18.05.2016 Views

Memorie over het maalpeil van AMSTELLAND, Utrecht, 1851

Aangeboden aan de Provinciale Staten van Utrecht door de Dijkgraaf en Hoogheemraden van BIJLEVELD en MEERDIJK.

Aangeboden aan de Provinciale Staten van Utrecht door de Dijkgraaf en Hoogheemraden van BIJLEVELD en MEERDIJK.

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

MEMORIE<br />

OVER<br />

HET MAALPEIL VAN <strong>AMSTELLAND</strong> ;<br />

AANGEBODEN DOOR<br />

DIJKGRAAF' EN HOOGHEEMRADEN VAN<br />

BIJLEVELD EN DEN MEERNDIJK,<br />

AAN<br />

DE EDELGROOTACHTBARE HEEREN STATEN<br />

DER PROVINCIE UTRECHT.


MEMORIE<br />

OVER<br />

.RET MAALPEIL VAN <strong>AMSTELLAND</strong>;<br />

AANGEBODEN DOOR<br />

DIJKGRAAF EN HOOGHEEMRADEN VAN<br />

BIJLEVELD EN DEN MEERNDIJK ,<br />

AAN<br />

DE EDELGROOTACHTBARE HEEREN STATEN<br />

DER PROVINCIE UTRECHT.


Gedrukt ter Prov. Gouvernements-drukkerij <strong>van</strong><br />

L. E. BOSCH EN ZOON, te <strong>Utrecht</strong>.


Aan de Provinciale Staten <strong>van</strong> Vtrccht.<br />

In uwe vergadering <strong>van</strong> den 4. November H.,<br />

is door heeren gedeputeerde Staten aan uwe goedkeuring<br />

onderworpen een REGLE~IENT, houdende<br />

hepalingen omtrent <strong>het</strong> uitslaan <strong>van</strong> water op den<br />

boezem <strong>van</strong> Amstelland.<br />

Dat reglement wordt gelijktijdig hij de Staten<br />

der provincien Noord- en Zuid-Holland hehandeld,<br />

en kan door deze zonder bezwaar worden goedgekeurd,<br />

orndat de bepahngen daarin voorkomende,<br />

wat <strong>het</strong>reft <strong>het</strong> rna len tot een zeker peil, voor de<br />

polders en droogmakerijen , in die provincien gelegen<br />

, geenszins nieuw zijn, maar aileen hevatten<br />

eene regeling <strong>van</strong> <strong>het</strong>geen daar sedert onheugelijke<br />

jaren was vastgesteld, doch door verschillende om·<br />

standigheden niet algemeen werd nageleefd.<br />

Geheel anders is <strong>het</strong> met dit reglement gelegen<br />

voor eeu deel der provincie <strong>Utrecht</strong>. -<br />

Door <strong>het</strong><br />

ontworpen reglement zou iets geheel nieuw totstandkomen,<br />

omdat aan <strong>het</strong> waterschap <strong>van</strong> Bijleveld<br />

en den Meerndijk een last wordt opgelegd, waaraao<br />

1"'


<strong>het</strong>zelve sedert zijne instelling nooit onderworpen<br />

was; waardoor <strong>het</strong> eene verandering ziet teweeggebragt<br />

in zijne gewigtigste regten, sedert meer dan<br />

vierhonderd jaren uitgeoefcnd, door Z. M. Koning<br />

Willem II erkend, en berustende op wettige titel!><br />

en hescheiden.<br />

Het zal U. E. G .. A daarom niet vreemd voorlwmen ;<br />

Dijkgraaf en Hoogheemraden <strong>van</strong> <strong>het</strong> waterschap<br />

<strong>van</strong> Bijleveld en den Meerndijk alle pogingen in<br />

<strong>het</strong> werk stellen, welke dienen kunnen om de<br />

goedkeuring <strong>van</strong> dat reglement te verhoeden. -<br />

Zij hebben daartoe in de eerste plaats eene Vergadering<br />

helegd der landeigenaren , op de wijze hij<br />

dit waterschap in gehruik, en aan de vergaderde<br />

personen mededeeling gedaan <strong>van</strong> <strong>het</strong> ontworpen<br />

reglement. - De uitslag <strong>van</strong> de <strong>het</strong>·aadslagingen dier<br />

vergadering, waartoe de aanzienlijkste ingezetenen<br />

dezer provincie hehooren, was, dat zij , die te<br />

zamen een landhezit vertegenwoordigen <strong>van</strong> meer<br />

dan 2100 hunders, gelegen in eene schoone streek<br />

dezer .Provincie , hebben verklaard, dat de goedkeuring<br />

<strong>van</strong> een reglement, zoozeer belemmerend<br />

de voortdurende heboefte tot waterloozing voor<br />

<strong>het</strong> waterscbap <strong>van</strong> Bijleveld en den Meerndijk,<br />

de nadeeligste gevolgen voot· hunne Ianden zoude<br />

hebben. - Zij ' 'oegden daarbij bet verzoek aan<br />

Dijkgraaf en Hoogbeemraden , om de invoering<br />

<strong>van</strong> bet meergemelde <strong>maalpeil</strong> voor Bijleveld te<br />

voorkomen of af te wenden.<br />

Dit verzoek , geheel instemmende met de ver-


5<br />

pligtingen, welke wij hij de aanvaarding <strong>van</strong><br />

onze <strong>het</strong>rekking op ons hehhen genomen, en gegrond<br />

op de regten <strong>van</strong> <strong>het</strong> waterschap, welke wij moe ten<br />

handhaven, heeft ons geleid tot <strong>het</strong> hesluit, om,<br />

allereerst ons tot U , mijne heeren! te wenden<br />

met eene memorie, waarin wij hopen uiteen te<br />

zetten wat noodig is om U. E. G. A. de <strong>over</strong>tuiging te<br />

geven, dat de invoer <strong>van</strong> <strong>het</strong> reglement op <strong>het</strong> uitslaan<br />

<strong>van</strong> water op den boezem <strong>van</strong> Amstelland,<br />

zonder eene uitzondering te maken voor <strong>het</strong> wa·<br />

terschap<br />

<strong>van</strong> Bijleveld en den Meerndijk, titulo<br />

oneroso verkregen regten aantasten, <strong>het</strong> waterschap<br />

schromelijk henadeelen en daarom in strijd<br />

zijn zou met de helangen <strong>van</strong> deze provincie.<br />

Om hiertoe te geraken, doen wij vooraf mededeeling<br />

<strong>van</strong> zulke daadzaken, welke voor de heoordeeling<br />

<strong>van</strong> deze gewigtige zaak <strong>van</strong> belang zijn.<br />

Het waterschap <strong>van</strong> Bijleveld en den Meerndijk,<br />

groot 2121 hunders, 29 roeden, 70 ellen, en gelegen<br />

in de provincie <strong>Utrecht</strong>, hevat de Ianden,<br />

vroeget· genaamd Reijnerscoop, Bijlevelt, Achthoven<br />

en Mastwijk , nu behoorende tot de ~emeenten<br />

Veldhuizen, Harmelen, Reijerskop , Creuningen,<br />

Indijk, St. Pieter, Achthoven, Mastwijk,<br />

Brendijk, Harmelerwaard en Yle uten.<br />

Het ligt besloten tusschen kaden, waartoe de Hollandsche<br />

kade aan de westzijde behoort.- Aan de<br />

oostzijde is <strong>het</strong> begrensd door den dijk' die <strong>van</strong>


6<br />

de Me ern tot tegen den Y ssel loopt, en de Meerndijk<br />

genaamd wordt.<br />

Ten noorden is de straatweg<br />

tusschen de Meem en Harmelen de waterkeering;<br />

terwijl ten zuiden de onlangs <strong>van</strong> klei- tot zandweg<br />

aangelegen Ysseldijk de grens <strong>van</strong> <strong>het</strong> waterschap<br />

uitmaakt.<br />

Deze belangrijke streek is geheel gecultiveerd,<br />

en bestaat uit voortreffelijke bouwlanden, die hij<br />

openhare veiling tot ruim f 1000- <strong>het</strong> bunder<br />

ophrengen , alsmede uit weilanden die tot circa<br />

f 800- <strong>het</strong> bunder worden verkocht, maar die op<br />

vele plaatsen zoo Jaag liggen, dat hijna <strong>het</strong> gansche<br />

jaar, hehalve in den zomer, wanneer er versch<br />

water <strong>van</strong> den Yssel mag worden ingelaten, de<br />

twee watermolens, op <strong>het</strong> laagste punt nabij Harmelen<br />

staande, moeten mal en, om <strong>het</strong> land tot<br />

geschikt weiland te behouden. -<br />

Dit alzoo afgevoerde<br />

water wordt door de molens gebragt<br />

in dat gedeelte <strong>van</strong> den Leidschen Rhijn, <strong>het</strong>welk<br />

hesloten is tusschen de sl uis, a an den Held am<br />

voor Harmelen gelegen, en de Haanwijkersluis ,<br />

gelegeu <strong>over</strong> <strong>het</strong> dorp Harmelen, welk gedeelte<br />

