30.08.2013 Views

Gebruiksbesluit - Gemeente Soest

Gebruiksbesluit - Gemeente Soest

Gebruiksbesluit - Gemeente Soest

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

en vloeren). Wanneer in of door zo’n scheidingsconstructie op onzorgvuldige<br />

wijze een doorvoer voor kabels, leidingen, een buizenpost- of<br />

luchtbehandelingssysteem en dergelijke wordt aangebracht (of een reeds<br />

aanwezige doorvoer onzorgvuldig wordt gewijzigd) kan dit een zodanig<br />

negatief effect hebben dat niet meer aan de eisen van het Bouwbesluit<br />

2003 wordt voldaan. Om dergelijke situaties te voorkomen schrijft artikel<br />

2.1.6 voor dat deze doorvoeren na het aanbrengen of wijzigen op<br />

adequate wijze worden gecontroleerd. Onder doorvoeren worden in dit<br />

verband tevens de met de doorvoer samenhangende voorzieningen zoals<br />

brandwerende brandmanchetten begrepen. Mocht vervolgens blijken dat<br />

niet meer aan de voorschriften van de afdelingen 2.13, 2.14, 2.19, 2.22 of<br />

2.23 van het Bouwbesluit 2003 wordt voldaan, dan moet dat op grond van<br />

de Woningwet en het Bouwbesluit 2003 direct worden hersteld.<br />

Zie ook de toelichting op artikel 2.3.4 met betrekking tot de<br />

rookdoorgang van de desbetreffende scheidingsconstructies.<br />

Artikel 2.1.7 Aanvullende behandeling constructieonderdelen<br />

Een aantal constructie-onderdelen van bouwwerken kan de op grond<br />

van het Bouwbesluit 2003 vereiste prestaties ten aanzien van brandwerendheid<br />

en brandvoortplanting uitsluitend met aanvullende behandelingen<br />

blijven leveren. Voorbeelden daarvan zijn: stalen draagconstructies<br />

(voor zover die hun brandwerendheid mede aan daarop aangebrachte<br />

verf ontlenen), houten gevelbekledingen (voor zover die door behandeling<br />

met een impregneermiddel voldoen aan brandvoortplantingseisen) en<br />

rieten daken. Doordat de werking van zo’n aanvullende behandeling van<br />

die constructie-onderdelen in de loop der tijd door veroudering afneemt<br />

en op termijn zelfs geheel kan verdwijnen, bestaat in dergelijke gevallen<br />

een risico op onderschrijding van de vereiste brandveiligheidskwaliteit.<br />

Om die reden is als waarborg voor de instandhouding van die kwaliteit in<br />

artikel 2.1.7 voorgeschreven dat bij de bedoelde constructie-onderdelen<br />

een geldig door burgemeester en wethouders aanvaard document<br />

aanwezig moet zijn waaruit kan worden opgemaakt dat de benodigde<br />

aanvullende behandeling goed is uitgevoerd, in stand wordt gehouden en<br />

zonodig wordt herhaald. Met de aanvaarding van een dergelijk document<br />

verklaren burgemeester en wethouders als het ware dat zij voldoende<br />

vertrouwen hebben dat de desbetreffende onderdelen van de bouwconstructie<br />

voldoen aan de hiervoor gestelde eisen. Met het begrip geldig<br />

wordt in dit artikel bedoeld dat het document niet is verlopen.<br />

Artikel 2.1.8 Brandgevaarlijke stoffen<br />

Dit artikel heeft betrekking op de aanwezigheid van brandgevaarlijke<br />

stoffen in, op en nabij bouwwerken, de zogenoemde huishoudelijke<br />

opslag. Zoals in artikel 1.1 is aangegeven wordt onder brandgevaarlijke<br />

stoffen verstaan: vaste stoffen, vloeistoffen en gassen die brandbaar of<br />

brandbevorderend zijn of bij brand gevaar opleveren. Vergeleken met<br />

hetgeen eerder in de modelbouwverordening (Mbv) over dergelijke<br />

stoffen was opgenomen, bevat artikel 2.1.8 enkele belangrijke wijzigingen.<br />

In de Mbv werd gesproken van brandgevaarlijke stoffen (bijlagen 5 en 6)<br />

zonder vermelding van een maximaal toelaatbare hoeveelheid. Voorts<br />

vielen die stoffen deels onder de werkingssfeer van de Wet milieubeheer.<br />

Anderzijds waren in de milieuregelgeving ook voorschriften opgenomen<br />

over brandgevaarlijke stoffen die weliswaar bij brand negatieve milieueffecten<br />

kunnen hebben maar niet als milieugevaarlijk worden aangemerkt.<br />

Er is nu voor een nieuwe afbakening tussen bouw- en milieuregelgeving<br />

gekozen. Het geven van voorschriften over stoffen die zowel brand- als<br />

milieugevaarlijk zijn, behoort vanaf de zogenoemde Ivb-grens voortaan<br />

uitsluitend tot het domein van de milieuregelgeving. Het geven van<br />

Staatsblad 2008 327 51

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!