het volstaat niet in het paleis te geraken.kritische beschouwingen bij dezuid-amerikaanse linkerzijde.I Pablo Stefanoni IRaul Zibechi is verantwoordelijk voor de internationale sectie van het weekblad Brecha van Montevideo, Uruguay.Hij is ook docent en auteur van verschillende boeken over de sociale bewegingen in Uruguay en Argentinië.In een interview afgenomen door Pablo Stefanoni van het Boliviaanse weekblad Pulso, toont hij zijn enthousiasme over denieuwe sociale bewegingen in de regio, en duidt ook op de grenzen van de linkse regeringen in Zuid-Amerika.Beleven we een draai naar links in LatijnsAmerika?Ik leef met het gevoel dat we tot 2003 eenconjunctuur beleefden in Zuid-Amerika, dieervoor gezorgd heeft dat we in EcuadorLucio Gutiérrez aan de macht kregen, inArgentinië Nestor Kirchner, in Brazilië InacioLula da Silva, en dat in Venezuela HugoChavez zijn positie wist te versterken nadater tegen hem een staatsgreep voor petroleumwas gepleegd. Behalve in Brazilië zijndeze regeringswissels voorafgegaan door eenintense sociale mobilisatie die het neoliberaalmodel tot het bankroet bracht. Er bestondengrote verwachtingen dat er zich een continentaleommekeer zou ontwikkelen…En is die ommekeer er gekomen?Ik moet daar ja en nee op antwoorden.Enerzijds is er een inderdaad een ommekeer,aangezien er nieuwe regeringen aande macht kwamen die enkele interessantegevolgen met zich mee brachten.Bijvoorbeeld, dank zij de diplomatie van hetBraziliaanse Ministerie van BuitenlandseZaken (Itamaraty), wordt de kans veel kleinerdat de Verenigde Staten een globaalvrijhandelsakkoord voor Amerika (FTAA, FreeTrade Area for America) weten af te sluiten.Maar anderzijds blijft de economischebasislijn van al die landen gebaseerd op hetneoliberaal model met uitzondering vanVenezuela. Dat land gaat veel verder endoet een ernstige poging om met het neoliberalemodel te breken.Wil dat zeggen dat links in Latijns Amerikazich achter de leuze “Chaves si, Lula no…”moet scharen?46Inderdaad, hoewel dat misschien iets tesimplistisch gesteld is. Het is duidelijk datde buitenlandse politiek van Chavez agressievertegen de VS ingaat. Waarschijnlijk isdit mede veroorzaakt door het feit datWashington hem twee keer heeft willenafzetten, gekoppeld aan de enorme petroleuminkomstendie hem in staat stellen eensociale politiek te financieren. Maar tegelijkertijdis het ook zo dat zijn binnenlandsbeleid een verderzetting is van het neoliberaalmodel dat de sociale bewegingen heeftverzwakt en haar tegenstanders versterkt.We nog moeten afwachten welke gevolgendit zal hebben op middellange termijn maarhet is duidelijk dat de regering Chavez uithet neoliberalisme tracht te geraken.Bij Lula spelen andere krachtsverhoudingen.Hij kwam aan de macht in een periode vanzware terugval van de sociale beweging ende krachtsverhoudingen in Brazilië zijn nietgunstig voor politieke verandering. Lulaheeft in het Parlement 90 afgevaardigdenop 513 en de Braziliaanse burgerij is een vande sterkste van de wereld. Ik meen dat hijeen interessant buitenlands beleid heeftuitgestippeld dat de multipolariteit trachtte versterken.ZUID-AMERIKASommigen geloven dat Lula zelfs elk perspectiefop verandering heeft opgegeven…Ik zie het inderdaad ook zo. Tijdens het eerstejaar kwam zijn kans op een ommezwaaivan het economische beleid; die veranderingis er echter niet gekomen. Eerst kon jenog denken dat hij vast zat aan de “vervloekteerfenis” van de vorige regering vanF.H.Cardoso: met name de hoge inflatie enenorme buitenlandse schuld. Maar vandaaglijkt Lula overtuigd te zijn van een alliantiemet rechts. Ik heb de indruk dat regeringen“Indien de nieuwe bewegingen voldoendeinventief kunnen zijn, zullen we misschienaan de basis van de samenleving kleine,niet kapitalistische eilanden kunnen creëren.het niet hebben aangedurfd stappen te zettenom uit het neoliberalisme te geraken,wegens de enorme angst voor een socialeen politieke destabilisering. En dat is preciesde prijs die Chavez heeft moeten betalentoen hij in confrontatie moest gaan met demedia, de middenklassen, het Imperium, enuiteraard met de Venezolaanse burgerij.Vormen de corruptieschandalen rond deBraziliaanse Arbeiderspartij (PT) het beginvan het einde, of althans het einde van de PTin de vorm zoals we ze totnogtoe kenden ?Volgens mij was het politiek kapitaal van dePT vooral gebaseerd op het ethische, en datis ze nu kwijt. Ik verneem zopas dat de voor-Vrede | nr. 376 | november-december 2005