<strong>van</strong> de waterlozing, bij een hoogen stand <strong>van</strong> den<br />

Leidschen Rhijn, veel water door <strong>het</strong> schutten <strong>van</strong><br />

die sluizen ont<strong>van</strong>gt, <strong>het</strong>geen onmiddelijk inv loed<br />

heeft op den stand <strong>van</strong> <strong>het</strong> water voor de beide<br />

mol ens, dewijl die slech ts door eene korte voormolenvliet<br />

<strong>van</strong> dien Leidschen Rhijn zijn afgescheiden.<br />

-<br />

Het alzoo in den Rhijn opgemalen water.<br />

wordt door eene smalle , nog geen 7 ellen hreede


trc:=<br />

7<br />

vaart achter <strong>het</strong> Huis te Hannelen afgevoerd, en<br />

loopt zoo, door die vaart, langs de Breudijk, Gerverskop,<br />

Kockengen, Spengen, Oudhuizen, in de<br />

Heinoomsvaart, om zich daar uit te storten in de<br />

kromme Mijdrecht of Westveender wetering, die<br />

in den Amstel hij den Uithoorn uitloopt, en <strong>het</strong><br />

water door den Amstel hrengt tot aan de Diemermeer<br />

hij Amsterdam, om door twee ringslooten<br />

langs die Meer te vloeijen in <strong>het</strong> Nieuwediep,<br />

<strong>het</strong>welk eene uitlozing heeft in <strong>het</strong> Y, door de<br />

lpenslootersluis' waarv an <strong>het</strong> onderhoud voor een<br />

vierde op <strong>het</strong> waterschap <strong>van</strong> Bijleveld en den<br />

Meerndijk herust.<br />

Het waterschap <strong>van</strong> Bijleveld en den Meerndijk<br />

is op de hierhij gevoegde kaart N·. I afgeteekend.<br />

Terwijl op de kaart No. II deszelfs uitwatering is<br />

aangewezen. - De roode strepen wijzen op heide<br />

kaarten de kaden aan, waarin <strong>het</strong>zelve hesloten<br />

ligt, en tevens de kaden, langs de uitwatering,<br />

voor zo<strong>over</strong> dezel ve door Dijkgraaf en Hoogheem•<br />

raden, volgens den schouwhrief, moet worden geschouwd,<br />

terwijl de hlaauwe streep op N°. II den<br />

weg aanduidt, langs welken <strong>het</strong> water <strong>van</strong> Bijleveld<br />

naar <strong>het</strong> Y wordt afgevoerd.<br />

Het gemeenschappelijk belang <strong>van</strong> de hovengenoemde<br />

tot Bijleveld hehoorende landen , om <strong>van</strong><br />

<strong>over</strong>tollig water hevrijd te worden, deed de eigenaren,<br />

ten jare 1413, eene uitwatering koopen<br />

<strong>van</strong> de eigenaars der landen in Amstelland en <strong>van</strong><br />

de hezitters <strong>van</strong> de rivier den Amstel. Het waren


8<br />

de graven <strong>van</strong> Beijeren, die deze uitwatering op<br />

den Amstel verkochten, hij een brief gegeven 1.<br />

Oct. 1413, (zie Handvesten pag. 6,) en daardooris<br />

<strong>het</strong> waterschap <strong>van</strong> Bijleveld later met <strong>het</strong> Hoogheemraadschap<br />

<strong>van</strong> Amstelland in <strong>het</strong>rekking gekomen.<br />

Onder Amstelland moeten worden verstaan de<br />

landen, welke rondom den Amstel zijn gelegen, en<br />

waar<strong>over</strong> een Hoogheemraadschap , na de vestiging<br />

<strong>van</strong> <strong>het</strong> waterschap <strong>van</strong> Bijleveld, is ingesteld.<br />

Den omtrek <strong>van</strong> dat Hoogheemraadschap vindt<br />

men op een kaartje, in <strong>het</strong> werk, getiteld; Tegenwoordige<br />

staat der vereenigde Nederlanden, provincie<br />

Holland, deel VIII pag. 148. Op een exemplaar,<br />

gevoegd hij deze memorie, is <strong>het</strong> Hoogheemraadschap<br />

<strong>van</strong> Amstelland met eene roode kleur afgeteekend.<br />

Deze twee collegien, op verschillende tijden ingesteld,<br />

hehhen dus heiden verschillende helangen<br />

om trent een zeer gewigtig punt: <strong>het</strong> waterschap<br />

<strong>van</strong> Bijleveld, om zijn water zo<br />

spoedig mogelijk<br />

te ontlasten; -<br />

Amstelland, om zoo weinig<br />

mogelijk , immers ell in allen geval, met zoo weinig<br />

last mogelijk water te ont<strong>van</strong>gen.<br />

Op dit punt dan ook rust de eenige <strong>het</strong>rel~:­<br />

king, waarin Amstelland tot Bijleveld staat. -<br />

In <strong>het</strong> handvest namelijk <strong>van</strong> 1413 was hepaald<br />

geworden, dat de eigenaars der Ian den in Reijers~<br />

kop, Bijleveld, Achthoven en Mastwijk, hehoorende<br />

tot <strong>het</strong> waterschap <strong>van</strong> Bijleveld, hunne<br />

Ianden achter en ter zijde digt zouden houden,<br />

zie Handvesten pag. 11 ,) dat is, aile vreemd wa-


9<br />

ter afkeeren. -Om nu aan <strong>het</strong> Hoogheemraadschap<br />

<strong>van</strong> Amstelland, dat op zich genomen had alleen<br />

water <strong>van</strong> Bijleveld te ont<strong>van</strong>gen, de zekerheid te geven,<br />

dat daarvoor strikt wierd gezorgd, heeft keizer<br />

Karel V aan den Bailluw <strong>van</strong> Amstelland <strong>het</strong> regt<br />

gegeven om eene schouw te voeren <strong>over</strong> den ring<br />

der waterschutting in Amstelland, en , voor zo<strong>over</strong><br />

<strong>het</strong> Bijleveld aanging, heeft hij toegestaan,<br />

dat zij ook tweemaal in <strong>het</strong> jaar, in 1\Iaart en<br />

Augustus, den ring of omloop <strong>van</strong> Bijleveld, Achthoven,<br />

Mastwijk en Reijerskop zullen mogen schouwen,<br />

(zie Handvesten pag. 43.) Sedert dien tijd<br />

is in den toestand <strong>van</strong> Bijleveld geene verandering<br />

gekomen, hehalve dat de waterlozing, welke vroeger<br />

liep doot· Oudhuizen, Vinkeveen en Waverveen,<br />

hij onderling goedvinden ten jare 1677,<br />

(zie Handvesten pag. 92 ,) is verlegd geworden,<br />

gelijk dit hiervoren is omschreven.<br />

De toestand <strong>van</strong> Amstellands Hoogheemraadschap<br />

is echter, sedert de ins telling, aanmerkelijk<br />

veranderd, want onderscheidene deelen daar<strong>van</strong><br />

zijn hedijkt geworden, en Amsterdam heeft onnoemelijke<br />

schatten <strong>het</strong>aald voor l1et droogmaken <strong>van</strong><br />

meeren en plassen , waardoor vele landen werden<br />

aangewonnen, maar waaruit tevens een hezwaar<br />

ontstond; want nu werd <strong>het</strong> water <strong>van</strong> die plassen<br />

en hedijkte polders dikwerf tot eene groote<br />

hoog te in den Amstel opgevoerd , door de daarop<br />

direct uitmalende molens, niettegenstaande de vroegbedijkte<br />

landen zich uit gewoonte , en de polders. ,


10<br />

later hedijkt, hij huu octrooi verpligt waren om zich<br />

a an een peil te onderwerpen, dat is, stil te staan,<br />

als <strong>het</strong> water op zekere hoogte in den Amstel is<br />

geklommen, zoo schijnt <strong>het</strong> echter, dat wei klagten<br />

tegen <strong>over</strong>treding <strong>van</strong> <strong>het</strong> peil zijn gerezen,<br />

maat· dat men geen algemeenen maatregel op dat<br />

punt kon bandhaven. - Deze toestand duurde tot<br />

aan bet einde der 18d• eeuw.<br />

Ilet verdient opmerking' dat voor dien tijd nooit<br />

eene enkele klagt, <strong>over</strong> bet te hoog mal en <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

