16.11.2014 Views

NJB-1423

NJB-1423

NJB-1423

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Wetgeving<br />

Een overzicht van aanhangige wetsvoorstellen<br />

en gepubliceerde staatsbladen<br />

met links naar de integrale<br />

Kamerstukken is opgenomen op de<br />

<strong>NJB</strong>-site www.njb.nl<br />

Staatsblad<br />

Nationale Unesco Commissie<br />

1162 - Besluit tot wijziging van het<br />

Besluit Nationale Unesco Commissie<br />

inzake de nieuwe Koninkrijksverhoudingen,<br />

de uitvoeringspraktijk en<br />

enkele technische aanpassingen<br />

– Met dit besluit wordt het Besluit<br />

Nationale Unesco Commissie gewijzigd<br />

om het beter te laten aansluiten<br />

op de ontstane (uitvoerings)praktijk<br />

en de rol van de Nationale Unesco<br />

Commissie. Dat laatste geldt met<br />

name voor de rol die zij heeft m.b.t.<br />

de Caribische gebiedsdelen van het<br />

Koninkrijk. Deze is gewijzigd sinds<br />

de verandering van de Koninkrijksverhoudingen<br />

op 10 oktober 2010.<br />

Sindsdien dienen Curaçao, Aruba en<br />

Sint Maarten zorg te dragen voor een<br />

eigen Nationale Unesco Commissie,<br />

terwijl Bonaire, Saba en Sint Eustatius<br />

als bijzondere gemeenten van<br />

Nederland binnen het werkgebied<br />

vallen van de Nederlandse Nationale<br />

Unesco Commissie. Verder is het<br />

besluit geactualiseerd en de verouderde<br />

terminologie aangepast. In het<br />

besluit is opgenomen dat voortaan<br />

bij de benoeming van nieuwe commissieleden<br />

wordt gewaarborgd dat<br />

binnen de Commissie kennis op de<br />

voor Nederland relevante terreinen<br />

van de Unesco aanwezig is. De planning-en-controlcyclus<br />

van de Nationale<br />

Unesco Commissie is gekoppeld<br />

aan de cyclus van de organisatie die<br />

belast is met het verzorgen van de<br />

secretariële ondersteuning, de Nederlandse<br />

organisatie voor internationale<br />

samenwerking in het hoger onderwijs<br />

(Nuffic). De commissie moet<br />

voortaan zorgdragen voor een vijfjaarlijkse<br />

onafhankelijke evaluatie<br />

van haar werkzaamheden en taakvervulling.<br />

Het besluit treedt op 1 juli<br />

2014 in werking.<br />

Besluit van 08-04-2014, Stb. 2014, 180<br />

Waterschapsverkiezingen<br />

Inwerkingtreding<br />

1163 - Besluit tot vaststelling van het<br />

tijdstip van inwerkingtreding van de<br />

Wet aanpassing waterschapsverkiezingen<br />

(Stb. 2014, 63)<br />

– Deze wet treedt in werking met<br />

ingang van 1 juli 2014. De regering<br />

kiest met deze wet wat betreft de<br />

waterschapsverkiezingen voor het<br />

behoud van directe verkiezingen. De<br />

wet is beschreven in <strong>NJB</strong> 2014/449,<br />

afl. 8.<br />

Inwerkingtredingsbesluit van 21-05-2014, Stb. 2014, 184<br />

Nieuwe<br />

wetsvoorstellen<br />

Intrekking Wet bewaarplicht<br />

telecommunicatiegegevens<br />

1164 - Inititatiefwetsvoorstel (22-05-<br />

2014) van het lid Van Tongeren tot<br />

intrekking van de Wet bewaarplicht<br />

telecommunicatiegegevens<br />

– Op 3 mei 2006 trad de Richtlijn<br />

betreffende gegevensbewaring in<br />

werking. De Richtlijn gegevensbewaring<br />

formuleert verplichtingen voor<br />

aanbieders van openbare elektronische<br />

communicatienetwerken en<br />

aanbieders van openbare elektronische<br />

communicatiediensten.<br />

Nederland heeft de Richtlijn gegevensbewaring<br />

omgezet in de Wet<br />

bewaarplicht telecommunicatiegegevens.<br />

