 2011, LJN<br />
BR6697, Notamail)<br />
K heeft <strong>in</strong> 2005 een onroeren<strong>de</strong> zaak<br />
gekocht. In <strong>de</strong> koopakte hebben partijen<br />
domicilie gekozen ten kantore van notaris<br />
N. De geplan<strong>de</strong> lever<strong>in</strong>g op 1 <strong>de</strong>cember<br />
2005 heeft niet plaatsgevon<strong>de</strong>n, omdat is<br />
gebleken dat <strong>in</strong> het pand asbest aanwezig<br />
was. De advocaat van K (hierna A) heeft<br />
op 7 <strong>de</strong>cember 2005 een brief gestuurd<br />
naar <strong>de</strong> makelaar van <strong>de</strong> verkopers waar<strong>in</strong><br />
zij wor<strong>de</strong>n gesommeerd om b<strong>in</strong>nen acht<br />
dagen, dus uiterlijk 15 <strong>de</strong>cember 2005, het<br />
pand zon<strong>de</strong>r asbest te leveren, bij gebreke<br />
waarvan aanspraak wordt gemaakt op<br />
<strong>de</strong> contractuele boete. A heeft, <strong>in</strong> overeenstemm<strong>in</strong>g<br />
met <strong>de</strong> domiciliekeuze <strong>in</strong><br />
<strong>de</strong> koopakte, een kopie van <strong>de</strong> brief per<br />
e-mail gestuurd naar N. Noch <strong>de</strong> makelaar<br />
noch N heeft <strong>de</strong> brief doorgestuurd naar<br />
<strong>de</strong> verkopers. Uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk heeft <strong>de</strong> lever<strong>in</strong>g<br />
op 23 januari 2006 plaats. Naar aanleid<strong>in</strong>g<br />
hiervan maakt K aanspraak op <strong>de</strong> contractuele<br />
boete. Aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> is of <strong>de</strong> verkopers<br />
geacht moeten wor<strong>de</strong>n bekend te zijn met<br />
<strong>de</strong> brief van 7 <strong>de</strong>cember 2005.<br />
Volgens <strong>de</strong> rechtbank bevat <strong>de</strong> brief van 7<br />
<strong>de</strong>cember 2005 van A aan <strong>de</strong> makelaar van<br />
<strong>de</strong> verkopers een dui<strong>de</strong>lijke <strong>in</strong>gebrekestell<strong>in</strong>g.<br />
Het rechtsgevolg van <strong>de</strong> <strong>in</strong>gebrekestell<strong>in</strong>g<br />
treedt niet eer<strong>de</strong>r <strong>in</strong> dan nadat <strong>de</strong><br />
brief <strong>de</strong> verkopers heeft bereikt. Vaststaat<br />
dat N <strong>de</strong> brief niet naar <strong>de</strong> verkopers heeft<br />
doorgestuurd, zodat <strong>de</strong> brief <strong>de</strong> verkopers<br />
feitelijk niet heeft bereikt.<br />
In een <strong>de</strong>rgelijk geval zijn er, aldus <strong>de</strong> rechtbank,<br />
twee mogelijkhe<strong>de</strong>n om te realiseren<br />
dat <strong>de</strong> <strong>in</strong>gebrekestell<strong>in</strong>g toch zijn werk<strong>in</strong>g<br />
heeft gehad ten opzichte van <strong>de</strong> verkopers.<br />
De eerste mogelijkheid is dat N (als<br />
onmid<strong>de</strong>llijk vertegenwoordiger van <strong>de</strong><br />
verkopers) bevoegd zou kunnen zijn <strong>de</strong><br />
<strong>in</strong>gebrekestell<strong>in</strong>g <strong>in</strong> ontvangst te nemen.<br />
Daarvoor ziet <strong>de</strong> rechtbank echter geen<br />
aanknop<strong>in</strong>gspunt <strong>in</strong> <strong>de</strong> koopakte. Evenm<strong>in</strong><br />
vloeit een <strong>de</strong>rgelijke bevoegdheid uit <strong>de</strong><br />
domiciliekeuze voort.<br />
De twee<strong>de</strong> mogelijkheid is het feit dat<br />
<strong>de</strong> brief <strong>de</strong> verkopers niet heeft bereikt,<br />
voor hun risico komt. Artikel 3:37 lid 3 BW<br />
bepaalt immers: ‘Nochtans heeft ook een<br />