• waterschap <strong>van</strong> l~ijleveld, door Amstelland aan<br />

betzel ve is gedaan , niettegenstaande men <strong>het</strong> waterschap<br />

heschuldigde, <strong>van</strong> vreemd water, dat is, water<br />

waarvoor men de uitlozing niet gekocht had, te<br />

ont<strong>van</strong>gen , hlijkens de daar<strong>over</strong> gevoerde procedures.<br />

(Zie Handvesten, pag. 52.)<br />

Omstreeks <strong>het</strong> einde der 18d• eeuw is men <strong>van</strong><br />

de zijde <strong>van</strong> Amstelland <strong>het</strong> eerst op de gedacbte<br />

gekomen, om bet oude hekende <strong>maalpeil</strong> door een<br />

reglement algemeen te doen werken.<br />

Men gaf voor te hernieuwen de oude hepaling; maar<br />

toch wilde men tevens <strong>het</strong> waterschap <strong>van</strong> Bijleveld,<br />

nooit tot hiertoe aan <strong>het</strong> malen op pcil onderworpen,<br />

daaronder trekken. - Sedert dien tijd tot op <strong>het</strong><br />

jaar 1834 zijn daartoe vele pogingen in bet werk<br />

gesteld, en ofschoon bet collegie <strong>van</strong> Bijlcveld<br />

zijne regten op eene onhelemmerde uitlozing gehandbaafd,<br />

en door de verschillende regeringen<br />

niet zag vernietigen, zoo is zijn regt op eene onheperkte<br />

uitwatering regtstreeks erkend door Z. M.


l<br />

f<br />

11<br />

Will em II, hij koninklijk besl ui t <strong>van</strong> den 19den<br />

Julij 1844, No, 64, Zie bijl. No.- 1.<br />

Niettegenstaande die erkenning, wordt op nieuw<br />

eene poging gedaan, om <strong>van</strong> U, mijne Heeren!<br />

te verkrijgen, dat gij dit regt zu] t vernietigen, en<br />

daarom mogen wij niet nalaten, om ter dezer<br />

plaatse, al is <strong>het</strong> ook zoo kort mogel ~k, de geschiedenis<br />

<strong>van</strong> dien zoovele jaren gevoerden strijd aan<br />

te stippen, en mede te deelen, hoe de Staten der<br />

provincie <strong>Utrecht</strong> tot hiertoe nooit hebhen toegegeven<br />

aan de eischen <strong>van</strong> Amstelland, maar bet<br />

hestuur <strong>van</strong> Bijleveld altijd ter zijde stonden, en<br />

<strong>het</strong> krachtig verdedigden , als <strong>het</strong> er op aankwam,<br />

om te rerhoeden, dat meer dan 2000 hunders land<br />

werden henadeeld, door dezen nieuwen onregtvaardigen<br />

en aileen voor Amstelland voordeeligen<br />

maatregel.<br />

Het waren namelijk de ingelanden <strong>van</strong> bet waterschap<br />

<strong>van</strong> Bijleveld, die ten jare 1769 aan Dijkgraaf<br />

en Hoogheemraden <strong>van</strong> Bijleveld, hij gelegenheid<br />

<strong>van</strong> eene vergadering in <strong>het</strong> kapittelhuis ten<br />

Dom te <strong>Utrecht</strong>, verzochten om zich aan <strong>het</strong><br />

Hoogheemraadschap <strong>van</strong> Amstelland te wenden ;<br />

ten einde te verkrijgen , dat de molenaars, op den<br />

Amstel uitmalende, <strong>het</strong> oude Amsterdamsche peil,<br />

<strong>het</strong>welk voor dezen altijd was geobserveerd, bij<br />

continua tie zouden observeren, en niet , gelijk de<br />

ondervinding leerde, tot merkelijk nadeel <strong>van</strong> dit<br />

waterschap zouden te hoven gaan. Eene daartoe<br />

benoemde commissie bragt dit verzoek ter


12<br />

kennis <strong>van</strong> <strong>het</strong> hestuur in Amstelland, en dat hestuur<br />

deed daarom de molenaars aanzeggen, dat, als <strong>het</strong><br />

water zes R\jnlandsche duimen hoven winterpeil<br />

gerezen was , zij dan moesten uitscheiden met malen,<br />

totdat <strong>het</strong> weder gezakt was. Deze aanzegging<br />

geschiedde op 22 November 1770 ook aan de<br />

molenaars <strong>van</strong> de Bijleveldsche molens, doch <strong>het</strong><br />

hestuur <strong>van</strong> Bijleveld gaf dadelijk den last, om zich<br />

daaraan niet te onderwerpen, en den 5. Januarij<br />

1771 maakte <strong>het</strong> hestuur <strong>van</strong> Bijleveld aan dat<br />

<strong>van</strong> Amstelland kenbaar, dat Bijleveld ongehouden<br />

was, een <strong>maalpeil</strong> op te volgen.<br />

Het geschil is daarop hij de Staten 's lands <strong>van</strong><br />

<strong>Utrecht</strong> <strong>over</strong>gebragt, en <strong>van</strong> dezen hehhen gecommitteerden<br />

ter kamer <strong>van</strong> finantien aan die Staten<br />

een rapport uitgebragt, waarin woordelijk staat<br />

geschreven: »dat, na een rijp onderzoek, <strong>het</strong> hun<br />

»was gebleken, dat Dukgraaf en Heemraden <strong>van</strong><br />

>>Amstelland gansch ten onregte de obser<strong>van</strong>tie <strong>van</strong><br />

»<strong>het</strong> vastgestelde peil geextendeerd schijnen te wil­<br />

»len hebben tot alle molens, zonder onderscheid,<br />

>of dezelve verre <strong>van</strong> den Amstel af, of nabij<br />

»gelegen zijn, en specialijk tot de molens <strong>van</strong><br />

»Bijleveld, dewelke met geen schijn of reden daar­<br />

»toe geobligeerd kunnen worden." - De brief,<br />

welken de Staten den 23. April 1771 aan die <strong>van</strong> ·<br />

Amstelland afzonden , toont genoegzaam aan , dat<br />

de Staten zich met dat advies hebben vereenigd.<br />

Ofschoon na die uitspraak <strong>van</strong> de Staten pogingen<br />

werden gedaan om eene schikking tot _ stand te


13<br />

hrengen , hleef <strong>het</strong> geschil rusten, en Bijleveld<br />

ongehinderd malen; maar elke nieuwe regeringsvorm<br />

in <strong>het</strong> vader land schijnt Amstelland aanleiding<br />

te geven , om zijne pogingen, tot <strong>het</strong> onder peil<br />

hrengen <strong>van</strong> <strong>het</strong> waterschap <strong>van</strong> Bijleveld, ofschoon<br />

met ongelukkig gevolg, te herhalen. Zoo keurde<br />

Koning Lodewijk een reglement goed, waarhij <strong>het</strong><br />

waterschap <strong>van</strong> Bijleveld aan <strong>het</strong> algemeene <strong>maalpeil</strong><br />

<strong>van</strong> Amstelland werd onderworpen, doch naauwelijks<br />

had <strong>het</strong> hestuur <strong>van</strong> Bijleveld zijne regten<br />

doen kennen , of <strong>het</strong> werd , bij besluit <strong>van</strong> 26.<br />

