30.08.2013 Views

Gebruiksbesluit - Gemeente Soest

Gebruiksbesluit - Gemeente Soest

Gebruiksbesluit - Gemeente Soest

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

11 Zie het in noot 1 genoemde onderzoek van<br />

18 juli 2003.<br />

De primaire verantwoordelijkheid voor het brandveilig gebruik van een<br />

bouwwerk berust bij de gebruiker. Het besluit spreekt van het gebruik, en<br />

niet van de gebruiker. Er wordt in principe geen onderscheid gemaakt<br />

tussen een hoofdgebruiker en eventuele gebruikers van onderdelen. In de<br />

praktijk zal de hoofdgebruiker verantwoordelijk zijn. Maar afhankelijk van<br />

de omstandigheden van het geval zal soms een ander dan de hoofdgebruiker<br />

(uitsluitend of mede) als overtreder van een voorschrift van dit<br />

besluit kunnen worden aangemerkt. Bij de constatering van een acute<br />

brandgevaarlijke situatie als gevolg van een overtreding van dit besluit is<br />

voor het bevoegd gezag alleen van belang dat zo snel mogelijk alsnog aan<br />

de voorschriften wordt voldaan. Wanneer het voor het bevoegd gezag<br />

onvoldoende duidelijk is wie voor de overtreding verantwoordelijk is,<br />

kunnen zo nodig de eigenaar en alle gebruikers worden aangesproken. In<br />

dit verband verwijs ik ook naar artikel 7b, tweede lid, onder a, en derde lid,<br />

van de Woningwet. Ook kan het mogelijk zijn de eigenaar aan te spreken<br />

op basis van de technische bouwvoorschriften zoals deze in het<br />

Bouwbesluit 2003 zijn opgenomen. Op grond van die artikelen kan er in<br />

voorkomende gevallen sprake zijn van een eigen verantwoordelijkheid<br />

van de eigenaar van het bouwwerk.<br />

Van het bevoegd gezag behoeft niet worden verwacht dat het zich in<br />

een dergelijk acuut geval eerst in de relatie tussen de diverse partijen<br />

verdiept alvorens handhavend op te treden. De ervaring die sedert 1992<br />

met deze benadering is opgedaan, leert overigens dat het aanspreken van<br />

meerdere betrokken partijen in het algemeen niet tot problemen leidt.<br />

In een aantal voorschriften van de paragrafen 2.1, 2.3, 2.6 en 2.7 wordt<br />

in beginsel een ieder aangesproken. In die voorschriften gaat het namelijk<br />

om een verbod of gebod dat in beginsel iedereen kan treffen, zoals het<br />

verbod op roken en het hebben van open vuur in een ruimte waarin een<br />

brandgevaarlijke stof is opgeslagen (artikel 2.1.2), het verbod op de<br />

aanwezigheid van met brandbaar gas gevulde ballonnen in een ruimte<br />

(artikel 2.1.3) of het gebod om opstelplaatsen voor brandweervoertuigen<br />

en brandkranen en andere bluswaterwinplaatsen vrij te houden (artikel<br />

2.6.1 en 2.7.2). Om diezelfde reden is in artikel 2.9.1, dat algemene<br />

vangnetvoorschriften inzake het brandveilig gebruik van bouwwerken<br />

bevat, in principe iedereen aanspreekbaar.<br />

3.4 Milieueffecten<br />

Met dit besluit worden reeds bestaande gemeentelijke voorschriften<br />

landelijk geüniformeerd. Zoals in paragraaf 1.5 van deze toelichting is<br />

aangegeven heeft deze uniformering plaatsgevonden op basis van het<br />

brandveiligheidsniveau van de Mbv (inclusief 11e serie wijzigingen). Zoals<br />

uit onderzoek 11 is gebleken, hebben de gemeenten hun bouwverordening<br />

in het algemeen geheel op de Mbv-voorschriften afgestemd. De milieueffecten<br />

van dit besluit, waaronder de effecten op externe veiligheid, zijn<br />

dan ook nagenoeg nihil. De belangrijkste potentiële milieueffecten hangen<br />

samen met de halvering van de voorgeschreven minimale inspectie- en<br />

controlefrequentie van mobiele brandblusapparaten (artikel 2.4.2). Indien<br />

daadwerkelijk gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheid om de<br />

inspectie/controle van die apparaten tweejaarlijks te verrichten, kan een<br />

effect zijn dat er minder autokilometers worden gemaakt en dus minder<br />

energieverbruik en minder uitstoot van schadelijke gassen (zoals CO2) en<br />

fijn stof plaats vindt. Op basis van de beschikbare gegevens is het niet<br />

mogelijk deze milieueffecten te kwantificeren.<br />

Zoals reeds is aangegeven, bevat dit besluit ten opzichte van de Mbv<br />

ook een aantal wijzigingen die samenhangen met een verbeterde<br />

afstemming tussen de voorschriften over het brandveilig gebruik van<br />

bouwwerken en milieuvoorschriften. Die wijzigingen hebben geen<br />

inhoudelijke consequenties voor het uit de Mbv overgenomen brandveiligheidsniveau<br />

en zij hebben ook geen milieueffecten. Het gaat hier met<br />

Staatsblad 2008 327 37

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!