deel 1 - Federaal Wetenschapsbeleid
deel 1 - Federaal Wetenschapsbeleid
deel 1 - Federaal Wetenschapsbeleid
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
vormen van voortplanting in een en dezelfde poel, als in<br />
laboratoriumstudies naar nichediversificatie tussen de<br />
verschillende klonen en tussen sommige klonen en de<br />
seksuele wijfjes. Een Zwitsers labo kijkt het voorkomen<br />
van parasieten na in zowel seksuele als aseksuele groepen<br />
en test op die manier de Rode Koningin-hypothese<br />
(zie hoger). München en Brno (in Tsjechië) nemen de<br />
karyologische en cytologische studies voor hun rekening.<br />
Deze laten toe polyploïdie vast te stellen. De<br />
Universiteit van Montpellier, ten slotte, schrijft modellen<br />
om al deze gegevens te integreren.<br />
Over paradoxen en voedselproductie<br />
Met dit geïntegreerde onderzoek wil Sexasex een significante<br />
bijdrage leveren tot de oplossing van de paradox<br />
van seksuele voortplanting. Meer in het bijzonder hopen<br />
we (onder andere) te testen of sommige klonen inderdaad<br />
langlevend zijn, dan wel of het bestaan van een<br />
zeer groot aantal klonen te wijten is aan een constante<br />
interactie met bestaande seksuele groepen, bijvoorbeeld<br />
door constante generatie van nieuwe klonen. Zijn de<br />
hypothesen die voorspellen dat aseksuele groepen per<br />
definitie kortlevend zijn inderdaad correct, of kunnen<br />
aseksuele groepen compenserende mechanismen ontwikkelen<br />
die de opstapeling van mutaties tegengaan,<br />
zoals bijvoorbeeld zeer sterk ontwikkelde DNA-herstelmechanismen?<br />
Dit zijn vraagstellingen met meer dan<br />
theoretisch belang, vermits van verschillende essentiële<br />
graangewassen vrijwel uitsluitend klonen (en dus aseksueel)<br />
gebruikt worden in de landbouw. Hoeveel generaties<br />
kunnen dergelijke klonen gebruikt worden alvorens<br />
ze de tekenen zullen vertonen van hun steeds groeiend<br />
aantal mutaties? Zijn dergelijke mono-clonale velden<br />
inderdaad gevoeliger aan parasieten? Sexasex zal gegevens<br />
opleveren die zullen helpen op dergelijke en andere<br />
vragen te antwoorden.<br />
Koen Martens<br />
Meer<br />
Het Sexasex-project<br />
http://www.naturalsciences.be/EVIRENS/<br />
Koen Martens is de coördinator<br />
van het Sexasex-project. Hij is<br />
momenteel betrokken in meer<br />
dan 15 (nationale en internationale)<br />
projecten over ostracoden<br />
en biodiversiteit. Zijn wetenschappelijke<br />
interesse situeert<br />
zich in vrijwel alle terreinen van<br />
de evolutionaire biologie. Hij is<br />
ook coördinator voor het KBIN<br />
van het Belgisch Biodiversiteitsplatform.<br />
Isa Schön is de verantwoordelijke<br />
van de partner KBIN voor het<br />
Sexasex-project. Zij is experte in<br />
moleculair onderzoek naar ostracoden.<br />
Dunja Lamatsch is een postdoctorale<br />
onderzoekster van het<br />
Sexasex-project. Zij werkt aan<br />
het KBIN en aan de Universiteit<br />
van Sheffield. Binnen het project<br />
is zij verantwoordelijk voor het<br />
moleculaire werk aan Eucypris<br />
virens.<br />
Saskia Bode is een van de zes<br />
doctoraatsstudenten van het<br />
Sexasex-project. Zij is werkzaam<br />
aan het KBIN en onderzoekt de<br />
fylogeografische verspreiding<br />
van Eucypris virens in Europa.<br />
Science Connection 9 - december 2005 - 43