Bijlage 5 Cultuurhistorische effectrapportage
Bijlage 5 Cultuurhistorische effectrapportage
Bijlage 5 Cultuurhistorische effectrapportage
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
1 INLEIDING<br />
1 .l Uitgangspunten en<br />
begripsomschrijvingen<br />
In het gebied tussen Utrecht en Vleu-<br />
ten/De Meern zal in de komende jaren<br />
een nieuwe stad verrijzen. Nu is het<br />
een vrij open, agrarische streek, waar-<br />
aan de ontstaansgeschiedenis goed af<br />
te lezen is. In de nabije toekomst zal het<br />
gebied de westelijke stadsrand van<br />
Utrecht en de overgang naar de kernen<br />
van Vleuten en De Meern vormen. Het<br />
landschap staat dus op het punt een<br />
ingrijpende verandering te ondergaan.<br />
Bij dat proces kan geen enkele aan-<br />
dacht aan sporen van de ontstaansge-<br />
schiedenis geschonken worden. Zij<br />
kunnen echter ook als uitgangspunten<br />
voor de nieuwe inrichting van het<br />
gebied dienen en voor een belangrijk<br />
deel gespaard worden.<br />
Om deze laatst genoemde manier van<br />
werken te kunnen realiseren, is deze<br />
rapportage gemaakt. Een sleutelbegrip<br />
daarin is de cultuurhistorische hoofd-<br />
structuur.<br />
Onder cultuurhistorische hoofdstruc-<br />
tuur wordt hier verstaan:<br />
de samenhorig van de zichtbare en<br />
onzichtbare (= ondergrondse) door<br />
mensenhand en/of de natuur in het<br />
verleden gemaakte of veroorzaakte<br />
elementen en structuren in een land-<br />
schap. Als einddatum wordt hier ca.<br />
1950 aangehouden.<br />
Belangrijke onderdelen in die hoofd-<br />
structuur zijn onder meer: al dan niet<br />
verlande waterwegen, wegen en pa-<br />
den, de perceelsindeling, de aankle-<br />
ding van het landschap met bijvoor-<br />
beeld bossages of bomenrijen, neder-<br />
zettîngsstructuren, individuele gebou-<br />
wen en -last but not least- het bodem-<br />
archief (de ondergrondse archeologi-<br />
sche overblijfselen), dat van al deze<br />
voorgaande verschijnselen vaak on-<br />
zichtbaar de sporen en resten bewaart.<br />
Hoe meer van deze elementen in<br />
onderlinge samenhang bewaard zijn<br />
gebleven, des te waardevoller is de cul-<br />
tuurhistorische hoofdstructuur. Dat wil<br />
niet zeggen dat geïsoleerd geraakte<br />
objecten per definitie minder belang-<br />
rijk zijn. In hun geval kunnen factoren<br />
als zeldzaamheid, gaafheid en schoon-<br />
heid tot behoud oproepen.<br />
De cultuurhistorische <strong>effectrapportage</strong><br />
(CHER) is bedoeld om componenten<br />
van de cultuurhistorirche hoofdstruc-<br />
tuur te inventariseren en aan te geven<br />
welke onderdelen meer en welke min-<br />
der van belang zijn. Het doel is deze<br />
gegevens vervolgens te gebruiken bij<br />
de te ontwikkelen plannen.<br />
Voor de archeologische aspecten is<br />
gebruik gemaakt van de resultaten van<br />
de inventarisatie van het Regionaal<br />
Archeologisch Archiverings Project<br />
(RAAP) die in 1993 in dit gebied is uit-<br />
gevoerd.<br />
Door het zo zorgvuldig mogelijk<br />
omgaan met de cultuurhistorische<br />
hoofdstructuur blijft de positie van een<br />
gebied ten opzichte van zijn omgeving<br />
herkenbaar, terwijl voor de nieuwe<br />
bewoners identificatie met het verle-<br />
den van hun woonplaats mogelijk blijft<br />
in meer dan alleen straatnamen.<br />
1.2 Opzet van de rapportage<br />
Veel belangrijke cultuurhistorische<br />
overblijfselen zijn verborgen in de<br />
bodem bewaard gebleven. Omdat de<br />
archeologische resten een andere<br />
benadering en andere beheers- en<br />
bescherrningsmaatregelen behoeven,<br />
worden zij in dit rapport apart bespro-<br />
ken. Dat laat onverlet dat zij een onlos-<br />
makelijk onderdeel vormen van de cul-<br />
tuurhistorische hoofdstructuur.<br />
De opzet van het rapport is daarmee<br />
als volgt. In hoofdstuk 2 wordt de geo-