05.09.2013 Views

download - Aqueduct

download - Aqueduct

download - Aqueduct

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Competentiegericht onderwijs<br />

in een erfgoedcontext<br />

Redactie: Jaap Van Lakerveld en Ingrid Gussen<br />

Coördinators: Guy Tilkin en Renilde Knevels<br />

Co-auteurs: Christa Bauer, Leen Alaerts,<br />

Jo Van Dessel, Ruth Wouters


Competentiegericht onderwijs<br />

in een erfgoedcontext<br />

Acquiring Key Competences<br />

through Heritage Education


ISBN 9789081794107<br />

Legal deposit: D/2011/8926/1<br />

Published by: Lies Kerkhofs, Landcommanderij Alden Biesen, Kasteelstraat 6, B-3740 Bilzen<br />

Project Number: 502572-LLP-1-2009-1-BE-COMENIUS-CMP<br />

Design & production: COMMiX Graphic Solutions - www.commix.be<br />

Translations of this manual in French, German, Italian, Polish, Dutch and Romanian are available on www.the-<strong>Aqueduct</strong>.eu<br />

Mededeling:<br />

Dit project werd gefinancierd met de steun van de Europese Commissie. Deze publicatie geeft enkel de visie van de auteur<br />

weer, de Commissie kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor mogelijk gebruik van de informatie die het handboek<br />

bevat.


Competentiegericht onderwijs in een erfgoedcontext<br />

Redactie:<br />

Jaap Van Lakerveld en Ingrid Gussen,<br />

PLATO, Universiteit Leiden, Leiden, Nederland<br />

Coördinators:<br />

Guy Tilkin en Renilde Knevels,<br />

Landcommanderij Alden Biesen, Bilzen, België<br />

Co-auteurs:<br />

Christa Bauer, Pädagogische Hochschule Steiermark, Graz, Oostenrijk<br />

Leen Alaerts, Jo Van Dessel, Ruth Wouters, KHLeuven, Leuven, België<br />

In samenwerking met:<br />

Boglarka Bohonyi and Timea Berki, Transylvania Trust Foundation, Cluj-Napoca, Roemenië<br />

Szilárd Toth, Babeș-Bolyai University Cluj, Cluj-Napoca, Roemenië<br />

Marcin Klag and Katarzyna Dziganska, MIK, Krakau, Polen<br />

Valentina Galloni and Margherita Sani, IBACN, Bologna, Italië<br />

Stéphane Colsenet, Frédéric Samuel, Gishly Didon, Alain Ohnenwald, CCE, St-Jean d’Angély, Frankrijk<br />

Ray Kirtley, European Resource Center, Hull University, UK<br />

Ioana Crugel, ACCR, Paris, Frankrijk<br />

Project coördinator


4<br />

Inhoudsopgave<br />

I. <strong>Aqueduct</strong>: Het project 4<br />

Voorwoord 5<br />

1.1 Inleiding 8<br />

1.2 Het <strong>Aqueduct</strong> project 9<br />

1.3 De partners 11<br />

II. <strong>Aqueduct</strong>: De aanpak 13<br />

2.1 Erfgoedonderwijs 14<br />

2.2 Competentiegericht onderwijs en leren 17<br />

2.3 Benaderingen van competentiegericht leren 22<br />

III. <strong>Aqueduct</strong>: De praktijk 30<br />

3.1 <strong>Aqueduct</strong> proefprojecten 31<br />

Graz-gefluister (AT) 31<br />

Sleutelcompetenties en een Sleutelmuseum (AT) 33<br />

Heilig Hart Heverlee: School in oorlog (BE) 35<br />

Mater Dei: Een arme schoolbuurt wordt op historisch<br />

en cultureel vlak rijk (BE) 38<br />

Jongeren Organiseren Europese Erfgoeddagen (FR) 41<br />

Toen de mens nog een kind was: een reis om onze afkomst te<br />

ontdekken (IT) 44<br />

Lucas van Leyden en zijn tijd verkennen (NL) 47<br />

In het spoor van van Wojciech en Aneri Weiss (PL) 49<br />

Koning Mathias De Rechtvaardige (RO) 52


3.2 Goede <strong>Aqueduct</strong> praktijkvoorbeelden 54<br />

Van Ridders, Kastelen en Kruiden tot de Mensen<br />

van Vandaag (AT) 54<br />

Geconfronteerd worden met een beschamend verleden (AT) 56<br />

De abdij van Vlierbeek (BE) 58<br />

Dood en Begraven (BE) 61<br />

Erfgoed in het dagelijkse leven (BE) 63<br />

Kinderen van Guernica (BE) 65<br />

Cookies (BE) 67<br />

De Odyssee van Tram 92 (BE) 69<br />

Stedelijke Beweging (FR) 71<br />

De geschiedenis van kunst (FR) 73<br />

Een dag in het leven van een monnik (FR) 76<br />

European Studyprogramme: Mijn visie voor Europa (IE) 78<br />

Emotionele wegen voor kinderen en jongeren in het<br />

‘Manifattura delle Arti’ (IT) 80<br />

Open Monumenten (IT) 83<br />

Totem Sensoriale (IT) 85<br />

The Laundry (MA) 87<br />

The Medina (MA) 89<br />

Licht op Rembrandt (NL) 91<br />

De verkoper en het museum (NL) 93<br />

St-Art (NL) 95<br />

De Groote Vink (NL) 97<br />

Was Art Nouveau vrouwelijk? (PL) 99<br />

Ontdekkingsreis naar de poorten van wijsheid (PL) 102<br />

Golkowice in kaart gebracht (PL) 104<br />

Open Vensters (PT) 107<br />

Workshop van de Kleine Acteur (RO) 109<br />

Zoektocht naar het Verleden (RO) 111<br />

De presentatie en scholing van<br />

‘De Traditionele Ambachten van Mensen uit Szekler’ (RO) 113<br />

Vluchtelingen in het Openluchtmuseum (SE) 115<br />

Het ‘Running Wild’ Project van het ‘Yorkshire Wildlife Trust’<br />

in de Stad York (UK) 118<br />

Literaire Associaties door een Historisch Landschap (UK) 120<br />

Vrijheid en Fair Play gebaseerd op het ‘Wilberforce House<br />

Museum’ (UK) 123<br />

IV. <strong>Aqueduct</strong>: De hulpmiddelen 125<br />

4.1 Assessment instrument 126<br />

4.2 De <strong>Aqueduct</strong> competentienavigator 128<br />

4.3 Checklist om de competentiegerichte<br />

leeromgevingen te evalueren voor leerlingen<br />

en leerkrachten/onderwijzers met de nodige<br />

organisatorische vereisten 131<br />

Bibliografie 136<br />

5


6<br />

I. <strong>Aqueduct</strong>: Het project


Erfgoededucatie raakt meer en meer bekend in opleidings- en erfgoedcontexten. Beleidsvormers in de EU instellingen (De Raad van Europa<br />

en de Europese Commissie) en in wereldwijde organisaties zoals UNESCO promoten zowel de bescherming van ons cultureel en natuurlijk<br />

erfgoed als het gebruik van erfgoed om de leerprocessen van mensen in het algemeen en jongeren in het bijzonder te verrijken. De twee<br />

richtingen: bescherming van erfgoed aan de ene kant en erfgoedonderwijs aan de andere kant lijken elkaar te versterken. Leerlingen zullen<br />

bewust worden van de waarde van erfgoed en van diens waarde voor hun eigen leer- en ontwikkelingsproject. Erfgoed zal dus meer geapprecieerd<br />

worden en de bescherming ervan zal als gevolg daarvan meer steun vinden. Zowel verstrekkers van onderwijs als van erfgoed<br />

zullen er voordeel uit halen, maar verder zullen ook de leerlingen een rijke en inspirerende leeromgeving ervaren die hen zal steunen en<br />

hun leerproces zal versterken. Het is vanuit deze achtergrond dat een aantal actoren uit onderwijs en erfgoed besloten om een project te<br />

lanceren voor de verwerving van de sleutelcompetenties voor Levenlang Leren door middel van erfgoedonderwijs (<strong>Aqueduct</strong>). De naam van<br />

het project verwijst naar het proces van de verwerving van competenties. Het aquaduct als logo benadrukt het belang van het overbruggen<br />

van ‘leegtes’ en van informatie die stroomt door ingenieuze kanaalsystemen. Op deze manier halen vele verschillende partijen voordeel uit<br />

onze gemeenschappelijke culturele en natuurlijke bronnen.<br />

Deze handleiding geeft de aanpak van het <strong>Aqueduct</strong> project weer. Het weidt uit over de relatie tussen erfgoedonderwijs en competentiegericht<br />

onderwijs, heel specifiek gaat het over de verwerving van de sleutelcompetenties van Levenlang Leren die door de Europese<br />

Commissie onderscheiden worden.<br />

De concepten van erfgoedonderwijs en competentiegericht onderwijs worden voorgesteld en aan elkaar gekoppeld. De wederzijdse relatie<br />

en voordelen worden duidelijk gemaakt. Verder worden de behoeftes die zowel de leerlingen/studenten als de leraren/organisatoren toestaan<br />

om in een rijke en inspirerende leeromgeving optimaal te leren, geïdentificeerd en uitvoerig behandeld.<br />

Bijlagen, die ideeën en hulpmiddelen voorzien voor de constructie van specifieke aanpakken van competentiegericht erfgoedonderwijs,<br />

worden toegevoegd. Ook worden de ‘storyline’ benadering, actieleren, probleemgestuurd leren, coöperatief leren en begeleide ontdekking<br />

beschreven. Binnen het <strong>Aqueduct</strong> project vinden we al deze benaderingen relevant en toepasbaar, maar uiteindelijk identificeren we de<br />

‘storylinebenadering als datgene die het beste tegemoet komt aan de vereisten van competentiegericht erfgoedonderwijs.<br />

We hopen dat <strong>Aqueduct</strong> zal bijdragen tot de introductie van competentiegericht onderwijs en leren en dat het zal bijdragen tot de interesse<br />

voor en de toegankelijkheid van cultureel erfgoed.<br />

Guy Tilkin Lies Kerkhofs<br />

Projectleider <strong>Aqueduct</strong> Directeur<br />

Landcommanderij Alden Biesen Landcommanderij Alden Biesen<br />

Project coördinator<br />

7


8<br />

1.1 Inleiding<br />

Gegidste rondleidingen, gidsen die de chronologische geschiedenis<br />

van restanten van vroeger uitleggen, boekjes die allerlei details geven<br />

van een bepaald monument zonder enige verbinding te maken<br />

met de context ervan of met de voorkennis of de relevante huidige<br />

ervaringen die de mensen hebben, de fysieke uitputting tijdens het<br />

slenteren door een museum en het onvermogen om zich nadien te<br />

herinneren wat uitgelegd werd … veel mensen zullen deze situaties<br />

herkennen. En toch heeft erfgoed de potentie om ons te inspireren.<br />

Het leert ons over oude tijden, over mensen, over onszelf, over het<br />

heden en zelfs over de toekomst, als we de schatten ervan op een<br />

gepaste manier openbaren; als we de ontdekking van erfgoed veranderen<br />

in een uitdaging, een inspirerende ervaring.<br />

Het <strong>Aqueduct</strong> project werd gelanceerd om leerkrachten en educatieve<br />

medewerkers van erfgoedinstellingen exact dat de laten<br />

doen, om erfgoedopleidingen om te vormen in een inspirerende<br />

collectieve ervaring die zowel de leerlingen en studenten als de<br />

leerkrachten toelaat om zoveel mogelijk te verwerven, niet enkel<br />

kennis, maar ook sleutelcompetenties voor Levenslang Leren,<br />

zoals de competentie om samen te werken, te communiceren,<br />

zichzelf op cultureel vlak uit te drukken en om een gevoel van initiatief<br />

en ondernemerschap te verwerven. Binnen het <strong>Aqueduct</strong><br />

project is erfgoed geen doel op zich. Het is een voertuig voor<br />

persoonlijk leren en persoonlijke ontwikkeling.<br />

We schreven en stelden deze handleiding samen voor diegenen<br />

die de uitdaging aan willen gaan om erfgoedonderwijs te veranderen<br />

in iets dat verder gaat dan het overbrengen van kennis<br />

over historische objecten en voor diegenen die gebruik willen<br />

maken van erfgoed, zowel cultureel als natuurlijk erfgoed, om<br />

kinderen te inspireren om over erfgoed te leren en, belangrijker,<br />

om een aantal sleutelcompetenties voor levenslang leren te<br />

ontwikkelen.<br />

Het eerste deel van deze handleiding geeft een overzicht van enkele<br />

van de basisconcepten en beschouwingen die ten grondslag liggen<br />

aan het <strong>Aqueduct</strong> project. Achtereenvolgens zal er aandacht<br />

besteed worden aan:<br />

• Het <strong>Aqueduct</strong> project en zijn partners<br />

• Erfgoedonderwijs<br />

• Competentiegericht onderwijs en leren<br />

• Verschillende manieren voor het vormgeven van competentiegericht<br />

onderwijs.<br />

Een voertuig als erfgoed; Erfgoed als voertuig<br />

(Foto: Jaap van Lakerveld)<br />

In deze opeenvolgende secties geven we een overzicht van het<br />

concept competentie en verbinden we dit concept met erfgoed en<br />

erfgoedonderwijs. Verder wordt competentiegericht onderwijs geschetst<br />

als een opleidingsaanpak die op verschillende manieren ten<br />

uitvoer gebracht kan worden. Vijf potentiële uitvoeringsmethoden<br />

worden beschreven in het eerste deel van dit handboek.<br />

In het tweede deel worden negen pilots beschreven die gelanceerd<br />

werden vanuit het <strong>Aqueduct</strong> project. Deze projecten kunnen gezien<br />

worden als pogingen om de <strong>Aqueduct</strong> aanpak te vertalen naar de<br />

praktijk. Daarna worden eenendertig good practices, zoals die in de<br />

deelnemende landen gevonden worden, op een narratieve manier<br />

beschreven. Deze voorbeelden worden bijgevoegd omdat ze elementen<br />

bevatten die illustratief bevonden kunnen worden voor de<br />

aanpak die door de <strong>Aqueduct</strong> partners gepromoot wordt. In het<br />

laatste deel van de handleiding worden enkele hulpmiddelen opgenomen<br />

om de mate waarin de projecten tegemoet komen aan de<br />

<strong>Aqueduct</strong> standaarden te beoordelen en om de leerlingen te helpen<br />

om hun eigen werk en vooruitgang te volgen.


1.2 Het <strong>Aqueduct</strong> Project<br />

In maart 2009 schreven de Landcommanderij Alden Biesen en<br />

zijn partners zich in voor het <strong>Aqueduct</strong> project bij de Europese<br />

Commissie onder de noemer van de Comenius Multilaterale<br />

Projecten, onderdeel van het Programma ‘Een Leven Lang Leren<br />

(LLP)’. Op het einde van juli 2009 werd de aanvraag goedgekeurd.<br />

Landcommanderij Alden Biesen, Belgium<br />

Het verwerven van sleutelcompetenties door<br />

erfgoedonderwijs<br />

Erfgoedonderwijs moet niet enkel gezien worden als een onderwerp<br />

van geschiedenis of kunst en cultuur maar het omvat een complex ‘extra<br />

muros voordeel’, het biedt grote mogelijkheden voor het verhogen<br />

en behouden van motivatie, innovatieve vakoverschrijdende aanpak,<br />

banden tussen school en omgeving, de Europese culturele dimensie<br />

en het bereiken van transversale sleutelcompetenties van Levenslang<br />

Leren zoals die opgesteld worden door het Europees Referentiekader:<br />

leren leren, burgerschaps- en sociale competenties, gevoel voor initiatief<br />

en ondernemerschap en cultureel bewustzijn en expressie.<br />

Het concept van sleutelcompetenties werd gecreëerd in het kader<br />

van de Lissabon Strategie in 2000. Het resulteerde in het Europese<br />

Referentiekader, dat verklaart dat: “… elke inwoner een groot aantal<br />

sleutelcompetenties nodig heeft om zich flexibel aan te passen aan<br />

een snel veranderende en sterk verbonden wereld. Onderwijs in zijn<br />

dubbele rol, zowel sociaal en economisch, heeft een sleutelrol te spelen<br />

in het verzekeren dat de Europese burgers de sleutelcompetenties<br />

verwerven die noodzakelijk zijn voor persoonlijk welzijn, actief burgerschap,<br />

sociale cohesie en inzetbaarheid in een informatiesamenleving”.<br />

Sleutelcompetenties van levenslang leren<br />

• Communicatie in de moedertaal<br />

• Communicatie in een vreemde taal<br />

• Mathematische competenties en basiscompetenties in wetenschap<br />

en technologie<br />

• Digitale competenties<br />

• Leren leren<br />

• Burgerschaps- en sociale competenties<br />

• Gevoel voor initiatief en ondernemerschap<br />

Het <strong>Aqueduct</strong> project focust op de transversale sleutelcompetenties:<br />

leren leren, burgerschaps- en sociale competenties,<br />

gevoel voor initiatief en ondernemerschap, en cultureel bewustzijn<br />

en expressie.<br />

N.B. Meer informatie over sleutelcompetenties:<br />

http://ec.europa.eu/education/policies/2010/doc/basicframe.pdf<br />

Doelen<br />

Het algemene doel van het project is om de verwerving van de<br />

competenties van Levenslang Leren in de scholen te vergroten door<br />

middel van erfgoedonderwijs. In meer praktische termen betekent<br />

dit dat het project de capaciteit van leerkrachten voor competentiegericht<br />

onderwijs in een erfgoedcontext probeert op te bouwen.<br />

Projectactiviteiten<br />

Binnen het <strong>Aqueduct</strong> project zijn een aantal activiteiten ondernomen<br />

om de hierboven vernoemde doelen te bereiken.<br />

• Na een analyse, onderzoek en conceptontwikkeling, deelden<br />

en vergeleken de organisaties voor lerarenopleiding en de<br />

‘erfgoedinstellingen’ (de partners) hun ideeën over erfgoedonderwijs,<br />

over het verwerven van sleutelcompetenties en over<br />

leermethoden door middel van erfgoed, door het leren van<br />

theorieën, door het vaststellen van leerresultaten, hoe sleutelcompetenties<br />