malige algemeen secretaris van de partij,Silvio Pereira, een luxe auto zou hebbenaanvaard van een ondernemer. De schatbewaardervan de partij hield een dubbele kasbij. Dergelijke zaken kan je niet meer terugschroeven:wie het ethische verliest kaneventueel nog wel verkiezingen winnen,maar er is duidelijk iets gebroken. Het gaatmij dus om iets anders dan de uitslag vande volgende verkiezingen. De identificatievan een deel van de armen in Brazilië metLula stopt immers niet van een dag op deandere.Mikt de elite op een nieuwe termijnvoor Lula?De economische en politieke eliteszijn niet radicaal tegen Lula, maar zeverkiezen ongetwijfeld ex-presidentF.H. Cardoso of deSociaaldemocratische Partij om hunbelangen te verdedigen. De enigereden waarom Washington zou kunnenaansturen op een wissel betreft deBraziliaanse buitenlandse politiek. Op hetvlak van het binnenlands beleid zijn er geenproblemen. Het buitenlands beleid van Luladaarentegen is verschillend van zijn voorgangers.Het is een beleid gericht tegen hetAmerikaans Vrijhandelsakkoord, (FTAA) enter verdediging van de landen van hetAmazonebekken.Catalogeert u Kirchner (Argentinië) onder deprogressieve regeringen?Dat is een moeilijke vraag. In vergelijkingmet zijn voorgangers, zoals Carlos Menemof Eduardo Duhalde en nog enkel anderen,is hij progressief te noemen. Kirchner voertgeen beleid van massale repressie van hetsociaal protest, hoewel het soms wel omeen selectieve repressie gaat, zoals in zijneigen provincie Santa Cruz. Hij heeft aandachtvoor de mensenrechten, wat nietgeheel nieuw is in een land als Argentinië.Op economisch vlak valt er een continuïteitte noteren binnen het neoliberaal model.Een uitzondering vormt het thema van debuitenlandse schuld, waar hij een gedurfderbeleid volgt dan Brazilië. Maar in feite konhij toch niet anders, want het land kon nietlanger zijn schulden afbetalen. Hij doet duswel een paar interessante dingen, die hijgrotendeels echter verplicht was: hij kwamimmers aan de macht met slechts 22% vande stemmen, temidden van een van dezwaarste crisissen van de laatste decennia(vanaf 1999 ging de Argentijnse economiein een crisis met als absoluut laagtepunt2002, toen het Argentijns BNP met 11%terugviel, red.)Welke perspectieven ziet u voor de ‘piquetero-beweging’(de werklozen) in Argentinië ?Men kan stellen dat de beweging erg verdeeldis: een deel is intern aan het versterken,en een ander deel hangt vast aan dewerkloosheidsuitkeringen van de overheid.De regering reageert eigenlijk zonderrepressie en met een heel concreet sociaalbeleid op de sociale kwestie. Een deel van depiquetero-beweging – ongeveer een derde,geconcentreerd rond de Federacion de Tierray Vivienda (de federatie voor land en huisvesting)- werd in feite door de regeringgecoöpteerd. Een tweede deel - met namede Corriente Clasista y Combativa (de klasseen strijd stroming) onder leiding van demaoïsten - stelt zich autonomer op, maarvalt de regering niet frontaal aan. En vervolgenszijn er nog de groepen zoals deMovimientos de Trabajadores deDesocupados (de arbeiders- en werklozenbewegingen)die kozen voor een internopbouw en niet om voortdurend actie tevoeren.Wat er in Brazilië gebeurt is een waarschuwingvoor links. Hoe kan men voorkomendat de schema’s van traditionele corruptiezich herhalen ?Dat kan men niet. Vroeger dacht men datde ideologie een vaccin tegen corruptie konzijn, maar na de Sovjet Unie, na Nicaragua,na de PT van Brazilië en andere processen,denk ik dat een dergelijk vaccin niet bestaat.Ik geloof wel dat het opzetten van permanentepolitieke apparaten, die van hun basisen het dagelijks leven zijn afgesneden en‘levenslange’ leiders hebben, een situatiecreëert van grote kwetsbaarheid vanaf hetogenblik dat de partij aan de macht komten door het systeem wordt gecoöpteerd.Dat geldt in feite het geval voor de PT, eenpartij die al 25 jaar dezelfde leiding heeft.Vandaag is de crisis van de partijen, een crisisvan de representatie, verbonden met decrisis van de nationale staten. En ondanksde eventuele goede wil van de regeringen,probeert men deze crisissen aan te pakkenvia het cliëntilisme.Uruguay lijkt iets verder weg van zo’ncrisis, met een sterk geïnstitutionaliseerdelinkerzijde…In Uruguay heeft de geschiedenis vaneen sterke staat tot een systeemgeleid met sterke politieke partijen, enbijgevolg ook een sterke aanwezigheidvan de linkerzijde in dat partijsysteem.Maar links had, vooraleer depolitieke hegemonie te verwerven,reeds de hegemonie op sociaal en cultureelvlak. Alleen al in Montevideo had het FrenteAmplio op het einde van de militaire dictatuur(begin ’80) 500 basiscomités. Vandaagis één op drie à één op vier kiezers van hetFrente Amplio, lid van een organisatie. InUruguay is de culturele wereld (het theater,het wereldvermaarde carnaval, de muziek)rechtstreeks verbonden met de politieke linkerzijdevan het land.Het enige wat een linkse regering vandaagnog kan doen is een meer sociaal beleid uitstippelen?Dat is het maximum dat men vanuit destaat kan doen. Het is vandaag de dag duidelijkdat het niet langer volstaat om “hetpaleis te bezetten”. Vanuit de samenlevingkan men andere zaken doen. Er zijn zeerinteressante experimenten bezig binnen desociale bewegingen: experimenten op hetvlak van productie en educatie, die zich nietin de kapitalistische logica inschrijven.Indien de nieuwe bewegingen voldoendeinventief kunnen zijn, zullen we misschienaan de basis van de samenleving kleine,niet-kapitalistische eilanden kunnen creëren,die de basis vormen voor een anderemaatschappij.Pablo Stefanoni, Semanario PULSO,La Paz (Bolivia)■ZUID-AMERIKA47Vrede | nr. 376 | november-december 2005