Hierin is bepaald dat voor<br />

internetbedrijven de bewaarplicht is<br />

gesteld op zes maanden en voor<br />

aanbieders van telecommunicatiediensten<br />

op twaalf maanden. De<br />

Richtlijn gegevensbewaring en de<br />

Wet bewaarplicht telecommunicatiegegevens<br />

staan op gespannen voet<br />

met fundamentele burgerrechten<br />

zoals het recht op eerbiediging van<br />

het privéleven en op bescherming<br />

van persoonsgegevens. Het Europese<br />

Hof van Justitie oordeelde op 8 april<br />

2014 (in de gevoegde zaken C-293/12<br />

en C-594/12 Digital Rights Ireland en<br />

Seitlinger e.a.) dat de Richtlijn gegevensbewaring<br />

een zeer omvangrijke<br />

en bijzonder ernstige inmenging<br />

impliceert in deze fundamentele<br />

rechten, zonder dat deze inmenging<br />

tot het strikt noodzakelijke beperkt<br />

blijft en de grenzen overschrijdt die<br />

met het oog op het evenredigheidsbeginsel<br />

in acht moeten worden<br />

genomen. Volgens het Hof kunnen<br />

deze gegevens zeer nauwkeurige aanwijzingen<br />

verschaffen over het privéleven<br />

van degenen van wie de gegevens<br />

worden bewaard, waaronder de<br />

gewoonten van het dagelijks leven,<br />

de plaatsen van tijdelijk of permanent<br />

verblijf, de sociale relaties en de<br />

activiteiten die de persoon uitoefent.<br />

Het Europese Hof van Justitie kwam<br />

tot het oordeel dat de Richtlijn gegevensbewaring<br />

daarom per direct en<br />

met terugwerkende kracht ongeldig<br />

moet worden verklaard.<br />

Nu de Richtlijn gegevensbewaring<br />

ongeldig is verklaard, is voor EU-lidstaten<br />

de verplichting weggevallen te<br />

voorzien in een wettelijke grondslag<br />

voor een bewaarplicht van telecommunicatiegegevens.<br />

Instandhouding<br />

van deze wet zou betekenen dat de<br />

door het Europese Hof van Justitie<br />

geconstateerde burgerrechtenschendingen<br />

voortduren. Dat is naar het<br />

oordeel van de initiatiefnemer<br />

onaanvaardbaar en daarom stelt zij<br />

voor de Wet bewaarplicht telecommunicatiegegevens<br />

in te trekken. De<br />

gevolgen van het intrekken van de<br />

Wet bewaarplicht telecommunicatiegegevens<br />

voor de opsporing en vervolging<br />

van criminaliteit zijn naar de<br />

verwachtingen van de initiatiefnemer<br />

beperkt. Voor telefonische gegevens<br />

kunnen opsporingsdiensten<br />

gegevens blijven vorderen van de<br />

telecomaanbieders, voor zover die<br />

deze gegevens al bewaren ten behoeve<br />

van de eigen administratie. Gegevens<br />

van internetaanbieders worden,<br />

zo blijkt uit evaluaties, in de praktijk<br />

nauwelijks geraadpleegd en nog minder<br />

gebruikt in rechtszaken. Deze<br />

aanbieders kunnen echter niet langer<br />

worden verplicht gegevens van al<br />

hun klanten te bewaren ten behoeve<br />

van de opsporing. Providers bewaren<br />

verkeersgegevens zolang dat nodig is<br />

voor hun bedrijfsvoering en toegestaan<br />

op grond van de Wet bescherming<br />

persoonsgegevens. In de praktijk<br />

blijkt die bewaarperiode te<br />

volstaan. De initiatiefnemer is van<br />

oordeel dat inzake het bewaren en<br />

raadplegen van verkeersgegevens<br />

voorzien moet worden in een nieuwe<br />

wettelijke bevoegdheid, waarin een<br />

duidelijke belangenafweging is<br />

gemaakt in de belangen van de<br />

NEDERLANDS JURISTENBLAD – 13-06-2014 – AFL. 23 1585

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!