A molecular cytogenetic analysis of chromosome behavior in Lilium ...

SamenvattingDaarnaast is ook de genoom samenstelling van een populatie van seksueel gepolyploïdiseerdeAOA hybriden geanalyseerd. Resultaten laten zien dat er in allopolyploïde lelies geenaanwijzingen zijn voor chromosoom translocaties. De gelijke uitsplitsing van reciproke enniet-reciproke recombinanten laat zien dat de intergenomische recombinatie in seksueelgepolyploïdiseerde nakomelingen inderdaad het resultaat is van normale chiasmata formatieen overkruising en als zodanig niet beschouwd moeten worden als translocatie zoalsgesuggereerd in de literatuur over intergenomische recombinatie. Dit wordt verder bevestigddoor meiotische analyse van de interspecifieke F1 hybriden.Gedetailleerde meiose observaties zijn uitgevoerd in interspecifieke hybriden tussenLongiflorum × Aziaat cultivar groepen welke zijn gebruikt als ouders om seksueelgepolyploïdiseerde planten met intergenomische recombinatie te genereren. Combinaties vanzowel bivalenten met twee homoeologe chromosomen, als ongepaarde univalenten waren demeest voorkomende configuraties. Echter twee genotypen bevatten multivalenten enbivalenten van niet homologe Aziaat chromosomen. Dit is een aanwijzing voor deaanwezigheid van een duplicatie tussen twee niet homologe chromosomen in deze hybriden.Een reciproke translocatie in de Aziatische ouder ‘Connecticut King’ moet hieraan tengrondslag hebben gelegen en de twee afwijkende genotypen zijn uit duplicatie deficiëntegameten ontstaan.Resultaten van anafase I laten zien dat chiasma formatie met niet-zuster chromatidenresulteert in dubbel strengs enkel, dubbel strengs dubbel, drie strengs dubbel, vier strengsdubbel en meervoudige overkruisingen. Opmerkelijk was de hoge frequentie vanmeervoudige overkruisingen in de genotypen met de duplicatie wat een indicatie is voor hetwegvallen van recombinatie onderdrukking in multivalenten. Naast de normaleoverkruisingen werden ook chromosoom bruggen in de anafase I waargenomen. GISH enFISH laten zien dat deze bruggen ontstaan tussen zowel niet zuster chromatiden als zusterchromatiden. De chromosoom bruggen bestaan uit gelijke delen terwijl de bijbehorendefragmenten verschillende lengtes hebben. Deze resultaten wijzen erop dat de chromosoombruggen en de bijbehorende fragmenten zijn ontstaan door zgn. U-type chromosoomuitwisselingen. Naast homologe recombinatie (HR), hebben niet homologe uiteindeverbindingen (in het Engels: Non Homologous End Joining) waarschijnlijk geleid tot hetontstaan van de chromosoom bruggen bij de reparatie van dubbel strengs breuken (DSB)tijdens de meiose.Nakomelingen van eenzijdige polyploïdisatie in kruisingen van LA hybriden en Aziatischecultivars waren hoofdzakelijk triploïd. Echter in drie bijzondere planten is het chromosoom106