operationeel gemaakt kunnen worden, door<br />

team teaching enzovoort. Dit resulteerde in de ontwikkeling<br />

van richtlijnen en criteria om het ‘sleutelcompetentie-gehalte’<br />

van educatieve erfgoed-initiatieven te bepalen (cf. het laatste<br />

deel van deze handleiding).<br />

9


10<br />

• Ook verzamelden en beschreven de partners goede praktijkvoorbeelden<br />

en pilots die in het licht van de <strong>Aqueduct</strong> aanpak<br />

beschouwd worden.<br />

• Nationale trainingsworkshops en trainingsdagen werden gegeven<br />

om de partners en deelnemers voor te bereiden om lokale,<br />

nationale en internationale erfgoed-initiatieven te organiseren,<br />

die in de vorige fasen waren ontwikkeld.<br />

• Al de hierboven vermelde activiteiten dienden als basis voor<br />

de constructie van dit handboek dat in deze geprinte editie<br />

beschikbaar is in het Nederlands, maar ook beschikbaar is via<br />

de website: www.the-aqueduct.eu in iedere partnertaal en bestemd<br />

is voor leerkrachten, trainers en leerkracht-trainers.<br />

• De verspreiding werd ingesteld door training en presentaties<br />

door een Europees team van trainers, door nascholingsdagen in<br />

de partnerlanden en een slotconferentie over de verspreiding,<br />

door de website van het project en de uitvoering van de trainingsmodules<br />

voor bijscholing en de initiële lerarenopleiding.<br />

De leraar-trainingsinstituten van het deelgenootschap en de<br />

netwerken van scholen die met hun geassocieerd zijn, zullen<br />

hun impact op een grote leerkrachtengemeenschap verzekeren,<br />

vooral in de landen die betrokken zijn. Alle partners zijn betrokken<br />

in netwerken en associaties en zullen deze contacten<br />

gebruiken voor verspreiding.<br />

• Het <strong>Aqueduct</strong> partnerschap zal ook ‘<strong>Aqueduct</strong> Comenius<br />

trainingen’ organiseren: internationale bijscholingstrainingen<br />

voor leerkrachten met subsidiemogelijkheden in het kader<br />

van het LLP Comenius mobiliteitsprogramma. Gedurende een<br />

5-daagse training zullen leerkrachten en hun opleiders leren<br />

over de <strong>Aqueduct</strong> aanpak: het competentiegericht onderwijzen<br />

en leren in een erfgoedcontext met presentaties, workshops en<br />

ervaringen ter plaatse. Meer informatie over deze trainingen is<br />

te vinden op de projectwebsite.<br />

De doelgroepen<br />

De voornaamste doelgroepen van het <strong>Aqueduct</strong> project en daardoor<br />

ook van dit handboek zijn lerarenopleiders, leraren in opleiding<br />

(studenten) en leerkrachten in scholen met leerlingen van<br />

6 tot 14 jaar (basisschool en lager secundair onderwijs). <strong>Aqueduct</strong><br />

mikt ook op ontwikkelaars en trainers van erfgoedorganisaties om<br />

hen te helpen om nieuwe aanpakken te vinden om het erfgoed dat<br />

zij beheren te tonen. De ervaring met erfgoedprojecten die we verzamelden<br />

en analyseerden heeft ons overtuigd dat erfgoedonderwijsactiviteiten<br />

even lonend kunnen zijn voor andere niveaus van<br />

onderwijs. Veel van de ideeën en voorbeelden die in dit handboek<br />

gepresenteerd worden, zijn ook relevant voor mensen uit andere<br />

organisaties buiten de onderwijssector. Het verkennen van erfgoed<br />

in de eigen omgeving kan een bijdrage leveren aan het proces van<br />

organisatieleren; het kan ook bijdragen aan de verwerving van de<br />

sleutelcompetenties voor levenslang leren in een uiteenlopende<br />

reeks contexten.<br />

Deelnemers aan de <strong>Aqueduct</strong> studiedag (Foto: Ingrid Gussen)


1.3 De partners in het project<br />

Het <strong>Aqueduct</strong> partnerschap bestaat uit 4 universiteiten (afdeling<br />

lerarenopleiding of –nascholing) en 5 erfgoedorganisaties.<br />

Projectcoördinator<br />

• Landcommanderij Alden Biesen (Belgium)<br />

www.alden-biesen.be<br />

Contact: Guy Tilkin and Renilde Knevels<br />

Project partners<br />

• Katholieke Hogeschool Leuven (Belgium)<br />

www.khleuven.be<br />

Contact: Leen Alaerts, Jo Van Dessel, Ruth Wouters<br />

• PLATO, Leiden University (The Netherlands)<br />

www.fsw.leidenuniv.nl/plato/<br />

Contact: Jaap Van Lakerveld en Ingrid Gussen<br />

• Transylvania Trust Foundation (Romania)<br />

www.transylvaniatrust.ro<br />

Contact: Boglarka Bohonyi en Timea Berki<br />

• Babeş-Bolyai University (Romania)<br />

www.ubbcluj.ro<br />

Contact: Szilard Toth<br />

• Instituto per i Beni Artistici, Culturali e Naturali,<br />

Emilia- Romagna (Italy)<br />

www.ibc.regione.emilia-romagna.it<br />

Contact: Valentina Galloni en Margherita Sani<br />

• Malopolska Institute of Culture (Poland)<br />

www.mik.Krakau.pl<br />

Contact: Katarzyna Dziganska en Marcin Klag<br />

• Centre de Culture Européenne – Abbaye Royale Saint-Jean<br />

d’ Angély (France)<br />

www.cceangely.org<br />

Contact: Stéphane Colsenet, Frédéric Samuel, Gishly Didon,<br />

Alain Ohnenwald<br />

• Pädagogische Hochschule Steiermark (Austria)<br />

www.phst.at<br />

Contact: Christa Bauer<br />

Geassocieerde partners<br />

• Internationaal Department van het GO!:<br />

Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap (België)<br />

www.g-o.be/europa<br />

• ACCR: Association des Centres Culturels de Rencontre (France)<br />

www. accr-europe.org<br />

Externe evaluatie<br />

• Ray Kirtley: Europees onderzoekscentrum,<br />

Universiteit van Hull (Verenigd Koninkrijk)<br />

PLATO, Universiteit Leiden nam de verantwoordelijkheid voor de<br />

algemene theoretische achtergrond van verwerving van de sleutelcompetenties<br />

(Key competence Acquisition (KCA)).<br />

De drie leraar-trainingsorganisaties (Leuven, Graz en Cluj) bekeken<br />

de uitvoering van het competentiegericht onderwijs en vergeleken<br />

dit met ‘traditioneel’ erfgoedonderwijs.<br />

Twee erfgoedinstellingen: Krakau en Bologna, zijn regionale cultuur-<br />

en erfgoedpromotors die als discussieleiders en interface tussen<br />

het erfgoed en de bevolking fungeren. In dit project boden<br />

ze hun expertise aan t.a.v. benaderingen, activiteiten, netwerken,<br />

verspreiding enzovoort.<br />

11


12<br />

De drie andere erfgoedinstellingen in het consortium zijn voorbeelden<br />

van gebouwd erfgoed (twee kastelen en een abdij) met een<br />

sterke verbinding met het publiek en met scholen. Zij boden inhoud,<br />

context en praktische expertise aan.<br />

Buiten de consortiumpartners werden 9 ‘tandems’ gecreëerd: een<br />

school – erfgoedinstelling combinatie die een proefproject opzetten<br />

volgens de <strong>Aqueduct</strong> aanpak. Goede praktijkvoorbeelden<br />

werden verzameld in alle partnerlanden en in Marokko, Zweden,<br />

Portugal, Ierland en in het Verenigd Koninkrijk.<br />

Ten slotte hadden we twee speciale partners:<br />

1. GO, de coördinator van Hereduc, een vroeger Comeniusproject<br />

over erfgoedonderwijs. Deze partner verschafte een visie op<br />

erfgoedonderwijs, een netwerk en een aantal oefeningen en<br />

voorbeelden.<br />

2. ACCR, een Europees netwerk van gebouwde erfgoedinstellingen.<br />

Zij verschafte de ideale grond waarop de <strong>Aqueduct</strong> aanpak<br />

kon groeien.<br />

Buiten de projectpartners waren er ook heel wat anderen met het<br />

project betrokken, zowel lerarenopleidingen, scholen of erfgoedinstellingen<br />

die deelnamen aan de workshops en de proefprojecten<br />

die deel uitmaken van dit handboek. Hun actieve en inspirerende<br />

participatie en inbreng hebben van dit handboek een gevarieerde<br />

compilatie van voorbeelden van competentiegericht erfgoedonderwijs<br />

gemaakt.


:<br />

II. <strong>Aqueduct</strong>: De aanpak<br />

Reed ready for thatching (Foto: Jaap van Lakerveld)<br />

13


14<br />

2.1 Erfgoedonderwijs<br />

Definities van Erfgoed<br />

Wat betreft de inhoud van erfgoedonderwijs gebruiken wij de<br />

definities van de Raad Van Europa en de UNESCO (http://portal.<br />

unesco.org/) waarbij cultureel en natuurlijk erfgoed beschreven<br />

worden als een parapluconcept: een uiteenlopende reeks van culturele<br />

en natuurlijke, van tastbare en ontastbare elementen.<br />

Cultureel Erfgoed<br />

Monumenten: architecturale werken, werken van monumentale<br />

sculptuur en schilderijen, elementen of structuren van een archeologische<br />

aard, inscripties, woningen in een grot en combinaties<br />

van eigenschappen, die een opmerkelijk universele waarde hebben<br />

vanuit het standpunt van geschiedenis, kunst en wetenschap;<br />

Groepen van gebouwen: groepen van aparte of verbonden gebouwen<br />

die, vanwege hun architectuur, hun homogeniteit of hun<br />

plaats in het landschap, van opmerkelijke waarde zijn vanuit het<br />

standpunt van geschiedenis, kunst en wetenschap;<br />

Locaties: werken van de mens of de gecombineerde werken van<br />

natuur en de mens, en gebieden inclusief archeologische locaties<br />

die van opmerkelijke universele waarde zijn vanuit een historisch,<br />

esthetisch, etnologisch en antropologisch standpunt.<br />

Ontastbaar erfgoed<br />

De term ‘cultureel erfgoed’ heeft zijn inhoud aanzienlijk veranderd<br />

in de laatste jaren, gedeeltelijk door de instrumenten die door<br />

UNESCO ontwikkeld werden. Cultureel erfgoed eindigt niet bij<br />

monumenten en collecties van objecten. Het houdt ook tradities<br />

of levende uitdrukkingen in die geërfd werden van voorouders en<br />

die doorgegeven worden aan onze nakomelingen, zoals mondelinge<br />

tradities, uitvoerende kunsten, sociale praktijken, rituelen,<br />

feestelijke evenementen, kennis en praktijken met betrekking tot<br />

de natuur en het universum of de kennis en vaardigheden die traditioneel<br />

handwerk produceren.<br />

Cultureel erfgoed is zowel tastbaar als ontastbaar. Het verwijst<br />

naar tradities, maar het omvat ook hedendaagse uitdrukkingen en<br />

tradities. Het is gekoppeld aan identiteit en gebaseerd op een gemeenschappelijke<br />

appreciatie.<br />

Natuurlijk erfgoed<br />

Natuurlijke kenmerken bestaan uit fysische en biologische formaties<br />

of groepen van dergelijke formaties, die van opmerkelijke universele<br />

waarde zijn vanuit een esthetisch of wetenschappelijk standpunt;<br />

Geologische en fysische formaties en precies afgelijnde gebieden<br />

die de natuurlijke omgeving van bedreigde dieren- of plantensoorten<br />

vormen en die van opmerkelijke universele waarde zijn vanuit<br />

een standpunt van Castles, wetenschap of conservatie; Parks<br />

Monuments<br />

Agricultural sites<br />

Natuurlijke locaties, Monasteries of precies afgelijnde natuurlijke Trees gebieden met<br />

Industrial buildings<br />

Woods<br />

een opmerkelijke Collections universele waarde vanuit het Habitats standpunt van wetenschap,<br />

conservatie Sites of natuurlijke schoonheid Seas, lakes, (UNESCO, rivers 2008).<br />

Tangible<br />

Natuurlijk erfgoed is gekoppeld aan omgeving en aan landschap,<br />

concepten die Cultural ook nauw verbonden zijn met Natural cultuur.<br />

Uitgebreide definities<br />

Traditions<br />

Natural processes<br />

Expressions<br />

Climate<br />

In de definities Rituals van cultureel en natuurlijk erfgoed Smells zien we een<br />

verandering van een Skillssmalle<br />

tastbare en culturele Phenomena definitie naar een<br />

Convictions<br />

Atmospheres<br />

wijdere definitie<br />

Beliefs<br />

die ook natuurlijke en ontastbare<br />

Light/sounds<br />

elementen bevat.<br />

Verder zien we ook een verandering van de focus op erfgoed<br />

als iets dat enkel bewaard moet worden naar een meer instrumentele<br />

nadruk op het doel waarvoor erfgoed nuttig mag zijn.<br />

Kastelen<br />

Monumenten<br />

Kloosters<br />

Industriële gebouwen<br />

Collecties<br />

Locaties<br />

Tradities<br />

Uitdrukkingen<br />

Rituelen<br />

Vaardigheden<br />

Overtuigingen<br />

Geloof<br />

Intangible<br />

Voorbeelden en uitgebreide definities van erfgoed<br />

Tasbaar<br />

Parken<br />

Agriculturele locaties<br />

Bomen<br />

Bossen<br />

Woongebieden<br />

Zeeën, meren, rivieren<br />

Cultureel Natuurlijk<br />

Ontastbaar<br />

Natuurlijke processen<br />

Klimaat<br />

Geuren<br />

Fenomenen<br />

Atmosferen<br />

Licht/geluiden


Erfgoed in deze definities wordt ontvangen als iets dat een eigen<br />

waarde heeft maar op hetzelfde moment ook een toegevoegde<br />

instrumentale waarde, om zo andere sociale doelen te bereiken zoals<br />

een gezonde en inspirerende omgeving die het welzijn van de mensen<br />

dient en die bijdraagt tot de kwaliteit van cultureel leven en tot<br />

het menselijke proces dat er deel van uitmaakt, zoals leren, ontwikken,<br />

communiceren. Het versterkt sociale cohesie, intercultureel en<br />

intergenerationeel begrip en de verwerving van sleutelcompetenties<br />

die nodig zijn om dit alles te bereiken.<br />

Erfgoedonderwijs en het verwerven van competenties<br />

Erfgoedonderwijs is gebaseerd op het idee dat erfgoed aan leerlingen<br />

de kans biedt om zich bezig te houden met ervaringen die hen iets<br />

leren. Ze vereisen niet enkel kennis over de specifieke erfgoedcontext,<br />

maar het erfgoed voorziet hun ook van een leercontext waarin ze een<br />

reeks competenties kunnen verwerven. Op die manier is het de meest<br />

geschikte manier om competenties te promoten. Erfgoedonderwijs promoot<br />

het gebruik van de culturele en historische omgeving omdat het<br />

gebaseerd is op actief of ontdekkingsleren; het spoort leerlingen aan<br />

om te analyseren en te discussiëren over de resultaten van hun analyse.<br />

De UNESCO beklemtoont het belang van erfgoed en verklaart dat<br />

deelnemende staten: “op alle gepaste manieren - en specifiek bij<br />

onderwijs en informatieve programma’s - zullen trachten de waardering<br />

en het respect voor het culturele en natuurlijke erfgoed, zoals<br />

hierboven gedefinieerd, bij de mensen te versterken. Ze zullen<br />

zich inspannen om het publiek goed geïnformeerd te houden over<br />

de gevaren die het erfgoed bedreigen en over de activiteiten die<br />

uitgevoerd werden om het culturele en natuurlijke erfgoed te ondersteunen”<br />

(Artikel 27 van de Conventie met betrekking tot de<br />

Bescherming van het Wereld Erfgoed en het Natuurlijke Erfgoed,<br />

http://whc.unesco.org/en/conventiontext).<br />

Site Kinderdijk, Wereld Erfgoed, The Netherlands (Photo: Jaap van Lakerveld)<br />

Daarnaast promoot <strong>Aqueduct</strong> erfgoedonderwijs als een middel om<br />

een aantal van de kerncompetenties van Levenslang Leren te ontwikkelen.<br />

Enkele voorbeelden van hoe erfgoedonderwijs kan bijdragen<br />

aan de ontwikkeling van de competenties worden hieronder gegeven:<br />

Erfgoedonderwijs bevordert de verwerving van taal<br />

Moedertaal en vreemde talen zijn elementen van ons cultureel erfgoed<br />

en tegelijkertijd vormen ze een middel om op ons erfgoed te reflecteren<br />

en erover te communiceren. De kansen voor synergie tussen<br />

erfgoedonderwijs en deze sleutelcompetenties zijn talrijk en meestal<br />

ook duidelijk. Naast een deel van het erfgoed zijn talen ook een instrument<br />

voor communicatie, de code waarin onze geschiedenis is<br />

beschreven in boeken, archieven, verhalen, inscripties, toneelstukken,<br />

liederen, poëzie enzovoort.<br />

Atomium Brussel<br />

Het bevordert de vaardigheden en kennis over wetenschap en<br />

technologie<br />

Ons cultureel erfgoed omvat ook de technologieën zoals die door<br />

mensen zijn ontwikkeld. Op die manier onthult het de pogingen die<br />

gedaan werden om de natuur te begrijpen, onder controle te houden<br />

en om onze kennis voor ons eigen doel te gebruiken, in het gebruik<br />

van bronnen, bij onze eigen technologieën, bij onze huiselijke<br />

of werkactiviteiten. Wetenschap en technologie maken deel uit van<br />

onze cultuur. Toch zien we dat het moeilijk is om onze leerlingen te<br />

motiveren om te studeren en te werken en om zichzelf verder te<br />

ontwikkelen binnen deze domeinen. Erfgoededucatie kan deze<br />

domeinen personifiëren. Erfgoed wordt ‘toegepaste wetenschap’<br />

voor studenten, wetenschappen worden het veld van ontdekkingen,<br />

technologie wordt het veld van uitvinders waaruit leerlingen<br />

motivatie kunnen halen om in hun voetsporen te treden.<br />

15


16<br />

Het draagt bij tot de ontwikkeling van persoonlijk en sociale<br />

vaardigheden<br />

Interpersoonlijke, interculturele, burgerschaps- en sociale competenties<br />

vinden ook hun oorsprong in ons erfgoed. Geloof, traditie<br />

en de harde realiteit van het leven vormen onze ideeën en gewoontes.<br />

Het verkennen en analyseren van die ideeën en gewoontes<br />

over en voorbij de grenzen van Europa kan bijdragen tot een<br />

gemeenschappelijk begrip van ‘zijn’ en kan zowel instaan voor de<br />

ontwikkeling van nieuwe rituelen, normen, gewoonten, tradities<br />

en waarden als voor praktische manieren voor het vervullen van<br />

onze rol als burgers in onze maatschappij.<br />

Het stimuleert ondernemerschap<br />

Sommige landen zijn ontwikkeld en tot bloei gekomen door<br />

handel. Ondernemerschap is de motor geweest van vele naties.<br />

Erfgoedonderwijs kan goede voorbeelden uit het verleden tonen.<br />

Tegelijkertijd wordt het ondernemerschap bevorderd door het actief<br />

en competentiegericht leren dat eigen is aan erfgoedonderwijs.<br />

Leren wordt een reis van initiatief, van ontdekking en van het<br />

omgaan met dingen en mensen. Op die manier wordt ‘ondernemerschap’<br />

duidelijker beschreven dan binnen traditioneel onderwijs<br />

waar de focus ligt op de overdracht van kennis en de passieve<br />

verwerving.<br />

Het stimuleert culturele expressie<br />

Culturele expressie voegt de creatieve en de verbeeldingsvolle kwaliteiten<br />

van leren toe. Het is niet enkel een aparte competentie<br />

maar het staat ook in verband met al de anderen. Toch vereist het<br />

verschillende onderwijsmethodes met expressieve doelstellingen<br />

en een vrije evaluatie. Erfgoedonderwijs verschaft hiervoor zowel<br />

goede praktijkvoorbeelden als de nodige technieken en inspiratie.<br />

Dit vereist dat erfgoedonderwijs zich plaatst tussen retrospectief<br />

Culturele expressie (Foto: Jaap van Lakerveld)<br />

onderwijs en visionaire acties gericht op de toekomst. Zoals historici<br />

zeggen, geschiedenis voorziet geen lessen voor de toekomst,<br />

noch voorspelt het de toekomst. Het draagt bij tot de inspiratie,<br />

het begrip van mechanismen en de onvoorspelbare natuur van de<br />

toekomst. Poëzie, sculpturen, het schrijven van liederen, zingen,<br />

dansen, muziek, textiel en design zijn voorbeelden van de vele sectoren<br />

waarin mogelijkheden voor de ontwikkeling van deze competenties<br />

gezocht en gevonden kunnen worden.<br />

Het voorziet in een context voor het ontwikkelen van leer-<br />

en digitale competenties<br />

Erfgoedonderwijs biedt de ideale context voor leerlingen om hun<br />

eigen leerpaden te creëren, dit wanneer erfgoed benaderd wordt<br />

vanuit het standpunt dat ze zelf kiezen en door de manieren te<br />

gebruiken die ze zelf gekozen hebben. In deze leerpaden en de<br />

demonstratiefasen in het proces kunnen digitale competenties en<br />

het vermogen om te leren leren aangesproken worden.<br />

Erfgoedonderwijs kan de ontwikkeling van al de hierboven vermelde<br />

competenties ontwikkelen en bijdragen aan de verwerving<br />

ervan, maar erfgoedonderwijs heeft ook zijn eigen doelen en prioriteiten.<br />

Als we erfgoedonderwijs zouden reduceren tot wat het<br />

bijdraagt aan deze algemene kerncompetenties, dan zou het in<br />

iets vaags veranderen, in iets dat behoorlijke inhoud mist en in<br />

iets dat de eisen van erfgoedonderwijs als dusdanig niet vervult;<br />

het zou veranderen in iets dat enkel een hulpmiddel is voor de<br />

andere doelen. Dit is niet wat we willen bereiken met de <strong>Aqueduct</strong><br />

