Gebruiksbesluit - Gemeente Soest
Gebruiksbesluit - Gemeente Soest
Gebruiksbesluit - Gemeente Soest
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Artikel 2.2.1 Brandmeldinstallatie<br />
Algemeen<br />
Dit artikel regelt in welke gevallen een brandmeldinstallatie aanwezig<br />
moet zijn en aan welke eisen die installatie dan moet voldoen. Doel van<br />
een brandmeldinstallatie is dat een brand zo snel mogelijk wordt ontdekt<br />
en gemeld, zodat de ontvluchting van de in het bouwwerk aanwezige<br />
personen direct na de ontdekking van de brand op gang kan worden<br />
gebracht. Een installatie is nodig indien de brand zonder brandmeldinstallatie<br />
niet tijdig genoeg door alle aanwezigen kan worden opgemerkt.<br />
Bijvoorbeeld omdat de grootte of complexiteit van het bouwwerk<br />
verhindert dat personen de brand tijdig zelf zien of ruiken of personen niet<br />
door aanroepen snel genoeg op de hoogte kunnen worden gesteld van de<br />
brand.<br />
Een belangrijke functie van een brandmeldinstallatie is dan ook de<br />
aansturing van de ontruimingsalarminstallatie die zorgdraagt voor een<br />
ontruimingssignaal; het behoud van het bouwwerk sec en/of de inventaris<br />
daarvan behoort niet tot de belangen die deze voorschriften beogen te<br />
beschermen.<br />
Daarnaast kan de brandmeldinstallatie automatisch een brandmelding<br />
doorgeven naar een externe alarmcentrale die voor alarmopvolging kan<br />
zorgdragen. Door een dergelijke automatische alarmering wordt de<br />
brandweer rechtstreeks gealarmeerd waardoor zij ook sneller ter plaatse<br />
kan zijn. Hierdoor kan de brandweer eventueel nog assisteren bij de<br />
ontruiming van het bouwwerk.<br />
Een brandmeldinstallatie kan ook belangrijk zijn om de voor het<br />
vluchten noodzakelijke hulp te mobiliseren, bijvoorbeeld door melding<br />
naar een zusterpost of zorgcentrale. Dit is bijvoorbeeld het geval bij<br />
minder zelfredzame personen, personen die zijn ingesloten of bij het<br />
vluchten van grote hoeveelheden mensen.<br />
Er worden vier bewakingsvormen bij een brandmeldinstallatie<br />
onderscheiden:<br />
– niet-automatische bewaking: brandmeldinstallatie met alleen<br />
handbediende brandmelders;<br />
– gedeeltelijke bewaking: brandmeldinstallatie met handbediende<br />
brandmelders en (in de verkeersruimten en de ruimten met een verhoogd<br />
brandrisico) automatische brandmelders;<br />
– volledige bewaking: brandmeldinstallatie met handbediende<br />
brandmelders en (in nagenoeg alle ruimten) automatische brandmelders;<br />
– ruimtebewaking: brandmeldinstallatie met handbediende- en/of<br />
automatische brandmelders en (in geval van samenvallende vluchtroutes<br />
zoals een doodlopende verkeersroute) automatische rookmelders.<br />
Uit het eerste lid en de daarbij behorende bijlage I volgt wanneer een<br />
brandmeldinstallatie aanwezig moet zijn en aan welke omvang van de<br />
bewaking en doormelding deze moet voldoen. In de tabel zijn per<br />
gebruiksfunctie grenswaarden (drempels) opgenomen die aangeven dat<br />
tot die grenswaarde een brandmeldinstallatie niet noodzakelijk wordt<br />
geacht om een tijdig en veilig vluchten te kunnen garanderen. Ten<br />
overvloede wordt opgemerkt dat een gebruiker van een gebouw ook op<br />
vrijwillige basis kan besluiten om een brandmeldinstallatie aan te leggen<br />
of voor een hoger niveau van bewaking te kiezen, bijvoorbeeld omdat zijn<br />
gebouw of de inventaris bijzonder waardevol is. Bij overschrijding van de<br />
in de tabel opgenomen grenswaarden is een brandmeldinstallatie in<br />
beginsel verplicht. Deze drempels zijn betrekkelijk «streng» in die zin, dat<br />
daarmee bereikt kan worden dat in alle voorkomende bouwwerken en<br />
vormen van gebruik – voor zover vallend binnen de categorieën van<br />
bijlage I – een veilige situatie kan worden gewaarborgd: zowel bij<br />
Staatsblad 2008 327 55