05.05.2013 Views

september 2011 - Nederlandse Liga tegen Epilepsie

september 2011 - Nederlandse Liga tegen Epilepsie

september 2011 - Nederlandse Liga tegen Epilepsie

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

is er cerebellaire atrofie op de MRI scan. Binnen sommige<br />

families met EA2 komt absense epilepsie voor.<br />

Dyskinesie en epilepsie<br />

De paroxysmale dyskinesieen worden gekenmerkt door<br />

aanvalsgewijze pijnloze dystone en/of choreatiforme<br />

bewegingen. De paroxysmale dyskinesieen worden in 4<br />

categorieen ingedeeld: 1. Kinesiogeen (PKD), 2. Uitgelokt<br />

door inspanning (exercise-induced, PED), 3. niet kinesiogeen<br />

(PNKD) en 4. Hypnogeen (PHD). Benign familial<br />

infantile seizures (BFIS) zijn geassocieerd met paroxysmale<br />

kinesiogene dyskinesie (PKD): het infantile convulsions and<br />

paroxysmal choreoathetosis syndrome ofwel ICCA syndroom<br />

(Deprez et al., 2008). De partiële of secundair gegeneraliseerde<br />

insulten treden vaak op in clusters en gaan<br />

spontaan na enkele jaren in remissie. De PKD begint op<br />

de leeftijd van vijf tot achttien jaar. De combinatie van<br />

paroxysmale inspannings geïnduceerde dyskinesie (PED)<br />

met Rolandische epilepsie en schrijverskramp wordt<br />

vermoedelijk veroorzaakt door mutaties in hetzelfde gen.<br />

Het locus is gelokaliseerd pericentrisch op chromosoom<br />

16, maar het gen zelf is nog niet geïdentificeerd. Het<br />

codeert waarschijnlijk voor een ionkanaal.<br />

PED, al dan niet in combinatie met epilepsie, met een<br />

positieve familieanamnese, is beschreven bij patiënten<br />

met een SLC2A1 mutatie (Klepper, <strong>2011</strong>). Dit gen codeert<br />

voor GLUT1, een celmembraam gebonden eiwit dat het<br />

glucose transport over de bloedhersenbarrière faciliteert.<br />

Mutaties leiden tot een gebrek aan glucose voor de<br />

hersenen. Er is een scala aan epileptische aanvalstypen<br />

beschreven bij deze patiënten. Bij deze atypische vorm<br />

van het GLUT1 deficiëntie syndroom is de intelligentie<br />

normaal of er is hoogstens een milde retardatie. Het<br />

eerder beschreven klassieke fenotype ‘GLUT1 deficiëntie<br />

syndroom’ wordt gekarakteriseerd door therapie-<br />

resistente epilepsie welke ontstaat in de eerste zes<br />

levensmaanden, verworven microcefalie, hypotonie of<br />

spasticiteit, ataxie, bewegingsstoornissen en retardatie.<br />

Het betreft hier ernstige spontane mutaties. De diagnose<br />

wordt gesteld door het onder gestandaardiseerde<br />

omstandigheden bepalen van de glucose ratio hersenvloeistof/bloed,<br />

welke is verlaagd (hypoglycorrhachie) en<br />

gendiagnostiek. De diagnose is belangrijk vanwege de<br />

therapeutische consequenties. Patiënten reageren goed<br />

op een ketogeen dieet. De ketonen zijn een alternatieve<br />

brandstof voor de hersenen. Zeer recent is beschreven dat<br />

SLC2A1 mutaties voorkomen bij 5 procent van de kinderen<br />

met myoclonische astatische epilepsie (syndroom van<br />

Doose) en bij 10 procent van de kinderen met absences<br />

met een debuut voor het vierde levensjaar. Verschijnselen<br />

van PED kunnen bij deze kinderen zeer discreet zijn<br />

of ontbreken. Bij patiënten met een PD moet in de<br />

Genetica en epilepsie<br />

anamnese niet alleen gevraagd worden naar voorkomen<br />

van PD in de familie, maar ook naar epilepsie.<br />

Tot slot<br />

De genetische relatie tussen epilepsie, migraine en bewegingsstoornissen<br />

zoals ataxie wordt bevestigd door<br />

het voorkomen van alle drie de symptomen bij patiënten<br />

met mutaties in FHM en EA genen. Veranderingen in ionkanalen,<br />

die de oorzaak zijn van hyper of hypo-excitatie,<br />

liggen ten grondslag aan de overlap in klinische symptomen<br />

en vormen een aangrijpingspunt voor behandeling.<br />

Nieuwe inzichten in pathofysiologische mechanismen<br />

kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van nieuwe medicijnen<br />

en daardoor aan het meer gericht medicamenteus<br />

behandelen van patiënten. Ook kan het de basis vormen<br />

voor de keuze van een andere, niet-medicamenteuze behandeling,<br />

zoals bij mutaties van het SLC2A1 gen. Anderzijds<br />

wordt het er voor de clinicus niet gemakkelijker op.<br />

Er worden steeds meer genen bekend, één gen kan verschillende<br />

ziektebeelden veroorzaken, en één ziektebeeld<br />

kan worden veroorzaakt door mutaties in verschillende<br />

genen. Hierdoor ontstaat er een toenemende behoefte aan<br />

een nauwe samenwerking tussen de (kinder)neuroloog en<br />

klinisch geneticus bij het interpreteren van de resultaten<br />

van genetisch aanvullend onderzoek.<br />

Referenties<br />

Crompton DE, Berkovic SF. (2009) The borderland of epilepsy:<br />

clinical and molecular features of phenomena that<br />

mimic epileptic seizures. Lancet Neurol 8(4):370-381.<br />

Deprez L, Weckhuysen S, Peeters K et al. (2008) Epilepsy<br />

as part of the phenotype associated with ATP1A2 mutations.<br />

Epilepsia 49(3):500-508.<br />

Espeche A, Cersosimo R, Caraballo RH. (<strong>2011</strong>) Benign<br />

infantile seizures and paroxysmal dyskinesia: A welldefined<br />

familial syndrome. Seizure.<br />

Haan J, Terwindt GM, Van den Maagdenberg AM et al.<br />

(2008) A review of the genetic relation between migraine<br />

and epilepsy. Cephalalgia 28(2):105-13.<br />

Rajakulendran S, Schorge S, Kullmann DM et al. (2007)<br />

Episodic ataxia type 1: a neuronal potassium channelopathy.<br />

Neurotherapeutics Apr;4(2):258-66.<br />

Klepper J. (<strong>2011</strong>) GLUT1 deficiency syndrome in clinical<br />

practice. Epilepsy Res.<br />

Kullmann DM. (2010) Neurological channelopathies. Annu<br />

Rev Neurosci 33:151-72.<br />

Russell MB, Ducros A. (<strong>2011</strong>) Sporadic and familial hemiplegic<br />

migraine: pathophysiological mechanisms, clinical<br />

characteristics, diagnosis, and management. Lancet<br />

Neurol 10:457-470.<br />

Stroink H. ( <strong>2011</strong>) Wat is er nog idiopatisch bij idiopathische<br />

epilepsie? <strong>Epilepsie</strong>, periodiek voor professionals 09:<br />

21-23.<br />

Periodiek voor professionals 09 | nr 3 | <strong>2011</strong> 25

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!