Niederländer im Ostseeraum und der Deutsche Orden - oops
Niederländer im Ostseeraum und der Deutsche Orden - oops
Niederländer im Ostseeraum und der Deutsche Orden - oops
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
249<br />
Sporen van rekrutering in de Ne<strong>der</strong>landen zijn alleen te vinden<br />
voor Lijfland. Twee keer, in 1411 en in 1435, worden er rid<strong>der</strong>s<br />
geworven om in de Lijflandse ordetak in te treden. 19 In 1411<br />
werft Swe<strong>der</strong> Cobbing voor de meester van Lijfland rid<strong>der</strong>s in<br />
Utrecht. 20 In totaal 33 broe<strong>der</strong>s geven hieraan gehoor. Of deze<br />
allemaal afkomstig zijn uit Utrecht is niet zeker.<br />
In 1435 vindt er een volledig Utrechtse rekruteringscampagne<br />
plaats. Landcommandeur Herman van Keppel stuurt een groep<br />
Ne<strong>der</strong>landse rid<strong>der</strong>s over Kampen naar Lijfland. 21 We zien hier<br />
dat de rid<strong>der</strong>s speciaal voor de Lijflandse ordetak werden ingekleed<br />
in de orde:<br />
”Item ii rinsche gulden 4 kromsteerte verteert to Aernhem to<br />
Doezeberch ende to deventer doe ic die heren klede die ic voirt<br />
sande myt den gueden luden in lyefflande.” 22<br />
Hoewel er geen direct bewijs voor is, kunnen we naar mijn<br />
mening wel aannemen dat dit soort rekruteringscampagnes<br />
ook plaatsvonden voor Pruisen. Individuele Ne<strong>der</strong>landse broe<strong>der</strong>s<br />
die in Pruisen verblijven, naar Pruisen vertrekken en/of<br />
weer terugkeren zijn er voor de balije Utrecht wel te vinden.<br />
19 Ibidem, p. 14-18.<br />
20 Swe<strong>der</strong> Cobbing is in 1411 Landcommandeur in Westfalen. Mol gebruikt<br />
een charter uit de Geer (CD, nr. 345, 10 juni 1421). Hierin legt Cobbing<br />
verantwoording af over geïncasseerde intredegelden bij de rekrutering<br />
van 1411. Mol stelt dat Cobbing op dat moment (1421) landcommandeur<br />
van Utrecht is. Dit blijkt echter niet uit de oorkonde. Cobbing wordt hier<br />
aangeduid als commandeur van het Duitse Huis van Utrecht: ”commendator<br />
domus Traiectensis ordinis sancte Marie Theutonicorum”. In een<br />
charter van 14 aug. 1421 (DE GEER CD, nr. 578) wordt Cobbing echter<br />
wel als landcommandeur van Utrecht aangeduid.<br />
21 MOL: Ne<strong>der</strong>landse Rid<strong>der</strong>broe<strong>der</strong>s, vgl. noot 18, S. 16. NB! Een van<br />
deze broe<strong>der</strong>s is ”Otto van Lawijck”, wellicht familie van Willem van<br />
Lawijck, een Ne<strong>der</strong>landse rid<strong>der</strong>broe<strong>der</strong> uit Pruisen.<br />
22 ARDOU Inv. nr. 335 ”Rekening Van Keppel 1434/35”, fol. 3r.