Gebruiksbesluit - Gemeente Soest
Gebruiksbesluit - Gemeente Soest
Gebruiksbesluit - Gemeente Soest
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
hoeveelheid toegestane stoffen behoeft geen rekening te worden<br />
gehouden met de in het derde lid opgenomen stoffen. Er behoeft<br />
bijvoorbeeld geen rekening te worden gehouden met de in een auto of<br />
scooter aanwezige motorbrandstoffen (a), of met voor consumptie<br />
bestemde alcoholhoudende dranken (c).<br />
Onderdeel f van het derde lid bepaalt dat het eerste lid niet van<br />
toepassing is op brandgevaarlijke stoffen voor zover de aanwezigheid<br />
daarvan bij of krachtens de Wet milieubeheer is toegestaan. Hiermee<br />
wordt zeker gesteld dat voor dergelijke stoffen uitsluitend de Wet<br />
milieubeheer geldt en zodoende strijdige voorschriften worden uitgesloten.<br />
Het vierde lid bevat een ontheffingsbevoegdheid voor burgemeester en<br />
wethouders. Op grond daarvan kunnen zij in een incidenteel geval<br />
ontheffing verlenen voor het aanwezig hebben van een grotere<br />
hoeveelheid van een stof dan op grond van het tweede lid, onderdeel a, is<br />
toegestaan. De reikwijdte van die bevoegdheid is beperkt tot gevallen die<br />
buiten de werkingssfeer van de Wet milieubeheer vallen. Dit is bijvoorbeeld<br />
het geval wanneer in een bouwwerk dat geen inrichting in de zin<br />
van de Wet milieubeheer is (bijvoorbeeld een stadion) meer dan 1.000 liter<br />
dieselolie aanwezig is ten behoeve van generatoren die tijdens een<br />
evenement worden gebruikt.<br />
Op grond van het vijfde lid moet de inhoudsmaat van een aangebroken<br />
verpakking volledig worden meegerekend. Indien, bijvoorbeeld, een vat<br />
slechts met vier liter is gevuld terwijl het tien liter vloeistof kan bevatten,<br />
moet gerekend worden met tien liter.<br />
Enkele rekenvoorbeelden op basis van artikel 2.1.8. Ongeacht de<br />
aanwezigheid van andere stoffen mogen altijd gasflessen met een<br />
maximum inhoud van in totaal 115 liter en maximaal 1.000 liter diesel-,<br />
gas- of lichte stookolie (vlampunt tussen 61°C en100°C) aanwezig zijn. Bij<br />
de overige stoffen gaat het niet alleen om een maximum hoeveelheid<br />
voor stoffen per ADR-klasse (bijvoorbeeld: geen grotere hoeveelheid van<br />
stoffen van ADR-klasse 3 uit verpakkingsgroep II dan totaal 25 liter) maar<br />
mag ook de hoeveelheid van stoffen uit alle genoemde ADR-klassen<br />
tezamen niet meer dan 100 kilogram of liter bedragen. Wanneer, bijvoorbeeld,<br />
in een bouwwerk 50 liter vloeistof van ADR-klasse 3 uit<br />
verpakkingsgroep III en 50 kilogram stoffen van ADR-klasse 5.1 aanwezig<br />
zijn, is die grens van de toegestane maximum hoeveelheid van 100<br />
kilogram of liter bereikt. In dat geval mogen nog wel eerderbedoelde<br />
gasflessen en oliesoorten tot maximaal de daarvoor aangegeven<br />
maximum hoeveelheid aanwezig zijn maar geen van de overige in de<br />
tabel aangegeven stoffen.<br />
Artikel 2.1.9 Brandbare niet-milieugevaarlijke stoffen<br />
De voorschriften van dit artikel zijn erop gericht om de brandveiligheid<br />
voor belendingen te waarborgen bij de bedrijfsmatige opslag van<br />
brandbare niet-milieugevaarlijke stoffen zoals hout, autobanden en<br />
kunststoffen in een bouwwerk of op een open erf of terrein. Deze<br />
voorschriften waren voorheen opgenomen in algemene maatregelen van<br />
bestuur op grond van artikel 8.40 van de Wet milieubeheer. In het kader<br />
van de vernieuwing van de VROM-regelgeving zijn zij in dit besluit<br />
ondergebracht omdat het brandbaar zijn van een stof op zich naar huidige<br />
inzichten niet als direct milieurisico wordt gezien.<br />
In het eerste lid is een functionele eis gegeven voor de bedrijfsmatige<br />
opslag van brandbare niet-milieugevaarlijke stoffen in het algemeen.<br />
Daarin is bepaald dat de opslag van dergelijke stoffen in een bouwwerk of<br />
in de open lucht zodanig moet zijn dat bij brand geen onaanvaardbaar<br />
risico ontstaat voor percelen die zijn gelegen naast het perceel waar die<br />
opslag plaatsvindt. Daarbij gaat het met name om het voorkomen van<br />
Staatsblad 2008 327 53