October 1809, buiten werking gesteld.<br />

De decreten, tijdens de inlijving der Hollandsche<br />

departementen in <strong>het</strong> Franscbe Keizerrijk, badden<br />

de regten <strong>van</strong> Bijleveld in stand gebouden. - En<br />

to en art.; 222 der grond wet, in wcrking onder<br />

Z. M. Willem I, verklaarde, dat de laatst goedgekeurde<br />

reglementen den voet <strong>van</strong> derzel ver inrigting<br />

zouden uitmaken, was Bijleveld hevestigd in<br />

zijn regt op onbelemmel·de uitmaling. - Vandaar,<br />

da t, to en Z. M. Will em I, bij besl uit <strong>van</strong> 6. J ulij<br />

1833, een <strong>maalpeil</strong> op den hoezem <strong>van</strong> <strong>het</strong> Hoogbeemraadschap<br />

<strong>van</strong> Amstelland goedkeurde, ook<br />

verbindend voor Bijleveld, <strong>het</strong> bestuur <strong>van</strong> Bijleveld<br />

zich dadelijk tot den Koning wendde, waar<strong>van</strong><br />

bet gevolg was, dat er op den 3. Mei 1834 te<br />

Amsterdam eene vergadering <strong>van</strong> belanghebbenden<br />

is gebouden, welke vrucbteloos scheen afte loopen,<br />

doch waarna Z. M. de Koning bet departement <strong>van</strong><br />

binnenlandscbe zaken magtigde, om de beslis.Sing


der geschillen te verschuiven, en inmiddels waarnemingen<br />

te do en hewerkstelligen, hlijkens de missive<br />

<strong>van</strong> den Staatsraad Gouverneur der provincie<br />

<strong>Utrecht</strong>, de dato 21. November 1834, no. 5, AZ .•<br />

Het door den Koning alzoo goedgekeurde reglement<br />

werd wederom niet in werking gehragt. -<br />

Die<br />

waarnemingen schijnen echter zonder medewerking<br />

<strong>van</strong> Bijleveld te zijn geschied, en, hij een schrijven<br />

<strong>van</strong> 24. December, 1841 , gaf bet Hoogheemraadscbap<br />

<strong>van</strong> Amstelland aan Bijleveld kennis, dat<br />

Z. M. Willem II bet <strong>maalpeil</strong> <strong>van</strong> Amstelland had<br />

gemaintineerd. - Maar evenals vroeger, heeft<br />

bet bestuur <strong>van</strong> Bijleveld zich tot den Koning gewend,<br />

en door vertoogen, met de medewerking<br />

<strong>van</strong> heeren Gedeput. Staten dezer provincie, <strong>van</strong><br />

Z. M. Willem II, den 19. Junij 1844, no. 64, bet<br />

merkwaardig besluit verkregen, dat Z. M. handhaafde<br />

bet reglement op bet <strong>maalpeil</strong> <strong>van</strong> Amstelland'<br />

genomen den 6. J ulij 1833 ' n°. 46 ' en<br />

<strong>het</strong>zelve verbindend verklaarde voor de hinnen den<br />

ring <strong>van</strong> Amstelland gelegen landen , UITGEZONDERD<br />

DIE VAN BIJUVELD.<br />

Amstelland heeft zich aan deze uitspraak <strong>van</strong><br />

den Koning onderworpen, want bij <strong>het</strong> on twerp voor<br />

een nieuw reglement, op <strong>het</strong> uitslaan <strong>van</strong> bet<br />

water op den hoezem <strong>van</strong> Amstelland, in <strong>over</strong>eenstemming<br />

met de<br />

gedeputeerde Staten voor de<br />

provincie Noord-Holland, Zuid-Holland en <strong>Utrecht</strong>,<br />

aan den Minister <strong>van</strong> Binnenlandsche Zaken voorloopig<br />

aangehoden, was bij art. 4 <strong>van</strong> <strong>het</strong>zelve be-


- 3<br />

15<br />

paald, dat <strong>het</strong> waterschap <strong>van</strong> Bijleveld aan geen<br />

<strong>maalpeil</strong> zou onderworpen zijn.<br />

Zijne Excellentie de Minister <strong>van</strong> Binnenlandsche<br />

Zaken heeft echter gemeend, dat <strong>het</strong> besluit <strong>van</strong><br />

den vorigen Koning niet moest worden gehandhaafd,<br />

maar verlangt, dat <strong>het</strong> regt <strong>van</strong> Bijleveld<br />

zal opgeheven worden. (Zie missive <strong>van</strong> 1. J ulij<br />

<strong>1851</strong>.)<br />

Om aan dat verlangen <strong>van</strong> Zijne Excellentie den<br />

Minister te voldoen, brengen gedeputeerde Staten<br />

dezer provincie in uwe vergadering ter tafel een<br />

on twerp <strong>van</strong> reglement op <strong>het</strong> <strong>maalpeil</strong>, waarin<br />

die uitzonder.ing voor Bijleveld in art. 4 niet voorkomt,<br />

ofschoon die zelfde gedeputeerde Staten<br />

vroeger hadden verklaard, dat zij bereid waren<br />

tot de vaststelling <strong>van</strong> eene verordening, waarin<br />

die uitzozulering wel voorkwam.<br />

Door dit reglement nu zouden de regten <strong>van</strong><br />

Bijleveld worden verkort: want in art 3 en 4 is<br />

hepaald, dat , zoodra de waterspiegel binnen den<br />

boezem is gerezen tot 15 duimen ouder <strong>het</strong> Amsterdamsche<br />

peil, een sein zal worden opgestoken ,<br />

en alle molenaar&, wier molens op Amstellands<br />

hoezem of daarmede gemeen liggende wateren<br />

en kanalen uitslaan , hunne molens dadelijk huiten<br />

gemaal zullen moeten stellen en houden, tot zoo<br />

lang <strong>het</strong> seinteeken uitstaat.<br />

Uit deze bepaling volgt, dat <strong>het</strong> waterschap <strong>van</strong><br />

Bijleveld zijn water niet meer vrij en onbelemmerd zal<br />

kunnen uitmalen, maar daarin belet wordt, als)1et


. 16<br />

water aan zijne eigene molens tot zekere hoogte is<br />

geklommen , of wanneer <strong>het</strong> water die hoogte heeft<br />

hereikt hij molens op uren afstands <strong>van</strong> Bijleveld<br />

gelegen , en door oorzaken aan <strong>het</strong> waterschap <strong>van</strong><br />

Bijleveld en den Meerndijk vreemd, zoodat <strong>het</strong> <strong>van</strong><br />

de handelingen <strong>van</strong> anderen zal afhangen, of<br />

Bijleveld zijn water al of niet mag uitmalen.<br />

Door dit verhod nu, om te malen als <strong>het</strong> Bijleveld<br />

oorhaar voorkomt en profijt doet, wordt een regt bij<br />

koop verkregen aangetast.<br />

Om daar<strong>van</strong> <strong>over</strong>tuigd<br />

te worden zullen U. E. G. A. slechts hehhen in te zien<br />

<strong>het</strong> Hand vest, waarhij de Graven <strong>van</strong> Beijeren aan de<br />

ingelanden <strong>van</strong> Bijleveld , ten j are 1413 , ( zie Handvesten<br />

pag. 7,) hehhen >>verkocht, gegunt, om eene<br />

sekere somma <strong>van</strong> gelden, die sy ons wettelic ende<br />

wael <strong>het</strong>aelt hehhen in ons -zelffs handen den lesten<br />

penningh mitten eersten, als dat sy hoir water <strong>van</strong><br />

den voirsz. sullen hrengen ende leyden moghen <strong>over</strong><br />

al doer den onsen, tot hoirre hester oirhair ende<br />

profyt, <strong>van</strong> uytten Rhijn tot in die Aemstel, mit<br />

ene watergane." -<br />

Het regt op eene onheperkte nitwatering,<br />

zal echter nog meer hlijken als men nagaat<br />

dat de ingelanden <strong>van</strong> Bijleveld niet alleen hehhen<br />

gekocht <strong>het</strong> regt om hun water te leiden tot hun<br />

hester oorbaar en profyt, maar dat zij hunnen watergang<br />

zelven hehben gegraven, nadat zij eerst <strong>het</strong>land<br />

daartoe hadden gekocht en <strong>het</strong>aald aan de buren<br />

volgens <strong>het</strong> gebruik in den lande; blijkens een weinig<br />

verder, in den koophrief waarin de Graven zeggen<br />

1>Wij hebben verkogt om te oirbaren en te gebruiken


"<br />

17<br />

.<br />

l> allen meren, slusen en de watergange, die hen te haten<br />

l)moghen comen , ende soe wes lant dat sy sullen<br />

»hehouven totten voirseyden waterganc moghen te<br />

ll nemen, en de die ghelden om pennincks waerde<br />

»die hy de huyeren inde lantganck is; dair dat<br />

l>lant is geleghen". (Zie Handvesten pag. 7 en 8.)<br />

Dat hier dus een koop en verkoop werd gesloten,<br />

kan niet worden bet wist, en deze <strong>over</strong>eenkomst hlijft<br />

nog verhindend voor <strong>het</strong> Hoogheeinraadsehap <strong>van</strong><br />

