You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
S T E L L I N G<br />
Geen hightech onderzoek,<br />
maar het betere handwerk<br />
tekst > Joost van der Gevel | foto > Eut van Berkum<br />
Het gebruik van nieuwe<br />
technieken moet er niet<br />
toe leiden dat wordt<br />
afgestapt van degelijk<br />
klinisch onderzoek<br />
Promovendi leveren bij hun proefschriften<br />
vaak een aantal stellingen.<br />
Plastisch chirurg Arnold Schuurman licht een<br />
van zijn stellingen toe.<br />
“<br />
De stelling komt van Guilio Taleisnik, een<br />
beroemde Amerikaanse handchirurg. Rond<br />
1988 waren polskijkoperaties een nieuw fenomeen,<br />
waardoor ze te pas en te onpas werden<br />
verricht. Ik doe ongeveer negentig procent<br />
hand-polschirurgie en tien procent microchirurgische<br />
reconstructies. Bij de hand-polschirurgie<br />
valt me op dat Taleisniks stelling nog steeds<br />
zeer actueel is. De basisprincipes van anamnese<br />
en onderzoek worden nogal eens vergeten.<br />
Regelmatig ontbreekt een gedegen kennis van<br />
de anatomie en uit armoede wordt dan gebruik<br />
gemaakt van nieuwere technieken. Op onjuiste<br />
gronden, vind ik. Dan hamer ik op die stelling<br />
van Taleisnik.<br />
Een MRI wordt bijvoorbeeld vaak gebruikt voor<br />
polsdiagnostiek, terwijl klinische diagnostiek –<br />
voelen en kijken met kennis van de anatomie –<br />
al uitsluitsel kan geven. Een MRI-scan heeft dan<br />
geen toegevoegde waarde. Met die scan probeert<br />
men dan zijn gebrekkige anatomische<br />
kennis te compenseren.<br />
Soms wordt een kijkoperatie van de pols voorgesteld,<br />
terwijl dat niet nodig is op basis van<br />
klinische diagnostiek. Als een ligament – een<br />
peesachtige structuur die twee botjes bij elkaar<br />
houdt – scheurt door een val, dan kunnen die<br />
twee botjes los van elkaar bewegen. Dat is ook<br />
vast te stellen door op de juiste plaatsen te<br />
drukken en te voelen, daarvoor hoef je geen<br />
kijkoperatie te verrichten.<br />
Ik krijg patiënten uit het hele land met het<br />
verzoek een kijkoperatie van de pols te doen.<br />
Die patiënten hebben al CT-scans, MRI-scans,<br />
skeletscans en bloedonderzoeken gehad,<br />
terwijl de diagnose al te stellen is door de juiste<br />
botjes en ligamenten te belasten. Onlangs<br />
onderzocht ik een vrouw die met een hele<br />
stapel foto’s bij me kwam. Zij zou een scheur<br />
hebben in de discus, een van de structuren aan<br />
de pinkzijde van de pols. Bij klinisch onderzoek<br />
vond ik aanwijzingen voor artrose tussen twee<br />
polsbotjes. Artrose verklaart die klachten veel<br />
beter dan een discusscheur. Na behandeling van<br />
de artrose was zij klachtenvrij.<br />
Krater<br />
Tegenwoordig worden vaak driedimensionale<br />
reconstructies van de pols gemaakt. Zo kreeg ik<br />
een patiënt, een krachtsporter, met een driedimensionale<br />
foto van de pols. Op de foto was<br />
duidelijk zichtbaar dat er in een van de polsbotjes<br />
een flink gat zat. Die behandelaars zagen<br />
dat gapende gat en dachten dat dit de pijnklachten<br />
na het sporten verklaarde. Maar dat<br />
gat werd veroorzaakt door de beperkingen van<br />
de techniek! Het was optisch bedrog, het zat er<br />
helemaal niet. Bovendien kon dat gat door de<br />
plek waar het zich bevond, die pijn helemaal<br />
niet veroorzaken.<br />
Daarmee wil ik niet zeggen dat die technieken<br />
geen verrijking zijn. We moeten alleen niet<br />
overdrijven. Binnenkort promoveert een arts in<br />
Amsterdam op experimenteel onderzoek naar<br />
driedimensionaal bewegende polsbeelden.<br />
Het is de vraag in hoeverre die techniek voor de<br />
algemeen praktiserende polsspecialist te gebruiken<br />
is. Onder doorlichting zijn de bewegingen<br />
in de pols ook goed te observeren. Driedimensionale<br />
beelden zijn weer wel goed te gebruiken<br />
om de overbrenging van krachten in de pols te<br />
bestuderen.<br />
Voordat we nieuwe onderzoeksmethodes gaan<br />
gebruiken, zowel invasief als non-invasief, moeten<br />
we terug naar gedegen klinisch onderzoek:<br />
goed kijken, goed luisteren. We slaan te vaak<br />
de basisprincipes van anamnese en onderzoek<br />
over en denken dat we door gebruik van mooie<br />
instrumenten en dure apparatuur meer te<br />
weten komen. Maar dat is dus niet zo.<br />
”