aanpak. De uiteindelijke uitdaging is om een hoge kwaliteit van<br />

erfgoedonderwijs te bereiken op een manier die optimaal bijdraagt<br />

aan de verwerving van de Europese kerncompetenties. In feite kan<br />

erfgoedonderwijs bijdragen aan alle domeinen van de sleutelcompetenties<br />

die vermeld werden. Binnen het <strong>Aqueduct</strong> project ligt de<br />

focus echter op de transversale sleutelcompetenties, deze zijn niet<br />

gekoppeld aan een specifieke discipline of domein. Deze transversale<br />

sleutelcompetenties betreffen:<br />

• burgerschaps- en sociale competenties<br />

• ondernemerschap<br />

• cultureel bewustzijn en expressie<br />

• leren leren.<br />

Tot dusver hebben we de termen ‘competentie’ en ‘competentiegericht<br />

onderwijs’ zo vaak gebruikt dat het tijd wordt dat we een<br />

uitgebreidere beschrijving geven van wat ermee bedoeld wordt.


2.2 Competentiegericht onderwijzen en leren<br />

Definitie van competenties<br />

Competenties, zoals die gedefinieerd worden door zowel Europese<br />

instellingen als onderwijsexperts binnen en buiten Europa, bestaan<br />

uit drie verbonden ingrediënten:<br />

a. een kenniscomponent (het begrijpen),<br />

b. een gedragcomponent (het open gedragrepertoire) en<br />

c. een waardecomponent (inclusief, waarden, geloof en<br />

opvattingen).<br />

Competenties bestaan uit een combinatie van vaardigheden, kennis,<br />

opvattingen, en gedrag die vereist zijn voor een doeltreffende<br />

uitvoering van een taak of activiteit. Een competentie wordt gedefinieerd<br />

als de holistische synthese van deze componenten.<br />

Op een ander niveau kan een competentie gesplitst worden in drie<br />

componenten of aspecten. Het is het vermogen van een persoon<br />

om de volgende drie elementen te tonen:<br />

1. een bepaald gedrag in<br />

2. een bepaalde context en met<br />

3. een bepaalde kwaliteit.<br />

Dit is de formele manier om competenties te beschrijven. In meer<br />

praktische en ongekunstelde taal houdt dit in dat wat belangrijk is<br />

niet enkel onze kennis is maar ook, nog belangrijker: wat we met<br />

onze kennis kunnen doen en of we in staat zijn om onze mogelijkheden<br />

te ontwikkelen. De vraag is: “Maakt onderwijs de leerlingen<br />

goed geïnformeerd of maakt het hen competent?”<br />

De componenten van competentie<br />

Kennis Context<br />

Waarden, geloof,<br />

attitudes,<br />

opvattingen<br />

Vaardigheden Gedrag<br />

Kwaliteit<br />

De ellips in het midden van het diagram houdt de werkelijke voorstelling<br />

van de persoon in die het niveau van controle toont dat hij<br />

of zij over een bepaalde competentie heeft. De componenten in de<br />

linker driehoek staan een persoon toe om het bedoelde gedrag in<br />

de rechter driehoek te tonen. Daar demonstreert de persoon zijn/<br />

haar verworven competentie.<br />

Competenties voor levenslang leren<br />

Het Europees Parlement, de Europese Commissie en de Raad van<br />

Europa zijn het eens over het belang van de acht sleutelcompetenties<br />

voor Levenslang Leren. In dit <strong>Aqueduct</strong> project gaat de<br />

aandacht uit naar de vier transversale sleutelcompetenties: burgerschaps-<br />

en sociale competenties, ondernemerschap, cultureel<br />

bewustzijn en expressie, en leren leren.<br />

Competentiegericht onderwijzen en leren<br />

In dit onderdeel verplaatsen we ons van algemene ideeën over<br />

wat competenties zijn naar het meer specifieke deel van competentiegericht<br />

erfgoedonderwijs. We hebben duidelijk gemaakt<br />

dat erfgoedonderwijs één van de middelen kan zijn om de sleutelcompetenties<br />

te ontwikkelen die de Europese Commissie heeft<br />

bekendgemaakt als de kern van haar programma Een Leven Lang<br />

Leren. De relatie tussen erfgoedonderwijs en competentieontwikkeling<br />

is wederkerig: erfgoedonderwijs kan voordeel halen uit een<br />

competentiegerichte benadering en competentiegericht onderwijs<br />

vindt een ideaal veld in erfgoed.<br />

Competentiegericht leren en onderwijzen bestaan niet uit traditionele<br />

onderwijssituaties. Ze zijn gebaseerd op het idee dat leerlingen<br />

leren door ervaring en ontdekking. Dit concept heeft invloed<br />

op hoe leerlingen onderwezen kunnen worden. Het idee is dat<br />

leerlingen actief betrokken moeten worden in de leersituatie. Ze<br />

leren het best in betekenisvolle contexten en in samenwerking en<br />

interactie met anderen en met hun omgeving. Dus ze stellen zichzelf<br />

in staat om kennis te verwerven, kennis op te bouwen en hun<br />

nieuw gevormde ideeën met die van anderen uit te wisselen en te<br />

spiegelen. Natuurlijk impliceert dit geen afwijzing van het belang<br />

van onderwijzen; het benadrukt de noodzaak van het onderwijzen<br />

op een hoog responsieve en leerling-gerichte manier zonder de<br />

verplichting te verwaarlozen om leerlingen nieuwe horizonten en<br />

perspectieven te tonen en zonder het enthousiasme voor nieuwe<br />

dingen te verwaarlozen.<br />

17


18<br />

Sleuteleigenschappen van competentiegericht onderwijs<br />

Competentiegericht leren vereist een benadering van onderwijs<br />

die verschilt van de traditionele aanpak van onderwijzen. Men<br />

probeert het belang van een krachtige of rijke leeromgeving te<br />

benadrukken, want dit garandeert de leerlingen een betekenisvol<br />

leerproces. De meest onderscheidende eigenschappen van deze<br />

benadering kunnen als volgt samengevat worden:<br />

• Betekenisvolle contexten<br />

Om te kunnen leren, is het aan te raden dat leerkrachten/onderwijzers<br />

op zoek gaan naar betekenisvolle contexten (of deze creëren)<br />

waarin de leerlingen het belang en de betekenis ervaren van de<br />

competenties die ze op een natuurlijke manier moeten verwerven.<br />

• Multidisciplinaire benadering<br />

Competenties zijn holistisch en als gevolg daarvan moet de onderwijsaanpak<br />

zowel holistisch zijn als integratief.<br />

• Constructief leren<br />

De filosofie van competentiegericht onderwijs vindt zijn oorsprong<br />

in het sociaal constructivisme, de huidige visie op leren.<br />

Leren wordt opgevat als een proces van het construeren van<br />

persoonlijke kennis in interactie met de omgeving, eerder dan<br />

als een proces van het opnemen van kennis die anderen aan jou<br />

overbrengen. Het gevolg van deze visie is dat onderwijsprocessen<br />

constructief moeten zijn. Door te focussen op de constructie<br />

van modellen, producten, richtlijnen, vuistregels, verslagen,<br />

of andere tastbare effecten zal het leren makkelijk en natuurlijk<br />

zijn. Dit in tegenstelling tot leerprocessen die focussen op informatieverwerking<br />

waarna de werkelijke toepassing van kennis<br />

gebeurt.<br />

Erfgoedonderwijs in Polen (Foto: Aleksandra Rzońca)


• Coöperatief, interactief leren (met medeleerlingen, leerkrachten,<br />

enz.)<br />

Het idee achter competentiegericht onderwijs is leerlingen te<br />

helpen om hun eigen kennis te ontwikkelen en te construeren<br />

en om manieren te zoeken om in hun leertraject optimaal gebruik<br />

te maken van de competenties van andere mensen. Daar<br />

draait sociaal constructivisme om.<br />

Samenwerking en interactie zijn beide domeinen van leren,<br />

net zoals het middelen zijn om in andere domeinen te leren.<br />

Als leren zelfinitiërend, zelfregulerend moet zijn en bedoeld is<br />

voor het ontwikkelen van persoonlijke competenties, moet de<br />

onderwijsaanpak diversiteit in behoeften en doelen toestaan.<br />

Dit vereist een open benadering waarin onderwijs de dialoog<br />

omvat tussen leerlingen en onderwijzers over verwachtingen,<br />

behoeften, doelen, keuzes enz..<br />

• Ontdekkend leren<br />

Open leerprocessen vereisen leren dat gekenmerkt wordt door<br />

een actief ontdekken in tegenstelling tot receptief leren. Dit impliceert<br />

niet dat leerinhoud niet beschikbaar of toegankelijk gemaakt<br />

moet worden. Het betekent dat de manier van het verwerven<br />

van deze kennis of van deze competenties, niet gewoon<br />

een proces van het voorzien in informatie kan zijn, maar altijd verankerd<br />

moet worden in een op ontdekking gebaseerde aanpak.<br />

• Reflecterend leren<br />

Competentiegericht leren vereist, buiten een focus op de sleutelcompetenties,<br />

ook een nadruk op het leerproces als zodanig.<br />

Door te reflecteren op onze eigen behoeften, motivatie,<br />

aanpak, vooruitgang, resultaten enz. ontwikkelt men leercompetenties/strategieën<br />

die beschouwd kunnen worden als metacompetenties.<br />

Naar deze competentie wordt meestal verwezen<br />

als het proces van ‘leren leren’.<br />

Een moment van reflectie (Foto: Jaap van Lakerveld)<br />

• Persoonlijk leren<br />

In de competentiegerichte theorieën wordt leren opgevat als<br />

een proces van het construeren van de eigen persoonlijke kennis<br />

en competenties. Informatie, kennis, strategieën worden<br />

enkel betekenisvol voor een persoon als ze een integraal deel<br />

uitmaken van het eigen persoonlijke geheel van kennis en competenties.<br />

In het onderwijs betekent dit dat leerlingen in staat<br />

moeten zijn om zich te identificeren met de context, de mensen,<br />

de situaties en de interesses die inbegrepen zijn in de betrokken<br />

leerdomeinen.<br />

In de voetsporen van Wojciech en Aneri Weiss, zoals elders in dit boek beschreven.<br />

(Foto: Iwona Niedźwiedź)<br />

Actief leren in een realistische situatie, waarin je een aparte en<br />

waardevolle rol hebt, maakt het leerproces een waardevol evenement<br />

met resultaten die zullen bewijzen dat ze in vele andere contexten<br />

bruikbaar zijn.<br />

Het proces dat tot competentieverwerving leidt, houdt drie basiselementen<br />

in: motivatie, ervaring en reflectie. Competentiegericht<br />

onderwijs impliceert leren door te doen. Dus als je leerlingen iets<br />

wilt aanleren over architectuur dan moet je ze geen hoorcollege<br />

geven maar ze gebouwen laten ontwerpen en bouwen.<br />

Als je ze wilt laten leren over het werk van schilders, geef hen dan<br />

niet enkel informatie maar laat ze schilderen, laat ze bepalen welk<br />

object zij willen schilderen met welke techniek, geef ze feedback<br />

over hun keuzes. Vertel ze welke keuzes wel of niet mogelijk waren<br />

in de tijd dat de schilders leefden. Laat ze praten over wat ze<br />

ervaarden en hoe ze tot hun beslissingen en tot hun producten<br />

kwamen.<br />

19


20<br />

Als je wilt dat je leerlingen meer leren over ons industrieel verleden,<br />

bezoek dan oude fabrieken, laat ze ervaren hoe mensen leefden en<br />

werkten, laat ze hun leefomstandigheden ervaren door ze deel te<br />

laten uitmaken van de verhalen uit het industriële tijdperk.<br />

Dit zijn voorbeelden van potentieel competentiegerichte activiteiten<br />

waarbij de leerlingen competenties verwerven door te doen,<br />

door te ervaren en door te reflecteren op hun ervaringen en<br />

producten.<br />

Laat leerlingen een demonstratie geven van de groei van hun<br />

competenties gedurende het hele leerproces. Zelfreflectie is, net<br />

zoals de reflecties van anderen, een integraal deel van de hele leerervaring<br />

