Deur Christus Alleen - AH Bogaards
Deur Christus Alleen - AH Bogaards
Deur Christus Alleen - AH Bogaards
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Profetisch: de vloek wordt door Gods profeet, namens Hem als deel van Gods Woord uitgesproken.<br />
Het is aankondiging van Gods oordeel en wijst profetisch heen naar het eindoordeel.<br />
Confessioneel: De vijanden van God kunnen geen vrienden van de gelovige zijn. Zonder<br />
verheffing moeten de gelovigen hun eenheid met <strong>Christus</strong> belijden, ook ten opzichte van de<br />
vijanden. Het antwoord op vraag 52 van de catechismus is veelzeggend, nl.: "Dat ik in alle<br />
droefenis en vervolging met een opgericht hoofd dezelfde Zaligmaker die Zich tevoren om<br />
mijn zonde voor het strafgericht van God gesteld en de vloek geheel en al van mij weggenomen<br />
heeft, als een Rechter uit de hemel verwacht (a) die al zijn en mijn vijanden in de<br />
eeuwige verdoemenis zal werpen (b) maar mij met al de uitverkorenen tot Hem in de hemelse<br />
blijdschap en heerlijkheid zal nemen".<br />
Hoe rijmen wij nu Psalm 139 vers 21 en 22 met de Nieuwtestamentische opdracht dat wij<br />
onze vijanden moeten liefhebben? Het gaat hier om onze interpersoonlijke verhoudingen<br />
maar dan mogen wij nooit vergeten dat wij God boven alles moeten liefhebben en dan komt<br />
Openbaring 2:6 ons te hulp: "Maar dit hebt u, dat u de werken van de Nicolaieten haat, die Ik<br />
ook haat."32 Het woord "werken" wijst erop dat het niet om een persoonlijke haat maar wel<br />
een principiële haat gaat. Het gaat dus hier om een verbondswraak. Wij moeten de sonde<br />
haten, maar de zondaar liefhebben. Laat ons daarom ook onze kinderen leren om principieel<br />
te haten. Wij vinden ook nog dankliederen van de enkeling (30; 32; 41; 65; 116; 138) en ook<br />
van het volk (67 en 107). De vertrouwensliederen zijn verwant aan de dankliederen (11; 16;<br />
23; 62 en 129).<br />
Er zijn ook liederen die de wet bezingen (19 & 119).<br />
Ook de wijsheidspsalmen (49; 71) bevatten levenswijsheid.<br />
Van de al genoemde Psalmen worden als liturgieën gekarakteriseerd (15; 24; 134) vanwege<br />
de dialoogvorm. Belangrijk zijn de profetische liturgieën waarin een Godsopenbaring gegeven<br />
wordt (12;50en75).<br />
Ten slotte willen wij nog noemen de historische Psalmen waarvan Ps. 78 één van de belangrijkste<br />
is. Deze Psalm is een historisch-didactisch lied wat de openbaringsgeschiedenis<br />
rondom de uitverkiezing van Juda centreert. Het koningschap van David termineert niet het<br />
gedicht, maar leidt de korte profetische visie van de koning-herder vss: 70-72. Profetisch —<br />
de bestendige troon van David in <strong>Christus</strong>. Het gebruik van de eerste persoon in vs. 1 & 2<br />
kan niet beperkt worden tot Asaf, omdat de verteller (Asaf) zelf de overlevering wil laten<br />
voortleven in "raadsels en spreuken" d.w.z. in dichtvorm. Het is niet het voorrecht van Asaf<br />
alleen om de heilsgeschiedenis door te vertellen. Daartegenover zijn bv. De visioenen van<br />
Johannes in Openbaring 21 geen deel van historisch gebeuren, maar een gezicht wat net hij<br />
gezien heeft. Door de eerste persoon (mij, ik) van Ps. 78 en Openbaring 21 op één niveau te<br />
stellen is taalkundig en hermeneutisch onhoudbaar.<br />
De Psalmen als cultische liederen<br />
Er wordt algemeen aanvaard dat er van de Psalmen als liederen in de liturgie van Jeruzalems<br />
tempel gebruikt zijn. Al voor de ballingschap waren in de tempelliturgie zang en muziek<br />
(2 Sam. 6:5; Amos 5:23; I Kron. 6:31-33; 15:16-29; 16:4-7, 41-42; 23:5, 30; 25:1-7;<br />
II Kron. 5:12; 7:6; 29:30 en 35:15). Op andere plaatsen worden de muziekinstrumenten die in<br />
de eredienst gebruikt zijn vermeld (Ps. 150:3-5; I Kron. 15:19-21,24; 16:5,42; II Kron. 5:12-<br />
13). De namen van Asaf, Korach, Heman, Etan en Jedutun die in de opschriften van bepaalde<br />
Psalmen voorkomen wijzen erop dat er psalmen gezongen zijn, omdat hun namen met de<br />
tempelzang verbonden zijn. (I Kron. 6:33, 44; 15:17-19; 16:5, 4142; 25:1-7, II Kron. 5:12;<br />
20:19). Ook in de opschriften van veel Psalmen vinden we muzikale termen zoals "met snareninstrumenten",<br />
"op fluiten", "voor de muziekleider", enz. We vinden ook cultische aanwijzingen<br />
in de opschriften van bepaalde Psalmen zoals "bij het lofoffer" (100:1) "bij het gedenkoffer"<br />
(38:1; 70:1). Waar de uitroep "Halleluja" in de tekst van een Psalm voorkomt is het<br />
een bewijs dat die Psalm voor de liturgie of cultus bedoeld is, omdat het een bevel is om God<br />
te loven (111-118). Deze Psalmen zijn tijdens de viering van het paasfeest gezongen. (Mark.<br />
14:26). De inhoud van Ps. 24 toont ook dat het tijdens de eredienst in de tempel gebruikt is.