Nadere toegang nr. 122 - Gemeente Schiedam

NADERE TOEGANG 122
Heijndricxdr. Verburgh, zonder descendenten na te laten binnen Schipluiden overleden. Getaxeerd op
(niets ingevuld).
Nr. 115 folio 88 d.d. 30-03-1675.
De schout en schepenen hebben getaxeerd op verzoek van de secretaris van Schiedam de
navolgende landen, nagelaten door Mr. Cornelis van der Dusse, in leven secretaris van Schiedam, ten
eerste de helft van 2 morgen land, op f 450 in het geheel. Nog 2 morgen 165 roeden land, op iedere
morgen f 450. Nog 8 hond land, iedere morgen op f 425. En nog 1 morgen 4 hond land, iedere
morgen op f 400.
Nr. 116 folio 88v. d.d. 17-06-1677.
De schout en schepenen hebben getaxeerd op verzoek van de secretaris van Schiedam, 2 morgen
land aan de Woudweg, nagelaten door Maertjen Isbrants jonge dochter, overleden te Schiedam, op
de somme van f 550.
Nr. 117 folio 89 d.d. 28-06-1677.
Jacob van Wassenaer verlijdt aan jonkvrouw Florentina van Mathenesse oud 8 jaar, haar
aangekomen bij overlijden van haar broeder jonkheer Willem van Mathenesse, in leven heer van
Rasquart, zoon van Willem van Mathenesse heer van Rasquart, verwekt bij vrouwe Margarta
Valckenaer, die het aangekomen was bij overlijden, mitsgaders de brieven van octrooi van de Staten
van Holland en testament van wijlen Gijsbrecht van Mathenesse en Assewijn, in leven heer van
Mathenesse, Rivier, Opmeer, Zouteveen, Sterkenburg, Brakel, zijn neef. De brieven van octrooi en
testament is in het leenregister van Wassenaar geregistreerd betreffende de navolgende landen, als
haar voorzaten van het Huis van Wassenaar gehouden hebben, te weten in de ambacht van Kethel
12 morgen land, in de Schiepolder op de Broek 4½ morgen land, in Spaland 11 morgen land en nog 7
morgen. Theophilus Swaerdecroon heeft deze lenen verheerwaard voor Florentina van Mathenesse in
handen van Willem van Persijn stadhouder van lenen van Wassenaar.
Nr. 118 folio 90 d.d. 12-05-1679.
Theophilus Swaerdekroon met procuratie van Margareta Valckenaer douairière van Rasquart, vrouwe
van Sterkenburg, etc. als moeder en voogdesse van Florentine van Mathenesse, kind(eren) van de
voorn. vrouwe van Rasquart, de procuratie verleden voor Johannis Overkant notaris te Utrecht op 08-
04-1677, welke na openbare veiling heeft verkocht aan Gerrit Joppen van Velsen wonende ambacht
van Kethel, 2 morgen 3 hond patrimoniaal land, belend ten Z: de 3½ morgen verkocht aan Arijen
Arijensz. van Leeuwen en Gerrit Cornelisz. Horenwegh, ten W: Joris Cornelisz. van der Houven, ten
N: Cornelis Francken Slobbe en ten O: kapitein Gerard van der Dusse. Vrij en niet belast. Florentina
en Maria van Mathenesse verbinden hieraan al hun goederen. Koopsom f 787-1-00, boven een
stuiver van iedere gulden tot rantsoen, contant geld.
Nr. 119 folio 91 d.d. eodem die.
Theophilus Zwaerdecroon in kwaliteit als voren beschreven heeft verkocht aan Arijen Arijensz. van
Leeuwen en Gerrit Cornelisz. Horenwegh 3 morgen 3 hond land, belend ten O: kapitein Gerard van
der Dusse, ten Z: de oude Vlaarding, ten W: Joris Cornelisz. van der Houven en ten N: Gerrit Joppen
van Velsen. Vrij en niet belast. Hij verbindt hieraan de goederen van Florentina en Maria van
Mathenesse. Koopsom f 645-18-00 boven 1 stuiver van iedere gulden tot rantsoen, contant geld.
Nr. 120 folio 91v. d.d. eodem die.
Arijen Arijensz. van Leeuwen wonende Schiedam heeft verkocht aan Gerrit Cornelisz. Horenwegh de
helft van 3 morgen 3 hond land. Vrij en niet belast. Koopsom f 339, contant geld.
Nr. 121 folio 92 d.d. 11-10-1681.
Willem Willemsz. Hoogerwerff uit naam van Marijtjen Cornelis weduwe Cornelis Pietersz. Romeijn
exhibeerde het testament van Cornelis Romeijn en zijn huisvrouw gemaakt en verleden voor notaris
Heijndrick de Man te Schiedam op 14-01-1681 waarbij het gerecht van Spaland was gesecludeerd en
zij Marijtgen Cornelis als langstlevende was gesteld tot voogdesse en 2 bloedvrienden van de
overledene, te weten Sijmon Pietersz. Romeijn en Pleun Gabrielsz. van der Koij als voogden.
Nr. 122 folio 92v. d.d. 16-04-1683.
Wilhem van Ruijven notaris te Delft met procuratie van juffrouw Maria van Ruijven weduwe Maerten
Graswinckel, in leven burgemeester van Delft en van Dirck van Ruijven, de voorn. Wilhem van Ruijven
voor zichzelf en nog met procuratie van zijn zuster Catharina van Ruijven en zijn broeders Harmen,
Pieter en Jacobus van Ruijven, nog met procuratie van Mr. Gerard Lieftingh en nog in kwaliteit met de
voorn. Gerard Lieftingh en Mr. Maerten Hoogenhouck secretaris van de Grote Visserij, als gestelde
curatoren over de persoon en goederen van Harmen Bruijnsz. van Ruijven, beiden kinderen van Mr.
Bruno van Ruijven en alle gesubmitteerden mede erfgenamen van Margareta van Ruijen weduwe
doctor Franco van Beest en mede pocuratie hebbende van zijn mede curatoren, de procuraties allen
verleden voor notaris Johannes Fijck te Delft in dato 04-12-1682, 31-03-1683 en 11-04-1683. De
comparant heeft in die kwaliteit opgedragen t.b.v. Catharina van Ruijven weduwe Pieter
23