20230411_JVS-ONLINE

- 45- tot 64-jarigen: 90,4% (ten opzichte van 91,8% in 2021)
- 65-plussers: 95,2% (ten opzichte van 96,2% in 2021)
- opleidingsniveau lager onderwijs: 83,6% (ten opzichte van 86,1% in 2021)
- opleidingsniveau lager secundair onderwijs: 92,0% (ten opzichte van 90,3% in 2021)
- opleidingsniveau hoger secundair onderwijs: 88,0% (ten opzichte van 91,5% in 2021)
- opleidingsniveau hoger onderwijs: 94,1% (ten opzichte van 96,9% in 2021)
- mensen van buitenlandse afkomst: 78,6% (ten opzichte van 81,2% in 2021)
Zoals aangetoond behaalt VRT alle bereikdoelstellingen uit haar beheersovereenkomst. Ten opzichte van 2021 is het bereik gedaald
op bijna alle doelgroepen maar toen haalde VRT de hoogste cijfers ooit. De cijfers voor 2022 liggen wel in de lijn van 2019 en 2020
(met een licht verschillende meetmethode). Op niveau van de doelgroepen waren er weinig grote verschuivingen. De belangrijkste
bereikuitdagingen zijn een gevolg van een kloof op het vlak van leeftijd, opleiding en herkomst.
KPI 10
De VRT streeft naar diversiteit in beeldvorming in het gehele intern en extern geproduceerde videoaanbod,
uitgezonderd programma-aankoop (waar diversiteit ook een aandachtspunt is):
- geslacht: van 40% vrouwen naar 48% in 2025,
- afkomst: van 7,5% personen met buitenlandse herkomst 6 naar 9,5% in 2025,
- handicap: van 1,5% naar 2% in 2025.
Betrokken streefcijfers vormen uitdrukkelijk niet het voorwerp van (positieve) discriminatie. De evolutie
inzake de realisatie ervan wordt nagegaan via representatieve steekproeven, niet op grond van rigide telen
turfsystemen.
“VRT streeft ernaar om de Vlaamse samenleving zo goed mogelijk te
weerspiegelen.”
Om haar rol als publieke omroep waar te maken streeft VRT ernaar om de Vlaamse samenleving zo goed mogelijk te weerspiegelen.
Dat doet ze enerzijds door in te zetten op het verbeteren van de representativiteit van de diverse bevolkingsgroepen in haar
aanbod en anderzijds door van hen een genuanceerd beeld te tonen. Om de streefcijfers te halen discrimineerde de omroep in
geen enkel geval (positief).
De schermaanwezigheid van specifieke bevolkingsgroepen werd onderzocht aan de hand van representatieve steekproeven 7 . Het
aandeel van verschillende bevolkingsgroepen ten opzichte van het totaal aantal sprekende actoren in het videoaanbod bedroeg:
- vrouwen: 40,8% (ten opzichte van 40,1% in 2021);
- personen met een handicap: 1,7% (ten opzichte van 1,9% in 2021);
- personen met buitenlandse herkomst: 12,2% (ten opzichte van 9,5% in 2021).
Het hogere aandeel van personen met buitenlandse herkomst kent een dubbele verklaring. Enerzijds is het een verderzetting
van de structurele stijging uit de voorbije jaren. Anderzijds is er een “Oekraïne-effect” doordat vaak Belgen van Oekraïense
afkomst of Oekraïense vluchtelingen die in ons land verblijven aan het woord kwamen in het videoaanbod.
De schermaanwezigheid telt het aantal personen dat aan het woord komt en dus niet hun spreektijd. Het is daarnaast belangrijk
om aandacht te besteden aan enkele onderliggende tendensen. Zo nemen vrouwen steeds vaker een dragende rol in. Dat
is bijvoorbeeld het geval voor nieuwe fictiereeksen die evolueren naar een 50-50-verdeling van vrouwen & mannen. Het is
belangrijk om personen met een beperking te tonen op een genuanceerde en inclusieve manier, bijvoorbeeld als deelnemer
aan een quiz of als expert in een informatief programma. Ook daar boekt VRT vooruitgang. Het cijfer van personen met een
migratieachtergrond wordt steeds beter, maar VRT vindt het evenzeer belangrijk dat er inhoudelijk ook een betere representatie
is van deze bevolkingsgroep. Zo komen personen met een migratieachtergrond steeds vaker aan bod zonder dat hun herkomst
onderwerp is van een programma.
KPI 11
De VRT streeft naar een meer diverse samenstelling van haar personeelsbestand, afhankelijk van de
instroom die gerealiseerd kan worden:
6 Zie voetnoot 4.
7 Bron: Monitor Diversiteit – Onderzoek van Universiteit Antwerpen en Universiteit van Amsterdam, in opdracht van VRT.
20