Moerdijk bestemmingsplan buitengebied - Ruimtelijkeplannen.nl
Moerdijk bestemmingsplan buitengebied - Ruimtelijkeplannen.nl
Moerdijk bestemmingsplan buitengebied - Ruimtelijkeplannen.nl
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Nadere uitwerking 106<br />
Toelichting op tabel 5.4<br />
Binnen de glastuinbouw is sprake van een trend waarbij er verbreding van de oorspronkelijke<br />
teeltactiviteiten plaatsvindt. Naast de op de teelt gerichte activiteiten vinden steeds meer aanverwante<br />
activiteiten plaats, waaronder handel.<br />
Om binnen zone AG de glastuinbouw ook voor de toekomst te behouden, zijn nevenactiviteiten<br />
alleen toegestaan, voorzover deze ondergeschikt zijn aan de teeltactiviteiten (primaire productie),<br />
verwant zijn aan de agrarische hoofdactiviteit en op de eigen teelt betrekking hebben.<br />
Voorbeelden van dergelijke nevenactiviteiten zijn bijvoorbeeld selectie en specialisatie en verkoop<br />
van eigen gekweekte producten.<br />
Veehandelsbedrijven, africhtingsbedrijven voor paarden, foeragehandel en paardenhandel kunnen<br />
relatief veel zwaar verkeer genereren. Deze activiteiten passen in eerste instantie binnen<br />
het karakter van de zone ALO. Omdat niet alle wegen in de zone ALO geschikt zijn voor dit<br />
zware verkeer, wordt dit alleen onder voorwaarden mogelijk gemaakt. Dit zware verkeer is ongewenst<br />
in de nabijheid van de kernen.<br />
Opslag en stalling van goederen zal alleen toelaatbaar zijn, voorzover het goederen betreft die<br />
geen toename van de verkeersaantrekkende werking van bedrijven met zich meebrengen. Aan<br />
opslag wordt bovendien als voorwaarde gesteld dat er geen opslag wordt toegestaan van stoffen/producten<br />
die gevaar of milieuoverlast kunnen opleveren. Opslag dient ook in alle gevallen<br />
in de bestaande bebouwing plaats te vinden.<br />
Bouwmogelijkheden nevenfuncties<br />
Alle nevenactiviteiten die in tabel 5.4 zijn genoemd, dienen binnen de bouwstede of op het<br />
bouwvlak plaats te vinden, óók paardenbakken. Bovendien dienen de bovengenoemde activiteiten<br />
te allen tijde ondergeschikt te zijn aan de hoofdfunctie.<br />
Voor nevenfuncties is de maximale toegestane oppervlakte aan bebouwing 200 m². Door deze<br />
maximummaat wordt voorkomen dat teveel nieuwe bebouwing wordt opgericht, die later mogelijk<br />
benut gaat worden voor niet aan het <strong>buitengebied</strong> gerelateerde activiteiten. Via vrijstelling<br />
kan in incidentele gevallen hiervan worden afgeweken.<br />
Voor een aantal nevenfuncties gelden bovendien maximumoppervlaktematen ten aanzien van<br />
het gebruik. Het brutovloeroppervlak, in gebruik voor een kleinschalige horecagelegenheid en<br />
voor museum/tentoonstellingsruimte, mag niet meer dan 100 m² bedragen. Voor verkoop aan<br />
huis van streekeigen producten geldt een maximale verkoopvloeroppervlakte van 50 m², zodat<br />
geen concurrentie met het voorzieningenniveau in de kernen ontstaat. Voor agrarische loonbedrijven<br />
geldt dat, gezien de aard en omvang van deze activiteit, een maximaal bedrijfsoppervlak<br />
van 500 m² is toegestaan.<br />
De gezame<strong>nl</strong>ijke productieomvang van de niet-agrarische nevenfuncties moet een ondergeschikt<br />
deel (minder dan de helft) blijven vormen van de totale productieomvang van het betreffende<br />
agrarisch bedrijf. Hierbij geldt daarnaast als randvoorwaarde dat de productieomvang van<br />
de niet-agrarische nevenfuncties afzonderlijk in geen geval meer dan 70% mag bedragen van<br />
de minimale omvang van een zelfstandig volwaardig bedrijf in de desbetreffende bedrijfstak.<br />
Bij twijfel over de ondergeschiktheid van de nevenfunctie(s) wordt advies ingewonnen bij de<br />
agrarisch deskundige.<br />
Bij het ontwikkelen van een niet-agrarische nevenfunctie dient voorzover relevant zorg te worden<br />
gedragen voor een goede landschappelijke inpassing. Parkeren dient op eigen terrein<br />
plaats te vinden binnen de bouwstede of het bouwvlak.<br />
5.2.5. Niet-agrarische vervolgfuncties bij voormalige agrarische bedrijven<br />
I<strong>nl</strong>eiding<br />
Gezien de te verwachten ontwikkelingen in de agrarische sector, is het waarschij<strong>nl</strong>ijk dat in de<br />
loop van de planperiode een aantal agrarische bedrijven wordt beëindigd. De vrijkomende panden<br />
in het plangebied zijn onder andere gewild voor bewoning (woonboerderijen) en niet-agrarische<br />
bedrijfsactiviteiten. Deze aantrekkingskracht heeft verschillende oorzaken:<br />
- goedkope vestigingslocatie (vergeleken met bedrijventerreinen);<br />
Adviesbureau RBOI<br />
Rotterdam / Middelburg<br />
264.10404.00