Jaardocument 2011 - Ziekenhuis Amstelland

32
Aangenaam dichtbij.
de zeer beperkte marges in de exploitatie traag verloopt, blijft de
opbouw van de vermogenspositie in een markt met toenemende
risico’s een punt van aandacht. Ondanks de druk die op de financiële
positie van ziekenhuizen staat, was Ziekenhuis Amstelland in
staat het weerstandsvermogen in 2009 met 0,6% te verhogen, in
2010 met 0,2% en in 2011 met 0,8%. Het weerstands-vermogen
bedraagt ultimo 2011 16%.
Ook het functieprofiel van het ziekenhuis heeft de nodige aandacht
gehad. In toenemende mate wordt door wetenschappelijke
verenigingen, overheid en inspectie een discussie gevoerd over het
aantal uit te voeren verrichtingen. Vanuit deze zelfde kwaliteitsaspecten
heeft Ziekenhuis Amstelland in de afgelopen beleidsperiodes
al keuzes gemaakt over het functieprofiel van het ziekenhuis
en zijn bepaalde behandelingen reeds afgestoten. Ten aanzien van
de diagnostiek en nazorg op deze diagnosegroepen wordt intensief
samengewerkt met de gespecialiseerde centra in de regio. Ook
de komende jaren zal, in samenspraak met de Medische Staf, het
functieprofiel zich verder gaan uitkristalliseren.
4.2 Algemeen beleid
In 2011 zijn activiteiten op diverse terreinen voortgezet of geinitieerd.
Behaalde resultaten in personeelsbeleid, beleid inzake
Informatie en Communicatie Technologie (ICT), kwaliteits- en
veiligheidsbeleid en financieel beleid worden in de afzonderlijke
paragrafen of hoofdstukken toegelicht. Hieronder volgt in vogelvlucht
een aantal algemene beleidsresultaten, behaald in 2011.
Spoedpost
In april 2010 heeft Spoedpost Amstelland haar deuren geopend,
een samenwerking tussen Huisartsenpost Amstelland (HAP) en
de afdeling Spoedeisende hulp (SEH) van het ziekenhuis. Het jaar
2011 is het eerste volledige jaar waarin de spoedpost geopend
is geweest. De introductie van de spoedeisende hulp binnen het
ziekenhuis heeft een andere dynamiek teweeg gebracht rond de
bezetting van mensen en middelen, waarvoor steeds aandacht
heeft bestaan. Begin 2011 is het functioneren van de spoedpost
gezamenlijk met de huisartsen geëvalueerd. Ook met het VUmc is
de samenwerking geëvalueerd. De uitkomsten van de evaluaties
waren positief. Eind 2011 heeft een interne audit plaatsgevonden
en zijn enkele aanbevelingen gedaan, die door het management
van de Spoedeisende hulp (SEH) in een verbeterplan zijn gegoten.
Gelet op de discussie die bestaat ten aanzien van het aantal SEH’s
in Nederland is de ziekenhuisorganisatie nog steeds zeer tevreden
met de gekozen opzet, namelijk een samenwerkingsverband met
de huisartsenpost in een spoedpost en geen 7x24 uur openstelling.
De opgedane ervaringen hebben geen enkele aanleiding gegeven
tot heroverweging. De gekozen opzet is een voorbeeld voor het
feit dat differentiatie binnen de acute zorg een mogelijkheid is.
Gezondheidscentrum Waterlinie in Uithoorn
Na een jarenlange voorbereiding is, vanaf het slaan van de eerste
paal in september 2009, gestaag doorgewerkt aan het opleveren
van het gebouw en aan het inhoudelijk invulling geven aan het
initiatief. In de loop der tijd bleek dat vanuit ziekenhuiszijde meer
vakgroepen spreekuren wilden houden in het gezondheidscentrum,
dan aanvankelijk voorzien was. Dit biedt extra mogelijkheden voor
patiënten en voor de samenwerking met de andere zorgaanbieders.
Er is verder gebouwd aan samenwerkingsprogramma’s binnen
de eerste lijn en in relatie met de tweede lijn, zoals parkinson,
COPD en hartfalen. De ontwikkeling van zorgprogramma’s zal
fasegewijs worden opgepakt. De oplevering van het gebouw heeft
plaatsgevonden in april 2011, waarna de inhuizing stapsgewijs is
uitgevoerd. In september 2011 is het centrum feestelijk geopend en
heeft een druk bezochte open dag plaatsgevonden voor geïnteresseerden.
Vanaf medio 2011 heeft het merendeel van alle zorgaanbieders
zijn intrek in het gezondheidscentrum genomen en ook in
2012 zullen andere vakgroepen met spreekuren aldaar beginnen.
Samenwerkingsprojecten ziekenhuiszorg
De samenwerking met VUmc is ook in 2011 gecontinueerd. In 2006
is een intentieverklaring ondertekend tussen Raden van Bestuur
van Ziekenhuis Amstelland en Vrije Universiteit medisch centrum
(VUmc) ten aanzien van een duurzame samenwerking op het
gebied van verbetering van kwaliteit, service en efficiëntie. Na de
effectuering van een aantal projecten, hebben beide Raden van
Bestuur besloten te onderzoeken welke andere onderwerpen zich
lenen voor samenwerking. In 2011 zijn onder andere de thema’s
vaatchirurgie, kindergeneeskunde en verloskunde aan de orde
geweest. VUmc is voor wat betreft de lijn algemene ziekenhuiszorg
en academische zorg de preferente samenwerkingspartner. Daar
waar het gaat om de algemene ziekenhuiszorg kunnen ook andere
samenwerkingsverbanden ontstaan. Zo is in 2011 samenwerking
tot stand gekomen met het Spaarne Ziekenhuis ten behoeve van
de plastische chirurgie bij mammaoperaties en met het Slotervaartziekenhuis
voor de neurochirurgie.
Efficiënte processen
In het kader van de verbetering van het logistieke proces is in
2009 Theory of Constraints (TOC) geïntroduceerd om de processen
op verpleegafdelingen te optimaliseren met als doel te komen
tot ligduurverkorting. In 2011 is de gedaalde verpleegduur op
peil gebleven en bedroeg gemiddeld, net als in 2010, 5,0 dagen.
De verwachting bestaat dat nog een lichte daling mogelijk zou
kunnen zijn. In januari 2012 is een gemiddelde ligduur van 4,5 dag
gerealiseerd.
In 2011 is ook verder onderzocht of Lean een aanvulling zou kunnen
zijn op de TOC-systematiek om een nog verdere efficiëntie
te bereiken. In januari 2012 start hiertoe een onderzoek op de
operatieafdeling (OK), Centrale Sterilisatie Afdeling (CSA) en het
Behandelcentrum, in relatie tot het beddenhuis.
Ondernemerschap en private initiatieven
In 2008 is een aparte rechtspersoon, AmstelClinic B.V., opgericht
waarmee het eerste initiatief voor niet-verzekerde zorg is gestart
in de AmstelClinic Dermatologie. Er is aandacht besteed aan
verwijzers door middel van voorlichtingsbijeenkomsten. Uitbreiding
naar andere specialismen heeft nog geen vervolg gekregen. Wel
is met de pijnartsen een aparte rechtsvorm opgericht van waaruit
de pijngeneeskundige zorg uitgevoerd zal gaan worden. In deze
vorm zijn de pijnartsen voor de helft medeparticipant en ook voor
datzelfde deel risicodragend.