07.12.2016 Views

Ontwerpreglement-Hoogheemraadschap_Vecht

Memorie van toelichting op het ontwerp-reglement voor een hoogheemraadschap van de Vecht

Memorie van toelichting op het ontwerp-reglement voor een hoogheemraadschap van de Vecht

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

8<br />

den Heer J. N. Bastert, het voorstel een Statencommissie van<br />

zeven leden aan te wijzen. Aan deze Commissie, welke in dezelfde<br />

zitting werd benoemd, werd opgedragen te onderzoeken: in<br />

hoeverre zij de wenschelijkheid van de oprichting van een<br />

heemraadschap van de <strong>Vecht</strong> erkent; indien zij van die wen•<br />

schelijkheid overtuigd is, in hoeverre zij de uitvoering mogelijk<br />

acht en op welke grondslagen deze oprichting casu quo zou<br />

behooren te berusten.<br />

Deze Commissie vatte haar taak breed op en hood twee<br />

jaren later aan de Staten •een uitvoerig en voor de geschiedenis<br />

van het onderwerp belangrijk rapport aan (bijlage 7 notulen<br />

Winterzitting 1863), welks conclusies in de Zomerzitting van<br />

1864 door de Staten werden aangenomen. De strekking van het<br />

rapport was voor de oprichting van een <strong>Hoogheemraadschap</strong><br />

en de daarmede gepaard gaande stichting eener kunstbemaling<br />

te Muiden ongunstig. Men meende, dat, alvorens tot dezen<br />

kostbaren maatregel mocht worden besloten, alle andere middelen<br />

beproefd en onvoldoende bevonden moesten zijn. Op eenvoudiger<br />

wijze was, naar men meende, het doel te bereiken door het<br />

vaststellen, gemeenschappelijk met de Staten van Noordholland,<br />

van eene verordening op het gebruik van de verschillende<br />

kunstwerken, die op het peil van de <strong>Vecht</strong> invloed konden<br />

heb ben, van welke verordeningtevens een model door de Commissie<br />

werd overgelegd. Intusschen heeft ook deze poging, welke<br />

trouwens geen afdoend resultaat beloofde, schipbreuk geleden,<br />

daar Noordholland bezwaar maakte aan de totstandkoming<br />

dezer verordening mede te werken. ·<br />

Een dezer bezwaren betrof het artikel der verordening,<br />

waarbij een maalpeil voor de <strong>Vecht</strong> werd vastgesteld en het<br />

werken der molens, die water op de <strong>Vecht</strong> uitslaan, werd<br />

verboden, zoodra de <strong>Vecht</strong> dit peil zou hebben bereikt. Hier•<br />

door toch zou wei het peil van de <strong>Vecht</strong> zelve worden gebaat,<br />

doch ten koste van de uitgestrekte waterschappen links en<br />

rechts van de <strong>Vecht</strong>, die nu immers bij hooge <strong>Vecht</strong>standen<br />

in het geheel niet meer zouden kunnen loozen en dus in<br />

slechter in plaats van in beter toestand zouden komen.<br />

Na deze weinig bemoedigende uitkomst bleef de <strong>Vecht</strong>kwestie<br />

voorloopig rusten. Zij kwam eerst weder ter sprake toen in 1870<br />

de polders Stiehl en Holland zich bij de Sta,ten van Utrecht<br />

over de hooge <strong>Vecht</strong>standen beklaagden. Een gevolg hiervan

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!