die resulteert in een uiteindelijke demonstratie van het<br />

bereikte niveau van de competentie. Deze demonstratie kan een<br />

presentatie zijn, een product, een toneelstuk, een design enz. De<br />

competentiegerichte aanpak is geen op zichzelf staande benadering;<br />

er zijn verschillende methodes mogelijk. In § 2.3 zullen enkele<br />

van deze benaderingen uitgelegd worden.<br />

De sociale basis van competentiegericht onderwijs<br />

De uitdagingen van globalisering<br />

Economieën in westerse maatschappijen hebben grote veranderingen<br />

gekend door de invloed van de globalisering. Multinationale<br />

ondernemingen veranderen hun werkplekken over de wereld naar<br />

waar ze de beste middelen en de goedkoopste en meest efficiënte<br />

arbeidskrachten kunnen vinden. Dit betekent dat de industrie naar<br />

het oosten verschuift, waardoor een groot aantal mensen werkloos<br />

wordt en geen vergelijkbare baan meer vindt. Ze moeten nieuwe<br />

vaardigheden, expertise en competenties verwerven en daarom<br />

moeten ze levenslange ‘leerlingen’ worden. Als Europa haar positie<br />

van economische macht wil behouden om welvaart en stabiliteit<br />

bij de bevolking te garanderen, moet het hoge standaarden van<br />

onderwijs garanderen in een context die levenslang leren en levenslange<br />

ontwikkeling toelaten. Er is behoefte aan onderwijs dat<br />

zo efficiënt mogelijk focust op het ontwikkelen van de talenten van<br />

mensen. Onderwijs moet zowel bijdragen tot persoonlijke ontwikkeling<br />

en voldoening als bijdragen tot het mondig maken van de<br />

individuen, dus hen in staat stellen om ondernemers te worden van<br />

hun eigen intellectueel kapitaal.<br />

De uitdagingen in Europese maatschappij<br />

Westerse gemeenschappen waren gebaseerd op een soort van<br />

consensus over gemeenschappelijke waarden. Dit is niet langer<br />

het geval. Maatschappijen zijn heterogener geworden. Niet enkel<br />

het feit dat personen met verschillende culturele achtergronden<br />

samenleven maar ook de manier van leven binnen een cultuur<br />

is minder uniform. We zien veranderende familie- en denkpatronen<br />

die een sterke invloed hebben op het leren en op de school.<br />

Daarenboven lijkt onderwijs geen algemeen afgesproken doel te<br />

hebben. Honderden jarenlang werden kinderen opgeleid om gehoorzaam<br />

en gedisciplineerd te zijn. Vandaag de dag wordt het<br />

mondig maken, initiatief nemen, zelfregulatie en kritisch denken<br />

hoger gewaardeerd door veel ouders.<br />

Nieuwe media hebben een grote verandering met zich meegebracht:<br />

toegang tot informatie is niet langer beperkt tot boeken<br />

maar is, door TV, computer of radio, beschikbaar voor iedereen.<br />

Desondanks is hier een proces van verwerking vereist om informatie<br />

over te zetten naar kennis, maar deze verwerking vindt niet altijd<br />

plaats. Zoals Axel Grychta het stelt: mensen zijn “Over-newsed<br />

but under-informed”. Te veel informatie kan ons dom maken omdat<br />

het menselijke brein het niet kan verwerken.<br />

De uitdagingen voor scholen<br />

Vroeger hadden scholen een duidelijke missie, waarbij ze de economische<br />

gemeenschappen steunden waarin ze gevestigd waren.<br />

Maatschappijen hadden vroeger een duidelijk idee van wat ze aan<br />

de jongere generaties wilden doorgeven en formuleerden dat in<br />

nationale leerplannen. Jongeren hadden behoefte aan discipline,<br />

kennis en vaardigheden. Op school moesten ze leren om kwaliteiten<br />

te verwerven om hun carrières te starten. Honderden jaren<br />

lang waren scholen inhoudsgeoriënteerd. Leerlingen gingen naar<br />

school omdat ze iets van de leerkracht wilden leren. De leerkrachten<br />

presenteerden hun input en verwachtten van de leerlingen dat<br />

ze dit thuis zouden leren en onthouden. Het effect was dat leerlingen<br />

in staat waren om te reproduceren wat de leerkracht had<br />

gezegd. In dit model wordt weinig of geen aandacht besteed aan<br />

het leerproces en het leerresultaat is een geheel van kennis, dat<br />

voornamelijk gebaseerd is op reproductie.<br />

Deze situatie is in de loop van de jaren veranderd. In de eerste<br />

plaats: de inhoud van het leerplan is in toenemende mate onduidelijk<br />

geworden. Niemand is in staat om te zeggen wat mensen over<br />

15 jaar zullen moeten weten of zullen moeten doen. Informatie<br />

is in overvloed beschikbaar op het internet en dit stelt de school<br />

voor nieuwe uitdagingen. Leerkrachten hebben hun monopolie als<br />

verschaffers van kennis verloren. Dit betekent dat scholen zowel<br />

hun leerkrachten als hun leerlingen moeten voorbereiden om levenslange<br />

leerlingen te worden. Maar ook het resultaat van het<br />

oude model is niet langer voldoende. Van schoolverlaters vandaag<br />

wordt niet enkel verwacht dat ze kennis kunnen verwerven maar<br />

ook dat ze het vermogen hebben om onderzoek te doen, om in<br />

teams te werken, om in multiculturele gemeenschappen te wonen,<br />

om hun eigen emotionele vaardigheden te besturen, om open te


staan voor nieuwe dingen – dit alles in een mengeling van kennis,<br />

attitudes en vaardigheden, met andere woorden: competenties.<br />

Het is dan ook een uitdaging voor de scholen om hun leerlingen<br />

te stimuleren en te helpen om deze competenties te verwerven.<br />

Om deze uitdagingen tegemoet te komen moet het leerproces zowel<br />

kennis als attitudes en vaardigheden (competenties) insluiten.<br />

Leren zou een prettige en nuttige ervaring moeten zijn, zodat de<br />

leerlingen het vooruitzicht van levenslang leren zullen accepteren;<br />

leerlingen moeten inzicht verwerven in het proces en in de doelen<br />

van hun eigen leren. Met andere woorden, ze moeten sleutelcompetenties<br />

verwerven.<br />

De uitdagingen voor erfgoedaanbieders<br />

Erfgoed is een steeds uitbreidende collectie van waardevolle dingen<br />

uit onze gemeenschappelijke geschiedenis. Daarom neemt<br />

het steeds meer tijd, energie en geld in beslag om te beschermen<br />

wat waard is om te bewaren. Erfgoedaanbieders vinden het in<br />

toenemende mate moeilijk om mensen aan te trekken en hen te<br />

inspireren. Sommigen verschuiven naar entertainment, anderen<br />

versterken hun educatie-inspanningen. Vaak ligt de nadruk op het<br />

erfgoed als zodanig en op het vinden van een manier om mensen<br />

bewust te maken van de waarde<br />

ervan. De uitdaging die wij vanuit<br />

<strong>Aqueduct</strong> voor verstrekkers van<br />

erfgoed zien, is om naar synergie<br />

te zoeken met andere sectoren, zoals<br />

de onderwijssector. De erfgoedsector<br />

en het onderwijs kunnen<br />

hun krachten bundelen. Erfgoedaanbieders kunnen een rijke en<br />

betekenisvolle context bieden die kinderen en leerkrachten kan inspireren.<br />

Leerkrachten kunnen een erfgoedomgeving omvormen<br />

tot een effectieve context voor de verwerving van sleutelcompetenties.<br />

Door dit te doen, zal de erfgoedcontext een bijkomende<br />

betekenis krijgen en een meerwaarde hebben voor leerlingen. Hun<br />

interesses zullen vergroot worden en ze zullen uitgedaagd worden<br />

om meer te weten te komen over erfgoed en om creatief na te<br />

denken over hoe ze hun nieuw ontwikkelde competenties kunnen<br />

gebruiken om nog meer over deze context te leren. Eenmaal volwassen<br />

zullen ze een positievere houding aannemen ten opzichte<br />

van het behoud en de bescherming van erfgoed. De belangrijkste<br />

uitdaging zal waarschijnlijk zijn om een initiële weerzin tegen erfgoed<br />

te overwinnen om het te beschouwen als een voertuig voor<br />

de ontwikkeling van meer algemene onderwijsdoelen. Wij zijn ervan<br />

overtuigd dat leerlingen op lange termijn meer over erfgoed<br />

zullen leren, erfgoed meer zullen waarderen en meer bereid zijn<br />

om tijd en energie in erfgoedgerelateerde activiteiten te investeren.<br />

De uitdaging ligt in de synergie tussen onderwijs en erfgoed.<br />

Synergie en communicatie in twee richtingen<br />

(Foto: Jaap van Lakerveld)<br />

21


22<br />

2.3 Benaderingen van competentiegericht leren<br />

Het gebruik van erfgoed als een middel of medium om sleutelcompetenties<br />

voor Levenslang Leren te ontwikkelen is een voorbeeld<br />

van een multidisciplinaire, holistische benadering van onderwijs.<br />

Deze benadering vinden we in de leerplandomeinen van scholen<br />

zoals sociale studies, wetenschapsopleiding en religieus onderwijs.<br />

De multidisciplinaire aanpak is ook zichtbaar in de gekozen methodes.<br />

Projecten, thematisch onderwijs, of experimenteren enz. kunnen<br />

eveneens opgenomen worden. Binnen de verschillende velden<br />

en binnen de verschillende manieren van het overbrengen van de<br />

opleidingsprogramma’s zien we verschillende klemtonen.<br />

• Sommige benadrukken de integratie van inhoud, of van het<br />

onderwerp;<br />

• andere beklemtonen het proces van samenwerken;<br />

• andere benadrukken dan weer de methodologie van leren/<br />

onderzoeken;<br />

• en weer andere de ervaring als een middel om te leren.<br />

WAT HOE<br />

Inhoud Methodologie<br />

Ervaring Proces<br />

De indeling die hierboven geschetst wordt, is een theoretische indeling.<br />

In werkelijkheid zullen de meeste opleidingsprogramma’s<br />

een mengeling zijn van twee of zelfs meer benaderingen. Toch is<br />

het nuttig om het model in gedachten te houden omdat het je<br />

helpt realiseren wat in een programma benadrukt en wat verwaarloosd<br />

mag worden.<br />

Vier leerstijlen<br />

Behalve de keuze WHAT voor een bepaalde aanpak HOW is het ook belangrijk<br />

je te realiseren dat de gekozen benadering goed of minder geschikt<br />

kan zijn voor de leerstijlen van leerlingen. De theorie van<br />

Kolb biedt een goed model aan van de verschillende leerstijlen.<br />

Honey en Mumfordt vormden de stijlen die door Kolb onderscheiden<br />

werden in meer praktische categorieën.<br />

4<br />

Het actief<br />

experimenteren<br />

1<br />

Concrete<br />

ervaring<br />

3<br />

Abstracte<br />

conceptualisering<br />

2<br />

Reflectieve<br />

observatie<br />

1. Activist (verkiest doen en ervaren)<br />

2. Reflector (observeert en reflecteert)<br />

3. Theoreticus (wilt onderliggende redenen, concepten<br />

en relaties begrijpen)<br />

4. Pragmatist (houdt ervan om dingen uit te proberen<br />

om te zien of ze werken)<br />

Honey en Mumford: Leer cyclus/typologie van leerlingen.<br />

Het algemene idee is dat de voorkeuren van mensen voor een bepaald<br />

startpunt op de hierboven geschetste cyclus verschillen, maar dat om<br />

het even waar ze beginnen, ze altijd de volledige cyclus moeten doorlopen<br />

om succesvol te leren. Groepen studenten kunnen erg verschillen<br />

in hun voorkeur van het doorlopen van de cyclus. Door leerlingen


te vragen naar hun leerervaringen en naar wat ze stimulerende of frustrerende<br />

leerervaringen vinden, kun je een indruk krijgen van de stijlen<br />

van de studenten. Deze indruk kan dan dienen als een indicatie voor<br />

de methoden, die je met een bepaalde groep kunt gebruiken.<br />

In dit handboek presenteren we kort vijf potentiële methoden om<br />

competentiegericht erfgoedonderwijs vorm te geven.<br />

• De ‘storyline’ benadering<br />

• Begeleide ontdekking<br />

• Actieleren (‘Action learning’)<br />

• Coöperatief leren<br />

• Probleemgestuurd leren<br />

Dit hoofdstuk geeft alleen maar elementaire informatie over deze<br />

vijf methodes. Voor meer informatie verwijzen wij naar de bibliografie<br />

op p. 136<br />

DE STORYLINE-BENADERING<br />

De beschrijving van de storyline-benadering (of verhalend ontwerpen<br />

genoemd) is de meest gedetailleerd beschreven benadering in vergelijking<br />

met de beknopte beschrijvingen van de andere benaderingen die<br />

we in dit document opnemen. De reden hiervoor is dat we de storylinebenadering<br />

beschouwen als de benadering die het best tegemoet komt<br />

aan de criteria die relevant zijn voor competentiegericht onderwijs.<br />

Jordanhill College<br />

De storyline-benadering is een methode voor actief leren die ontwikkeld<br />

werd door Steve Bell, Sallie Harkness en Fred Rendell van het<br />

Jordanhill College voor Onderwijs in Glasgow, Schotland. De storylinebenadering<br />

beklemtoont het leren door ervaring via de identificatie<br />

met personen en hun verhalen.<br />

De ‘storyline’- benadering biedt een structuur voor het plannen van<br />

ervaringen binnen en buiten het klaslokaal die gebaseerd is op de<br />

kennis, vaardigheden en attitudes die de leerkracht wil dat de leerlingen<br />

verwerven. De methode is toepasbaar in klassen, met groepen en<br />

met individuen. De methode is opeenvolgend, daardoor garandeert<br />

het vooruitgang naarmate het onderwerp zich ontvouwt. De input<br />

van de leerlingen is een essentieel deel van de ontwikkeling van het<br />

storyline-proces.<br />

De storyline-benadering: een sociaal-constructivistische<br />

benadering voor leren<br />

De storyline-benadering is gebaseerd op de sociaal constructivistische<br />

leertheorie waarbij kennis gezien wordt als iets complex en<br />

gelaagds. Het leren wordt geleid door de kennis en ervaring die<br />

de individuele leerlingen al hebben. Leerlingen construeren hun<br />

eigen betekenis door middel van actie en ervaring. De methode<br />

schept een context voor leren door actieve betrokkenheid van de<br />

leerlingen. In de methode worden leertaken gebruikt die afgeleid<br />

worden uit de context en die kinderen belangrijk en betekenisvol<br />

vinden. Het geeft kinderen de kans om begrip en competenties te<br />

ontwikkelen met ondersteuning van de context. Leerlingen leren<br />

met en van elkaar en van volwassenen. De leerkracht fungeert als<br />

onderwijsdesigner en coach.<br />

Een kernelement van de benadering is de positieve manier waarop<br />

voortgebouwd wordt op de ervaring en voorkennis van leerlingen. Ook<br />

belangrijk is de mate van betrokkenheid van de leerling, zowel in het<br />

verbeelden van concepten als in het praktisch oplossen van problemen.<br />

De storyline- benadering legt problemen voor en stelt vragen aan<br />

leerlingen eerder dan antwoorden te geven op vragen die ze wellicht<br />

nooit zelf gesteld zouden hebben. De leerlingen en de leerkracht verkennen<br />

samen ideeën. Het is voornamelijk een ervarings- en constructiebenadering<br />

gebruikmakend van de omgeving, expressieve kunsten<br />

en taal als middel om te discussiëren, te omschrijven en uit te leggen.<br />

Onderzoeksvaardigheden worden uitgebreid door leerlingen aan te<br />

moedigen om naar antwoorden en informatie te zoeken door verschillende<br />

bronnen te raadplegen, zoals boeken, verhalen, audiovisuele media,<br />

databanken, posters en foto’s. Naarmate onderwerpen ontwikkeld<br />

worden, geven leerlingen hun ideeën, afspraken en reacties weer in<br />

beelden en taal op een ‘wandfries’ in de klas. Deze wandfries maakt<br />

het leerproces zichtbaar en evalueert mogelijk wanneer de ‘storyline’<br />

voltooid is.<br />

Naarmate het niveau van betrokkenheid van de leerling gestegen<br />

is, kunnen volwassenen (ouders, professionals) op een aantal manieren<br />

betrokken raken, bijvoorbeeld als expert op een bepaald<br />

gebied, door een bezoek buiten de school te begeleiden, door hulp<br />

te bieden in de klas tijdens praktische activiteiten en door te helpen<br />

een tentoonstelling te maken over het werk van de leerlingen.<br />

23


24<br />

De storyline is een holistische benadering, die:<br />

• vakoverschrijdend is;<br />

• bijdraagt tot de sociale ontwikkeling van de leerlingen en hun<br />

toekomstige burgerschap in een multiculturele samenleving;<br />

• een doelbewuste en communicatieve context voorziet voor het<br />

leren van verschillende competenties;<br />

• de interesses, creativiteit en verbeelding van de leerlingen als<br />

een waardevolle bron behandelt;<br />

• helpt leerlingen de stimuli te creëren voor toekomstig leren en<br />

praktijken;<br />

• door de leraar gepland en gestuurd wordt;<br />

• onderzoeksvaardigheden ontwikkelt;<br />

• recht doet aan verschillende leerstijlen en kwaliteiten van<br />

leerlingen;<br />

• verder bouwt op bestaande ervaring en kennis van de leerlingen;<br />

• kansen voor de leerlingen biedt om initiatieven te nemen;<br />

• flexibel is en gebruikt kan worden voor verschillende<br />

onderwerpen.<br />

De storyline als een didactisch kader<br />

In de storyline-benadering biedt een verhaal het didactisch kader.<br />

Basiselementen van de storyline-benadering zijn:<br />

• een verhaallijn (‘storyline’);<br />

• een aantal gebeurtenissen binnen de verhaallijn;<br />

• sleutelvragen;<br />

• incidenten;<br />

• een voorstelling.<br />

Een storyline bestaat uit een verhaallijn met daarin een aantal<br />

gebeurtenissen of episodes. Het leerproces in de storyline-benadering<br />

start met het verkennen van wat leerlingen al weten over<br />

het thema, met het creëren van de hoofdpersonages (achtergrondinformatie,<br />

lichamelijke eigenschappen, gevoelens, relaties ten opzichte<br />

van andere personages enz.) uit het verhaal en de plaats<br />

(huis, winkel, toeristische plaats enz.) waar de dingen gaan gebeuren.<br />

De kinderen gebruiken daarbij verschillende materialen. Dit<br />

stelt hen in staat om zichzelf te identificeren met de personages en<br />

de setting en zal een gevoel van ownership stimuleren.<br />

Het proces wordt geleid door sleutelvragen. Dit zijn open vragen<br />

die verschillende antwoorden en activiteiten aan de leerlingen<br />

moeten ontlokken. Sleutelvragen moeten uitnodigend, uitdagend<br />

en inspirerend zijn. In een ‘storyline’ is het de bedoeling dat de<br />

problemen die door de sleutelvragen opgewekt worden, ‘echte’<br />

problemen zijn, zoals die ervaren worden door de personages die<br />

in het verhaal voorkomen.<br />

De verhaallijn zal zichtbaar gemaakt worden op een schema aan<br />

de muur. Dit is een dynamisch product van de verhaallijn naarmate<br />

deze zich ontvouwt.<br />

Leerkrachten moeten studenten/leerlingen altijd de kans geven om<br />

eerst zelf een thema te verkennen om hun bestaande ervaring en<br />

kennis op te wekken en om hun motivatie en nieuwsgierigheid<br />

te stimuleren en hun eigen ideeën voort te brengen. Daarna zijn<br />

kinderen veel beter in staat om te vergelijken en om te leren van<br />

experts en andere contexten.<br />

Deelnemen aan een storyline of verhalend onderwerp houdt in dat leerlingen:<br />

samenwerken in groepjes, discussiëren, ontwerpen en creëren,<br />

geschreven teksten produceren en informatie en ideeën mondeling<br />

voorstellen. Tijdens de verschillende activiteiten kunnen leerkrachten en<br />

leerlingen praten over de kwaliteits- en succescriteria die gebruikt zullen<br />

worden om het werk van de leerlingen te evalueren. De kwaliteit en het<br />

succes van het werk kunnen niet enkel geëvalueerd worden door zelf-<br />

en groepsbeoordeling, maar ook door de leerkracht en door experts.<br />

Beknopt overzicht van de stappen die nodig zijn voor het<br />

plannen van een ‘storyline’ ontwerp (bijvoorbeeld, hoe<br />

zich voor te bereiden voor een kruistocht naar Jeruzalem<br />

in de middeleeuwse tijden)<br />

Benadrukt de ervaring door de focus op de identificatie met<br />

personen en hun verhalen<br />

1. Maak een inventarisatie van de huidige ervaringen en<br />

kennis van de leerlingen<br />

2. Kies een verhaal (relevant, interessant, uitdagend, met<br />

personen waarmee men zich kan identificeren)<br />

3. Zoek verbindingen met het schoolleerplan en met de EU<br />

sleutelcompetenties<br />

4. Bedenk sleutelvragen of een opdracht die gerelateerd is<br />

aan het verhaal<br />

5. Ontwerp het leerproces door gebruik te maken van het<br />

‘storyline’ formaat: episodes, inclusief sleutelvragen;<br />

activiteiten; organisatie; materialen en resultaten<br />

6. Schrijf/componeer of kopieer de verhaallijn<br />

7. Ontwikkel de sleutelvragen en supplementaire vragen<br />

8. Organiseer de activiteiten en maak een tijdslijn<br />

9. Kies objecten, bronnen, ontwerp de materialen, documentatie,<br />

audiovisuele middelen<br />

10. Beschrijf de doelen en identificeer en ontwikkel<br />

evaluatie-instrumenten.<br />

Elementen van de storyline-benadering kan men vinden in de projecten:<br />

Abdij van Vlierbeek (p. 58) en Lucas van Leyden (p. 47).


