13.07.2015 Views

e - Koninklijke Bibliotheek

e - Koninklijke Bibliotheek

e - Koninklijke Bibliotheek

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

L E E R Z A A M Emeer in hun de liefde en goedwilligheid tot denraasten, en de uitoefening van alle de pligtendes gezelligen levens. Men onderkent hen dan— gelijk weleer de Disfipelen — dat zij metJESUS geweest zijn (aj. Niets, eindelijk, bevoordertmeer de waare godsdienstigheid; vooral,als men, met onzen Katechismus, Vraag 114-de waare godsdienstoefening voornaamlijk betrekttot elks ambt en beroeping, waar in hij vanden HEERE geplaatst is. Dus zegt PAULUS,ten dien opzichte, dat men den HEERE —•elk in zijnen post — dienen moet met goedwilligheid,en niet den menfchen, weetende, dat zoowat goeds een ijgelijk gedaan zal hebben, hij datzelve van den HEERE zal ontvangen, het zijdienstknecht, het zij vrije. En al wat gij doet,dat doet van harten, als den HEERE, en nietden menfchen; weetende dat gij van den HEEREzult ontvangen de vergeldinge der ervemsfe: wantgij dient den HEERE CHRISTUS (b).Dat wij den HEERE dienen, in de Vergaderingder heiligen, en in alle die Inftellingen,welken de HEER ons beflemd en verordendheeft, is zeker —• vooral, indien men zulksdoet in geloof, en gehoorzaamheid aan GOD;doch als middelen aangemerkt, hebben zij eenverder einde, naamlijk, om ons den waarenGodsdienst te leeren, ons daar toe aanteipooren,en er ons in te beftuuren. En hij, diedan godvruchtig, in zijn beroep, den HEEREdient, beoefent eigenlijk dien Godsdienst, waaropPAULUS doelt, en waar aan hij die genadigevergelding des loons vastmaakt. ^(a) Hand. IV: 13.v'tb) Efez. VI: 7, «j *•

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!