Scan 2, april 2001 - UMC Utrecht
Scan 2, april 2001 - UMC Utrecht
Scan 2, april 2001 - UMC Utrecht
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
foto ><br />
Chris<br />
Het snot kleeft<br />
Het snot kleeft als een baksteen tussen mijn ogen.<br />
Een brij van taai slijm heeft bezit genomen van de holte in mijn voorhoofd.<br />
Ik kijk in de spiegel en zie tranende ogen, ik voel een hakkende<br />
hoofdpijn. Als ik voorover buig, dreigt mijn hoofd te exploderen.<br />
Zelfs een snelle draaibeweging is riskant, want de baksteen volgt mijn<br />
hoofd pas met een seconde vertraging. Dat doet pijn.<br />
Het vooruitzicht is ontmoedigend. Een ontsteking van de voorhoofdsholte<br />
is niet binnen een dag voorbij. Bij mij duurt het soms weken.<br />
Bovendien leggen snot en slijm het denken bijna stil. Ze vullen mijn<br />
hoofd met gebonk en gedreun, met zeurende pijn. Het groenige spinnenweb<br />
invalideert en verjaagt de gedachten.<br />
Ik heb ervan geleerd. Ik heb lang gedacht dat het lichaam geen<br />
invloed had op het denken, dat het lijf slechts de gevangenis is waarin<br />
onstoffelijke gedachten en ideeën zitten opgesloten. Het slijm in mijn<br />
lichaam heeft me op andere gedachten gebracht. Het lichaam is de<br />
oorsprong van de gedachten.<br />
Twee jaar geleden werd ik door bacteriën geveld. Na een watersportvakantie<br />
kwamen de ziekteverschijnselen ineens opzetten: koorts,<br />
hoofdpijn, braken, diarree en zelfs het daglicht was maar moeilijk te<br />
verdragen. De dokter hield het op een spirocheet, een microscopische<br />
kurkentrekker, die in een mensenlichaam soms gevaarlijk kan huishouden.<br />
Penicilline was het antwoord. Daar houden spirocheten niet van,<br />
grapte de dokter en hij had gelijk. De symptomen van de ziekte werden<br />
minder en na een tijdje waren de bacteriën weer uit mijn lichaam<br />
en gedachten verdwenen.<br />
Mijn voorhoofdsholte dirigeert me naar de bank. Vandaag ben ik veroordeeld<br />
tot platliggen, chagrijnig zijn en een beetje naar de radio luisteren.<br />
“Het is dus mogelijk dat de spirocheten veel langer in het lichaam<br />
blijven, dan we tot nu toe hebben aangenomen”, zegt een stem op de<br />
radio. Mijn lichaam op de bank verandert in een oor.<br />
“Er zijn aanwijzingen dat de spirocheten in sommige gevallen niet<br />
helemaal door de medicijnen worden verdreven, in het lichaam blijven<br />
Kurkentrekkers in de hersenen<br />
foto > Chris Timmers<br />
rondzwerven en zich een weg banen naar allerlei organen. Dat kan de<br />
oorzaak zijn van de vermoeidheid, de hoofdpijn en de concentratieproblemen<br />
waarover sommige patiënten jaren later nog klagen.”<br />
De stem zwijgt, een muziekje neemt het over.<br />
Ik heb, geloof ik, geen last meer gehad van de spirocheten. Maar stel dat<br />
ze de medicijnen hebben overleefd en zich als kurkentrekkers in mijn<br />
hersenen hebben gedraaid, zouden ze mijn denken dan beïnvloeden?<br />
Dat moet haast wel. Mijn hersenen maken deel uit van mijn lichaam.<br />
Als ze worden gekoloniseerd en bezet door kleine beestjes, wordt mijn<br />
denken in de war gestuurd. Hoe kunnen mijn neuronen en synapsen<br />
hun werk nog doen als er voortdurend kurkentrekkers oversteken?<br />
Ik laat de vraag rusten en sta op. Voorlopig heb ik andere dingen aan<br />
mijn hoofd. De baksteen zit me met een seconde achterstand op de<br />
hielen.<br />
Pieter Lomans<br />
nr 2 <strong>april</strong> <strong>2001</strong> 19