BEGELEIDE ONTDEKKING<br />

(GUIDED DISCOVERY)<br />

‘Begeleide ontdekking’ is een alternatieve benadering van competentiegericht<br />

leren. Traditionele leerprojecten zijn op vier fases<br />

gebaseerd:<br />

• Motivatie: de leerling of leerkracht bepaalt het thema waarop<br />

het project gebaseerd is.<br />

• Brainstormen: de leerlingen denken na over en bespreken het<br />

verloop van hun werk: de groep, de activiteiten, de informatie<br />

en het tijdschema waarbinnen ze zullen werken<br />

• Actie: de leerlingen werken aan hun project.<br />

• Presentatie: de leerlingen presenteren het resultaat van hun werk.<br />

Vier basiseigenschappen kunnen onderscheiden worden in het<br />

projectwerk:<br />

• Leerprojecten werken rond een sociaal relevant thema of probleem.<br />

Er is een duidelijk verband tussen maatschappij, realiteit<br />

en/of actualiteit. Typische projectthema’s zijn diversiteit, omgeving,<br />

migratie, ondernemerschap, democratie en burgerschap.<br />

• Projecten proberen de creativiteit van de leerlingen te stimuleren.<br />

Kinderen werken actief, interactief en zelfstandig.<br />

• Projecten zijn multidisciplinair, vakoverschrijdend en de focus<br />

ligt op samenwerking. Leerkrachten, klassen, scholen en/of organisaties<br />

werken samen en komen tot een nieuwe synthese.<br />

• Het werken in projecten is procesgeoriënteerd. Het ontwikkelen<br />

van attitudes wordt vaak gezien als een belangrijk doel.<br />

Deze eigenschappen vereisen een rijke leeromgeving. Om te werken<br />

aan sleutelcompetenties door middel van erfgoedonderwijs is<br />

het nodig om te focussen op de leerling zelf. Om dit te kunnen<br />

doen moet men de volgende criteria in gedachten houden:<br />

• De interactie tussen leerlingen en leerkrachten is evenwichtig en<br />

gelijk. Het leervoordeel is wederzijds.<br />

• De leerlingen hebben de mogelijkheid en de verantwoordelijkheid<br />

om hun eigen leerdoelen op te stellen.<br />

• De focus ligt op persoonlijke ervaringen, verbeelding en op de<br />

interesses van de leerlingen.<br />

• Leerlingen kunnen de graad van samenwerking bepalen. Een<br />

project is nooit een individueel proces, het zal altijd interactie<br />

inhouden tussen leerlingen, leerkrachten en de verschaffers van<br />

erfgoed in verschillende fases. Desondanks moeten de leerlingen<br />

ook de kans krijgen om in bepaalde fases alleen te werken.<br />

• De leerlingen ervaren verschillende materialen: verschillende types<br />

bronnen en erfgoed.<br />

• De leerlingen krijgen de kans om te kiezen tussen verschillende<br />

activiteiten, routes of uitdagingen naargelang hun interesses,<br />

leerstijlen en bekwaamheden.<br />

• Specifieke reflectiemethodes of -middelen worden voorzien<br />

voor de verschillende fases in het project. De reflectie over de<br />

eigen ervaringen, keuzes en handelingen is essentieel voor competentiegericht<br />

leren.<br />

• De opdrachten en taken zijn vrij open. Dit betekent dat de resultaten,<br />

de producten of de resultaten van de taak divers kunnen<br />

zijn.<br />

Kaart van Kazimierz Joods kwartier in Krakau, Polen (Foto: Ingrid Gussen)<br />

Om deze open leeromgeving te creëren, waarin de leerlingen echte<br />

verantwoordelijkheid hebben en de mogelijk krijgen om hun eigen<br />

keuzes te maken, voorziet de ‘geleide ontdekking’ benadering een<br />

nuttig kader. De vijf traditionele fases van projectopleiding worden<br />

op een competentiegerichte manier geherinterpreteerd en<br />

geherdefinieerd.<br />

1. Confrontatie en vragen stellen<br />

In deze fase worden de leerlingen geconfronteerd met een probleem,<br />

een kwestie, één of meerdere vragen of zoektochten. De<br />

confrontatie kan verschillende vormen aannemen: verhalen, excursies,<br />

afbeeldingen, cartoons, theater, muziek, schilderijen, dans,<br />

maar kan ook een meer klassieke vorm krijgen. Het is mogelijk<br />

maar niet noodzakelijk om in deze fase met erfgoed te werken,<br />

maar het is uitermate belangrijk dat de confrontatie verschillende<br />

soorten vragen oproept.<br />

In elke fase is reflectie de belangrijkste activiteit. Leerlingen moeten<br />

reflecteren op de vragen die de confrontatie oproept. In deze fase<br />

zetten de leerlingen hun leerdoelen uiteen: wat willen ze onderzoeken,<br />

wat interesseert hen? Waarschijnlijk leren de leerlingen de<br />

25


26<br />

transversale sleutelcompetenties al kennen, maar dat is niet noodzakelijk.<br />

Bovendien is het raadzaam om de leerlingen in groepjes<br />

van twee in te delen. Het zou ook mogelijk moeten zijn om individueel<br />

te werken. Het niveau van samenwerking hangt af van de<br />

groep, de inhoud, de leeftijd en de leerstijl.<br />

2. Input<br />

In deze fase ervaren leerlingen verschillende types van erfgoed of<br />

van bronnen. Ze krijgen gevarieerde input. De leerkracht reikt verschillende<br />

routes aan waarbij de leerlingen in staat zijn om zichzelf<br />

te ‘trainen’ in verschillende aspecten of subthema’s van het onderwerp.<br />

De input is multidisciplinair, de routes, activiteiten of ervaringen<br />

zijn divers. Ze kunnen het volgende inhouden:<br />

• historische, geografische, biologische, chemische, wiskundige,<br />

linguïstische enz.<br />

• politieke, sociale, culturele, religieuze, economische, ecologische<br />

enz.<br />

• meer kunstgeoriënteerde, of meer theoriegeoriënteerde,<br />

• objectieve of meer persoonlijke informatie.<br />

Er worden ook verschillende soorten activiteiten voorzien voor elk<br />

subthema. Elk aspect, type van erfgoed of leerbron kan gekoppeld<br />

worden aan een andere soort informatieverzamelende activiteit.<br />

Puzzelstukken (Banffy Castle, Romania) (Foto: Ingrid Gussen)<br />

Leerlingen kunnen verschillende plaatsen bezoeken en zich bezighouden<br />

met verschillende activiteiten tijdens de excursies, bijvoorbeeld:<br />

• naar informatie zoeken<br />

• spelletjes of een quiz spelen<br />

• verschillende verhalen vertellen of beluisteren<br />

Het is niet belangrijk dat elke leerling alle activiteiten voltooit of alle<br />

routes volgt. Elke leerling krijgt de kans om zijn eigen keuzes te maken.<br />

Dit betekent dat elke leerling de inputroute naar eigen keuze volgt.<br />

Leerkrachten stellen enkel verschillende types van leerroutes voor en<br />

suggereren verschillende perspectieven.<br />

De zogenaamde jigsaw-methode kan interessant zijn. Volgens deze<br />

methode vormen leerlingen groepjes en elk lid van de groep volgt een<br />

verschillende route. In een volgende fase brengen ze hun ervaringen en<br />

resultaten samen en verbreden ze dus het bereik van hun individuele<br />

zoektochten.<br />

3. Doel en actiesetting<br />

De leerlingen reflecteren op de verschillende ervaringen die ze doormaakten.<br />

Dit kan gedaan worden in de begingroep van fase één<br />

(jigsaw), maar ook plenair, of in een individuele coachsetting. In elk geval<br />

volgt de reflectie de volgende stappen:<br />

• Leerlingen vertellen over hun activiteiten in fase 2 en benadrukken<br />

de essentiële ervaringen.<br />

• Leerlingen kijken terug naar de vragen die ze in fase 1 opstelden.<br />

• Leerlingen beslissen over het doel dat ze in de volgende fase willen<br />

bereiken.<br />

• Leerlingen leren (een selectie van) de transversale sleutelcompetenties<br />

kennen<br />

• Leerlingen beslissen over hoe ze hun doelen willen bereiken en hoe ze<br />

de problemen of de vragen die ze naar voren brengen, willen oplossen.<br />

Het resultaat van het werk kan divers zijn. De leerlingen zullen meestal<br />

werken aan een product, een dagboek, een logboek of een andere demonstratie<br />

van de competenties. Het is belangrijk dat leerlingen actief<br />

zijn en verschillende opties hebben: de activiteiten en de resultaten kunnen<br />

variëren. Het is belangrijk dat leerkrachten verschillende mogelijkheden<br />

aanbieden. De keuze wordt gemaakt door de leerling, maar zou<br />

in verband moeten staan met de doelen die in het begin voorop gesteld<br />

werden. De individuele of groepacties kunnen verschillend zijn zowel<br />

wat de werkelijke inhoud betreft als wat benadrukt wordt over theorie,<br />

kunsten, humaniteit of wetenschap. Bovendien kunnen de aaneenschakelingen<br />

van de acties variëren al naar gelang de verkozen leerstijl van<br />

de leerlingen.


4. Het oplossen van problemen<br />

Leerlingen werken aan hun zelfafgebakende taken en worden door de<br />

leerkracht gecoacht. Tijdens hun werk worden ze onvermijdelijk geconfronteerd<br />

met verschillende soorten problemen. Leerkrachten coachen<br />

de leerlingen op manieren die aangepast zijn aan de behoeften van de<br />

leerlingen. In een leerproces kunnen problemen op drie manieren benaderd<br />

worden, afhankelijk van de ervaring en de persoonlijkheid van de<br />

leerling en het type taak. Deze manieren zijn:<br />

• Het bufferen: problemen worden door de leerlingen opgenomen<br />

zonder de interventie van de leerkracht.<br />

• Opmerkingen: de leerkracht voorkomt problemen. Er wordt preventief<br />

aandacht aan de leerlingen gegeven wanneer problemen zouden<br />

kunnen ontstaan.<br />

• Feedback: oplossingen kunnen aangepast worden. Leerlingen krijgen<br />

de ruimte om te experimenteren en krijgen nadien feedback.<br />

Om te verzekeren dat de leerlingen in staat zijn om hun problemen op<br />

te lossen of te neutraliseren, moet de leerkracht niet alleen kansen creëren<br />

om problemen te ervaren maar moet hij ook de leerlingen coachen<br />

indien nodig. De coach moet:<br />

• een veilig klimaat creëren en momenten van reflectie, rust en zelfevaluatie<br />

inbouwen.<br />

• aandacht schenken aan samenwerkingstechnieken, conflict management<br />

en groepsevaluatie<br />

• methodes voor probleemoplossing uiteenzetten<br />

• training of instructie voorzien wanneer vaardigheden en kennis nodig<br />

zijn.<br />

5. Demonstratie en evaluatie<br />

De leerlingen demonstreren wat ze van de erfgoedtaak geleerd hebben<br />

en reflecteren op de transversale sleutelcompetenties waaraan ze werkten.<br />

Ze geven antwoorden op de vragen die ze zichzelf stelden en tonen<br />

hoe ze aan hun doelen werkten. Een demonstratie is niet hetzelfde als<br />

een presentatie. De leerlingen moeten in staat zijn om meer te doen<br />

dan enkel voor te stellen wat ze individueel bijdroegen aan de taak. Elke<br />

leerling moet demonstreren en reflecteren op de verschillend types van<br />

kennis, vaardigheden en attitudes die de groep gezamenlijk verwierf. De<br />

demonstratie mag het proces of het product benadrukken en kan op<br />

verschillende manieren verschillen. Daarom zal de evaluatie ook divers<br />

zijn en kan ze verschillend zijn voor iedere leerling. Verschillende methodes<br />

van evaluatie kunnen gebruikt worden in elke fase zoals: medebeoordeling<br />

(door leerkrachten en leerlingen op basis van afgesproken<br />

maatstaven), zelfbeoordeling (door de leerling) of groepsevaluatie (door<br />

medeleerlingen).<br />

De structuur van de begeleide ontdekking kan flexibel gebruikt worden.<br />

De fases moeten niet te streng verdeeld worden en het aantal<br />

routes, activiteiten en de evaluatieformulieren kunnen beperkt worden,<br />

afhankelijk van de doelgroep, de bronnen, de leerkrachten en<br />

het tijdschema. De structuur dient als een suggestie om de leerlingen<br />

in erfgoedprojecten meer centraal te stellen en om de projecten meer<br />

competentiegericht te maken.<br />

Heel beknopt, de stappen die nodig zijn voor het plannen<br />

van een “Geleide Ontdekking-project”:<br />

(Bijvoorbeeld: Welke rol speelden onze grootouders of andere<br />

familieleden in het democratiseringsproces in de jaren ’60)<br />

Benadrukt het proces en de methodologie van de data die verzameld<br />

werden door de structuur en door de goed geplande<br />

reflectiemomenten.<br />

1. Kies een probleem, een thema of een vraag.<br />

2. Maak een overzicht van de betrokken kwesties en het bereik/de<br />

variëteit van het thema<br />

3. Beslis over een manier om het thema te presenteren en om<br />

de aandacht te trekken<br />

4. Kies en organiseer bronnen<br />

5. Bereid verschillende suggesties voor om de leerlingen te<br />

ondersteunen in de keuzes die ze moeten maken<br />

6. Kies manieren om groepen te creëren<br />

7. Selecteer adequate coachmethodes<br />

8. Kies en plan momenten en methodes van reflectie voor de<br />

vijf fases<br />

9. Beslis over de maatstaven voor de demonstratie en de<br />

beoordeling<br />

10. Organiseer de evaluatie van het ‘geleide ontdekking’ project<br />

Begeleide ontdekking werd gebruikt in het project<br />

School in Oorlog (p. 35)<br />

ACTIELEREN (ACTION LEARNING)<br />

Actieleren is een concept met veel gezichten. De term wordt in<br />

heel wat publicaties gebruikt, maar geen eenduidige definitie lijkt<br />

beschikbaar te zijn. Desalniettemin zouden we kort een methode<br />

willen beschrijven die gekarakteriseerd kan worden als ‘leren door<br />

doen’. Het is juist dat de andere methoden ook veel activiteiten en<br />

dingen behelzen, die kinderen moeten doen en moeten ervaren,<br />

maar daar houdt het actieve deel meestal onderzoeksactiviteiten<br />

in of het maken van een logboek en uiteindelijk een presentatie.<br />

In actieleren zijn de dingen die gedaan worden eigenlijk dezelfde<br />

27


28<br />

dingen als die men uiteindelijk moet kunnen, maar dan op een hoger<br />

niveau. De leerlingen leren hoe ze cartoons moeten maken door<br />

cartoons te maken. Ze leren hoe ze in het openbaar moeten spreken<br />

door in het openbaar te spreken. Het proces biedt de studenten de<br />

kans om de actie te ervaren en om later op deze acties te reflecteren.<br />

Het is een soort praktische ervaring, of, een theoretische ervaring, als<br />

de competentie die verworven moet worden een erg intellectuele is.<br />

Tuinier in Olargues (Foto: Jaap van Lakerveld)<br />

Heel beknopt, de stappen die nodig zijn voor het plannen<br />

van Actieleren (Bijvoorbeeld: hoe een moestuin te<br />

organiseren op zo’n manier dat men tijdens de winter in<br />

kastelen en kloosters kan overleven)<br />

Benadrukt de methodologie van actieleren als een competentie<br />

en de actie als een ervaring.<br />

1. Identificeer de leerbehoeften<br />

2. Bespreek met de studenten de taken en de acties die nodig<br />

zijn<br />

3. Organiseer de activiteit of help de studenten om dit te doen<br />

4. Help studenten om taken toe te wijzen en te verdelen<br />

5. Bevorder hun engagement in de werkelijke actie (bv. overleven<br />

in een kasteel)<br />

6. Voorzie feedback en help hen om te reflecteren, te evalueren<br />

en hun voorstelling te verbeteren<br />

7. Organiseer tussentijdse momenten voor evaluatie en voor<br />

het versterken van de gekozen strategieën<br />

8. Help de leerlingen om hun leerresultaten expliciet te maken<br />

9. Beoordeel de resultaten en bespreek hun waarde<br />

10. Bespreek hoe men de volgende keer te werk moet gaan<br />

Elementen van actieleren kan u vinden in het project In het<br />

spoor van Wojciech en Aneri Weiss (p. 49)<br />

COÖPERATIEF LEREN (CO-OPERATIVE LEARNING)<br />

Coöperatief leren benadrukt het proces van samenwerking, zowel<br />

als middel en als resultaat van leren. Coöperatief leren is een vorm<br />

van sociaal-constructivistisch leren. Het heeft een consistente en<br />

duidelijke impact op kennisconstructie, motivatie, leerattitudes, de<br />

ontwikkeling van sociale competenties en metacognitie. Essentieel<br />

in coöperatief leren is dat er positieve onderlinge afhankelijkheid is<br />

tussen de leerlingen, groeps- en individuele verantwoordelijkheid<br />

en face-to-face groepsinteractie. Coöperatief leren is een specifieke<br />

manier van actief leren waarin studenten leren om doeltreffend<br />

samen te werken door het ook werkelijk te doen. De toegevoegde<br />

waarde van de methode is dat het de leerlingen toestaat om hun<br />

prestaties met anderen te delen en om op die manier individuele<br />

leerresultaten te verzamelen tot een bredere en gedeelde reeks resultaten,<br />

terwijl op hetzelfde moment de mogelijkheid om samen<br />

te werken vergroot wordt.<br />

Stappen om zich voor te bereiden op Coöperatief Leren<br />

(bijvoorbeeld voorbereiden op een feestdiner in het kader<br />

van de kroning van Karel de Grote)<br />

Benadrukt het proces van samenwerking zowel als middel en<br />

als resultaat van leren<br />

1. Stel het thema voor (i.e. voedsel<br />

en cultuur in de 9e eeuw)<br />

2. Beoordeel individuele en collectieve<br />

leerbehoeften<br />

3. Bespreek en verwoord deze<br />

behoeften<br />

4. Identificeer de betrokken coöperatieve<br />

competenties<br />

Keizer Karel De Grote<br />

5. Identificeer verschillende taken die heel wat wederkerige<br />

afhankelijke taken behelzen<br />

6. Maak bronnen beschikbaar (bv. mensen, boeken, objecten,<br />

ingrediënten, apparatuur)<br />

7. Help de studenten hun eigen eindproduct/eindresultaat<br />

te bepalen<br />

8. Coach hen indien nodig<br />

9. Organiseer externe waardering<br />

10. Reflecteer over de efficiëntie en de doeltreffendheid van<br />

de samenwerking tijdens onderbrekingen en achteraf<br />

Coöperatief leren wordt gebruikt in de projecten<br />

St-ART (p. 95) en Mapping Golkowice (p. 104).