Amstelland, want dat Hoogheemraadschap is ingesteld<br />

op <strong>het</strong> gezag <strong>van</strong> die Graven , welke <strong>het</strong> regt<br />

<strong>van</strong> uitwatering als eigenaars hebhen verkocht. -<br />

Maar, hovendien is die geheele verkoop door de eigenaars<br />

<strong>van</strong> den mond <strong>van</strong> den Amstel, Schouten Sche- ·<br />

penen namelijk <strong>van</strong> Amsterdam, goedgekeurd, en<br />

hehhen dezen heloofd, »om Byleveld in die uit·<br />

watering in gheenrewys hynder noch letsel te<br />

doen, off te doen doen tot enighen tyt in wat manieren<br />

dattet toekomen mochte." -<br />

(Zie Hand·<br />

schriften , pag. 12.)<br />

Nadat die koop was gesloten, heeft de Bi&schop<br />

<strong>van</strong> <strong>Utrecht</strong>, die toen <strong>het</strong> gezag <strong>over</strong> deze landen<br />

in handen had, op den watergang, ten jare 1414,<br />

een schouwhrief gegeven, waarin die alzoo gekochte<br />

regten worden verzekerd, en de hewaring daar<strong>van</strong><br />

aan Dijkgraaf en Heemraden toevertrouwd. - Het<br />

was dus eene private onderneming <strong>van</strong> de landeigenaren<br />

in Bijleveld, om voor gemeenschappelijke<br />

rekening <strong>het</strong> regt <strong>van</strong> uitwatering <strong>over</strong> een anders<br />

land te koopen, en de vaart daartoe voor eigen<br />

2


ekening te graven. -<br />

18<br />

Het regt tot die uitwatering.<br />

hehhen de l:.mdeigenaren 400 jaren ongestoord<br />

hezeten of uitgeoefend.<br />

Zijne ~cellentie de ~linis-t:er vail Binnenla-ndsche<br />

Uken heefc eohter in zijne missive <strong>van</strong> 1. Julij<br />

no. 13'7, en <strong>van</strong> 3 October o. t22, <strong>van</strong> Ire~ jaar<br />

<strong>1851</strong> , de redenen , waarom hij die Fegten <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

waterschap niet zoo zwaar tilt, aldus opgegeven:<br />

»Het octrovi of privilegie <strong>van</strong> .14.13 kan aan BiJlfJ­<br />

»veld geen verkregen tegt, onaantastbaar door een<br />

»nieuw gellod <strong>van</strong> hffoger hand, verleenen, want<br />

>> een andere staa't <strong>van</strong> -zaken is geboren , welke <strong>het</strong><br />

»vervallen <strong>van</strong> <strong>het</strong> regt <strong>van</strong> vrije ttitmaling wettigd.''<br />

Deze heschouwing <strong>van</strong> Zijne Excell. gaat naar<br />

ons eerbiedig inzien <strong>van</strong> een verke'erd stand punt<br />

uit ...... Het was geen octrooi of privilegie, waarhij<br />

de Graven <strong>van</strong> Beijeren de vrije uitwatering <strong>van</strong><br />

Bijleveld verkochten , <strong>het</strong> was uit krachte <strong>van</strong> den<br />

eigendom dien zij hadden aan de landen , door<br />

welke <strong>het</strong> water zoude gevoerd worden , dat zij<br />

handelden. -<br />

Het was een last, dien zij op zich<br />

namen als eigenaars. - Daarom zeggen zij: >> Wij.<br />

>> verkoopen <strong>het</strong> lei den <strong>van</strong> water, door den onsen."<br />

De verkoo11 is niet door Willem <strong>van</strong> Beijeren:<br />

als Graaf <strong>van</strong> llolland en Zeeland, gedaan, maar<br />

als erfgenaam <strong>van</strong> zijnen Heer vader, Hertoge .Aal·<br />

hrecht. -<br />

Dit hlijkt, buiten eenigen twijfel, hieruit,<br />

dat zijn hroedet· Johan, die in Holland, Zeeland<br />

en Vriesland geen gezag had, dien koop mede sloot,<br />

(zie bandvesten pag. 6 ;) en daarom wa~ ook de


19<br />

confirmatie noodig <strong>van</strong> Johan, de zoon <strong>van</strong> den<br />

koning <strong>van</strong> Frankrijk , die verloofd was aan de<br />

eenige dochter <strong>van</strong> Hertog Willem , en belooft voor<br />

zich, zijne erven en nakomelingen, den verkoop te<br />

zullen gestand doen, (Zie Handv. pag. 13,) zoodat<br />

de verkoopers ter eenet·, hier als hezitters <strong>van</strong> privaat<br />

eigendom handelden, geenszins als regerings~<br />

personen, en de koopers ter andere zijde geenszins<br />

waren Dijkgraaf en Hoogheemraden , maar de<br />

goede luyden dio gelant war en in Byleveld, welke<br />

als landeigenaren handelden.<br />

De voormelde heschouwing <strong>van</strong> <strong>het</strong> Handvest<br />

<strong>van</strong> Bijleveld, is dan ook niet uitgedacht voor deze<br />

omstandigheid; maar, reeds 300 jaren geleden, <strong>het</strong>oogde<br />

Bijleveld, dat zijn regt <strong>van</strong> uitwatering was<br />

een eigendomsregt, hij contract hedongen, hlijkens<br />

eene conclusie <strong>van</strong><br />

antwoord aan <strong>het</strong> hof <strong>van</strong><br />

Holland gegeven, en vermeld in de sententie <strong>van</strong><br />

dat hof, d.d. 31 Julij 1548, (zie Ilandvesten, pag.<br />

55,) waar wordt gezegd: » dat <strong>van</strong> de gedaichden<br />

>> (Bijleveld) onder andere voor antwoort gealle­<br />

»geert is geweest, dat den ingesetenen <strong>van</strong> den<br />

» voors. vier dorpen hij wijlen hertoge Willem <strong>van</strong><br />

>>Beijeren in den jare 1413, om zekere somme <strong>van</strong><br />

>>penningen, in vim contractus verko{t_gegunt ende<br />

»gegeven was sy heur water souden moghen hren­<br />

>>ghen tot heur hester oirhaar.'' -<br />

Waarlijk, zoo<br />

hieruit niet moet hesl&ten worden tot koop en<br />

verkoop, dan zijn de duidelijkste uitdrukkingen<br />

onverstaanhaar.<br />

2""


20<br />

» Doch, '' ~egt de brief des Ministers d.d. 3 Oct. 185-1,<br />

>wl is <strong>het</strong> regt <strong>van</strong> een waterschap om door de waterwe­<br />

»gon <strong>van</strong> een ander uit te wateren, vroeger gelijk <strong>het</strong> regt<br />

>><strong>van</strong> Bijleveld geleocht, thans lean <strong>het</strong> niet worden<br />

»gereleend, te behooren tot de zaken die in den han­<br />

))del zijn. -<br />

Dat regt lean niet <strong>het</strong> voorwerp <strong>van</strong><br />

))bezit, (art. 593 Burgerl. Wetboek ,) noch <strong>het</strong> y·oor­<br />

>>werp <strong>van</strong> <strong>over</strong>eenlcomst uitmaken, (art . .1368 Burgert.<br />

)) Wetb.) en door langdurig bezit lean de eigendom<br />

))niet worden verlcregen; (art . .1990 Burgerl. Wetb.)<br />

Het is ons echter duister gehleven, waarom <strong>het</strong><br />

regt <strong>van</strong> uit te wateren door <strong>het</strong> water <strong>van</strong> een<br />

ander geen onderwerp <strong>van</strong><br />

<strong>over</strong>eenkomst zoude<br />

kunnen uitmaken, en door koop niet zoude kunnen<br />

worden verkregen.<br />

Uet is toch geheel te rangschikken onder de _<br />

erfdiensthaarheden. - Voorzeker, aan den Staat<br />

komt de eigendom toe <strong>van</strong> de hevaarbare stroomen<br />

en rivieren, en deze zijn niet in den handel, maar<br />

bij <strong>het</strong> Burgeri. weth. is in art. 577 uitdrukkelijk<br />

gezegd, dat dit alles eigendom <strong>van</strong> den Staat was,<br />

onverminderd de door titel of bezit verkregen regten<br />

<strong>van</strong> hijzondere personen of gemeenschappen. -<br />

Met <strong>het</strong> volste regt dus kan <strong>het</strong> waterschap <strong>van</strong><br />

