bundel - Stad Kortrijk
bundel - Stad Kortrijk
bundel - Stad Kortrijk
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
• de bestemming van het pand blijft een eengezinswoning<br />
Conform de bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van de<br />
handelingen waarvoor geen stedenbouwkundige vergunning nodig wordt, een in een woning<br />
geïntegreerde zorgwoning die vrijgesteld wordt van vergunning, niet als aparte woning beschouwd.<br />
De woning mét geïntegreerde zorgwoning wordt en blijft (ook na het vervallen van de zorgfunctie)<br />
beschouwd als eengezinswoning.<br />
Artikel 33: Opsplitsen eengezinswoningen<br />
§1. Een bestaande eengezinswoning of een eengezinswoning die ontstaat na samenvoeging, bij<br />
nieuwbouw, uitbreiding of verbouwing, met een bruto-vloeroppervlakte van meer dan 90 m² en<br />
minder dan 250 m² én die beschikt over een tuin of een potentiële tuin, mag niet gebruikt worden<br />
als of omgevormd worden tot meergezinswoning of kamerwoning, dergelijke woningen worden<br />
verder ‘te behouden eengezinswoningen’ genoemd.<br />
Dit artikel stelt een principieel verbod in om bestaande woningen die geschikt zijn als<br />
eengezinswoningen volledig op te delen in meerdere woongelegenheden (bv. studentenkamers) of er<br />
bijkomende (kleinere) woongelegenheden in onder te brengen. Deze categorie van woningen (te<br />
behouden eengezinswoningen) wordt afgebakend op grond van de beschikbare binnen- en<br />
buitenruimte.<br />
Het verbod geldt dus niet voor woningen die niet beantwoorden aan deze criteria, m.a.w. woningen<br />
met een bruto-vloeroppervlakte van zowel minder dan 90m², als meer dan 250m².<br />
Het verbod geldt evenmin voor panden die geen woonfunctie hebben (bv. bedrijfsgebouwen, winkels,<br />
kantoren en gemeenschapsvoorzieningen). Waar het verbod niet van toepassing is, zullen de<br />
aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning uiteraard steeds beoordeeld worden op hun<br />
verenigbaarheid met de goede ruimtelijke ordening en de woningtypetoets.<br />
Bij afbraak van bestaande te behouden eengezinswoningen blijven de vermelde regels onverminderd<br />
van kracht. Het is duidelijk niet de bedoeling een te behouden eengezinswoning te slopen in functie<br />
van de realisatie van een meergezinswoning of kamerwoning.<br />
§2. Een eengezinswoning met een bruto-vloeroppervlakte van meer dan 250m² kan opgesplitst<br />
worden indien aan elk van volgende eisen voldaan wordt:<br />
(1) de meergezinswoning moet minstens één zelfstandige woning met een minimale totale<br />
bruto-vloeroppervlakte van 90 m² bevatten;<br />
(2) Deze zelfstandige woning moet aansluiten op en een functioneel bruikbare relatie<br />
hebben met een tuin.<br />
(3) Per zelfstandige woning van 90 m² met een rechtstreeks aansluitende tuin kan de<br />
meergezinswoning niet meer dan drie kamers/niet-zelfstandige woningen of twee andere<br />
zelfstandige woningen tellen.<br />
De verordening spitst zich in de eerste plaats toe op het segment van de woningmarkt dat prioritair<br />
moet worden gevrijwaard: woningen met een vloeroppervlakte tussen 90m² en 250m² mét<br />
buitenruimte. Hoewel dat op zich het statuut van andere segmenten niet versoepelt zou het<br />
aanleiding kunnen geven tot een verschuiving van de opdelingsproblematiek. Vooral de grotere<br />
woningen (meer dan 250m²) zouden meer onder druk kunnen komen te staan. Daarom wordt ook<br />
voor die grotere panden een beschermingsmaatregel ingebouwd. Die houdt in dat er na de opdeling<br />
Goedkeuring deputatie d.d. 20 september 2012 Pagina 37 van 77