PROBLEEMGESTUURD LEREN<br />

(PROBLEM BASED LEARNING)<br />

Probleemgestuurd leren benadrukt de inhoud en interne consistentie.<br />

Problemen zijn voornamelijk het middel. Probleemgestuurd leren<br />

is een vorm van leren waarbij de leerlingen zich in het centrum<br />

bevinden en waarin de verwerving van kennis door het analyseren<br />

van problemen centraal staat. De bestaande kennis van de leerling<br />

is de basis om meer te leren. De benadering van een probleem bestaat<br />

uit het confronteren van de leerling met voorafgaande kennis<br />

en de bestaande hiaten in die kennis om op die manier het probleem<br />

op te lossen of volledig te begrijpen.<br />

Kleine groepjes van 6 tot 12 leerlingen onderzoeken, samen met<br />

een leerkracht, de onderliggende aspecten van het probleem. De<br />

groepen maken een analyse van het probleem, gebaseerd op de<br />

bestaande kennis van de leerlingen. De vragen die ontstaan tijdens<br />

de analyse vormen de basis voor de formulering van de leerdoelen<br />

van de zelfstudie. Tussen twee groepsontmoetingen, werken de<br />

leerlingen individueel of in groep: artikelen, boeken, internet enz.<br />

lezen en bestuderen. Tijdens de volgende groepsontmoeting rapporteren<br />

de leerlingen wat ze bestudeerd hebben en formuleren ze<br />

hun ideeën over de leerdoelen. Op die manier controleren ze of ze<br />

het probleem nu beter begrijpen.<br />

Het model van ‘probleemgestuurd leren’ of de ‘acht stappen procedure’<br />

ziet er als volgt uit:<br />

Stage 1 Introductie<br />

Stage 2 Brainstorming<br />

Stage 3 Groepsideeën<br />

Stage 4 Identificatie van de leerdoelen<br />

Stage 5 Het formuleren en beoordelen van de leertaken<br />

Stage 6 Zelfstandig leren<br />

Stage 7 Het construeren van nieuwe kennis door middel van<br />

bespreking<br />

Stage 8 Verduidelijken en toepassen<br />

Stappen om zich voor te bereiden op Probleemgestuurd<br />

Leren (Bijvoorbeeld: restauratie, renovatie en het opnieuw<br />

gebruiken van een oud gebouw)<br />

Benadrukt de inhoud en de interne consistentie; problemen<br />

zijn voornamelijk het middel.<br />

Steps (Foto: Jaap van Lakerveld)<br />

1. Bepaal een probleem dat relevant is voor de leerbehoeften<br />

van de studenten<br />

2. Beschrijf het probleem algemeen<br />

3. Maak de ‘acht stappen procedure’ beschikbaar<br />

4. Sta de studenten toe om informatieve en analytische<br />

vragen te stellen<br />

5. Stimuleer hen om te brainstormen over het probleem<br />

6. Help de leerlingen om het probleem te verwoorden<br />

7. Help hen om hun leerdoelen te formuleren<br />

8. Bevorder studieactiviteiten, inclusief onderzoek maar ook<br />

andere manieren om informatie te verzamelen<br />

9. Bespreek de bevindingen<br />

10. Beoordeel de leerresultaten<br />

Elementen van probleemgestuurd leren worden gebruikt in<br />

het European Studies Project (p. 78).<br />

29


30<br />

III. <strong>Aqueduct</strong>: De praktijk


3.1 <strong>Aqueduct</strong> proefprojecten<br />

De proefprojecten in dit deel van de handleiding vormen een poging van de <strong>Aqueduct</strong> partners om de <strong>Aqueduct</strong> aanpak te vertalen naar de praktijk.<br />

De voorbeelden bevatten elementen van de vijf methodologieën die aan de basis liggen van competentiegericht leren, gepresenteerd in § 2.3.<br />

Graz gefluister (AT)<br />

Hoe een museum kinderen het gevoel kan<br />

geven dat ze deel uitmaken van de geschiedenis<br />

van hun woonplaats<br />

I. Samenvatting van het project<br />

Sleutelcompetenties die aan bod komen in het project<br />

Leren leren<br />

Ondernemerschap<br />

Burgerschaps- en sociale competenties<br />

Cultureel bewustzijn en expressie<br />

Het Odilien Instituut is al ongeveer honderd jaar lang een speciaal<br />

instituut voor slechtziende mensen en blinden. Sinds kort heeft<br />

de basisschool van deze instelling haar deuren geopend voor kinderen<br />

zonder beperking waardoor de school ‘inclusief’ werkt. Het<br />

‘Stadtmuseum Graz’ is een klein lokaal museum dat zowel regionale<br />

bezoekers als internationale gasten probeert aan te trekken. Haar<br />

doel is om haar collectie aantrekkelijk te maken voor de lokale kinderen.<br />

Dit project toont de samenwerking van de twee instituten die<br />

voor beiden voordelig is.<br />

Het Oostenrijkse lesprogramma voor de derde graad basisonderwijs<br />

houdt een presentatie in over de geschiedenis van de woonplaats van<br />

de kinderen. In dit project maken kinderen, tussen 8 en 9 jaar, van een<br />

‘inclusieve’ basisschool deel uit van een speciale ervaring. De groep bestaat<br />

uit drie kinderen met een beperking en twee leerkrachten waarvan<br />

één een specialist is in onderwijs aan kinderen met een beperking.<br />

De groep wordt uitgenodigd om samen met het Stadtmuseum Graz<br />

te werken rond een nieuwe tentoonstelling ‘Grazgeflüster’. Ze komen<br />

op een onconventionele manier meer te weten over het verleden van<br />

hun stad terwijl ze leren over het werk van een museum en leren<br />

reflecteren op hun eigen autografisch verleden. Geïnspireerd door<br />

het museum, verzamelen de leerlingen herinneringen en dragen ze<br />

hun eigen verhalen bij aan de hedendaagse geschiedenis van Graz.<br />

Wanneer ze ontdekken dat slechts drie objecten door het museum<br />

geselecteerd worden om tentoongesteld te worden, zijn ze teleurgesteld.<br />

Maar dit stimuleert de ondernemingszin van de kinderen. Ze<br />

onderhandelen dan met hun leerkrachten, de school en het museum<br />

om hun eigen aparte tentoonstelling op school te creëren: al hun objecten<br />

in hun eigen museum. Ze gebruiken een speciale viering op<br />

school om hun tentoonstelling te openen en presenteren het – samen<br />

met hun catalogus – aan het publiek. Alle kinderen worden opgenomen<br />

in deze ervaring, ieder op zijn eigen niveau.<br />

II. Beschrijving van het project<br />

Het leren kennen van de eigen woonplaats staat in het middelpunt<br />

van het lesprogramma van de leerlingen van een basisschool in Graz.<br />

Ervaring toont dat kinderen een enthousiaste interesse zullen vertonen<br />

in evenementen uit een ver verleden. Meestal worden de leerlingen<br />

met een aantal evenementen geconfronteerd, gaande van de<br />

eerste nederzetting tot de uitdagingen van het moderne stadsleven.<br />

De kinderen zullen meer begrijpen over de stichting van hun geboorteplaats<br />

en de ontwikkeling daarvan, en ze zullen efficiënter worden<br />

in hun acties.<br />

Dit jaar organiseert het lokale museum van Graz een speciale tentoonstelling:<br />

‘Graz gefluister’ (Musee Sentimental) en zijn ze op zoek<br />

naar een samenwerking met een groep uit een ‘inclusieve’ basisschool.<br />

Het doel van het museum is om bij kinderen de interesse in<br />

het werk van het museum op te wekken. De volgende vragen zullen<br />

verkend worden: wat is geschiedenis, hoe wordt een tentoonstelling<br />

gepland, hoe wordt een tentoonstelling ontworpen zodat het veel<br />

bezoekers aantrekt, hoe selecteer je objecten voor een tentoonstelling,<br />

hoe gids je mensen door een museum?<br />

Het doel van de school is om de kinderen een praktische ervaring te<br />

geven die toelaat dat ze competenties in hun eigen culturele omgeving<br />

verwerven, meer dan alleen kennis.<br />

Voor het bezoek aan het museum worden de leerlingen geconfronteerd<br />

met de term ‘cultureel erfgoed’. Gewaagd?! Kan een kind van<br />

8 of 9 jaar een dergelijk begrip vatten? We starten met het definiëren<br />

van ‘erfgoed’: Probeer het begrip te verklaren zonder het te gebruiken!<br />

31


32<br />

Een mind map op het schoolbord bevat de volgende punten:<br />

• gewoontes in verschillende landen; vieringen bv. Thanksgiving;<br />

• specifieke bekwaamheden/vaardigheden bv. tekenen: ‘Mijn vader<br />

kan goed tekenen, ik zal dat geërfd hebben’;<br />

• iets ontvangen bv. wanneer een oom sterft;<br />

• iets waardevols krijgen, nota bene: ‘erfgoed’ en ‘erfenis’ zijn hetzelfde<br />

woord in het Duits.<br />

• Hetzelfde wordt gedaan met de term ‘cultureel erfgoed’.<br />

Met dit als startpunt worden de kinderen uitgenodigd om het museum<br />

te verkennen. Ze leren over bepaalde tentoonstellingen en leren eigenaardige<br />

verhalen over hun stad kennen. Ze kiezen een museumfotokaart<br />

en doorzoeken het museum in vier groepen, op zoek naar een<br />

bepaald item. Natuurlijk zijn de objecten allemaal op de één of andere<br />

manier aan de stad gerelateerd. Het hoogtepunt is een kamer met een<br />

vloer die bedekt is door stro en een vitrine die een bebloed overhemd<br />

toont. Er ontstaat een golf van opwinding: ‘Wat heeft dit overhemd<br />

met Graz te maken?’ Het wordt duidelijk dat Keizer Frans Josef’s neef<br />

Frans Ferdinand geboren werd in Graz. Tijdens zijn geboorte waren de<br />

straten bedekt met stro, zodat de moeder die aan het bevallen was niet<br />

gestoord werd door straatlawaai. In 1914 echter werd Frans Ferdinand,<br />

de opvolger van de troon, doodgeschoten in Sarajevo, vandaar het<br />

bebloede overhemd. Zijn dood was de aanleiding voor de Eerste<br />

Wereldoorlog. Dus, kleine dingen kunnen ‘grote geschiedenis’ maken’.<br />

Persoonlijke objecten van de kinderen (Foto: Karin Kubec)<br />

De week daarna vertellen de leerkrachten de kinderen over hun eigen<br />

kindertijd en presenteren ze hun eigen herinneringen. Nu kiezen de<br />

leerlingen objecten die aan hun eigen geschiedenis gerelateerd kunnen<br />

worden en brengen ze die samen in een ‘museum dag’ om erover<br />

te schijven of door hun eigen deeltjes van de geschiedenis van de stad<br />

te tonen. De museummedewerker bezoekt de school en helpt om de<br />

objecten op alfabetische volgorde te zetten.<br />

Deze aanpak komt overeen met het ‘Musee Sentimental’ dat ontworpen<br />

werd door Daniel Spoerri. Voordat de objecten en verhalen door het museum<br />

authentiek verklaard moeten worden, moeten de kinderen nu voor<br />

drie objecten stemmen en het oordeel van het<br />

museum accepteren. Wat ze niet willen doen,<br />

zo blijkt: de kinderen dringen erop aan dat<br />

alle objecten van de kinderen in het museum<br />

getoond worden. ‘Dit is niet eerlijk’; ‘Nu hebben<br />

we onze objecten voor niets gekozen’ en<br />

dergelijke argumenten tonen de frustratie van<br />

de kinderen. In een discussie de volgende dag,<br />

reflecteren de kinderen opnieuw over het werk<br />

van het museum, verwoorden ze hun ongenoegen<br />

en bespreken ze hun suggesties om<br />

het probleem op te lossen. En een oplossing<br />

wordt snel gevonden. Ze zullen een apart museum in de school oprichten<br />

en ze zullen het ‘grote museum’ om assistentie vragen.<br />

In de derde en laatste stap nemen de kinderen hun gekozen objecten<br />

mee naar het museum. Nu starten de onderhandelingen. De klassenvertegenwoordiger<br />

vraagt eerst naar de financiële situatie van het museum<br />

en legt dan het idee uit om een eigen tentoonstelling te starten. Ze slagen<br />

erin om de steun van het museum voor dit project te krijgen en op<br />

datzelfde moment vergeten ze hun initiële teleurstelling. Ze organiseren<br />

hun objecten in de ‘bezoekers showcase’, en na nog een inspectie van<br />

de tentoonstelling verlaten de kinderen het museum met veel ideeën<br />

voor hun eigen werk. Nu moeten ze aan hun eigen tentoonstelling beginnen.<br />

De leerlingen schrijven hun ‘eigen geschiedenis’ en verzamelen<br />

deze in de vorm van een exacte replica van de museumcatalogus. Als<br />

een speciale beloning wordt dit vertoond in zowel het museum als in<br />

de schoolvoorstelling; de vorm en lay-out van de catalogus komt overeen<br />

met de professionele catalogus. Tijdens een speciale viering van de<br />

school presenteren de kinderen trots, voor ouders en andere bezoekers,<br />

hun eigen museum en plannen ze een toekomstige samenwerking met<br />

het museum. De kinderen schrijven ‘persberichten’ over hun tentoonstelling,<br />

wat aantoont hoe trots ze op hun prestaties zijn.<br />

Kinderen met beperkingen worden in alle fases volledig geïntegreerd.<br />

Ze brachten objecten mee, schreven, met hulp, hun geschiedenis en<br />

namen aan alle evenementen deel.<br />

De samenwerking met het museum zal volgend jaar voortgezet worden.<br />

III. Contactinformatie<br />

Private Volksschool Odilien<br />

Contactpersoon: Karin Kubec<br />

Adres: Leonhardstraße 130<br />

8010 Graz - Oostenrijk<br />

E-Mail: karin.kubec@tele2.at<br />

Trouwfoto<br />

(Foto: Karin Kubec)


Sleutelcompetenties en een Sleutelmuseum (AT)<br />

I. Samenvatting van het project<br />

Sleutelcompetenties die aan bod komen in het project<br />

Leren leren<br />

Ondernemerschap<br />

Burgerschaps- en sociale competenties<br />

Cultureel bewustzijn en expressie<br />

KLEX is een recent opgerichte middenschool met een hervormd<br />

pedagogisch concept voor 10- tot 14-jarige leerlingen in Graz,<br />

Oostenrijk. Nabij de school bevindt zich een privémuseum: het<br />

‘Hanns Schell Collection Museum of Locks and Keys’. Hier kan je<br />

een grote collectie aan sleutels, sloten en gegoten ijzeren objecten<br />

vinden vanuit verschillende eeuwen en landen. De samenwerking<br />

tussen de school en het museum is gebaseerd op de vragen over<br />

waarom mensen hun bezittingen beschermen en hoe ze dat doen,<br />

en over wat de schatten zijn in onze musea, in onze taal, en ook in<br />

onze families en welke schatten de leerlingen vinden dat bewaard<br />

moeten worden.<br />

In dit project waren twee groepen van 42 10-jarige leerlingen, met<br />

verschillende bekwaamheden en uit verschillende sociale en culturele<br />

achtergronden, en vier leerkrachten samen met museumspecialisten<br />

en een toneelleerkracht van het belangrijkste theater<br />

in Graz betrokken. De leerlingen werkten volgens een verhaallijn,<br />

een bewerking van een sprookje van Grimm: ‘De Gouden Sleutel’.<br />

Ze voerden scènes op, creëerden schatkistjes en produceerden uiteindelijk<br />

een tentoonstelling van het onderzoek over schatten die<br />

ze individueel hadden geselecteerd in het museum en over hun<br />

eigen familieschatten. Op die manier creëerden ze hun eigen museum.<br />

Sommige items van het project werden ook door het lokale<br />

museum gekozen om deel uit te maken van de tentoonstelling<br />

‘Grazgeflüster’.<br />

II. Beschrijving van het project<br />

De schoolopdracht van de KLEX-school benadrukt de sleutelcompetenties.<br />

Vanaf het begin van hun schoolcarrière worden<br />

de kinderen gevraagd om onderzoek te doen en om informatie<br />

te presenteren. Onderwerpen van de vakken Duits, geschiedenis,<br />

biologie, wetenschappen worden behandeld in vakoverschrijdende<br />

benaderingen en competentieverwerving is het gemeenschappelijke<br />

doel. In dit project vond er samenwerking plaats tussen de<br />

vakken geschiedenis, Duits, handvaardigheid en kunst.<br />

Het doel van één van de leerkrachten is om de leerlingen beter<br />

te leren kennen en ook om de leerlingen de kans te geven om<br />

hun ideeën en verhalen met de anderen te delen. De focus lag op<br />

vragen zoals: “Welk cultureel erfgoed vinden de kinderen waard<br />

om te bewaren?” Welke dingen bewaren zij in hun families en<br />

welke verhalen worden daarover in de families verteld? Hoe begin<br />

je met een ongebruikelijke gewoonte zoals het verzamelen van alledaagse<br />

items zoals sleutels en sloten. En waarom zijn er zo veel<br />

verschillende soorten sleutels en schatkistjes? Hoe ontwerp je een<br />

simpel slot of schatkistje en hoe verguld je een sleutel? Hoe kun<br />

je informatie verzamelen en er gebruik van maken zodat andere<br />

personen er ook voordeel uit kunnen halen? En ten slotte: heb je<br />

een gouden sleutel nodig die alle deuren opent om een gelukkig<br />

leven te leiden of ligt die sleutel in jezelf?<br />

In het Sleutelmuseum (Foto: Andrea Wagner)<br />

Het project start met een beoordeling van de <strong>Aqueduct</strong> sleutelcompetenties<br />

van de leerlingen in een ‘spinnenweb diagram’. Dan<br />

wordt de storyline geïntroduceerd. De kinderen luisteren naar het<br />

sprookje van Grimm ‘De Gouden Sleutel’ dat zo aangepast is dat<br />

al de verschillende afdelingen van het museum erin vertegenwoordigd<br />

zijn. De kinderen identificeren zichzelf met een personage,<br />

ontwikkelen hun rollen met behulp van de toneelleerkracht en<br />

voeren met behulp van een paar items en kostuums verschillende<br />

scènes van het sprookje op. Op bepaalde momenten wordt er een<br />

33


34<br />

pauze ingelast en schrijven de kinderen vragen op die ze nadien in<br />

het museum willen beantwoorden.<br />

Uiteindelijk begint de groep aan het bezoek van het museum.<br />

Iedereen krijgt een begeleide rondleiding als startpunt. Daarna<br />

mogen de kinderen hun eigen onderzoek uitvoeren waarbij ze<br />

gebruik mogen maken van de museumgidsen en de tentoonstelling.<br />

De kinderen nemen foto’s van de meest interessante objecten<br />

en kiezen er één uit om te beschrijven in hun uiteindelijke tentoonstelling.<br />

