Nadere toegang nr. 122 - Gemeente Schiedam

NADERE TOEGANG 122
Willemsz. met bruikwaar, ten W: Jacob Pietersz. van der Arend, ten N: de heer Pauw, heer van
Bennebroek en ten Z: Vrank Cornelisz. Slobbe. Vrij en niet belast. Koopsom f 280, contant geld.
Compareerden mede Leenderd Rokusz. van der Arend en Cornelis Arendsz. Luijk gehuwd met
Trijntgen Rokus van der Arend, kinderen en mede erfgenamen van Rokus Pietersz. van der Arend en
Elisabeth Cornelis Verheul, volgens testament verleden 01-04-1693 voor schout en schepenen van
Nieuweveen. Zij verklaren het getransporteerde land te ontslaan van hun legitime portie.
Nr. 142 folio 114 d.d. 07-08-1698.
Claas Jansz. van Hamburgh gehuwd met Neeltgen Jans Buijck wonende op het Spui omtrent
Hekelingen, Claas Jansz. Buijck wonende Vlaardingen, Abraham Jansz. Buijck wonende Oud-
Mathenesse, Arij Hendricxz. Lieve gehuwd met Machtelt Jans Buijck wonende Abbenbroek en Jan de
Bruijn gehuwd met Maartgen Jans Buijck wonende Rotterdam, kinderen en erfgenamen van Jan
Abrahamsz. Buijck die mede erfgenaam was van Abraham Leendertsz. Buijck, verklaren gezamenlijk
geen recht of actie te hebben op de waarborgtocht verleden voor schout en schepenen van Spaland
op 14-08-1637 t.b.v. (niet ingevuld) Leenderts Buijck, verzekerd op een gedeelte van 3 morgen 2 hond
62 roeden land, door Claas Jorisz. Suijdegeest en Elisabeth Cornelis Verheul zijn huisvrouw, weduwe
Rochus Pietersz. van der Arent, onlangs verkocht aan Laurens van Bleijswijk te Delft.
Volgen dingtalen
Ongenummerde folio’s
Nr. 143 d.d. 13-11-1604.
Jacob Joosten wonende Kralingen en Cornelis Cornelisz. Verhoock wonende Kethel-noord als
voogden van de weeskinderen van zaliger Sijmon Cornelisz. eisers contra Pieter Pietersz. Poot
wonende Spaland, gedaagde om betaling van de somme van f 253-10-00, namelijk f 120 van een jaar
kusting, f 102 volgens obligatie als restant van de gerede penningen. Nog f 31-10-00 over een jaar
rente van de gerede penningen.
De eisers hebben aan de gedaagde verkocht een woning en landen, mitsgaders 7½ hond patrimonie
en leenland. Pieter Pietersz. sustineerde minder te hebben ontvangen dan hem aan de woning
verkocht was, volgens meting door Mathijs Beijn gezworen landmeter te Delft. Er wordt verzocht
uitspraak van schout en schepenen, niet als rechters maar als arbiters. Zij verklaren dat Pieter
Pietersz. zal korten de somme van f 315 carolus, te weten f 115 van de gerede penningen en de rest
aan de jaarlijkse kustingpenningen met f 14-13-12 per jaar. De kosten half om half.
Nr. 144 d.d. ut supra.
Theuntgen Pietersdr. weduwe Pouwels Anthonisz. geassisteerd met Lenert Cornelisz. haar gekozen
voogd, verzoekt boelhout om de nagelaten boedel te regeren ter oorbaar van de 9 weeskinderen, door
Pouwels Anthonisz. nagelaten.
Nr. 145 d.d. 10-10-1605.
Pieter Willemsz. metselaar vader en voogd van Maritgen Pietersdr. eiser contra Lubbert Anthonisz.
wonende Vijfsluizen gearesteerde om te hebben betaling van f 4-10-00 voor de tijd die Maritgen
Pietersdr. gediend heeft ten huize van Lubbert Anthonisz.
Schepenen continueren deze zaak tot de naaste vierschaar, mits de gearresteerde zal volgen copie
uit de notulen.
Nr. 146 d.d. ut supra.
Cornelis Herpersz. verzoekt absolutie met de kosten tegen Dammis Jansz. schout van Spaland die
had doen dagvaarden Dirck Taemsz. zoon van Taems Fredericxz. schepen van Spaland. Hiertegen
sustineert Dammis Jansz. dat de zaak tussen hem en Taems Fredericxz. vader van de gedaagde,
zijnde minderjarig en onder zijn vader staat, was afgedaan en de gedaagde geboden was naar huis te
gaan. Concluderende daarom dat Cornelis Herpersz. (als zonder last aan de vierschaar gekomen)
gecondemneerd zal worden in de boete volgens ordonnantie van de vierschaar.
Schepenen ontzeggen Cornelis Harparsz. zijn verzochte comparitie, mitsgaders de schout zijn
conclusie en compenseren de kosten om redenen.
Nr. 147 d.d. 05-11-1605.
Lubbert Anthonisz. wonende Vijfsluizen verklaarde door Pieter Willemsz. metselaar als vader en
voogd van zijn dochter, gearresteerd te zijn. Aangezien Pieter Willemsz. geen eis heeft gedaan
verzoekt de gedaagde cum paruit en ontslag uit het arrest en Pieter Willemsz. te laten condemneren
in de kosten.
Schepenen vergunnen de gedaagde zijn verzochte vum paruit cum expensis en ontslaan de
gedaagde uit het arrest, bij zo verre de arrestant staande vierschaar niet is gecompareerd.
Nr. 148 d.d. ut supra.
27