Bijleveld de door titel verkregen regten handhaven,<br />

en als bewijs <strong>van</strong> eigendom <strong>het</strong> ongestoord hezit<br />

<strong>van</strong> die vrije uitwatering gedurende vier eeuwen<br />

op de hevaarhare rivier den Amstel inroepen.<br />

Het schijnt dat men de kracht <strong>van</strong> de regten <strong>van</strong><br />

Bijleveld heeft 'gevoeld, en daarom heeft men in


. .,.._,~---.~<br />

~--·~<br />

---<br />

2L<br />

\<br />

de missive <strong>van</strong> 3. Octobet· zijne toev lugt genomen<br />

tot een ander middel om de invoering <strong>van</strong> bet<br />

<strong>maalpeil</strong> te verdedigen, door te heweren, dat bier<br />

geen sprake is <strong>van</strong> ontzetting uit een eigendomsregt,<br />

want dat <strong>het</strong> <strong>maalpeil</strong> alleen een policiemaatreget<br />

is , waardoor de uitoefening <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

regt niet wordt ontnomen, maar om <strong>het</strong> voor de landen,<br />

op den hoezem <strong>van</strong> Amstelland uitmalende, zoo min<br />

mogelijk schadeli:jlc te malcen. Deze maatregelen <strong>van</strong><br />

polic~e,<br />

zouden, · zegt men verder, noodzakelijk zijn<br />

geworden door de verandering <strong>van</strong> den stand der<br />

zaak, sedert bet tijdstip waarop bet Hand vest is uitgegeven,<br />

omdat eerst, nadat bet water <strong>van</strong> Bijleveld,<br />

door kunstmiddelen op den boezem <strong>van</strong> Amstelland<br />

wordt gebragt, klagten <strong>over</strong> de vrije uitmaling <strong>van</strong><br />

dat waterscbap zijn gerezen. -<br />

woorden verdient eene wederlegging.<br />

Bijna elk <strong>van</strong> deze<br />

Het wordt uit dezelve duidelijk, mijne heeren l<br />

dat bet <strong>maalpeil</strong> aileen wordt ingevoerd, om bet<br />

verkregen regt voor de landen_, op den hoezem <strong>van</strong><br />

Amstelland uitmalende, zoo min mogelijk schadelijk<br />

te maken in bet nadeel <strong>van</strong> Bijleveld. -<br />

<strong>het</strong> voordeel dus <strong>van</strong> Noord-<br />

wordt de maatregel genomen.<br />

In<br />

en Zuid-Holland,<br />

Maar heeft dan de<br />

vroegere eigenaar <strong>van</strong> den Amstel dien voor hem<br />

schadelijken last niet met aile gevolgen bij een<br />

wettig contract op zich genomen '? Is hij daarvoor<br />

niet betaald geworden, en zal <strong>het</strong> nu billijk zijn,<br />

den kooper <strong>van</strong> een regt, door een politiemaatregel<br />

in bet voordeel <strong>van</strong> den verkooper, te henadeelen ?


22<br />

]:let <strong>maalpeil</strong> is<br />

dan ook geen politiemaatregel<br />

in de gewone <strong>het</strong>eekenis <strong>van</strong> politic; <strong>het</strong> kan politiemaatregels<br />

genoemd worden, in den zin welken<br />

de grondwet aan politic geeft, dat is, maatregel <strong>van</strong><br />

administratie, en daardoor kan zonder schadeloosstelling<br />

niet verkort worden <strong>het</strong> genot <strong>van</strong> een<br />

regt, hehoorende tot de eigendommen in <strong>het</strong> waterschap.<br />

Immers <strong>het</strong> gehruik der Ianden in Bijleveld, hangt,<br />

uithoofde hunner natuurlijke Jigging <strong>van</strong> eene onhelemmerde<br />

uitwatering af, dat is, <strong>van</strong> <strong>het</strong> regt om<br />

<strong>van</strong> elke gunstige gelegenheid gebruik te maken, om<br />

ten einde <strong>het</strong> water te lozen.- De opheffing <strong>van</strong> dat<br />

vermogen<br />

landen. -<br />

staat gelijk met een verlies <strong>van</strong> die<br />

En waarom geschiedt zij ? Niet, om<br />

daardoor ongeluHen voor <strong>het</strong> algemeen te voorkomen,<br />

want die zijn sedert vier eeuwen, waarin men<br />

vrij maalde, nooit voorgevallen. - De Minister<br />

<strong>van</strong> binnenlandsche zaken heeft <strong>het</strong> ten jare 1834<br />

zelf erkend, door te zeggen in den brief <strong>van</strong> 21.<br />

Nov. 1834: ))met <strong>het</strong> sedert jaren ongelimiteerde<br />

»uitmalen op Amstellands hoezem, zijn wei onge­<br />

»rieven ondervonden, maar geene ongelukken te­<br />

»weeggebragt." - Dus niet om <strong>het</strong> algemeen<br />

belang wordt<br />

de waarde <strong>van</strong> Bijlevelds landen<br />

vernietigd, maat· om de uitmaling zoo min mogelijk<br />

schadelijk voor Amstelland te maken , eene reden,<br />

waar<strong>van</strong> wij de waarde aan uw l'erlicht oordeel<br />

<strong>over</strong>laten.<br />

Die zoogenaamde maatregel <strong>van</strong> politie is dan ook<br />

niet noodzakelijk geworden door de verandering <strong>van</strong>


-~~<br />

~ · .-...<br />

-.__.<br />

23<br />

~ den stand der zaak iu Bijleveld, want <strong>het</strong> is onjuist,<br />

te zeggeu: ))de klagt <strong>over</strong> vrije uitmaling <strong>van</strong> l1et<br />

»Waterschap is eerst gerezen, nadat Bijleveld door<br />

lJkunstmiddelen zijn water heeft geloosd."<br />

Sedert<br />

meer dan 3 eeuwen blijkt <strong>het</strong>, dat deszelfs kunstmiddelen<br />

bestonden, en eerst bij <strong>het</strong> eiude der 18de<br />

eeuw is men er toe gekomen, om Bijlevelds vrije<br />

uitwatering te willen belemmeren.<br />

lntegendeeJ,<br />

<strong>het</strong> aantal molens is in Bijleveld <strong>van</strong> 3 op 2 gebragt;<br />

de kunstmiddelen zijn verminderd; terwijl<br />

de orntrek der Ianden dezelfde is gehleven sedert<br />

de stichting.<br />

Doch dat de Amstel hooger wordt opgemalen<br />

dan vroeger, dit geschiedt wegens den veranderden<br />

toestand <strong>van</strong> Amstelland.<br />

Arustelland, waarin vele Ianden sedert 1600<br />

zijn hedijkt geworden, heeft veel meer kunstmiddelen<br />

of molens Jaargesteld dan vroeger, daardoor<br />

heeft <strong>het</strong> behoefte, om een laag huitenwater te<br />

hehhen, en, om daar<strong>van</strong> voordeel te genie ten, wil<br />

men Bijlevelds regt veruietigen, onder den vorm<br />

<strong>van</strong> een- politiemaatregel.<br />

Maar tc zeggen : dat BiJleveld v_oordeelen geniet<br />

uit de ver<strong>het</strong>ering der middelen <strong>van</strong>. uitmalen <strong>van</strong><br />

