overeenkomst boiler plate Ab01 - Utrecht.nl - Gemeente Utrecht

13.12. Het risico van waardeverandering van het Ondererfpachtrecht SOV Overbouwing
gaat over op de datum van uitgifte van het Ondererfpachtrecht SOV Overbouwing.
13.13. HC is ermee bekend en aanvaardt dat ten laste van het Ondererfpachtrecht SOV
Overbouwing kwalitatieve verplichtingen en andere privaatrechtelijke bijzondere
lasten en beperkingen kunnen gelden vanwege de overbouwing van het spoor en
aanvaardt deze, behoudens indien het normaal gebruik en/of de normale exploitatie
van het SO Vastgoed daarvan nadeel ondervindt.
Erfdienstbaarheden
13.14. Ten laste van het SO Openbaar Gebied als dienend erf en ten bate van het Ondererfpachtrecht
SOV Overbouwing als heersend erf, worden op de datum van
uitgifte van het Ondererfpachtrecht SOV Overbouwing de navolgende erfdienstbaarheden
gevestigd inhoudende:
a. De verplichting van de eigenaar van het dienend erf om het beheer van het dienend
erf zodanig uit te oefenen dat de kwaliteit daarvan gelijk is aan de kwaliteit
van het beheer van het publiek toegankelijk deel van het Winkelcentrum HC op
de datum van ondertekening van de Overeenkomst, zulks indien en voor zover
de erfpachter van het Winkelcentrum HC dit kwaliteitsniveau handhaaft. In dit
kader zal afstemmingsoverleg plaatsvinden in de werkgroep beheer zoals bedoeld
in artikel 63.1. Indien de erfpachter van het Winkelcentrum HC het kwaliteitsniveau
van het beheer van het Winkelcentrum HC wenst te verhogen, zal de
erfpachter de eigenaar van het dienend erf hierover informeren en met de eigenaar
van het dienend erf overleggen of dezelfde kwaliteitsverhoging ook kan
worden gerealiseerd op het dienend erf;
b. De verplichting van de eigenaar van het dienend erf om te dulden dat door voetgangers
vanaf het heersend erf kan worden gegaan over het dienend erf van en
naar de OV-T, zonder dat de ondererfpachter van het heersend erf daarvoor een
retributie is verschuldigd;
c. De verplichting van de eigenaar van het dienend erf om niet zonder voorafgaand
overleg met de ondererfpachter van het heersend erf de bestemming en/of het
gebruik van (delen van) het dienend erf te wijzigen ten opzichte van de bestemming
en/of het gebruik zoals voortvloeiend uit deze Overeenkomst. Indien de
voornoemde wijziging van de bestemming en/of het gebruik niet verband houdt
met de verwezenlijking van één of meer vastgoedobjecten op het dienend erf, zal
de eigenaar van het dienend erf de desbetreffende wijziging van de bestemming
en/of het gebruik niet doorvoeren indien uit voornoemd overleg voortvloeit dat de
Versie 14, 4 januari 2008 41/120