Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Hoofdstuk I - Schets van de problematiek<br />
Woononzekerheid…<br />
de feitelijke situatie in België<br />
In de bijgewerkte versie uit 2004 van het Nationaal Actieplan Sociale Insluiting wordt vastgesteld dat<br />
13% van de Belgische bevolking een verhoogd armoederisico loopt, wat concreet wil zeggen: het gezinsinkomen<br />
bedraagt slechts 60% van het gemiddeld nationaal mediaan gezinsinkomen. De mediaan<br />
van een statistische verdeling is het midden van die verdeling. Die groep bevat 37% werklozen,<br />
31% andere niet-actieven en 32% actieven. Het armoederisico mag dan al hoger liggen bij huurders<br />
(28%) dan bij eigenaars (10 %), uit die cijfers blijkt toch ook dat het bezit van onroerend goed geen<br />
sluitende waarborg tegen bestaansonzekerheid (meer) biedt. In Vlaanderen wordt de term noodkopers<br />
gebruikt om een groep mensen aan te duiden op de woningmarkt die net voldoende middelen heeft<br />
om een huis te kopen maar onvoldoende om de nodige renovaties aan te brengen. Het aantal mensen<br />
dat blijvend (meerdere jaren) met een armoederisico te kampen heeft, loopt op tot 7% van de Bel-<br />
gische bevolking (Nationaal Actieplan Sociale Insluiting 2003-2005, Bijgewerkte versie juli 2004, p. 4).<br />
p <br />
Achter die naakte cijfers gaat volgens verschillende sociale actoren, universitairen en onderzoeksbureaus,<br />
het beleid en de maatschappij een alarmerende situatie schuil: een steeds grotere groep van de bevolking,<br />
vooral in de steden, heeft het moeilijk om betaalbare huisvesting te vinden. Enkele vaststellingen:<br />
• tussen 1998 en 2002 is de huurprijs sterk gestegen (met maar liefst 26,5%), terwijl de gezondheidsindex<br />
slechts met 10% omhoog is gegaan, zodat huisvesting in die periode netto 16,5 % duurder is geworden.<br />
De prijsstijging laat zich vooral voelen bij studio’s en appartementen met één slaapkamer ;<br />
• in de periode 1976 – 1997 is de woonkost sterk gestegen, zowel voor (afbetalende) eigenaars als voor<br />
huurders. Deze stijging overtreft de inkomensstijging in de geobserveerde periode. De woonkost is<br />
sneller gestegen voor lagere welvaartsgroepen dan voor hogere;<br />
• tussen 1976 en 1997 is het percentage huishoudens in een precaire huisvestingssituatie in de totale<br />
populatie gestegen van 2,2% naar 6,0%. Een dergelijke precaire huisvestingssituatie wordt gedefinieerd<br />
door de combinatie van een hoge woonquote en een laag inkomen. <br />
De bestaansonzekerheid – of ‘maatschappelijke kwetsbaarheid’, zoals ze terecht ook wordt genoemd<br />
– wordt nog in de hand gewerkt door een aantal bijkomende factoren: sommige eigenaars vragen logischerwijs<br />
allerlei waarborgen om zo het rendement van hun eigendom op te drijven, illegale vormen<br />
van discriminatie zijn blijkbaar moeilijk uit te roeien, enzovoort.<br />
Website van het Instituut voor Duurzame Ontwikkeling (http://users.skynet.be/idd/)<br />
Van Dam R. en Geurts V., ‘Wonen in Vlaanderen in perspectief: evoluties 1976 – 1997’,<br />
in De Decker P., Goossens L. en Pannecoucke I., Wonen aan de onderkant, Garant, Antwerpen – Apeldoorn, 2005.<br />
Eindverslag Solidair Wonen