Amstelland,<br />

en <strong>het</strong> dam·om 011Ullijk zoude zijn,<br />

<strong>het</strong>zelve niet te onderwerpen aan eene hepaling i~<br />

<strong>het</strong> helang <strong>van</strong> den gemeenen hoezem vastgesteld , -<br />

dit is eene stelling, geheel in strijd met de onder­<br />

' 'inding. - Door de IM-erd-ere molens, dan er<br />

vroeger waren, die op den Amsteluitmalen; wordt


24<br />

immers die nVIer aileen tot ecn hoogen stand gehragt,<br />

zoodat de uitwatering <strong>van</strong> Bijleveld , door<br />

de kunstmiddelen <strong>van</strong> Amstelland, moeijelijker<br />

wordt gemaakt.<br />

Het zijn dus nadeelen, welke de ver<strong>het</strong>ering der<br />

middelen <strong>van</strong> uitmalen <strong>van</strong> Amstelland a an Bijleveld<br />

herokkent.- Dit hlijkt hierruit ten duidelijkste,<br />

dat a an de land en, die, na de ins telling <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

waterschap <strong>van</strong> Bijleveld , in Amstelland <strong>het</strong> octrooi<br />

verkregen, om zich te hedijken en op den Amstel<br />

uit te malen, altijd werd gelast, om zich te onder·<br />

werpen aan de verordeningen op bet uitmalen. (Zie<br />

- Wagenaar, Eeschrijving <strong>van</strong> Amsterdam, dee] 5,<br />

hoek 2, pag, 116 ,) en vooral hieruit, dat t~n<br />

jare 1769 alleen wegens die ver<strong>het</strong>erde uitmaling<br />

<strong>van</strong> Amstelland, de geerfden <strong>van</strong> Bijleveld eene<br />

commissie henoemden , om aan Dijkgraaf en<br />

lloogheemraden <strong>van</strong> Amstelland te verzocken, dat<br />

zij zouden zorg dragen, dat Bijlevelds vrije uitwatering<br />

niet door de ver<strong>het</strong>ering der uitmaling<br />

<strong>van</strong> anderen wicrd henadeeld , gelijk zoo dikwerf<br />

was geschied.<br />

Wij mogen dus vertrouwen, door <strong>het</strong> hovenstaande,<br />

bet hij koop verkregen regt <strong>van</strong> Bijleveld<br />

op eene vrije en onhelemmerde uit!ozing te hehhen/<br />

hewezen, vooral nadat wij wederlegd hehhen de<br />

gronden, die tegen de handhaving daar<strong>van</strong> zij n<br />

in <strong>het</strong> midden gebragt. - Er hlijft ons dus slechts<br />

<strong>over</strong>, om a an te toonen bet l10og helang <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

watersclJap bij deze zaak.


25<br />

Maar voor dat wij daartoe <strong>over</strong>gaan, moe ten wij<br />

nog onder uwe aandacht hrengen eene opmerking,<br />

niet zonder gewigt, om te heoordeelen, hoe in deze<br />

zaak de helangen <strong>van</strong> noord- en zuid-Holland<br />

hoven die <strong>van</strong> <strong>Utrecht</strong> worden in bet oog gehouden.<br />

·<br />

Bij <strong>het</strong> hesluit namelijk <strong>van</strong> Z. M. Koning Willem<br />

11, de dato 19 Junij 1844, n·. 64, was a an<br />

de gedeput. Staten <strong>van</strong> Noord-Ho1Jand opgelegd,<br />

om met Dijkgraaf en Hoogheemaaden <strong>van</strong> Amstelland<br />

in <strong>over</strong>leg te treden , en de<br />

middelen te<br />

heramen tot ver<strong>het</strong>ering der uitlozing <strong>van</strong> Amstel·<br />

land. -<br />

De hepalingen <strong>van</strong> dat hesluit doen dus<br />

duidelijk zien, hoe de regering <strong>van</strong> dien tijd hegreep,<br />

dat Amstelland den last <strong>van</strong> Bijleveld moest dragen,<br />

en, als <strong>het</strong> schade had, alsdan zijne eigen<br />

uitlozing hehoorde te ver<strong>het</strong>eren.<br />

Zijne Excellentie de Minister <strong>van</strong> binnenlandsche<br />

zaken, keert <strong>het</strong> om, en geeft aan Bijleveld den<br />

raad, om, indien bet <strong>maalpeil</strong> hezwaar heeft, dan<br />

zijne eigen waterleiding naar den Amstel te ver­<br />

•·uimen , dat wil zeggen, eene nieuwe vaart te<br />

graven, die welligt zooveel zou kosten, als al de<br />

]anden in Bijleveld waard zijn, want, hoe men eene<br />

vaart, eenige duizenden ellen l24,000) lang, door<br />

kaden omgeven , waar langs openhare wegen zijn<br />

aangelegd ; anders zal kunnen verruimen, verklaren<br />

w ij niet te hegrij pen.<br />

Wij will en deze <strong>Memorie</strong> eindigen, met <strong>het</strong> <strong>het</strong>oog<br />

<strong>van</strong> bet groot helang, dat bet ·waterschap


26<br />

<strong>van</strong> Bijleveld heeft bij de handhaving <strong>van</strong> zijn<br />

regt op onbelemmerde uitwatering.<br />

Onjuist is, in ,den brief <strong>van</strong> 3. October <strong>1851</strong>,<br />

de aanmerking, dat de verdediging <strong>van</strong> Bijlevelds<br />

rest op onbelemmerde uitwatering meer zou geschieden<br />

ten gevolge <strong>van</strong> de vermeende wettigheid<br />

<strong>van</strong> <strong>het</strong>zelve, en minder tot aanleiding zou hebben<br />

<strong>het</strong> nadeel. dat Bijleveld door de imoering <strong>van</strong><br />

een peil moet lijden.<br />

Bij niet een enkel vertoog, gedurende den loop<br />

<strong>van</strong> tachtig jaren <strong>over</strong> deze zaak ingediend, heeft<br />

men nagelaten om <strong>het</strong> groote nadeel <strong>van</strong> zulk een<br />

peil aan te wijzen. En nog laatstelijk, bij de<br />

missive <strong>van</strong> 27. Julij <strong>1851</strong>, aan heeren gedeputeerde<br />

Staten <strong>van</strong> wege Bijleveld geschreven, heeft men met<br />

uitdrukl


~-~,-:.·~~<br />

.,..-__..-:;; - 27<br />

want daarin wordt gezegd, dat <strong>het</strong> <strong>maalpeil</strong> strekt ,<br />

om <strong>het</strong> zoogenaamd verkregen regt, voor de landen<br />

op den boezem <strong>van</strong> .Amstelland uitmalende, zoo<br />

min mogelijk , schadelijk te maken. Het is dus ,<br />

gelijk wij vroeger opmerkten , in <strong>het</strong> belang <strong>van</strong><br />

.Amstelland aileen' dat een peil wordt verlangd.<br />

Wanneer toch slaat Bijleveld zijn water uit?<br />

lmmers dan aileen, wanneer <strong>het</strong> te vee! hemelwa<br />

ter heeft ont<strong>van</strong>gen , want <strong>van</strong> rondsomme is <strong>het</strong>zelve<br />

door volkomen waterkeerende kaden omgeven.<br />

Men mag dus vooronderstellen, dat dan aileen <strong>het</strong><br />

water wordt weggemalen, wanneer <strong>het</strong> nadeel zou<br />

toebrengen. Daarin nu beperkt te worden, alleen<br />

om Amstelland niet te schaden, is <strong>het</strong> voordeel<br />

zoeJ,en <strong>van</strong> Amstelland , ten kosten <strong>van</strong> Bijleveld.<br />

Uoch <strong>het</strong> groote nadeel wordt vooral duidelijk,<br />

wanneer gij, Mijne Heeren! een oog slaat op de<br />

hierbij gevoegde kaart N•. 2. Daaruit zult gij zien,<br />

dat <strong>het</strong> waterschap <strong>van</strong> Bijleveld <strong>het</strong> hemelwater<br />

<strong>van</strong> 2000 hunders land langs zeer smalle kanalen<br />

tot aan den Amstel voert.<br />

Worden nu de molens <strong>van</strong> Bijleveld, die eenige<br />

uren <strong>van</strong> den .Amstel verwijderd staan, gedwongen<br />

om zich te onderwerpen aan <strong>het</strong>zelftle peil , <strong>het</strong>welk<br />

is v astgesteld voor de molens , direct op den<br />

Amstel uitmalende, dan moet immers daar<strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

noodzakelijk gevolg zijn, dat, bij afloop <strong>van</strong> den<br />

Amstel , de daling <strong>het</strong> eerst hij de molens ,<br />

aan den Amstel staande, zigtbaar wordt, maar dat<br />

de seinmolen voor Bijlel'eld <strong>van</strong> de Kockenger-


28<br />

polder, uitmalende aan <strong>het</strong> Bijleveld hij Kockengen,<br />

reeds op een aanmerkelijken afstand <strong>van</strong> den Amstel<br />

geplaatst, <strong>het</strong> sein niet zal kunnen intrekken,<br />

voordat al de andere molens , digtet· bij de monden<br />

<strong>van</strong> den Amstel staande, ruimschoots gelegenheid<br />

hebben gehad, om <strong>het</strong> water weder op te mal en·<br />

Afloopend water toch maakt een hellend v,lak, en<br />

<strong>het</strong> verval tusschen de heide uitersten is grooter ,<br />

naar mate de afstand meerder en de uitlozingskanalen<br />

smaller zijn.<br />

Zoo men nu nagaat, dat <strong>het</strong> uitlozinsskanaal <strong>van</strong><br />

