Nadere toegang nr. 122 - Gemeente Schiedam

NADERE TOEGANG 122
Pieter Arijensz. smid eiser contra Pieter Willemsz. metselaar wonende Spaland gedaagde om te
hebben betaling van f 6-08-00 ter zake van geaccordeerde penningen. Concludeert tot condemnatie
cum expensis.
Nr. 156 d.d. 09-06-1607.
Pieter Vechtersz. wonende buiten Dordrecht oud 64 jaar attesteert t.v.v. Dammis Jansz. dat de
huizing met boomgaard van Jan Frericxz. en de huizing van Thonis Frericxz. en het erf van Crijn
Swarts, strekkende tot de Vlaardingseweg toe, tezamen zijn gelegen in de ambacht van Spaland.
Voorts verklaart hij dat Lenert Heijndricxz. in zijn leven gewoond hebbende in de ambacht van
Spaland, komende ten huize van Claes Sijmonsz. wonende Vlaardinger-woud, aldaar liet lezen
sommige brieven, inhoudende dat de grond in Spaland was gelegen. Verklaart nog dat Arent
Willemsz. als schout van Kethel ten tijde dat Thonis Gerritsz. zijn deposants stiefvader het schoutambt
van Spaland in pacht had genomen, bedong aan zichzelf onder het schoutambt van Kethel, de voorsz.
huizingen en erven.
Nr. 157 d.d. februari 1608.
Dirck Willemsz. wonende in Sint Joris te Vlaardingen eiser contra Pieter Jorisz. Quack wonende
Vlaardinger-woud gedaagde om te kennen of ontkennen zijn obligatie.
Nr. 158 d.d. ut supra.
Taems Fredricxz. weduwnaar Niesgen Cornelisdr. verzoekt boelhout om de nagelaten goederen van
Niesgen Cornelisdr. voor hem als erfgenaam van zijn huisvrouw, te regeren tot de tijd dat hij met de
erfgenamen zal zijn geaccordeerd, mits doende rekening.
Nr. 159 d.d. 06-09-1608.
Pieter Jorisz. Quack wonende Spaland als vader en voogd van Maertgen Pietersdr. eiser contra Arijen
Pietersz. Holij j.m. wonende Vlaardinger-ambacht gearresteerde, om te hebben betaling van f 80
carolus, achtervolgende zekere uitspraak van 06-11-1607, tot condemnatie en bij prove tot
namptissement cum expensis.
Schepenen gezien hebbende de uitspraak condemneren de gearresteerde bij non comparitie als het
recht hebbende gevioleerd aan de eis met de kosten.
Op 09-09-1608 heeft Pieter Engelsz. vanwege zijn schoonbroeder Arijen Pietersz. Holij betaald in
handen van Pieter Jorisz. Quack de somme van f 80 volgens de eis in confirmatie van het accoord
daarin geroerd. Pieter Jorisz. bekent voldaan en betaald te zijn.
Nr. 160 d.d. 10-01-1609.
Cornelis Graswinckel als mede erfgenaam en administrateur in de nagelaten boedel van Catharina
Duijst eiser contra Pieter Willemsz. metselaar wonende aan de Vlaardingseweg in Spaland gedaagde,
om te hebben betaling van f 150 met de intrest van dien, volgens het verlij van schout en schepenen
alhier gedaan in dato 28-10-1606, mitsgaders nog 3 jaar landpacht volgens de huurceel daarvan
zijnde. Concludeert tot condemnatie en bij provisie tot namptissement en dat het hypotheek bestiaal,
gewas, mobilia en gereedschap van de bouwnering daarvoor verbonden, door de bode ten overstaan
van schepenen in arrest genomen, volgens de inventaris verklaard zullen worden verbonden en
executabel cum expensis.
Pieter Willemsz. bekent de schuld.
Schepenen gehoord hebbende de bekentenis condemneren de gedaagde in de eis met de kosten en
verklaren dat de verbonden hypotheek en andere goederen door de bode in arrest genomen, de
executie de tijd van 3 maanden.
Nr. 161 d.d. ut supra.
Dirck Willemsz. en Jacob Thiemansz. beiden te Vlaardingen met actie van Pieter Jorisz. van zekere
obligatie sprekende op Adriaen Cornelisz. wonende alhier, doende presentatie aan dezelve Adriaen
Cornelisz. als debiteur hiertoe rechtelijk geïnsinueerd zijnde, dat zij comparanten tevreden zijn hem
Arijen Cornelisz. te laten volgen de naasting van de voorn. obligatie, mits hebbende dubbele wijnkoop
en Godspenning.
Adriaen Cornelisz. verklaarde dat hij de naasting begeerde.
Dirck Willemsz. en Jacob Thiemansz. verklaren de obligatie gekocht en betaald te hebben met f 120
en een kinnetje vis.
Adriaen Cornelisz. accepteerde de naasting en verzocht tijd van restitutie te doen binnen 14 dagen,
hetwelk de comparanten als kopers consenteerden op pijne van de naasting verstolen te zijn.
Nr. 162 d.d. ut supra.
Adrijaen Jansdr. huisvrouw van Dirck Maertensz. bode van Kethel eiseres contra Dirck Taemsz.
gedaagde voor betaling van f 3-09-04 van verteerde kosten.
Nr. 163 d.d. 23-05-1609.
Jan Andriesz. wonende Kethel-noord eiser contra Pieter Willemsz. metselaar wonende aan de
Vlaardingseweg gedaagde voor betaling van f 27 over de koop van 9 voeren hooi in de afgelopen
29