Nadere toegang nr. 122 - Gemeente Schiedam

NADERE TOEGANG 122
hetgene hij verder zou mogen pretenderen uit de bescheiden, hierin gesmolten en geassiopieerd dat
de koper de kooppenningen betalende de woning in vrije eigendom zal genieten. Des zal hij koper
afstand doen van de lijftocht van de helft van het legaat van f 2.000 door Elant van der Mast, de koper
weder moet bevrijden van het legaat van de voorsz. f 800, zijn halve broeder besproken en de verdere
rest tot f 1.000 toe, zijnde de helft van het legaat van de voorsz. f 2.000 (ingeval hetzelve zou moeten
worden betaald) aangezien de koper zijn helft heeft voldaan. Alles in conformite van de voorsz.
liquidatie en koopvoorwaarden bij partijen ondertekend. Dirck van der Mast geassisteerd als voren,
mitsgaders de weesmeesters van Schiedam als oppervoogden hebben heden opgedragen aan de
voorn. secretaris Nieupoort de voorn. woning als huis, schuur, barg en geboomte met 23 morgen land,
belend de woning in het dorp Kethel bezijden de kerk, 16 morgen in Spaland, zijnde goed spaland, ten
W: de Molensloot, ten N: de oude Vlaarding, ten O: de kinderen of erfgenamen van Willem Arentsz. te
Delft en ten Z: de Vlaardingseweg. Nog 7 morgen land in Vlaardinger-ambacht, belend ten O: de
Harreweg, ten Z: en W: Jacob Jansz. Hoijcaes en de heer van Mathenesse en ten N: de oude
Vlaerding. Vrij en niet belast.
Nr. 48 folio 37 d.d. 08-08-1629.
Dirck Dircxz. gehuwd met Maertgen Lenertsdr. welke weduwe was van Pieter Jansz. Slooff voor de
ene helft, mitsgaders Pieter Pietersz., Cornelis Pietersz. en Willem Arijensz. Couwenhove gehuwd
met Maertgen Pietersdr., kinderen van de voorn. Slooff, voor de andere helft, hebben verkocht aan
Pieter Pietersz. Poot de oude, 1 morgen land gemeen in een kamp van 2 morgen waarvan de andere
morgen de koper cum suis toekomt, belend ten W: Cornelis Arijensz., ten N: de Woudweg, ten Z:
jonkheer Johan heer van Mathenesse en ten O: Bruno van der Dussen. Vrij en niet belast. De koper
zal zich tevreden moeten houden met het contract tussen hem comparant en de regenten van het St.
Jacobs Gasthuis te Schiedam. Betaald met de somme van f 300 carolus, contant geld.
Nr. 49 folio 37v. d.d. 21-12-1629.
Trijntgen Lenertsdr. weduwe Cornelis Cornelisz. Quant geassisteerd met Joris Nieupoort secretaris
alhier haar gekozen voogd, ter ene zijde, mitsgaders Cornelis Jorisz. Poldervaert, Pieter Lenertsz. van
der Velde en Jan Cornelisz. Quant als voogden van de 2 voorkinderen van Cornelis Cornelisz. Quant
verwekt bij Jannitgen Lenertsdr. zijn eerste huisvrouw, genaamd Jan Cornelisz. oud 8 jaar en Cornelis
Cornelisz. 6 jaar, nog de voorn. Jan Quant vervangende Cornelis Cornelisz. Quant zijn broeder als
voogden van de 2 nakinderen van Cornelis Cornelisz. Quant, verwekt bij de voorn. Trijntgen
Lenertsdr., genaamd Jannitgen Cornelis 4 jaar en Lenert Cornelisz. 2 jaar. Zij zijn geaccordeerd na
examinatie van de inventaris van de boedel. Trijntgen Lenertsdr. is gehouden de voorsz. 4 kinderen te
onderhouden en alimenteren tot hun huwelijke staat of ouderdom an 18 jaar, mitsgaders te laten leren
lezen en schrijven en een handwerk. Voorts zal zij betalen en uitkeren de somme van f 325 carolus,
namelijk Jan en Cornelis Quant elk op hun mondige dag of huwelijke staat de somme van f 145,
makende £ 290, mitsgaders aan de 2 nakinderen elk £ 17-10-00 op hun mondige dag. Nog heeft
Trijntgen Lenertsdr. aan de 2 voorkinderen laten volgen een zilveren schorthaak, gekomen van hun
grootmoeder. Te versterven van het ene kind op het andere en bij vooroverlijden van allen op de
gerechte erfgenamen van vaderszijde ab intestato. Hiertegen zal zij weduwe behouden de verdere
boedel met in- en uitschulden. Indien zij de 2 voorkinderen kwalijk onderhoudt voor hun
meerderjarigheid, zullen de voogden hun tot hun nemen op kosten van Trijntgen Lenertsdr. tot de
somme van f 500. Zij verzekert dit op haar huis en barg aan de Vlaardingseweg en voorts op haar
persoon en goederen. Compareerden mede Maerten Lourisz. Carel en Alewijn Cornelisz. schepenen
van Vlaardinger-ambacht en hebben tot nadere zekerheid verbonden 10 hond land in Vlaardingerambacht,
belend ten W: Willem Claesz., ten O: de weduwe van Mees Pietersz., ten N: Willem
Nieupoort secretaris van Schiedam en ten Z: Cornelis Pietersz. Holij cum suis.
Nr. 50 folio 39 d.d. 12-02-1632.
Andries Schieveen secretaris van de baljuwschappen an Delfland met procuratie van jonkheer Johan
Dhiraviosa baljuw, dijkgraaf en ruwaard van de landen van Putten, de procuratie verleden 17-02-1632
onder deszelfs hand, bekent in die kwaliteit verkocht te hebben aan Arent Cornelisz. Stam van
Leeuwen 5 morgen 3 hond land, zijnde kwaad spaland, gelegen aan 3 kampen achter elkaar, belend
in het geheel ten O: Jan Oom Dammisz. en Claes Gijssen, beiden met bruikwaar en ten W: Jacob
Jansz. Hoijcaes en Willem Joosten, met buikwaar en eigen, strekkende voor van de Woudweg tot
achter aan de oude Vlaerding. Vrij en niet belast dan met de normale belastingen. Hij bekent betaald
te zijn met een kustingbrief.
Nr. 51 folio 39v. d.d. eodem die.
Arent Stam van Leeuwen wonende Zouteveen is schuldig aan Jonkheer Johan Dhiraviosa baljuw,
dijkgraaf en ruwaard van de landen van Putten, de somme van f 2.375 carolus, spruitende uit de koop
van de naverbonden 5 morgen 3 hond land. Hij belooft te betalen met ⅓ part contant, ⅓ part St. Pieter
1633 en de rest St. Pieter 1634 en verzekert dit op het voorn. land.
11