Transformatie Natuurlijke Taal Object Georiënteerd Analyse ...
Transformatie Natuurlijke Taal Object Georiënteerd Analyse ...
Transformatie Natuurlijke Taal Object Georiënteerd Analyse ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
In zin 2 wordt een actie uitgedrukt. Uit analyse van het probleemdomein (van een bank) [Kri 93] is gebleken<br />
dat er door het uitvoeren van de actie storten een verandering plaatsvindt bij rekening. Storten is dan ook een<br />
actietype (in het probleemdomein van een bank)<br />
In zin 4 staat de actie lopen. In de KISS-methode wordt deze actie gezien als twee actietypen, Vertrekken en<br />
Aankomen met attribuuttypen respectievelijk VertrekkenPlaats en AankomenPlaats. Zin 4 geeft namelijk een<br />
werking aan die gedurende langere tijd plaatsvindt. De duur van een actietype wordt beschouwd als neigend<br />
naar nul [Kri 93].<br />
Een werkwoord dat een actie uitdrukt, levert dus niet altijd een actietype op. Bepalend voor het wel of niet<br />
opleveren van een actietype is of de actie als atomair beschouwd kan worden of dat de actie als proces in zijn<br />
geheel beschouwd wordt. In dat geval kan de actie verzelfstandigd worden tot een zwak objecttype waarna er<br />
vervolgens allerlei actietypen aan geassocieerd kunnen worden. Deze afweging kan niet gemaakt worden aan<br />
de hand van één enkele zin maar is afhankelijk van de probleemomgeving.<br />
In zin 5 brengt de actie openen een verandering teweeg in de toestand van de deur. Men spreekt dan ook van<br />
een Mutatie. In dit geval zou openen leiden tot een actietype.<br />
De laatste drie zinnen geven een toestand weer. Bij zin 8 is de toestand ‘studerend’, bij zin 9 ‘roestend’ en bij<br />
zin 10 ‘regenend’. Hier wordt dus niet de uitgedrukte handeling beschouwd maar het bezig zijn van de werking<br />
als een geheel wordt beschouwd en dat wordt “toestand” genoemd. Bij zin 8 worden dus niet actietypen als<br />
Inschrijven en Afstuderen onderkend maar wordt onderkend dat een objecttype (Student o.i.d.) aan het studeren<br />
is. Om in die toestand te komen moet een object echter wel het actietype Inschrijven uitvoeren. Een toestand<br />
kan gemodelleerd worden met behulp van een rolproces (specialisatie). Zo zou Student een specialisatie van<br />
Persoon kunnen zijn die de actie Inschrijven heeft uitgevoerd. Totdat de Student het actietype Afstuderen heeft<br />
uitgevoerd verkeert hij in de toestand studerend en kan een Student specifieke actietypen ondergaan zoals TentamenMaken.<br />
Bij zin 10 zou GaanRegenen dan het initiërend actietype voor de toestand ‘regenend’ kunnen<br />
zijn.<br />
Samenvatting:<br />
De werkwoorden kunnen in drie groepen verdeeld worden:<br />
De groep Actie levert geen houvast voor wat betreft transformatieregels van het werkwoord. Een actie leidt niet<br />
altijd tot een actietype. De context van de zin is bij deze beslissing erg belangrijk. Werkwoorden uit de groep<br />
Mutatie drukken een toestands verandering uit. Dit is wat over het algemeen vast wordt gelegd in de KISSmethode.<br />
Voor mutaties geldt dat ze getransformeerd kunnen worden naar een actietype. Een werkwoord dat<br />
een Toestand uitdrukt leidt tot een rolproces. Er moeten dan ook actietypen onderkend worden die er voor zorgen<br />
dat een object in de genoemde toestand kan raken en er uit kan komen.<br />
Er kan gesteld worden dat er voor het werkwoordelijk gezegde geen duidelijke transformatieregel valt op te<br />
stellen. Omdat de semantiek van het werkwoordelijke gezegde erg afhankelijk is van de context (binnen de zin<br />
maar ook van andere zinnen) en van de probleemomgeving is er de nodige ‘intelligentie’ nodig om te bepalen<br />
of een gezegde (het zelfstandig gebruikte werkwoord) getransformeerd moet worden tot een actietype. De indeling<br />
naar Actie, Mutatie en Toestand biedt enige houvast maar meer ook niet. Alleen voor een mutatie kan<br />
gezegd worden dat een actietype opgesteld kan worden. Voor een toestand kan een rolproces opgesteld worden<br />
maar lang niet altijd.<br />
Er zou onderzocht kunnen worden welke werkwoorden een Actie, welke een Mutatie en welke een Toestand<br />
uitdrukken. Op voorhand is echter al te zeggen dat hier geen eenduidige regels voor zijn en dat het afhankelijk<br />
is van de andere zinsdelen in de zin. Het lijkt daarom het beste om het classificeren van gezegdes handmatig te<br />
laten gebeuren. Misschien dat het in de toekomst, als er meer kennis omtrent dit onderwerp beschikbaar is, wel<br />
mogelijk is om hiervoor regels op te stellen. Dit handmatig classificeren van gezegdes kan op twee momenten<br />
gebeuren. Vóór de transformatie of na de transformatie. Vóór de transformatie heeft als nadeel dat gegevens in<br />
een vroeg stadium buiten worden gesloten. Als alle werkwoordelijke gezegdes eerst tot (kandidaat) actietype<br />
worden getransformeerd dan kan na de transformatie bekeken worden of er inderdaad sprake is van een actietype.<br />
Het voordeel is dat het actietype in ieder geval in de kandidatenlijst staat en dat dus het bestaan van dit<br />
kandidaat actietype bekend is. Tijdens de modellering kan namelijk naar voren komen dat er een of meerdere<br />
acties ontbreken. Deze zouden dan al in de kandidatenlijst kunnen staan en dus snel gevonden kunnen worden.<br />
© KISS b.v. 48