Bijleveld 24000 ellen lang is, en op sommige plaatsen,<br />

hij voorheeld in <strong>het</strong> dorp Kockengen, slechts<br />

3 a 4 ellen breed is' terwijl een menigte hovelingen<br />

den loop <strong>van</strong> <strong>het</strong> water vernaauwen, dan durven<br />

wij gerust aan <strong>het</strong> oordeel <strong>van</strong> deskundigen de<br />

vraag onderwerpen, of de natuurlijke toestand <strong>van</strong><br />

onze uitlozingskanalen niet veroorzaakt, dat de<br />

invoer <strong>van</strong> <strong>het</strong> voorgestelde <strong>maalpeil</strong> de uitmaling<br />

<strong>van</strong> Bijleveld vernietigt. Men houde toch wei op<br />

<strong>het</strong> oog, dat gewoonlijk eerst dan een wezenlijk<br />

genot <strong>van</strong> eene vrije uitmaling gctrokken wordt,<br />

wanneer door veel hemelwater onze ]age weilanden<br />

drassig zouden worden, en deze vallen hier<br />

te Iande <strong>het</strong> meest bij stoppende wind en , ·<br />

waardoor de Amstel hoog is. Mag men alsdan<br />

niet <strong>van</strong> elke gunstige gelegenheid gebruik<br />

maken, om uit te lozen, dan doet <strong>het</strong> water,<br />

in den zomer of in <strong>het</strong> najaar, zijne verderfelijke<br />

werking met eene onberekenhare schade gevoelen,


29<br />

llet is dus niet alleen de eenstemmige verkladng<br />

<strong>van</strong> al de helanghebbenden, dat een <strong>maalpeil</strong> Bij·<br />

leveld hederft, maar de theorie hevestigt dat ge·<br />

voelen , in <strong>het</strong>welk, sedert meer dan eene halve<br />

eeuw, al de !eden , die elkander in <strong>het</strong> bestuur<br />

zijn opgevolgd, hehben gedeeld. -<br />

En waartoe,<br />

mijne heeren! zoudt gij voor Bijleveld een toestand<br />

trachten te veranderen, die 400 jaren he eft hestaan,<br />

en <strong>van</strong> welken <strong>het</strong> hooge hestuur dezer Ianden<br />

zelf heeft erkend ' dat hij wel ongerieven' maar<br />

nooit ongelukken heeft te weeg gebragt.<br />

Waarom zoudt gij eene verordening goedkeuren,<br />

die U door heeren gedeputeerde Staten wordt<br />

voorgedragen, zonder dat U wordt aangetoond,<br />

dat <strong>het</strong> voorgeschre'ven <strong>maalpeil</strong> niet geheel en aide<br />

uitmaling <strong>van</strong> Bijleveld vernietigt, daar <strong>het</strong> toch<br />

aileen is, zooals zij zich uitdrukken, naar aanleiding<br />

<strong>van</strong> <strong>het</strong> gevoelen des Ministers, dat hij<br />

<strong>het</strong> reglement, thans voorgesteld, de uitzonde ..<br />

ring <strong>van</strong> <strong>het</strong> waterschap <strong>van</strong> Bijleveld is weggelaten,<br />

terwijl daarentegen <strong>het</strong> gevoelen <strong>van</strong> de<br />

helanghehhenden en <strong>het</strong> hestuur <strong>van</strong> Bijleveld,<br />

op ondervinding en onderzoek gegrond, <strong>over</strong>tuigend<br />

hestaat, dat die uitzondering volstrekt noodzakelijk<br />

is; een gevoelen, waarin zij versterkt zijn, door<br />

de uitspaaak <strong>van</strong> de regering onder Z. M. Willem II,<br />

'die eerst na een volledig onderzoek , de noodzakelijkheid<br />

der uitzondering, hij hesluit <strong>van</strong> I 9 J unij<br />

1844, heeft erkend en toegestaan.<br />

Wij verzoeken dus dringend en verwachten met


30<br />

voile vertrouwen, dat <strong>het</strong> U Edel-Groot-Achtharen<br />

zal hehagen, om <strong>het</strong>zelve reglement niet anders<br />

goed te keuren, dan met de uitzondering voor Bij­<br />

]eveld, welke uitzondering niet verhinderen zal,<br />

dat <strong>het</strong>zel ve zal werken, voor al de <strong>over</strong>ige polders,<br />

in de provincie <strong>Utrecht</strong> gelegen, en hehoorende<br />

onder Amstelland, welke tegen de invoering<br />

<strong>van</strong> een <strong>maalpeil</strong> des te miuder hezwaar kunnen<br />

hebhen, omdat zij, sedert hunne hepoldering,<br />

daaraan zijn onderworpen geweest.<br />

<strong>Utrecht</strong>,<br />

8Nov.<strong>1851</strong>.<br />

Dijkgraaf en Hoogheemraden<br />

<strong>van</strong> <strong>het</strong> wate1·schap <strong>van</strong> Bijleveld<br />

en den Meerndijk:<br />

A. COENEN VAN 's GRAVESLOOT.<br />

Ter ordonnantie <strong>van</strong> Dezelven,<br />

B. G. A. PABST,<br />

Secretaris.


BIJLAGE I.<br />

'<br />

Wu WILLEM II, nu DE GRATIE Goos,<br />

KONING DER NRDERL!NDEN, PRINS VAN<br />

0R:ANJE NAssAu, GnooT HEnTOG VAN<br />

L UXElllDUI\G, ENZ. , ENZ., ENZ.<br />

Op de rappot·ten <strong>van</strong> on zen Minister <strong>van</strong> hinnenlandsche<br />

zaken <strong>van</strong> den 19. Januarij 1843, n•.135,<br />

en 11. September 1843, n•. 167, <strong>het</strong>reffende de<br />

ingehragte hezwaren door sommige polderhesturen<br />

in Noordholland, Zuidholland en <strong>Utrecht</strong>, tegen<br />

<strong>het</strong> bij Koninklijk hesluit <strong>van</strong> den 6. Julij 1833,<br />

n•. 94, vastgesteld Reglement voor <strong>het</strong> <strong>maalpeil</strong><br />

op den hoezem \'an Amstelland, tot welken ring<br />

gemelde polders voor derzelver uitlozing behooren.<br />

Gezien de ad viesen <strong>van</strong> den Raad <strong>van</strong> State <strong>van</strong><br />

den 25. Augustus 1843, n•. 4, en den 12. Januarij<br />

1844, n•. 19.<br />

Gezien <strong>het</strong> nader rapport <strong>van</strong> onzen Minister <strong>van</strong> ·<br />

binnenlandsche zaken <strong>van</strong> den 14. Junij 1844,<br />

n•. 99, 3" afdeeling.<br />

Hebben goedgevonden en verstaan:<br />

1 •. Met handhaving <strong>van</strong> <strong>het</strong> bij voorschreven<br />

reglement hepaalde <strong>maalpeil</strong> <strong>van</strong> Amstelland <strong>het</strong>zelve<br />

verhindende te verklaren voor de binnen den


32<br />

ring <strong>van</strong> dat Hoogheemraadschap gelegene landen ,<br />

uitgezonderd die <strong>van</strong> Bijleveld.<br />

2o. Aan gedeputeerde Staten <strong>van</strong> Noordholland<br />

tevens op te dragen, om met Dijkgraaf en Hoogheemraden<br />

<strong>van</strong> Amstelland in <strong>over</strong>leg te treden en<br />

middelen te beramen tot verbetering der uitlozing.<br />

's Gravenhage, den 19. Junij 18H. N. 46.<br />

(get.)<br />

WILLEM.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!