Markeboek van Raalterwoold
Markeboek van Raalterwoold
Markeboek van Raalterwoold
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
aangewezen plaatsen niet geschikte zouden zijn, en ook <strong>van</strong> de zijde <strong>van</strong> sommige<br />
belanghebbenden, veele tegenkanting ontmoeteden, is besloten, dat de commissie nader onderzoek<br />
doen zal, in hoeverre die plaatsen al dan niet geschikt en iemand der gewaarden ten schade zijn en<br />
ingeval dezelve ongeschikt bevonden mogten worden, binnen de eerstkomende 14 dagen hun andere<br />
en betere plaatsen aan te wijzen.<br />
4. G. Hennepesmaat, pachter <strong>van</strong> het Hoogelandt, verzoekt, dat aan hem mag worden toegestaan om<br />
voor het eerste jaar te kunnen volstaan met de betaling der oude, door Koenjer betaalde pacht ad. f.<br />
10,--. Welk verzoek aan hem, in aanmerking genomen zijnde, dat hij die katerstede uit hoofde der<br />
tusschen de marke en Koenjer hangende procedure, later heeft moeten aanvaarden, en hij daardoor<br />
met regt op eenige schadeloosstelling aanspraak maken kan, met eenparige stemmen is<br />
aangenomen.<br />
5. De gecommitteerde Barend Wissink geeft de vergadering kennis, dat hij, uit hoofde het groot aantal<br />
jaren gedurende dewelke de betrekking <strong>van</strong> gecommitteerde door hem is waargenomen, verlangd<br />
thans daar<strong>van</strong> te worden ontslagen, welk verlangen met leedwezen door de vergadering vernomen<br />
zijnde, is echter aan denzelven dat ontslag verleend, onder dankbetuiging voor zijne, gedurende<br />
zooveele jaren, aan de marke in zijne betrekking <strong>van</strong> gecommitteerde bewezen diensten. En is in<br />
deszelfs plaats, door den markenrigter als gecommitteerde voorgedragen, en door de vergadering,<br />
met eenparigheid <strong>van</strong> stemmen benoemd, de Heer D.H. Baron Bentinck tot Nijenhuis, dewelke in de<br />
vergadering tegenwoordig, verklaarde zich die benoeming te laten welgevallen.<br />
5. Namens Mannes Koenjer is verzocht, dat aan hem een plaats aangewezen mogt worden op den<br />
Belt bij Broekman, welk verzoek echter is gewezen <strong>van</strong> de hand.<br />
7. Daarna is op verschillende ingekomene verzoeken om veldgronden te mogen aangraven, eenparig<br />
besloten dat <strong>van</strong> nu voortaan geene aangravingen hoegenaamd en aan wie ook, in de marke zullen<br />
worden toegestaan.<br />
Eindelijk: 8. Aan den tolgaarder Heimeriks toegestaan op een hoekje veld aan den Luttenberger weg,<br />
nabij zijne gabel een berg te mogen plaatsen, onder de stellige bepaling evenwel om dezelve weder te<br />
zullen af te moeten amoveeren wanneer te eeniger tijd blijken mogt dat die berg bij eene eventueele<br />
verdeeling, daaraan hinderlijk zijn mogt.<br />
Vervolgens niemand iets meerder hebben voor te dragen is de vergadering gesloten.<br />
Ondertekend door: Jhr. H. <strong>van</strong> Andringa de Kempenaer, D.H. Bentinck, W.A. <strong>van</strong> der Laan,<br />
markenrigter, W. Stolte, H.W. ten Hove, B. Wissink, C. Heuven, Ian Tis (= Jan Tijs), G. Giese.<br />
Raalte, den 14 Meij 1838.<br />
Heden zijn erfgenamen en goedsheeren na wettige convocatie vergaderd geweest, en waren present:<br />
De Heeren W.A. <strong>van</strong> der Laan, markenrigter, D.H. Baron Bentinck tot Nijenhuis, gecommitteerde, B.<br />
Wissink, oud-gecommitteerde, M. <strong>van</strong> Doorninck Azn., J.G. Giese, Baron Bentinck tot Schoonheten<br />
namens zijn vader R.F.C. Baron Bentinck tot Schoonheten, J. Brinkhuis op Tijs, C. Heuven en<br />
anderen.<br />
1e. Het verhandelde in de laatstgehoudene vergadering is gelezen, goedgekeurd en geteekend.<br />
2e. De markenrigter geeft der vergadering kennis dat door de commissie bij resolutie <strong>van</strong> den 11 Meij<br />
1835 en 9 Meij 1837 ingesteld tot het ontwerpen <strong>van</strong> een voorlopig plan <strong>van</strong> verdeeling der<br />
markengronden, tot heden niet is voldaan aan den termijn, bij de laatstgemelde vergadering bepaald,<br />
tot het indienen <strong>van</strong> een zoodaanig voorlopig plan aan het markenbestuur, ofschoon ook bij eene<br />
missieve <strong>van</strong> den 2 Julij 1837 door den heer president der commissie aan hem markenrigter de<br />
stellige verzekering was gegeven dat hetzelve plan in den loop dier weeke bij het markenbestuur<br />
zoude worden ingezonden, als zijnde dat plan door alle de leden der commissie eenparig<br />
goedgekeurd. Waarop de heer president der commissie, namens dezelve het woord opvattende, de<br />
redenen dier vertraging gemotiveerd heeft uiteengezet en ontvouwd. En is daarna dezelve commissie