deel 1 - Federaal Wetenschapsbeleid
deel 1 - Federaal Wetenschapsbeleid
deel 1 - Federaal Wetenschapsbeleid
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Een bron voor de landschapsgeschiedenis:<br />
Het kaartboek van de Sint-<br />
Bernardsabdij in Hemiksem<br />
(1666-1671)<br />
De reeks “Cartografische en iconogra-<br />
fische bronnen voor de geschiedenis<br />
van het landschap in België”, uitgegeven<br />
door het Rijksarchief<br />
Het Rijksarchief geeft sedert 1996 de reeks “Cartogra-<br />
fische en iconografische bronnen voor de geschiedenis<br />
van het landschap in België” uit, waarin historisch zeer<br />
waardevol kaartmateriaal van vooral Brabantse kerkelijke<br />
instellingen uit de 17de-18de eeuw in een verzorgde<br />
veelkleurendruk worden gepubliceerd. Het betreft hier<br />
zowel kaartboeken van Brusselse (Ter Kameren), als van<br />
Waals-Brabantse (La Ramée), Vlaams-Brabantse (Affligem,<br />
Averbode, Leuven (Augustijnen), Park (Heverlee))<br />
en Antwerpse abdijen (Antwerpen-Sint-Michiel,<br />
Tongerlo). Dat het hierbij vooral gaat om kerkelijke<br />
instellingen is te verklaren doordat kloosters meer dan<br />
particuliere grootgrondbezitters een langetermijnvisie<br />
hadden op het beheer van hun gronden en ook meer<br />
middelen vrijmaakten om deze in kaart te brengen. Een<br />
verdere toevalligheid is ook dat dit “kerkelijk” kaartmateriaal<br />
vaak beter bewaard werd en dikwijls ook in openbare<br />
archiefbewaarplaatsen terechtkwam. Cartografische<br />
verzamelingen van particulier grootgrondbezit<br />
daarentegen worden ofwel vaak in onbekend privé-bezit<br />
bewaard of zijn in de loop der tijden vernietigd of verdwenen.<br />
Als nummer 9 in de reeks is onlangs het kaartboek van<br />
de Sint-Bernardsabdij in Hemiksem verschenen onder<br />
redactie van Erik Houtman van het Rijksarchief<br />
Antwerpen en van prof. em. dr. Herman Van der Haegen<br />
die de reeks begeleidde.<br />
Geschiedenis van de abdij<br />
De oorsprong van de abdij gaat terug op twee grote<br />
schenkingen. In 1233 schonk de Brabantse hertog<br />
Hendrik I zijn domein van Westmalle-Zoersel met het<br />
grote jachtgebied Hooidonkbos aan de cisterciënzers om<br />
er een abdij op te richten. De dotatie van dit door plaatselijke<br />
machthebbers sterk uitgeholde domein was echter<br />
niet voldoende voor een economisch levensvatbaar<br />
klooster. In 1236 schonk één van de machtigste Brabantse<br />
edelen, Gillis II Berthout, heer van Berlaar, nog<br />
belangrijke bezittingen in Vremde, Ranst (Millegem),<br />
Broechem en Grobbendonk, wat in de zomer van 1237<br />
resulteerde in de oprichting van een klooster in Vremde.<br />
Ook dit bleek vlug economisch en strategisch niet de<br />
ideale plek te zijn en in september 1246 verhuisde de<br />
nieuwe stichting naar een kort ervoor verworven domein<br />
in Hemiksem aan de Scheldeoever. Van hieruit werd in<br />
de loop van volgende decennia een groot gronden- en<br />
tiendenpatrimonium opgebouwd, <strong>deel</strong>s door schenkingen<br />
en <strong>deel</strong>s door aankopen van de in geldnood verkerende<br />
plaatselijke adel. Een groot <strong>deel</strong> van dat grootgrondbezit<br />
werd door de abdij met behulp van vele<br />
lekenbroeders en loonarbeiders rechtstreeks uitgebaat<br />
vanuit uitgestrekte hoeven (grangia) in Hemiksem,<br />
Zoersel, Vremde, Moerzeke en Hoeven (Halderberge,<br />
Noord-Brabant). Vanaf de 14de eeuw gedroeg het klooster<br />
zich eerder als rentenier en werden de hoeven en<br />
gronden verpacht. Grote ontginningsprojecten van polder-<br />
(Moerzeke, Sint-Maartenspolder in Noord-Brabant)<br />
en zandgronden (Zoersel, Puurs) heeft de abdij nooit zelf<br />
ondernomen maar gebeurden door uitgifte van deze<br />
gronden aan ondernemers of ondernemende kolonisten<br />
en pachters. In de steden Antwerpen, Brussel, Leuven,<br />
Lier en Mechelen verwierf de abdij stedelijke toevluchtsoorden<br />
(refuges), terwijl ze in Puurs-Coolhem een aangenaam<br />
buitenverblijf annex landbouwexploitatie uitbouwde.<br />
In de 15de-16de eeuw ging het de abdij verder voor de<br />
wind tot de politiek-religieuze hervormingsbewegingen<br />
ook haar troffen. Een levensbedreigende maatregel was<br />
de incorporatie van de abdij in het bisdom Antwerpen<br />
waardoor zij een groot <strong>deel</strong> van haar zelfstandigheid<br />
verloor. Haar bezittingen dienden <strong>deel</strong>s als werkingsmiddelen<br />
voor het nieuw opgerichte bisdom (1559), haar<br />
stedelijk refuge in Antwerpen werd bisschoppelijk paleis<br />
en de bisschop fungeerde als titulair abt. Daarnaast had<br />
de abdij ook te lijden onder de vele militaire bewegingen<br />
om het bezit van Antwerpen. In 1581-1584 werd de abdij<br />
bijna volledig verwoest. Tonnen bouwmateriaal dienden<br />
toen voor de heropbouw van het zwaar gehavende<br />
Science Connection 9 - december 2005 - 45