13.07.2015 Views

e - Koninklijke Bibliotheek

e - Koninklijke Bibliotheek

e - Koninklijke Bibliotheek

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

3?o ANECBOTES, OF ZONDERLINGE GEVALLEN,den winter, wat bier zou kunnen brouwen. Toenhij naar huis_ keerde, ging hij, bij toeval, door eenUorp, waar in zich veifckeiden huisgezinnen bevonden,van welken eenigen ziek, en anderen in zeerbenoefngecir.fbndigheden waren. Zoo draa hij hunnenongelukken toeftand vernam, ging hij bij hen inhuis, om hun een ftichieujk en vertroostend woordtnecefpreeken. Doch zijn hart was zoo aangedaanover de ellende, die hij zag, dat hij, het geen zijuVriend hem gegeeven had, om in zij, !eeigen behoef,ten te voorzien, onder hen uitdeelde. Te huis koomende,verhaaldehij terftond aan zijne Vrouw, wathij gedaan had Deeze gaf hem haare goedkeuringover zijn gedrag te kennen, met die vergenoegdheid,welke zij bij elke men.schïievende daad gewoon waste beroonen; en achter de deur wijzende, toonde zijhem die zelfde hoeveelheid' mout, welke zij voor hetgeld dat hij weebgesreeven had, zoude hebben kunnenkoopen, Zijzeidebem tevens, dat GoDzijne goedhartigheidreeds had beloond, door het hart' van eenenLandman, uit de nabuurfchap, te neigen, om hunzoo veel, als zij noodig hadden,, te fchènken. ,Het is niet te verwonderen , dat zulk een Man zeerroemde in de hoope der Heerlijkheid GÓDS(«). Gevraagdzijnde of hij den dood vreesde ? antwoorddehij met verwondering: „ Zou ik den dood vieezen'.Neen, uY ken te veel van JESUS CHRISTUS,„ aan dat :k den dood zoude vreezeu. Op zichzel-„ ven is hij verfchrikkeüjk, doch ik vrees hem nier.' 5in zijne laatfte ziekte door welke zijn geest van deaankleevende b^fmefting der verdorvenheid verlostwerd, ondervond hij da hevigfte ('menen. Dikwerfzeide hij tegen zijne Vrienden, die hem omringden,dat het fterven voor de natuur eene moeilijke taakwas. Hij morde echter nooit. Die Godsdienst, onderwelks invloed hij zoo lang had geleefd, hield hemonderworpen aan den 'wil van zijnen hemelfchen VA­DER. Doch hij was niet aüeen onderworpen, maarook vergenoegd; en hij ondervond, inden dood, riekracht van die Genade, welke hem dikwerf had initaat gefield, om te roemen in de vei drukking (b >.(a) Rom. V: 2. (b) Rom. V: 3.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!