Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Hoofdstuk III - Juridisch overzicht<br />
• een persoon die samenleeft met een echtgenoot (of een levenspartner) die de toekenningsvoorwaarden<br />
voor het leefloon niet vervult. Als levenspartner wordt de persoon beschouwd met wie de<br />
aanvrager een feitelijk gezin vormt 26 ; twee personen die als een koppel samenwonen vormen een<br />
feitelijk gezin 27 . In het geval van een echtpaar of een feitelijk gezin houdt het OCMW rekening met<br />
de bestaansmiddelen van de persoon die het leefloon aanvraagt. In dit geval dient het OCMW ook<br />
rekening te houden met dat deel van de bestaansmiddelen van de echtgenoot dat boven het bedrag<br />
van het leefloon “bedrag samenwonende 28 ” ligt.<br />
p 34<br />
1.3.2.2. tussenbedrag “alleenstaande”(categorie 2):<br />
Volgende personen komen in aanmerking voor het bedrag “alleenstaande” (dat recht geeft op een<br />
leefloon van 644,48 € per maand 29 ):<br />
• een persoon die alleen woont;<br />
• een persoon die met andere personen onder hetzelfde dak woont, maar met wie hij de huishoudelijke<br />
aangelegenheden niet hoofdzakelijk gemeenschappelijk regelt. Men kan daarbij bijvoorbeeld<br />
denken aan een student die op een kamer in een gebouw woont en over een gemeenschappelijke<br />
keuken en sanitair beschikt zonder verder iets te delen met de andere huurders: hij betaalt alleen<br />
zijn huur, hij behoudt zijn financiële autonomie, beslist onafhankelijk hoe hij zijn dag zal indelen<br />
en is alleen verantwoordelijk voor de maaltijden en dagelijkse taken;<br />
• een persoon die opgenomen is een psychiatrische instelling (open afdeling 30 ) die voor zijn opname<br />
recht had op het bedrag “alleenstaande”, alsook een persoon die in een therapeutische gemeenschap<br />
31 , in een beschutte 32 of in een begeleide woning 33 woont. In al deze gevallen houdt<br />
het OCMW alleen rekening met de bestaansmiddelen van de persoon die een leefloon aanvraagt.<br />
Laten we even aandacht schenken aan de rechtspraak die personen die in een bepaalde – therapeutische<br />
– gemeenschap verblijven tot de categorie “alleenstaande” rekent. De onderliggende redeneringen<br />
lijken ons interessant. De Arbeidsrechtbank te Gent 34 heeft zich meermaals moeten uitspreken<br />
over de vraag onder welke categorie een persoon die in een ziekenhuis, psychiatrische instelling<br />
of een onthaaltehuis verblijft, ondergebracht kan worden. Volgens J. Put, D. Simoens, S. Renette en K.<br />
26 Artikel 14, § 1, 3°, 5de lid van de wet van 26 mei 2002.<br />
27 Artikel 34, § 1, 2de lid van het koninklijk besluit van 11 juli 2002.<br />
28 Artikel 34, § 1 van het koninklijk besluit van 11 juli 2002.<br />
29 Op 1 oktober 2006.<br />
30 Arbeidsrechtbank te Ieper, 7 november 2003, AR 26 262 zoals geciteerd in het onderzoek over het recht op maatschappelijke integratie op basis van de rechtspraak<br />
van het jaar 2003: www.mi-is.be, p. 59; Arbeidsrechtbank van Gent, 13 juni 2003, AR 160 015/03; 7 november 2003, AR 160 650/03; 14 november 2003 en 19<br />
december 2003; AR 161 651/032 zoals geciteerd in hetzelfde onderzoek, p. 59.<br />
31 Arbeidsrechtbank te Brugge, 7 en 25 maart 2002, AR 105 742 en 105 768 zoals geciteerd in het onderzoek over het bestaansminimum en de maatschappelijke<br />
dienstverlening door de rechtspraak van het jaar 2002: www.mi-is.be, p. 46.<br />
32 Arbeidsrechtbank te Bergen, 22 januari 2002 RG 16 752 en 16 753 geciteerd in het eerder vermelde onderzoek, p. 50.<br />
33 Ph. VERSAILLES, M. VAN RUYMBEKE, “Le minimum de moyens d’existence”, Guide social permanent, Deel III, boek I, titel II, hoofdstuk I, 2, n° 380, geactualiseerd<br />
tot 2001, dat de Arbeidsrechtbank te Luik, 3 februari 1998, onuitgegeven, RG 5072/95, citeert.<br />
34 Arbeidsrechtbank te Gent, 13 juni 2003, AR 160 015/03; 7 november 2003, AR 160 650/03; 14 november 2003 en 19 december 2003;<br />
AR 161 651/032, op.cit.<br />
Eindverslag Solidair Wonen