Niederländer im Ostseeraum und der Deutsche Orden - oops
Niederländer im Ostseeraum und der Deutsche Orden - oops
Niederländer im Ostseeraum und der Deutsche Orden - oops
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
252<br />
geval een stuk hoger dan de 200 gulden in 1455. Johan van<br />
Haeften levert in het boekjaar 1457/58 600 rijnse guldens over<br />
aan de bode van waarschijnlijk de Duitsmeester. 33<br />
Dit bedrag lijkt maar een gedeelte te zijn van het totaal gevraagde.<br />
In hetzelfde boekjaar wordt gesproken over 4000 gulden<br />
die aan de meester moet worden gegeven. 34 Het lijkt er op<br />
dat de balije zich deze keer verzet tegen betaling van dit ongewoon<br />
grote bedrag. 35 Johan van Haeften overlegt veelvuldig<br />
met de landcommandeuren van Biesen en Westfalen en met<br />
Swe<strong>der</strong> Cobbing over het op te brengen geld. 36 Het is helaas<br />
niet duidelijk of dit geld uiteindelijk is betaald. De rekeningen<br />
van de volgende perioden ontbreken. 37<br />
33 ARDOU inv. nr. 330.4, ”rekeningen Van Haeften 1457/58”, post 26<br />
(eigen nr.): ”It. xxx r. guld. ende ii st. wech ende we<strong>der</strong>, als ich van<br />
unsen heren dem meister geschreven was to Colne te komen, daer ich<br />
myt den scheffner van Utricht ende dem comptuer to Die<strong>der</strong>en quam<br />
ende den sendeboden des meisters die vic r. guld. voers. overleverde.”<br />
34 Ibidem, post 27 (eigen nr.): ”It. xviii r. guld. ende iii st. wech ende we<strong>der</strong><br />
als ich to den lantcumptuer to Westfalen, ende heer Cobbinge gereden<br />
was, omme iren rait te hebben van gelde up te mogen brengen, als my<br />
unse here die meister van iii<strong>im</strong> guld. te sullen geven, geschreven hadde,<br />
ende was myt my die Scheffner van Tyel.”<br />
35 Het totaal uitgegeven in het boekjaar 1457/58 was 1700 rijnse gulden en<br />
17 stuiver. Een bedrag van 4000 gulden lijkt in vergelijking hiermee wel<br />
erg hoog.<br />
36 ARDOU inv.nr. 330.4, ”rekening Van Haeften 1457/58”, post 24, 26-29,<br />
44, 45, 47-49. (eigen nrs.).<br />
37 In het begin van de zestiende eeuw kwam de balije Utrecht ook in opstand<br />
tegen de heffingen van de hoog- en de Duitsmeester. De landcommandeur<br />
verenigt de balijen Utrecht, Biesen, Westfalen en Lotharingen<br />
in het verzet. Zie hiervoor J. A. MOL: De Friese Huizen van de<br />
Duitse Orde, Leeuwarden 1991, p. 202ff.