verklar<strong>in</strong>g die hem tot wie zij is gericht, niet<br />
of niet tijdig heeft bereikt, haar werk<strong>in</strong>g,<br />
<strong>in</strong>dien dit niet of niet tijdig bereiken het<br />
gevolg is van zijn eigen han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g, van<br />
<strong>de</strong> han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van personen voor wie hij<br />
aansprakelijk is, of van an<strong>de</strong>re omstandighe<strong>de</strong>n<br />
die zijn persoon betreffen en<br />
rechtvaardigen dat hij het na<strong>de</strong>el draagt.’<br />
Volgens <strong>de</strong> rechtbank kan het feit dat N niet<br />
voor doorzend<strong>in</strong>g aan <strong>de</strong> verkopers heeft<br />
zorg gedragen, niet wor<strong>de</strong>n toegerekend<br />
aan <strong>de</strong> verkopers. Van een han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van <strong>de</strong><br />
verkopers is geen sprake en voor han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen<br />
van N zijn zij niet aansprakelijk.<br />
An<strong>de</strong>re omstandighe<strong>de</strong>n die rechtvaardigen<br />
dat <strong>de</strong> verkopers het na<strong>de</strong>el dragen<br />
als gevolg van het feit dat zij <strong>de</strong> brief niet<br />
hebben ontvangen, zijn niet gebleken<br />
en evenm<strong>in</strong> gesteld. Dit betekent dat K's<br />
stell<strong>in</strong>g dat <strong>de</strong> verkopers <strong>de</strong> brief geacht<br />
moeten wor<strong>de</strong>n te hebben ontvangen door<br />
<strong>de</strong> verzend<strong>in</strong>g naar N geen steun v<strong>in</strong>dt <strong>in</strong><br />
het recht.<br />
Inbraak op server: kosten voor bellen<br />
door <strong>de</strong>r<strong>de</strong>n via <strong>in</strong>ternet voor eigen reken<strong>in</strong>g<br />
(Rechtbank Maastricht sector Kanton<br />
10 augustus 2011, LJN BR5064)<br />
Gedaag<strong>de</strong>n hebben met De Belcentrale BV<br />
een overeenkomst gesloten voor VOIP (Voice<br />
over IP), ofwel bellen via <strong>in</strong>ternet. Na een<br />
<strong>in</strong>braak op <strong>de</strong> server van gedaag<strong>de</strong>n, gepleegd<br />
vanuit Roemenië, is er door <strong>de</strong>r<strong>de</strong>n<br />
150 keer naar Zimbabwe en Somalië gebeld<br />
via het account van gedaag<strong>de</strong>n. Gedaag<strong>de</strong>n<br />
achten het <strong>in</strong> strijd met <strong>de</strong> re<strong>de</strong>lijkheid<br />
en billijkheid dat <strong>de</strong> hiermee gepaard<br />
gaan<strong>de</strong> belkosten (€ 950,73) geheel voor<br />
hun reken<strong>in</strong>g komen. Zij stellen dat De Belcentrale<br />
haar zorgplicht heeft geschon<strong>de</strong>n,<br />
omdat zij geen beveilig<strong>in</strong>gsmaatregelen of<br />
software heeft <strong>in</strong>gebouwd ter bescherm<strong>in</strong>g<br />
van <strong>de</strong> klant. De Belcentrale heeft evenm<strong>in</strong><br />
een waarschuw<strong>in</strong>g <strong>in</strong>gebouwd om klanten<br />
te beschermen tegen malafi<strong>de</strong> organisaties<br />
die op an<strong>de</strong>rmans kosten kunnen telefoneren.<br />
Gedaag<strong>de</strong>n verwijten De Belcentrale<br />
ver<strong>de</strong>r dat zij er niet op zijn gewezen dat<br />
onbeperkt gebeld kan wor<strong>de</strong>n. Evenm<strong>in</strong><br />
zijn voorwaar<strong>de</strong>n gesteld aan het gebruik<br />
van <strong>de</strong> eigen VOIP-server. Gedaag<strong>de</strong>n<br />
wijzen erop dat vergelijkbare bedrijven een<br />
TIJDSCHRIFT OVEREENKOMST IN DE RECHTSPRAKTIJK nummer 7, oktober 2011 / SDU uitgevers 11