Scan 2, april 2001 - UMC Utrecht
Scan 2, april 2001 - UMC Utrecht
Scan 2, april 2001 - UMC Utrecht
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Stroomstoring veroorzaakt pompprobleem>><br />
Een hart bestaat uit twee boezems en twee kamers. Het bloed wordt eerst van de boezems naar de<br />
kamers gepompt. Daarna wordt het de grote bloedvaten ingeperst. Het rondpompen van bloed is<br />
het gevolg van een samentrekking van de hartspieren. Het startschot voor die samentrekking<br />
wordt gegeven door de sinusknoop, die boven in het hart zit. In die sinusknoop ontstaat een elektrisch<br />
stroompje dat van boven naar beneden over de boezem loopt, waardoor de spieren geordend<br />
samentrekken.<br />
Tussen boezems en kamers zit een isolatielaag waarop de elektrische stroom stukloopt. In die laag<br />
zit slechts één doorgang: de atrioventriculaire knoop. Die knoop houdt het elektrische signaal uit<br />
de kamers even vast, totdat het bloed de boezems is ingestroomd. Dan stopt de knoop de stekker<br />
weer in het stopcontact en trekt de stroom over het onderste deel van het hart waardoor de<br />
kamers samentrekken en het bloed het lichaam wordt ingeperst.<br />
Mensen met een lange QT-syndroom (LQTS) hebben anatomisch gezien een volkomen normaal<br />
hart. Het enige dat bij nauwkeurige bestudering van een hartfilmpje opvalt, is de wat langere herstelperiode<br />
na het samentrekken van het hart. Die verlenging is te wijten aan problemen in de<br />
stroomvoorziening.<br />
De stroom die over het hart loopt, ontstaat door de ionen die de cel in- of uitgaan. Ionen zijn<br />
elektrisch geladen deeltjes. Duiken ze netjes achter elkaar door de celwand, dan ontstaat een<br />
mooie lopende golf. Dat is de elektrische stroom die de hartspiercellen doet samentrekken.<br />
Mensen met het lange QT-syndroom hebben een verhoogde kans dat die stroom door bepaalde<br />
gebeurtenissen – een onverwacht en hard geluid, een sterke emotie, een zware inspanning of een<br />
duik in het water – ineens helemaal ontspoort. Het hart begint chaotisch samen te trekken en<br />
pompt geen bloed meer rond, waardoor mensen snel kunnen overlijden.<br />
nr 2 <strong>april</strong> <strong>2001</strong> 18<br />
het bad dan bewust mijden. Paradoxaal<br />
genoeg zagen we bij onderdompeling juist<br />
afwijkingen in het hartritme van diverse<br />
type 2-patiënten. Die groep loopt nou net<br />
géén gevaar in het zwembad, voor zover we<br />
weten. Wat dat betekent? Een goede vraag,<br />
waarop ook ik het antwoord graag wil<br />
weten.”<br />
De genetica van de haperende hartgolf<br />
speelt op meer gebieden een rol. Al in de<br />
jaren tachtig opperde de Italiaanse cardioloog<br />
Peter Schwartz dat LQTS een veroorzaker<br />
is van wiegendood. “Een hypothese<br />
waarvoor het bewijs ontbrak”, zegt<br />
Hoorntje, “totdat twee jaar geleden een<br />
meisje werd opgenomen in het ziekenhuis.<br />
Ze was door haar ouders slap, flauw en<br />
bleek in bed gevonden, de klassieke kenmerken<br />
van wiegendood. Bij reanimatie<br />
bleek ze kamerfibrilleren te hebben, waaraan<br />
ze normaal gesproken zou zijn overleden.<br />
Pas na het uitsluiten van allerlei mogelijke<br />
oorzaken kwam LQTS in beeld. Een<br />
genetische test wees uit dat ze type 2 had.<br />
Waarmee werd bewezen dat het syndroom<br />
wel degelijk een verklaring voor wiegendood<br />
kan zijn. Aan de andere kant stelde<br />
het ons weer voor nieuwe raadsels. Bij mensen<br />
met type 2 treden klinische problemen<br />
eigenlijk nooit op voor het negende levensjaar.<br />
In dit geval ging het om een baby.<br />
Wederom een paradox. Een van de velen,<br />
waarmee we in dit nieuwe gebied van<br />
onderzoek worden geconfronteerd.”<br />
Ook hier geldt weer dat LQTS zeker niet alle<br />
gevallen van wiegendood verklaart, net zo<br />
min als het syndroom verantwoordelijk is<br />
voor elke verdrinking in een zwembad.<br />
“Eerst moet je alle andere bekende oorzaken<br />
voor wiegendood uitsluiten”, zegt<br />
Hoorntje, “maar daarna is screening op het<br />
syndroom aan te bevelen. Zeker als ouders<br />
en familieleden daarmee geholpen kunnen<br />
worden.”