deel 1 - Federaal Wetenschapsbeleid
deel 1 - Federaal Wetenschapsbeleid
deel 1 - Federaal Wetenschapsbeleid
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
42 - Science Connection 9 - december 2005<br />
ste populariteit geniet. Het huidig project over de seksparadox<br />
in het KBIN gaat over mosselkreeftjes (ostracoden),<br />
een heel andere diergroep. Ostracoden hebben ook<br />
twee klepjes, zoals mosselen, maar binnenin zit een<br />
kreeftje, een geleedpotige. Ostracoden komen in ongeveer<br />
alle watertypes voor, marien en niet-marien, zoet<br />
en zout, stromend of stilstaand, enzovoort. Er zijn zeer<br />
veel zowel recente als fossiele soorten gekend, en de<br />
combinatie hiervan maakt dat ostracoden een uitstekende<br />
modelgroep zijn voor een breed gamma aan evolutionaire<br />
studies, omdat van alle ostracodengroepen de<br />
absolute ouderdom met een wetenschappelijke betrouwbaarheid<br />
kan bepaald worden. Bovendien vinden we bij<br />
Ostracoden verschillende vormen van voortplanting,<br />
volledig seksueel, over gemengde strategieën tot volledige,<br />
en mogelijk zelfs zeer oude, aseksuelen.<br />
Eucypris virens is een soort met gemengde voortplanting.<br />
Dat wil zeggen dat er eigenlijk 3 geslachten zijn: mannetjes,<br />
seksuele en aseksuele wijfjes. De seksuelen<br />
komen in Europa enkel rond het Mediterraan gebied<br />
voor, terwijl aseksuelen in heel Europa gevonden worden.<br />
Dit merkwaardig verspreidingspatroon noemt men<br />
geografische parthenogenese. In sommige plasjes komen<br />
de drie geslachten samen voor en kunnen mannetjes en<br />
aseksuele wijfjes soms triploïde hybriden (met 3 sets<br />
chromosomen) vormen. Dit is zo omdat dan een haploïde<br />
spermacel versmelt met een (normaal aseksuele)<br />
diploïde eicel. Dergelijke triploïde klonen zijn bijzonder<br />
boeiend omdat polyploïdie een selectief voor<strong>deel</strong> kan<br />
geven, bijvoorbeeld in het compenseren van de accumulatie<br />
van mutaties (zie hoger). Seksuele wijfjes kunnen<br />
heel soms ook aseksuele nakomelingen hebben. Er zijn<br />
dus heel wat interacties tussen de verschillende vormen<br />
van voortplanting in deze complexe soort. Genoeg redenen<br />
dus om haar als modelgroep te nemen voor een<br />
internationaal onderzoeksproject naar de paradox van<br />
seksuele voortplanting!<br />
Het Sexasex-project<br />
Het KBIN diende (als coördinator), samen met 8 andere<br />
partners, begin 2004 een dergelijk project in bij de EU,<br />
met de paradox van seksuele voortplanting als centraal<br />
thema. Dit onderwerp kan enkel op een interdisciplinaire<br />
wijze onderzocht worden, en dit maakte het project tot<br />
een ideale trainingsmatrix. Inderdaad zal een combinatie<br />
van de rotatie van onderzoekers tussen laboratoria en de<br />
organisatie van 5 formele trainingsworkshops ervoor<br />
zorgen dat alle <strong>deel</strong>nemers in niet minder dan 13 verschillende<br />
disciplines (moleculaire biologie, genoomstudies,<br />
karyologie, ecologie, mathematisch modelleren,<br />
enz.) een training krijgen. Ons project, met acroniem<br />
Sexasex, eindigde bij de eerst geplaatsten. Het werk kon<br />
beginnen.<br />
In de eerste plaats werden de 10 vacatures (6 doctoraatsstudenten,<br />
4 postdoctorale onderzoekers) ingevuld. De<br />
plaatsen werden via verschillende kanalen aangekondigd.<br />
Uit 150 kandidaten uit heel Europa werden 10 gelukkigen<br />
geselecteerd op basis van hun wetenschappelijke achtergrond,<br />
algemene en specifieke kennis, maar in het bijzonder<br />
op hun bereidheid om in een internationale context te<br />
werken. Dit had praktische redenen (enkel mensen met<br />
een dergelijke motivatie kunnen het opbrengen om drie<br />
jaar in het buitenland te werken), maar het is ook belangrijk<br />
om zo veel mogelijk binnen de sfeer van de Marie<br />
Curie-acties te blijven. Sexasex zal dus een aantal hooggetrainde<br />
onderzoekers leveren die kunnen bijdragen aan de<br />
vorming van een Europese Onderzoeksruimte.<br />
Sinds begin dit jaar is het eigenlijke onderzoek gestart.<br />
De laboratoria van het KBIN zelf en van de Universiteit<br />
van Sheffield (Engeland) werken op moleculaire biologie,<br />
genoomstudies en fylogeografie. De Poolse, Italiaanse<br />
en Spaanse partners bestuderen de ecologie, zowel door<br />
veldstudies naar de co-existentie van de verschillende<br />
Eucypris virens<br />
Eucypris virens is een ostracode (mosselkreeftje) en de modelgroep<br />
van het Sexasex project. De soort komt algemeen voor in<br />
Europa en Noord-Afrika in tijdelijke plassen, maar ze plant<br />
zich enkel voort tijdens de wintermaanden. De soort is ongeveer<br />
2mm lang en leeft op de bodem en op en rond planten.<br />
Mannetjes zijn zeldzaam en komen enkel voor in het<br />
Middellandse Zeegebied.<br />
.