Markeboek van Raalterwoold
Markeboek van Raalterwoold
Markeboek van Raalterwoold
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
stukken zoodra mogelijk aan het definitief oordeel <strong>van</strong> eene, daartoe te beleggene buitengewone<br />
vergadering zullen worden onderworpen.<br />
En is verder besloten eenen reedelijken termijn te stellen en wel tot Maandag den 7 September<br />
aanstaande, v¢¢r of op welken datum eenieder die vermeend gewaard te zijn, en zijn regt<br />
daaromtrend nog niet heeft doen gelden, zulks alnog zal kunnen doen bij den Heere markenrigter, die<br />
bij publicatien den naderen tijd en de plaats wanneer en waar, aan de belanghebbenden zal bekend<br />
maken.<br />
Hiermede het voorname punt, waartoe deze vergadering was belegt, afgehandeld zijnde, geeft de<br />
Heer markenrigter kennis dat door het ministerie <strong>van</strong> den deurwaarder namens de marke de verdere<br />
pacht aan W. Hartkamp op het Hondemot, H. Koenjer op het Hogeland en G. <strong>van</strong> den Brink op het<br />
Rosen op den 24 Julij 1835 was opgezegd, de eerstgenoemde uit hoofde <strong>van</strong> wanbetaling en beide<br />
laatstgenoemden als begreepen in de resolutie <strong>van</strong> de 11e Meij j.l., waarop de markenrigter verder het<br />
welneemen der vergadering gevraagd hebbende is besloten het Hondemot publiek te verpachten en<br />
de beide anderen in publieke veiling te brengen en niet genoegzaam kunnende gelden dan te houden<br />
en aan de bewoners in huur na de goedgekeurde taxatie te laten oftewel mede publiek te verpachten.<br />
Ondertekend door: W.A. <strong>van</strong> der Laan, Markenrichter B. Wissink, T. ten Have, H.J. Brinkhuis, C.<br />
Heuven, D.H. Bentinck, B.W. ten Hove.<br />
Raalte, den 9 Meij 1836.<br />
Op heden zijn goedsheeren en erfgenamen der markte het <strong>Raalterwoold</strong> na voorafgegane wettige<br />
convocatie gewoon vergaderd geweest, en waren tegenwoordig: de heeren W.A. <strong>van</strong> der Laan,<br />
markenrigter, B. Wissink, C. Heuven, T. ten Have en H.J. Brinkhuis, de eerstgenoemde<br />
gecommitteerde en de laatstgenoemden buitengewoon gecommitteerden, R.F.C. Baron Bentinck tot<br />
Schoonheten, Baron Bentinck tot Nijenhuis, W. Stolte, G.J.G. de Vidal de St. Germain, H. Bosch<br />
Stegeman, Kempenaer als speciaal gemagtigde <strong>van</strong> Mevrouw Douairiere Van Boecop, en meer<br />
andere belanghebbenden.<br />
1. Het verhandelde in de op den 10 Augustus 1835 gehoudene buitengewone vergadering zijn<br />
gelezen, na eenige gedachtenwisseling goedgekeurd en geteekend.<br />
2. Markenrigter en gecommitteerden geven de vergadering kennis, dat door hun, ingevolge resolutiën<br />
<strong>van</strong> den 11 Meij en 10 Augustus 1835, op den 23e September 1835, door het ministerie <strong>van</strong> den te<br />
Raalte resideerende Notaris Fortuijn publiek ter verkoop zijn geveild de katersteden Het Rosen en Het<br />
Hogelandt, met dat gevolg dat het eerstgemelde, namenlijk het Rosen, voor f. 500,- is verkocht aan<br />
Johannes Kiekebosch, terwijl de tweede gemelde katerstede het Hogelandt, als niet genoeg<br />
kunnende gelden, is aangehouden. Dat daarna door den markenrigter aan den toenmaligen bewoner<br />
derzelve katerstede, Hermannus Koenjer is voorgesalgen deselve katerstede, tegen de door Jacob<br />
Hartkamp daarvoor uitgeloofde koopschat <strong>van</strong> (?niet ingevuld?) alnog over te nemen, in welke<br />
voorslag dezelve Koenjer heeft gemeend niet te kunnen of te moeten treden, sustinerende dat hijzelve<br />
en niet de marke eigenaar dier katerstede was. Dat het markenbestuur daarna, en alvorens, ingevolge<br />
het bepaalde bij het 3e punt der resolutie <strong>van</strong> 11 Meij 1835, tot eene publieke verpagting over te gaan,<br />
aan genoemden Hermannus Koenjer de bovengemelde katerstede in huur heeft aangeboden, tegens<br />
eene verhoging der jaarlijksche pacht ten bedrage <strong>van</strong> f. 10,- en alzoo in het geheel tegens eene<br />
jaarlijksche pacht <strong>van</strong> twintig gulden (f. 20,--), waarmede echter door denzelven Hermannus Koenjer,<br />
uit hoofde zijner evengemelde sustenie almede geen genoegen genomen is. En dat alzoo na alle<br />
deze ten behoeve <strong>van</strong> denzelven Hermannus Koenjer, tevergeefsch aangewende pogingen, door het<br />
markenbestuur op den 11 November 1835 is overgegaan tot eene publieke verpachting, zoo <strong>van</strong> de<br />
katerstede Het Hondemot als <strong>van</strong> de bovengemelde katerstede het Hogelandt, beide voor den tijd <strong>van</strong><br />
zes achtereenvolgende jaren, zijnde de eerstgemelde katerstede Het Hondemot getrokken bij en<br />
toegekend aan Egbert Schippers voor de jaarlijksche pacht <strong>van</strong> honderd achtentwintig guldens, zegge<br />
f. 128,00, en de tweede gemelde zijnde het Hogelandt aan Gerrit Hennepesmaat, voor de jaarlijksche<br />
pacht <strong>van</strong> veertig guldens, zegge f. 40,00.<br />
3. Op daartoe door den markenrigter gedaan voorstel is aan den nieuwen pachter <strong>van</strong> het Hondemot,<br />
uit hoofde <strong>van</strong> den zeer deplorablen toestand, waarin het getimmerte door den vorigen huurder