30.08.2013 Views

Gebruiksbesluit - Gemeente Soest

Gebruiksbesluit - Gemeente Soest

Gebruiksbesluit - Gemeente Soest

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

in onderdeel d bedoelde voorzieningen alleen te worden aangegeven voor<br />

zover de betreffende voorziening op de betreffende bouwlaag aanwezig<br />

is. Wanneer in het bouwwerk, bijvoorbeeld, geen droge blusleiding of<br />

brandweerlift aanwezig is, hoeft de plaats daarvan niet te worden<br />

aangegeven. Ook kunnen burgemeester en wethouders van oordeel zijn<br />

dat weliswaar niet alle mogelijk van toepassing zijnde gegevens uit de<br />

opsomming zijn aangeleverd maar de wel aangeleverde gegevens reeds<br />

voldoende zijn om te kunnen beoordelen of het gebruik voldoet aan de bij<br />

of krachtens de Woningwet geldende brandveiligheidseisen. Bijvoorbeeld:<br />

het aanleveren van een zogenoemd stoelenplan is in het algemeen slechts<br />

zinvol als het gaat om een (gedeelte van) een bouwwerk met een<br />

bijeenkomstfunctie waarin veel personen tegelijk aanwezig zullen zijn<br />

(zoals een bioscoop, theater of zalencentrum); bij andere gebouwen (zoals<br />

kantoorgebouwen) is dat in het algemeen niet zinvol (zie verder hierna,<br />

onder Ad onderdeel c). Verder houdt de formulering van het derde lid in<br />

dat gegevens waarover burgemeester en wethouders reeds beschikken<br />

niet nogmaals behoeven te worden aangeleverd.<br />

Ad onderdeel b: Inherent aan een plattegrondtekening per bouwlaag is<br />

dat daarop is aangegeven hoe de bouwlaag ruimtelijk is ingedeeld. Die<br />

tekening zal derhalve de bouwkundige indeling van de bouwlaag<br />

inzichtelijk moeten maken, zodat voldoende duidelijk is welke ruimten die<br />

bouwlaag omvat en waar de trappen, liften en dergelijke zich bevinden.<br />

Ad onderdeel c: Met «opstelling van inventaris en van inrichtingselementen<br />

als bedoeld in de artikelen 2.3.1 en 2.3.2» is het hiervoor reeds<br />

genoemde stoelenplan bedoeld. Zo’n stoelenplan maakt inzichtelijk welke<br />

vluchtmogelijkheden personen in de betreffende ruimte – gegeven de<br />

opstelling van de inventaris en de inrichtingselementen – bij brand<br />

hebben. Daarbij kan onderscheid worden gemaakt tussen een vast en een<br />

variabel stoelenplan. Een vast stoelenplan heeft betrekking op situaties<br />

met een permanente opstelling van inventaris en inrichtingselementen,<br />

zoals aan de vloer bevestigde inventaris en inrichtingselementen<br />

(bijvoorbeeld de stoelen in een bioscoopzaal, de bar in een café en het<br />

vaste podium in een muziek- of theaterzaal). Een variabel stoelenplan<br />

heeft betrekking op situaties met een wisselende opstelling van inventaris<br />

en inrichtingselementen, zoals niet aan de vloer bevestigde inventaris en<br />

inrichtingselementen (bijvoorbeeld de tafels en stoelen in een zalencentrum<br />

en stands en kramen in beursruimten).<br />

Indien in een ruimte meer dan 25 personen tegelijk zullen verblijven,<br />

dient op de plattegrondtekening ten aanzien van die ruimte te worden<br />

aangegeven welk maximum aantal personen tegelijk in die ruimte zullen<br />

verblijven.<br />

Ad onderdeel d: Voor zover de betreffende norm (NEN 1414: 2007)<br />

daarin voorziet, moeten de in onderdeel d genoemde voorzieningen op de<br />

plattegrondtekening(en) worden aangeduid met de symbolen die in deze<br />

norm zijn opgenomen. Voor zover die norm daarin niet voorziet (hetgeen<br />

ten aanzien van noodverlichting en oriëntatieverlichting als bedoeld in<br />

artikel 2.3.10 het geval is), moet de plaats van de voorziening op andere<br />

wijze op de tekening(en) worden aangegeven. Als hulpmiddel voor<br />

hetaankleden van een plattegrondtekening met die symbolen is een<br />

tekenmodule ontwikkeld die gratis beschikbaar is (zie www.vrom.nl).<br />

In het vierde lid is bepaald dat de aanvrager van een gebruiksvergunning<br />

bij de toepassing van een gelijkwaardige oplossing als<br />

bedoeld in artikel 1.4, naast de in het derde lid genoemde gegevens ook<br />

gegevens en bescheiden moet overleggen waarmee deze gelijkwaardigheid<br />

kan worden aangetoond.<br />

In het vijfde lid is aangegeven dat het aanvraagformulier en de te<br />

verstrekken gegevens en bescheiden worden ingediend in drievoud.<br />

In het zesde lid staat aangegeven dat een aanvraag betrekking kan<br />

hebben op meerdere bouwwerken op hetzelfde terrein of op met elkaar<br />

samenhangende terreinen. Dit is van belang om voor bijvoorbeeld een<br />

Staatsblad 2008 327 80

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!