Terug op school, gebruiken de kinderen hun nota’s<br />

en voeren ze meer onderzoek uit in boeken of op het internet. In<br />

de handvaardigheidlessen ontwikkelen ze ook hun eigen oplossingen<br />

voor het bewaren van schatten en ontwikkelen ze sloten<br />

of geheime lades in schatkisten. In de kunstlessen leren ze hoe ze<br />

sleutels moeten vergulden en maken ze voor zichzelf schatkisten<br />

en een vergulde sleutel.<br />

het maken van schatkisten (Foto: Andrea Wagner)<br />

Naast de sleutels, wordt ook cultureel erfgoed een belangrijk onderwerp<br />

geacht. Wat betekent cultureel erfgoed? De antwoorden<br />

van de kinderen zijn: verhalen, legendes, uitdrukkingen en objecten<br />

die van de ene generatie op de andere worden doorgegeven.<br />

De kinderen praten met hun ouders en grootouders over familieschatten<br />

en kiezen er één die ze aan de anderen willen beschrijven,<br />

schetsen en presenteren. De objecten worden gefotografeerd en<br />

de kinderen vertellen hun verhalen. Op die manier wordt cultureel<br />

erfgoed ook thuis een onderwerp van gesprek. Na het onderzoek<br />

wordt de grote voorstelling voorbereid: zowel foto’s en onderzoek<br />

van het museum als familieschatten, maar ook de schatkisten en<br />

gouden sleutels die de kinderen zelf gemaakt hebben.<br />

De tentoonstelling van het ‘KLEX Museum’ van de kinderen is<br />

verdeeld in vier departementen. Eén departement toont de foto’s<br />

en beschrijvingen van de meest interessante onderwerpen van de<br />

‘Hanns Schell Collection’, de erfgoedpartner. Een ander departement<br />

toont de dozen en sloten die de leerlingen zelf gemaakt hebben.<br />

Het derde deel van de tentoonstelling presenteert de vergulde<br />

sleutels, maar het meest interessante deel voor alle bezoekers zijn<br />

de familieschatten en de verhalen die ze bevatten die nu met de<br />

hele groep gedeeld worden. De kinderen zijn heel trots dat het<br />

lokale gemeentelijk museum (Graz Stadtmuseum) enkele van de<br />

familieschatten en hun verhalen zal opnemen in de tentoonstelling<br />

‘Grazgeflüster’ in het Stadsmuseum van Graz.<br />

In de uiteindelijke reflectie worden antwoorden gegeven op vragen<br />

als ‘Verbeterden we onze sleutelcompetentie en kunnen we dit<br />

aantonen op ons ‘spinnenweb werkblad’? Wat leerden we over<br />

sleutels en sloten, maar nog belangrijker: wat is de sleutel tot geluk,<br />

hoe kan ik geluk voor het leven vinden en welke soort competenties<br />

heb ik nodig om dat te ontwikkelen?’.<br />

De kinderen vonden het een goede ervaring om een museum met<br />

hun eigen objecten te ontwikkelen en ook om in hun familieschatten<br />

en -verhalen te zoeken. Velen van hen zullen het museum opnieuw<br />

bezoeken om meer tijd te hebben om hun vragen te beantwoorden<br />

en om meer en verschillende afdelingen te bezoeken. De leerkrachten<br />

in het projectteam waren onder de indruk van de interessante<br />

onderzoeksvragen van de kinderen, van de creatieve oplossingen<br />

voor het maken van schatkisten en van het cultureel erfgoed dat de<br />

leerlingen presenteerden. Het idee om het museum in de school te<br />

brengen zal verder ontwikkeld worden. Het project heeft duidelijk de<br />

duurzaamheid van een bezoek aan een museum en de competenties<br />

van de kinderen verhoogd. In een toekomstig project zal ook een<br />

bezoek aan een smid of een bankkluis ingepland worden en zal er<br />

over moderne veiligheidstechnologie geleerd worden.<br />

III. Contactinformatie<br />

Naam: MMag. Andrea Wagner<br />

E-mail: office@klex.co.at<br />

Adres: BG/BRG Klusemannstrasse Extern “KLEX”<br />

Marschallgasse 19-21<br />

A-8020 Graz<br />

Oostenrijk<br />

Website: www.klex.co.at


Heilig Hart Heverlee: School in oorlog (BE)<br />

I. Samenvatting van het project<br />

Sleutelcompetenties die aan bod komen in het project<br />

Leren leren<br />

Ondernemerschap<br />

Burgerschaps- en sociale competenties<br />

Cultureel bewustzijn en expressie<br />

‘Heilig Hart Heverlee’ is een grote school nabij het centrum van<br />

Leuven (BE). Kinderen vanaf 2 ½ tot 18 jaar worden op de grote,<br />

groene, oude campus opgeleid. Ook de hogeschool KHLeuven<br />

heeft er twee departementen.<br />

Het project ‘School in oorlog’ focust op een erg interessante<br />

periode uit het verleden van de Heilig Hart school in Heverlee:<br />

de Tweede Wereldoorlog. In deze periode werd het leven op<br />

de school niet alleen gekenmerkt door somberheid en angst, er<br />

werden ook joodse meisjes gedoopt en verborgen. De voorraden<br />

waren vaak op, bommen vielen en ouders waren verplicht<br />

om hun dochters voor enkele maanden op kostschool te sturen,<br />

zonder contact. Toen de school bevrijd was, stonden ze voor een<br />

nieuwe uitdaging. Het Britse leger gebruikte het schoolgebouw<br />

als een militair ziekenhuis met ongeveer 2000 bedden. Als gevolg<br />

daarvan is er nu een groot militair kerkhof naast de school.<br />

Tegenwoordig wandelen en sporten de leerlingen er zonder bewust<br />

te zijn hoe of waarom deze graven er zijn, en zonder te weten<br />

wie hun schoolgebouw ooit heeft gedeeld. Daarom werd dit<br />

project uitgevoerd met vijftig 12-jarige leerlingen uit het eerste<br />

jaar secundair onderwijs.<br />

In het project worden verschillende typen van erfgoed gebruikt.<br />

Uiteraard werd het militaire kerkhof bezocht en werden getuigen<br />

uitgenodigd. De leerlingen doorzochten authentieke documenten<br />

en oude kranten. De lift die geïnstalleerd werd om de bedden omhoog<br />

te brengen werd versierd. De leerlingen keken films, lazen<br />

romans en toneelteksten omtrent het thema. En last but not least<br />

speelde een ‘re-ensceneringsgroep’ enkele gebeurtenissen uit die<br />

periode na zoals: het brengen van medicijnen, bedden, uniformen,<br />

een echte Amerikaanse ambulance, een jeep en andere authentieke<br />

objecten uit de periode. Er waren heel wat verschillende materialen<br />

en activiteiten. Op elk moment konden de leerlingen kiezen<br />

wat ze wilden onderzoeken of creëren.<br />

II. Beschrijving van het project<br />

Het project werd mogelijk gemaakt door de samenwerking met<br />

verschillende personen en organisaties. Ria Christens was de<br />

inhoudelijke leider van het project, zij is verantwoordelijk voor<br />

het erfgoedarchief van de school en het klooster van de Zusters<br />

Annuntiaten. Ze contacteerde ook de re-ensceneringsgroep ‘The<br />

Patton Drivers, Leuven Centraal’. Twee studenten van het departement<br />

van de lerarenopleiding van de KHLeuven en twee leerkrachten<br />

assisteerden haar. Het concept werd uitgewerkt door<br />

een partner van AQUEDUCT: KHLeuven. Het project bestond uit<br />

vijf fases.<br />

In de eerste fase van het project, de motivatiefase, werden de<br />

leerlingen geconfronteerd met een ongewone gebeurtenis.<br />

Plotseling reden een oude oorlogsjeep en een militaire ambulance<br />

de speelplaats op. Er rezen meteen veel vragen op: Wat?<br />

Waarom? Hoe? De leerlingen werden verdeeld in groepjes van<br />

vier en na een korte introductie schreven ze op wat ze graag<br />

over de oorlog wilden weten. Ze stelden vragen zoals: “Wat eten<br />

soldaten? Waren er ook vrouwen bij betrokken? Waren de lessen<br />

moeilijk in die periode? Waren er veel bommen? Waar verborgen<br />

ze de joodse meisjes? Hoe wisten ze waar de gewonde soldaten<br />

waren?”.<br />

In de tweede fase ontvingen de leerlingen input over de vier subthema’s<br />

of routes, en leerden het erfgoed van hun school kennen. Elke<br />

leerling mocht twee van de vier routes verkennen. Verschillende<br />

activiteiten waren mogelijk op alle routes bv. het schrijven van teksten,<br />

het selecteren van doelstellingen, het maken van profielen,<br />

improviseren, werken met theaterteksten, het onderzoeken van<br />

documenten enzovoort. De leerlingen konden hun eigen graad<br />

van ‘leervrijheid’ bepalen. De coaches gaven hun de mogelijkheden,<br />

methodes, materialen en taken, maar de leerlingen konden<br />

kiezen of ze hun assistentie gebruikten of niet. In iedere groep<br />

moesten de leerlingen onderhandelen wie welke route zou volgen.<br />

Slechts één deelnemer van de groep kon op een bepaald moment<br />

een bepaalde route volgen.<br />

Op de eerste route bezochten ze een reconstructie van het ziekenhuis,<br />

die door de re-ensceneringsgroep werd gemaakt. Verhalen<br />

over operaties, medicijnen, leven en dood en het verhaal van een<br />

19-jarige ‘airgunner’, Otto Carbone, die hier verzorgd werd, werden<br />

verteld.<br />

35


36<br />

De re-enactment groep “the Patton drivers” reconstrueren het oorlogshospitaal in<br />

de school. (Foto: Evy De Brier)<br />

De tweede route vond plaats in het archiefdepartement van de school<br />

waar de leerlingen een gesprek voerden met een gepensioneerde<br />

lerares-non, die hen vertelde over het leven in de school tijdens de<br />

oorlog. Ze traceerden ook een object en een archiefdocument dat<br />

naar een bepaald subthema verwees in het lokale archief in de kelders.<br />

De subthema’s waren ‘De Duitse vijand’, ‘Het legerziekenhuis’,<br />

‘Voeding en distributie’, ‘School en studeren’, ‘De bombardementen’<br />

en ‘Transport en communicatie’. Door het koppelen van materieel en<br />

immaterieel erfgoed werd het tastbare overtuigender omdat het aan<br />

een echt verhaal gekoppeld werd.<br />

De derde route hield een bezoek aan het militaire kerkhof in. Hier<br />

moesten de leerlingen verschillende opdrachten uivoeren: het ontcijferen<br />

van de symbolen op de graven, het lezen en vertellen van verhalen<br />

over de levens van de soldaten, medicijnen, piloten en ingenieurs, het<br />

zoeken naar data zoals de leeftijd van de doden, het geslacht van de<br />

soldaten, hun religie en nationaliteit. Hierdoor werden de leerlingen er<br />

van bewust dat de mannen en vrouwen die hier begraven werden, gevochten<br />

hadden in en rond het centrum van Leuven. Er werd duidelijk<br />

gemaakt dat de leerlingen respect moeten tonen op het kerkhof omdat<br />

de mannen en vrouwen, die hier begraven liggen, hun leven gegeven<br />

hebben zodat wij allemaal in vrede en harmonie kunnen leven.<br />

De vierde route startte met het verhaal van een joods meisje dat in<br />

de school verborgen werd, ze had haar naam, geloof en identiteit<br />

moeten opgeven. De leerlingen voelden mee met de joodse kinderen<br />

door middel van films, romans en gesprekken. Ze bespraken authentieke<br />

documenten: de correspondentie met het meisje en de school<br />

en een vals doopdocument. Daarna keken ze naar de film ‘Au revoir<br />

les enfants’ over een joods kind dat verborgen werd in een Franse<br />

kostschool. Ze zagen hoe de school omging met invallen van de<br />

Gestapo. Uiteindelijk lazen de leerlingen hoofdstukken uit boeken<br />

over het thema en behandelden ze vragen zoals: ‘Wie is het hoofdpersonage?<br />

Wat deed hij/zij? Wat herinner je je van het verhaal van<br />

deze persoon? Wat voelde je toen je het verhaal las?’ De kinderen<br />

waren erg geïnteresseerd in de verhalen. Ze stelden veel vragen en<br />

smeekten om meer van de film te mogen zien.<br />

Hierna vond een derde fase plaats, de fase van ‘reflectie’. De leerlingen<br />

keerden terug naar hun originele groepjes. Ze vertelden elkaar<br />

over wat ze ervaren hadden. Ze schreven op wat indruk op hen<br />

maakte: “Ze gooiden mensen uit een vliegtuig”, “Het leven van een<br />

soldaat was niet fijn”, “Er zijn heel wat oude dingen in onze school”,<br />

“De kinderen wisten niets over hun ouders”, “Je moest als jood in<br />

die tijd echt in angst leven”, “Mensen stierven in onze klaslokalen!”.<br />

Vervolgens moesten de leerlingen nadenken over hoe ze de dingen<br />

moesten benaderen. Ze maakten metaforen over hoe ze samenwerkten,<br />

zoals: “Ik ben zoals een kapitein, ik geef graag bevelen.” of<br />

“Bij anderen ben ik zoals een plant, stil en verlegen. Misschien zou<br />

ik meer moeten zeggen.” of “Ik ben zoals een kikker, ik hou van<br />

praten.” of “Ik ben zoals de wind, soms erg stil, soms erg luidruchtig.”<br />

Ze dachten ook na over hoe ze initiatief namen en schreven op<br />

wat ze graag wilden doen en wanneer. Bijvoorbeeld: “Ik hou van<br />

zingen omdat het me ontspant.” of “Ik speel graag voetbal omdat<br />

het scoren me een kick geeft.” Daarna moesten ze een beslissing<br />

maken over wat ze in de namiddag graag zouden doen om naar een<br />

presentatie, samengesteld door de groep, toe te werken.<br />

In de vierde fase werkte de hele groep actief aan een gezamenlijke<br />

presentatie. Sommige leerlingen maakten een interactieve tentoonstelling.<br />

Anderen bereidden een toneelstuk voor. Ook konden leerlingen<br />

een typisch oorlogsmenu klaar maken. Ten slotte was er een sessie<br />

over ‘filosofie met kinderen’ waarin ze nadachten over kwesties<br />

en oplossingen voor oorlog en vrede. Om de tentoonstelling uit te<br />

werken, namen ze objecten uit het archief en zetten deze op uitstaltafels.<br />

Ze skype-ten met een Amerikaanse veteraan, Otto Carbone,<br />

die ernstig gewond raakte tijdens de oorlog en die verzorgd werd in<br />

het ziekenhuis in hun schoolgebouw. Ze deden onderzoek op het<br />

internet en maakten levende profielen van de soldaten die begraven<br />

werden in het nabijgelegen militaire kerkhof. Aan de ingang van de<br />

klaslokalen bevestigden ze naamplaatjes die naar de vorige medische<br />

functie van de lokalen tijdens de oorlog verwezen. De leerlingen<br />

brachten tijd door in een voormalig klaslokaal en door het lezen van<br />

authentieke archiefdocumenten leerden ze hoe moeilijk het was om<br />

tijdens de oorlog te leren. Ze schreven kritische opmerkingen over<br />

de grote historische afbeeldingen die tegen de authentieke legerlift<br />

geplaatst werden. Tijdens de presentatiefase organiseerden ze een<br />

begeleide rondleiding voor hun medeleerlingen.


Ondertussen vergeleek de andere groep de eetgewoontes van vandaag<br />

met het menu tijdens de oorlog. Ze lazen oude kookboeken, distributiefolders<br />

