Transformatie Natuurlijke Taal Object Georiënteerd Analyse ...
Transformatie Natuurlijke Taal Object Georiënteerd Analyse ...
Transformatie Natuurlijke Taal Object Georiënteerd Analyse ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
toe. De Functiemodellen die in deze stap worden opgezet, geven de beschrijving van de besturing van de acties<br />
zoals die genoemd worden in het OI-model.<br />
De laatste stappen van de KISS-methode houden zich bezig met het transformeren van de gemaakte modellen<br />
naar specifieke doelomgevingen. Daarbij dienen allerlei beperkingen opgenomen te worden die afhankelijk zijn<br />
van de doelomgeving. Daarna kan worden overgegaan tot implementatie.<br />
2.4 The Way of Modelling<br />
2.4.1 Inleiding<br />
In deze paragraaf wordt nader ingegaan op de modellen die in de KISS-methode worden gemaakt. In de vorige<br />
paragraaf zijn de modellen al kort genoemd maar hier zal op een aantal modellen dieper worden ingegaan.<br />
Voor het doel van deze scriptie is met name het <strong>Object</strong> Interactiemodel en het KISS-model belangrijk. Daarom<br />
zullen met name deze twee modellen uitvoeriger worden behandeld.. De andere modellen zullen kort worden<br />
toegelicht voor wat betreft semantiek en syntax.<br />
De KISS-methode brengt de volgende modellen voort:<br />
• Subject-communicatiemodel<br />
• <strong>Object</strong> Interactiemodel (OI-model)<br />
• KISS-model<br />
• Attribuutmodel<br />
• Actiemodel<br />
• Functiemodel<br />
• Hiërarchiemodel<br />
De belangrijkste concepten uit het KISS-paradigma (zie Figuur 2-4) komen terug in de modellen. In het KISSparadigma<br />
staat afgebeeld dat een Subject verantwoordelijk is voor het uitvoeren van een of meerdere Functies.<br />
Dit komt terug in het Subject-communicatiemodel. De beschrijving van de Functie zelf staat in het Functiemodel.<br />
<strong>Object</strong>en interacteren met elkaar door middel van acties. Dit komt tot uitdrukking in het OI-model. Deze<br />
interactie wordt nader uitgewerkt in de KISS-modellen. De attributen van acties en objecten worden uitgewerkt<br />
in de Attribuutmodellen. De Actiemodellen geven tenslotte een nadere invulling van de acties weer.<br />
Zoals al gezegd is wordt met name nader ingegaan op het OI-model en het KISS-model. Deze modellen zijn<br />
namelijk in het kader van deze scriptie opgesteld voor het verkrijgen van inzicht in hoe de Nederlandse taal in<br />
elkaar steekt. Dit inzicht was nodig voor het opstellen van een meta-structuur van de Nederlandse taal. Hiervoor<br />
was het niet nodig om Subject-communicatiemodellen, Actiemodellen en Functiemodellen op te stellen.<br />
2.4.2 Concepten<br />
De concepten die in de meeste modellen terugkomen en die ook staan afgebeeld in het KISS-paradigma zijn:<br />
• <strong>Object</strong>type<br />
• Actietype<br />
• Attribuuttype<br />
• Subjecttype<br />
• Functie<br />
• Operatie<br />
• Boodschap<br />
• Inspectie<br />
• Trigger<br />
• Conditie<br />
Deze concepten vloeien voort uit de achterliggende gedachten van de KISS-methode en uit het paradigma voor<br />
<strong>Object</strong> Oriëntatie zoals dat algemeen gehanteerd wordt.<br />
Zo zijn objecttype en actietype concepten die uit het OO-paradigma komen. <strong>Object</strong>en zijn voorwerpen uit de<br />
reële wereld (in de ruime zin van het woord) waarvan eigenschappen worden vastgelegd. Actietypen zijn acties<br />
die op die objecten worden uitgevoerd ten einde de eigenschappen te veranderen. Attribuuttypen vormen de<br />
© KISS b.v. 18