Gebruiksbesluit - Gemeente Soest
Gebruiksbesluit - Gemeente Soest
Gebruiksbesluit - Gemeente Soest
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
persoon beschikbare vloeroppervlakte wordt dus uitgegaan van de<br />
vloeroppervlakte na aftrek van de oppervlakte van de inventaris (zoals de<br />
hiervoor genoemde zitplaatsen). Er is overigens niet gekozen voor het<br />
begrip vrije vloeroppervlakte omdat dit, zoals gedefinieerd in NEN 2580,<br />
voorbij gaat aan de aanwezigheid van losse inrichtingselementen zoals<br />
inventaris.<br />
Rekenvoorbeeld 1: De vloeroppervlakte van een ruimte is 70 m 2 . In deze<br />
ruimte zijn 60 stoelen opgesteld met een oppervlakte van 0,22 m 2 per<br />
stoel (totaal 13,2 m 2 ) en losse podiumelementen met een totale oppervlakte<br />
van 15 m 2 . In de ruimte zijn geen staanplaatsen. De beschikbare<br />
vloeroppervlakte van deze ruimte bedraagt dus 70 m 2 – (13,2 m 2 +15m 2 )<br />
= 41,8 m 2 . Dit komt neer op een beschikbare vloeroppervlakte per persoon<br />
van 41,8 m 2 : 60 = 0,69 m 2 . Als zich niet meer dan 60 personen in de<br />
ruimte bevinden behoeven de zitplaatsen dus niet aan de vloer te zijn<br />
bevestigd.<br />
Rekenvoorbeeld 2: Als in dezelfde ruimte als hiervoor 90 zitplaatsen<br />
worden gerealiseerd (90 x 0,22 m 2 = 19,8 m 2 ) dan bedraagt de beschikbare<br />
vloeroppervlakte van deze ruimte 70 m 2 – (19,8 m 2 +15m 2 ) = 35,2 m 2 . Dit<br />
komt neer op een beschikbare vloeroppervlakte per persoon van 0,39 m 2 .<br />
De zitplaatsen moeten dus zodanig zijn gekoppeld of aan de vloer<br />
bevestigd dat ze niet kunnen verschuiven of omvallen als gevolg van<br />
gedrang.<br />
Met de van www.vrom.nl te downloaden rekenmethodiek, zie ook<br />
onderdeel 4 van het algemeen deel van de toelichting, kan worden<br />
uitgerekend hoeveel personen onder welke omstandigheden in een<br />
ruimte mogen verblijven.<br />
In het tweede lid is een nader voorschrift gegeven voor in rijen<br />
opgestelde zitplaatsen. Indien zitplaatsen in vier of meer rijen zijn<br />
opgesteld en het aantal zitplaatsen in de desbetreffende ruimte 100 of<br />
meer is, moeten de zitplaatsen op grond van dit lid zodanig gekoppeld of<br />
aan de vloer bevestigd zijn, dat zij ten gevolge van gedrang niet kunnen<br />
verschuiven of omvallen.<br />
Het derde lid bepaalt dat bij in rijen opgestelde zitplaatsen tussen de<br />
rijen een vrije ruimte aanwezig moet zijn van ten minste 0,4 meter. Dit<br />
betekent dat er een voldoende ruim looppad aanwezig moet zijn voor het<br />
vluchten. De vrije ruimte wordt gemeten tussen de loodlijnen op de elkaar<br />
dichtst naderende gedeelten van de rijen. Bij zelf opklappende stoelen,<br />
zoals bijvoorbeeld in een theater of bioscoop, wordt gerekend met de<br />
ruimte in opgeklapte toestand.<br />
Met het vierde lid is benadrukt dat ook langs een tussen de rijen stoelen<br />
geplaatste tafel gevlucht moet kunnen worden. Met andere woorden ook<br />
ter hoogte van de tafel moet een vrije ruimte aanwezig zijn van ten minste<br />
0,4 m.<br />
Het vijfde lid bepaalt dat een rij zitplaatsen die slechts aan één kant aan<br />
een gangpad of uitgang ligt, niet meer dan 8 zitplaatsen mag hebben. Met<br />
dit voorschrift wordt een voldoende uitstroomcapaciteit van een doodlopende<br />
rij stoelen gewaarborgd. Wanneer een doodlopende rij zitplaatsen<br />
te lang wordt, bestaat namelijk het risico dat men bij het vluchten niet snel<br />
genoeg weg komt en in paniek raakt.<br />
Het zesde lid legt voor situaties waarbij aan beide kanten van de rij een<br />
gangpad of een uitgang is, een relatie tussen het toegelaten aantal<br />
zitplaatsen in een rij en de volgens het derde lid gemeten vrije ruimte.<br />
Wanneer aan beide kanten van de rij een gangpad of een uitgang is, wordt<br />
er van uitgegaan dat er naar twee kanten kan worden gevlucht. Het<br />
voorschrift onderscheidt drie mogelijkheden:<br />
a. tot en met 16 zitplaatsen per rij als de loopruimte voor de rij stoelen<br />
tussen de 0,4 m en maximaal 0,45 m is en het gangpad of uitgang aan<br />
beide zijden ten minste 0,6 m breed is;<br />
Staatsblad 2008 327 64