CHRISTUS DE PLANT VAN NAAM 5 PREKEN Preek over Hooglied ...
CHRISTUS DE PLANT VAN NAAM 5 PREKEN Preek over Hooglied ...
CHRISTUS DE PLANT VAN NAAM 5 PREKEN Preek over Hooglied ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
28<br />
Daar deed God mij zien dat mijn zuster altijd, zolang ze op de wereld geweest was,<br />
liefde tot mijn ouders had gehad, en ik was de wereld ingegaan. Daar greep God mij in<br />
het hart. Wat een wonder: mijn zuster in de eeuwigheid en ik leefde nog. God had de<br />
boom nog niet weggedaan naar de eeuwige rampzaligheid. Toen ben ik weggevlucht,<br />
mensen, en ik heb gestaan in mijn huisje…. Daar heb ik twee dingen leren kennen,<br />
tussen tien uur 's avonds en zes uur 's morgens. Zonden van bedrijf en zonden van<br />
nalatigheid. Dan krijgen we met God te doen.<br />
Ik heb er <strong>over</strong> gedacht. En nu hoop ik dat God de roepstemmen, die er ook nog in het<br />
midden van de gemeente zijn, aan uw harten zal heiligen en dat we samen hier een<br />
sterven zullen mogen leren kennen, voor en aleer God ons zal komen op te roepen.<br />
Kinderen Gods, die geplant zijn aan de rivier. O, als een wilde boom uit de wereld<br />
gehaald te zijn. Wie had ooit gedacht dat zulk één zou <strong>over</strong>geplant worden en dat God<br />
daar Zijn Goddelijke liefde aan zou openbaren? Wie zou het ooit gedacht hebben? Aan<br />
één die nooit naar God vraagde. En naar God niet zocht! Maar God heeft hèm<br />
opgezocht. Wie had ooit gedacht dat de Heere hem zou bearbeiden, zodat hij hier in de<br />
tijd iets verklaren mag van de deugden Gods? Wie had dat ooit gedacht van zulk een<br />
zondaar, geworteld in de wereld waar geen sterveling hem uit kon halen? Waar geen<br />
oordelen hem uit konden rukken en waar geen zegeningen hem konden vernederen?<br />
Dan komt God <strong>over</strong> en God haalt hem eruit!<br />
Zit er hier één die als een woudezel gegrepen is? Of zit er hier één die van kindsbeen<br />
onder de waarheid verkeerd heeft? Ontworteld moeten we worden en het is niet genoeg<br />
als we alleen ontworteld worden, maar we moeten bij de Fontein gebracht worden. Als<br />
die boom niet geplant wordt aan dat water, aan die rivier, dan gaat hij dood. Dan sterft<br />
hij, dan is hij weg. Want ellende is niet genoeg We kunnen nooit een grondslag in onze<br />
ellendekennis vinden. De grondslag ligt alleen in de gerechtigheid van de eeuwige Borg<br />
en Middelaar.<br />
Nu zou ik zeggen, gemeente, doe er winst mee voor de eeuwigheid. En ik hoop, volk<br />
van God, dat we hier zó wandelen mogen, dat van ons getuigd mag worden: allen die<br />
hen zien, zullen hen kennen als een zaad dat God gezegend heeft. Hij geve genade om<br />
genade in te leven en Hij geve ons samen ook nog om hier op aarde te mogen wandelen<br />
in de vreze des Heeren.<br />
Onbekeerden, het kan de laatste preek zijn. Ga naar huis en buig u voor God neder. We<br />
weten niet hoe lang het duren zal dat de Heere u zal opeisen en dan wordt u <strong>over</strong>geplant.<br />
En als ge hier niet <strong>over</strong>geplant zijt, dan zult ge <strong>over</strong>geplant worden in de eeuwige<br />
rampzaligheid. O, het zal wat zijn, medereizigers naar de eeuwigheid! Denkt u daar nu<br />
nooit eens aan, dat u elk ogenblik kunt <strong>over</strong>geplant worden? Denkt u er nooit aan, dat je<br />
sterven gaat en de eeuwigheid zal moeten aandoen? De Heere ontferme Zich <strong>over</strong> u. Hij<br />
schenke u nog dat je door genade mag leren inleven: een boom te mogen zijn door God<br />
geplant en dat gij straks niet zult behoren bij degenen van wie getuigd wordt: De<br />
kinderen des koninkrijks zullen buiten geworpen worden.<br />
Vaders en moeders, jongelingen en jongedochters, grijsaards in mijn midden, God zij u<br />
genadig. Ik heb medelijden met u. Ik weet wat het is om verloren te moeten gaan. Ik<br />
weet ook wat het is om genade te mogen ontvangen. En als ik u zie wandelen langs een<br />
gapende afgrond, mag ik u dan niet waarschuwen? Mag ik u dan niet zeggen: Ontwaak<br />
gij die slaapt en sta op uit de doden! De Heere ontferme Zich <strong>over</strong> u.