en notities en reconstrueerden de prijs, variëteit en voedingswaarde<br />

van het voedsel. Dan maakten ze een typisch oorlogsmenu:<br />

aardappelen in hun schil met een melk, worst en oorlogsmarsepein.<br />

Een typisch oorlogsmenu bereid door<br />

de leerlingen: aardappelen ‘in eigen<br />

vel’ met melksaus en oorlogsmarsepein.<br />

(Foto: Evy De Brier)<br />

Op hetzelfde moment besprak<br />

een groep filosoferende leerlingen<br />

de impact van de oorlog.<br />

Ze startten met een scène uit<br />

de film ‘Atonement’, dit lokte<br />

heel wat reactie uit bij de leerlingen.<br />

Ze waren gechoqueerd<br />

door de enorme impact die de<br />

Tweede Wereldoorlog op de<br />

levens van zoveel mensen had.<br />

Ze bespraken dit en gaven enkele goede voorbeelden en conclusies.<br />

De manier waarop de leerlingen op de opmerkingen van de anderen<br />

reageerden was ook goed. Ze luisterden echt naar elkaar, wat één van<br />

de hoofddoelen was. Nadien kregen ze de mogelijkheid om hun gevoelens<br />

en emoties uit te drukken door een soort schilderij te maken.<br />

Dat leverde enkele bijzonder mooie kunstwerkjes op. Aan het einde<br />

van het programma kregen alle leerlingen twee stukjes van een puzzel<br />

en moesten ze, door alle stukjes samen te leggen, de puzzel compleet<br />

proberen te maken. Wanneer een leerling een stukje neerlegde moest<br />

deze zijn of haar mening geven over de hele sessie.<br />

Tijdens de vierde sessie bereidden de leerlingen een toneelstuk voor. Ze<br />

brainstormden, bewogen en gedroegen zich als soldaten, ze werkten<br />

aan hun samenwerking en reacties, ze lazen toneelteksten gebaseerd<br />

op romans, gedichten van Bertold Brecht en hoofdstukken uit het<br />

dagboek van Anne Frank. In kleine groepjes maakten ze een scène<br />

voor het toneelstuk. Iedere leerling kon kiezen of hij/zij met bepaalde<br />

personages en thema’s of met geschreven teksten wilden werken. De<br />

meesten kozen een tekst. Alle scènes werden samengebracht met<br />

bewegingsintervallen.<br />

In de vijfde fase demonstreerden de leerlingen de resultaten van hun<br />

werk aan de andere groepjes. Nadien stelden ze hun ontwikkeling vast<br />

met betrekking tot de AQUEDUCT sleutelcompetenties. Aan welke<br />

competenties werkten ze? Wat konden ze beter doen? Dat leverde<br />

reacties op als: “We moesten veel samenwerken, het was fijn en het<br />

verliep vlot.”, “Ik werkte aan initiatief nemen, maar minder aan andere<br />

dingen omdat ik niet zoveel ideeën had.” “Ik werkte niet aan<br />

mijn leervermogen omdat ik het beu was.”, “Ik toonde respect voor<br />

materiaal en personen.”, “Ik wist al veel over geschiedenis en cultuur<br />

dus ik moest hier niet veel voor doen.”<br />

In het kort: het was een erg rijk programma, maar we werkten slechts<br />

met twee van de twintig klassen van het eerste jaar secundair onderwijs.<br />

Het is moeilijk om het project uit te breiden naar de hele school,<br />

ook al zouden we hulp krijgen van verschillende externe docenten. Dit<br />

jaar was het project bijkomend bij het lesprogramma, het zou een uitdaging<br />

zijn om de aspecten ervan te integreren in de gewone lessen.<br />

Desondanks wil de KHLeuven deze vruchtbare samenwerking in het<br />

volgend academisch jaar voortzetten.<br />

III. Contactinformatie<br />

Cultureel erfgoed annuntiaten Heverlee<br />

Contactpersoon: Ria Christens<br />

Adres: Naamsesteenweg 355<br />

3001 Heverlee<br />

België<br />

E-mail: ria.christens@hhh.ksleuven.be<br />

archief.annuntiaten@hhh.ksleuven.be<br />

Website: http://home.scarlet.be/~jg074467/Archiefnl.htm<br />

Heilig Hartinstituut Heverlee<br />

Contactpersoon: Sonia Crabbé (director first level)<br />

Adres: Naamsesteenweg 355<br />

3001 Heverlee<br />

België<br />

E-mail: sonia.crabbe@hhh.ksleuven.be<br />

Website: http://www.hhh.be<br />

KHLeuven<br />

Contactpersoon: Leen Alaerts<br />

Studenten Jasper Van Vlasselaer en Jasper Peeters<br />

Adres: Naamsesteenweg 355<br />

3001 Heverlee<br />

België<br />

E-mail: leen.alaerts@khleuven.be<br />

Website: http://www.khleuven.be/<br />

Re-enactmentgroep<br />

Patton Drivers Leuven Centraal<br />

E-mail: info@leuvencentraal.com<br />

Website: http://www.leuvencentraal.com/<br />

37


38<br />

Mater Dei: Een arme schoolbuurt wordt rijk<br />

op historisch en cultureel vlak (BE)<br />

I. Samenvatting van het project<br />

Sleutelcompetenties die aan bod komen in het project<br />

Leren leren<br />

Ondernemerschap<br />

Burgerschaps- en sociale competenties<br />

Cultureel bewustzijn en expressie<br />

Mater Dei is een school voor secundair onderwijs in het centrum<br />

van de stad Leuven. In het project bereidden de leerlingen, leerkrachten<br />

en de directeur van Mater Dei een tweedaagse verkenning<br />

van de omgeving van de school voor, samen met een<br />

docent van het departement Lerarenopleiding van de KHLeuven<br />

(BE) en de opleidingsassistenten van ‘Erfgoedcel Leuven’. Een<br />

groep van vijftig 14-jarige jongens en meisjes van verschillende<br />

etnische groepen werd uitgedaagd om informatie en meningen<br />

te verzamelen over de culturele behoeften, mogelijkheden en<br />

zorgen van de gemeenschap om op die manier een advies voor<br />

te bereiden voor de schepen van cultuur van Leuven.<br />

In het project:<br />

• leren de leerlingen aspecten kennen van cultureel erfgoed en<br />

van de geschiedenis van de schoolomgeving;<br />

• leren de leerlingen samenwerken;<br />

• leren de leerlingen initiatief nemen;<br />

• ontwikkelen de leerlingen cultureel bewustzijn;<br />

• vergroten de leerlingen hun burgerschapsvaardigheden<br />

• versterken de leerlingen hun leervermogen.<br />

II. Beschrijving van het project<br />

De school Mater Dei bevindt zich in de St. Jacobs parochie, één van<br />

de oudste parochies van Leuven. Oorspronkelijk was het een arme<br />

buurt en ook in het verleden had de school veel leerlingen uit lagere<br />

sociale milieus. Dichtbij de school bevinden zich verschillende<br />

belangrijke culturele, historische en wetenschappelijke gebouwen<br />

en plaatsen. Door verhalen, documenten, kaarten en rollenspelen<br />

te gebruiken, leren de leerlingen bepaalde aspecten van de school<br />

en de schoolomgeving kennen. De geschiedenis van de school en<br />

de parochie is het hoofdonderwerp van deze ervaring van twee<br />

dagen.<br />

Het project startte met een introductie over de St. Jacobs parochie,<br />

de school en armoede. De opdracht bestond uit een adviesvraag<br />

van de burgemeester en de schepen van cultuur. “Wat is nodig om<br />

in de St. Jacobs parochie te wonen?” “Hoe kan de parochie op de<br />

culturele kaart gezet worden?” “Welke voordelen heeft de buurt<br />

en zijn inwoners?” zijn sleutelvragen die de leerlingen moesten<br />

beantwoorden. Om dit te kunnen doen, startten de leerlingen met<br />

een inputfase in een wisselsysteem. De leerlingen worden verdeeld<br />

in drie groepen. Elke les leerden ze een aspect van het erfgoed van<br />

de schoolomgeving kennen. Alle leerlingen volgden alle routes,<br />

maar in een verschillende volgorde.<br />

Eerst verkenden ze straatscènes uit het verleden door middel<br />

van een stadsspel waarbij foto’s gebruikt worden. Door deze<br />

fotozoektocht leerden de leerlingen de meest interessante<br />

plaatsen van de St. Jacobs parochie in 1900 kennen. De leerlingen<br />

moesten de gebouwen, standbeelden, naamplaatjes vinden<br />

die op een foto werden weergegeven. Op deze lokaties<br />

werden documenten opgehangen over de kenmerken van de<br />

plek 100 jaar geleden en een aantal vragen moest beantwoord<br />

worden.<br />

In de oude St Jacobskerk luisteren leerlingen naar verhalen en zoeken naar informatie.<br />

(Foto: Tiny ‘t Seyen)


Vervolgens bezochten ze de oude St. Jacobskerk. De kerk is niet<br />

toegankelijk voor publiek vanwege stabiliteitsproblemen. De leerlingen<br />

betraden een ruïne. In de St. Jacobskerk maakten de leerlingen<br />

kennis met de geschiedenis van het gebouw en met het geloof<br />

in de parochie in 1900. De geschiedenis van St. Jacob wordt op vijf<br />

verschillende informatieborden voorgesteld en wordt in verschillende<br />

thema’s verdeeld. Deze vormen het verhaal van een mythisch<br />

sacrament, de constructie en de architectuur van de kerk, de beroemde<br />

processies in het verleden. Kleine groepjes deden een quiz<br />

waarbij de informatieborden gebruikt werden en ze genoten van<br />

het bezoek aan deze ‘mythische’ kerk die erg zelden open is voor<br />

publiek.<br />

Ten slotte luisterden de kinderen naar verhalen in de botanische<br />

tuinen achter de school. De botanische tuinen behoren al eeuwen<br />

lang tot de Universiteit van Leuven en staan zowel bekend<br />

voor het experimentele onderzoek op planten als voor het mooie<br />

park. Leerlingen moesten naar planten zoeken die vroeger voor<br />

wetenschappelijk onderzoek gebruikt werden. Jan Staes van de<br />

Erfgoedcel van Leuven vertelde verschillende verhalen over de geschiedenis<br />

en de planten. De leerlingen ontdekten zo de schoonheid<br />

van de tuinen en leerden over de functie ervan in het onderwijs<br />

vandaag en in het verleden.<br />

Een bezoek aan de botanische tuin (Foto: Tiny ‘t Seyen)<br />

De inputfase werd gevolgd door een reflectieoefening. Aan de<br />

leerlingen werd gevraagd na te denken over wat ze hadden geleerd<br />

en wat ze leuk vonden. Ze schreven hun meest opmerkelijke<br />

ervaringen kort op: “Het verhaal over het sacrament van het orakel<br />

en de hostie die vlees werd, was erg interessant.” “Nu weet ik dat<br />

de meeste dingen hier al eeuwenlang zijn. Sommige dingen zijn<br />

verdwenen en andere dingen bleven op dezelfde plaats.” “Ik wist<br />

dat er een kerk was en dat er een betekenis achter zat, maar welke<br />

betekenis, dat wist ik niet. Nu weet ik dat wel.” “Het was erg speciaal<br />

om in de kerk te zijn.” “Ik weet dat in het verleden enkel oude<br />

mannen in het koor zongen.” “De planten van andere landen waren<br />

erg mooi.” “Ik herinner me de verhalen over de verschillende<br />

plaatsen, maar niet de details.” “Ik vond de regen niet leuk.”<br />

De leerlingen reflecteerden ook op vragen die betrekking hadden<br />

op de transversale sleutelcompetenties, zoals: “Wie ben ik als persoon?<br />

Ben ik sterk met betrekking tot samenwerken, leren leren,<br />

cultureel bewustzijn, ondernemerschap en burgerschap?” Ze kozen<br />

metaforen voor hun sociale competenties, zoals: “Ik ben als<br />

een kever. Ik probeer alles goed te doen, maar ik wil niet de beste<br />

zijn.” “Ik ben als een konijn, bang en stil.” “Ik ben als een leeuw,<br />

passief tot dat de situatie me goed uitkomt.” “Ik ben als een haan,<br />

altijd aan het babbelen maar wanneer er een probleem is verdwijn<br />

ik in mijn kippenhok.” “Ik ben als een waterval. Mijn mond staat<br />

nooit stil en ik hou ervan om de leider te zijn. Wanneer iets niet<br />

gaat zoals ik dat wil, ben ik ongelukkig.” “Ik ben als een aap, soms<br />

erg dom, maar meestal ben ik zoals een leeuw. Ik probeer de groep<br />

te leiden.” “Ik ben als de wind. Ik kom en ik ga.”<br />

Hierna geven de leerlingen aan wat hun interesses waren en waarom:<br />

“Ik hou ervan om naar muziek te luisteren omdat het gevoelens<br />

losmaakt en dan kan ik mijn gedachten beter uitdrukken.’’<br />

“Ik doe graag aan judo om mijn emoties te tonen.” “Ik hou van<br />

discussiëren omdat ik dan mijn mening kan delen.” “Liefde is al<br />

wat je nodig hebt.” “Ik hou van eten omwille van de energie die<br />

je krijgt.” Ze wezen ook op wat ze beter zouden willen doen: “Ik<br />

was geïnteresseerd in de geschiedenis maar ik motiveerde andere<br />

personen niet en ik nam geen initiatief. Nu voel ik me daar schuldig<br />

over. Jij hebt dat goed gedaan.” “Ik moet mijn gevoelens beter<br />

onder controle houden, maar toch moet ik ook mijn mening meer<br />

delen.” “Het was fijn. Ik zou graag verder werken aan de sfeer in<br />

de groep.”<br />

Daarna kozen alle leerlingen een bepaalde rol die ze moesten<br />

aannemen tijdens de namiddag en de volgende dag. Het<br />

kiezen van de rol was een individueel proces: de leerlingen<br />

moesten kiezen op basis van hun interesses. Iedere rol had een<br />

specifieke opdracht:<br />

39


40<br />

• De filmmakers creëerden een promotievideo over de buurt door<br />

de meest idyllische plaatsen te zoeken;<br />

• De historici ontwikkelden een route of een historisch evenement<br />

in de parochie, door boeken te lezen en gebouwen te<br />

ontdekken;<br />

• De filosofen dachten na over de ‘ideale’ maatschappij waar armoede<br />

vermeden kan worden. Ze voorzagen beleidsadvies door<br />

een spel te spelen en daarna door een sessie ‘filosofie met kinderen’,<br />

de Socratische methode;<br />

• De architecten creëerden een plan voor de renovatie van de St.<br />

Jacobs kerk;<br />

• De bewoners onderzochten en verzamelden de behoeften van<br />

de parochianen door interviews af te nemen;<br />

• De acteurs ontwikkelden scènes over enkele stadslegendes;<br />

• De schrijvers schreven een gedicht, essay of kort verhaal over<br />

het culturele leven van de parochianen;<br />

• De muzikanten creëerden een lied over het culturele leven van<br />

de parochie.<br />

Leerlingen die dezelfde rol kozen, werden in verschillende werkgroepjes<br />

van vier leden verdeeld. De meeste leerlingen wilden de<br />

parochianen interviewen, maar ook het maken van een film was<br />

populair. Er waren geen muzikanten, architecten of historici en<br />

slechts één enkele – geniale – schrijver. De groepsleden werkten<br />

samen aan hun taken. Ze werden geholpen door een leerkracht,<br />

iemand van de erfgoedorganisatie en een leerkracht of student<br />

van de Lerarenopleiding, maar deze assistentie bleef altijd op de<br />

achtergrond en ze gaven slechts beperkte input. Tijdens het proces<br />

brachten de assistenten enkel nieuwe ideeën in, hielpen ze materialen<br />

te verzamelen en voorzagen, op vraag, een plan.<br />

Het uiteindelijke resultaat was advies voor de schepen van cultuur<br />

van de stad Leuven, Denise Vandevoort, die naar de school kwam<br />

om de presentaties van de leerlingen te bekijken. Het was een succes.<br />

De inhoud was interessant, de opzet was vaak creatief en to<br />

the point. De leerlingen toonden dat ze in staat waren om de essentiële<br />

informatie uit verschillende data te selecteren. Nadien gaf<br />

de schepen een prachtige speech waarin ze verschillende punten<br />

uit de demonstraties aanhaalde en die met het beleid van de stad<br />

vergeleek. Ze verzekerde hen dat ze de verhalen erg interessant<br />

vond en dat ze zou werken met het advies dat ze gekregen had. De<br />

jongeren, die zich aanvankelijk incapabel en ongeïnteresseerd hadden<br />

gevoeld om dergelijke dingen te doen, kregen het gevoel dat<br />

ze geapprecieerd werden. De directeur van de school was verrast<br />

over de ‘verborgen’ competenties van haar leerlingen.<br />

De vakoverschrijdende dagen eindigden met een reflectieoefening:<br />

“Wat leerden we met betrekking tot samenwerking, leren leren,<br />

cultureel bewustzijn, ondernemerschap en burgerschap? Hoe kunnen<br />

we deze vaardigheden nog verbeteren? Wat vonden we (niet)<br />

leuk? Wat zegt dat over onszelf?”.<br />

Heel veel verschillende reacties werden uitgelokt: “Ik leerde het<br />

meest door met andere mensen samen te werken, door te luisteren<br />

naar de meningen van anderen.” “Ik wil niets leren over het<br />

verleden. Ik ben een mens van de toekomst! We leerden zowel<br />

over het verleden als de toekomst in dit project.” “Soms is het<br />

moeilijk om met anderen samen te werken.” “Ik hou er niet van<br />

om initiatief te nemen. Ik volg liever de anderen.” “We waren altijd<br />

erg beleefd bij de mensen die we interviewden. Wanneer ze niet<br />

gefilmd wilden worden, schreven we alles op.” “De leden van mijn<br />

groep werkten helemaal niet. Dus voelde ik me verplicht om de<br />

leiding te nemen. Ik probeerde het te laten slagen, maar ik voelde<br />

me er ongelukkig bij.” “Het was fijn om hieraan te werken hoewel,<br />

meestal hou ik niet van werken.” “Geschiedenis is niet mijn favoriete<br />

vak, maar dat was vandaag niet het geval.”<br />

III. Contactinformatie<br />

KHLeuven, Departement Lerarenopleiding<br />

Leen Alaerts (docent)<br />

Kenny Goris and Kenny Elsen (studenten)<br />

Adres: Hertogstraat 178<br />

3001 Heverlee<br />

België<br />

E-mail: Leen.Alaerts@khleuven.be<br />

Website: www.khleuven.be<br />

Mater Dei<br />

Annie Wellens (Schooldirecteur)<br />

St-Jacobsplein 13<br />

3000 Leuven<br />

België<br />

Website: www.mdleuven.be<br />

Erfgoedcel Leuven<br />

Stadskantoor<br />

Rebecca Gysen en Tiny ‘t Seyen<br />

Professor Van Overstraetenplein 1<br />

3000 Leuven<br />

België<br />

E-mail: Rebecca.gysen@leuven.be<br />

Website: http://www.erfgoedcelleuven.be/


Jongeren Organiseren Europese Erfgoeddagen (FR)<br />

I. Samenvatting van het project<br />

Sleutelcompetenties die aan bod komen in het project<br />

Leren leren<br />

Ondernemerschap<br />

Burgerschaps- en sociale competenties<br />

Cultureel bewustzijn en expressie<br />

De Europese Erfgoeddagen zijn een jaarlijks terugkerend evenement<br />

dat in 1991 werd opgericht door de Raad van Europa met<br />

de steun van de Europese Unie volgens het principe van de ‘Open<br />

Historische monumentendagen’ die in 1984 door het Franse cultuurdepartement<br />

werden opgericht. Deze dagen zorgen ervoor<br />

dat de nationale erfgoedlocaties bezocht kunnen worden. Al de<br />

types van gebouwen, zoals kerken, theaters en kastelen, maar ook<br />

privéhuizen, banken, rechtbanken, stadhuizen, handelskamers enzovoort<br />

worden opengesteld voor het publiek. Velen van hen zijn<br />

meestal gesloten of worden zelden bezocht door het publiek. De<br />

Erfgoeddagen worden in veertig landen en regio’s gehouden, ze<br />

vinden plaats tussen augustus en november en promoten de ontdekking<br />

van talloze gebouwen en locaties die normaal gezien niet<br />

open zijn voor het publiek; musea openen hun deuren gratis of aan<br />

sterk verminderde prijs. Deze dagen geven de kans om een glimp<br />

op te vangen van de eenheid en diversiteit van het gemeenschappelijk<br />

cultureel erfgoed in Europa.<br />

(Foto: Frédéric Samuel)<br />

Het Centre de Culture Européenne – Abbaye Royale, de ambtenaren<br />

die verantwoordelijk zijn voor het erfgoed in Saint Jean<br />

d’Angély (FR) en het toeristisch informatiecentrum van Saint Jean<br />

d’Angély ontwikkelden een project dat een groep kinderen en jongeren<br />

de kans gaf om deze twee dagen mee te maken en te organiseren<br />

op vlak van logistiek en culturele activiteiten en om het programma<br />

te ontwerpen. Het project is bedoeld voor kinderen van 8<br />

tot 11 jaar uit de basisschool of voor kinderen van 11 tot 15 jaar<br />

uit het secundair onderwijs. De focus van het project ligt op het<br />

erfgoed van Saint Jean d’Angély, het studie- en onderzoeksobject<br />

in dit project. Het onderwerp van onderzoek kan wetenschappelijk<br />

en natuurlijk erfgoed inhouden, maar ook het kijken naar de verbanden<br />

tussen bepaalde onderwerpen die ieder jaar veranderen.<br />

De jongeren nemen in groepjes de rollen aan van lokale abtenaren,<br />

van groepen die betrokken zijn vanuit culturele diensten en<br />

activiteiten, van het toeristisch informatiecentrum, van veiligheidsbeambten,<br />

van leerkrachten, van journalisten, van buitenlandse<br />

bezoekers en van de ouderen of van mensen met een beperking.<br />

Deze teams benadrukken de verschillende dimensies van de onderwerpen<br />

en de resultaten:<br />

Wat zijn de specifieke doelen van het project?<br />

• Het stimuleren van een onderzoekende houding bij het analyseren<br />

van een omgeving;<br />

• Het ontwikkelen van vaardigheden op het vlak van observatie<br />

en reflectie;<br />

• Het verwerven van praktische kennis over het bezoeken van een<br />

erfgoedlokatie, de toepassing ervan en hoe de lokatie gerespecteerd<br />

moet worden;<br />

• Leren hoe een evenement en activiteiten georganiseerd moeten<br />

worden;<br />

• Constructieve uitwisselingen ontwikkelen voor een collectief<br />

doel en de zin voor ondernemerschap van het project.<br />

• Om de mogelijkheid te creëren om de activiteit van de eigen<br />

stad over te brengen naar een andere stad in Europa bv. binnen<br />

een Europese uitwisseling (twee- of drietalig);<br />

• Om geschikte informatie- en communicatietechnologie te ontwerpen<br />

bv: tourplanning, programmafolders, visuele hulp, een<br />

tour met tijdsregistratie en/of GPS-gebruik creëren enz.<br />

41


42<br />

II. Beschrijving van het project<br />

(Foto: Jean-Claude Gardré)<br />

In het project ‘Jongeren Organiseren Europese Trainingsdagen’<br />

wordt een actieve benadering van het ontdekken van erfgoed gebruikt.<br />

Jongeren worden aangemoedigd om erfgoed aantrekkelijker<br />

te maken voor anderen door te focussen op de culturele identiteit<br />

en de Europese dimensie van erfgoed. Jongeren ontwerpen en<br />

organiseren samen een activiteit, ontwerpen een programma en<br />

plannen het, waarbij rekening gehouden wordt met een erg breed<br />

en divers publiek.<br />

In het project ‘Jongeren Organiseren Europese Trainingdagen’ is<br />

het doel om jongeren in staat te stellen om:<br />

• de inventaris van de erfgoedbronnen van de stad te maken,<br />

en van diens eigenschappen, aantrekking van het publiek en<br />

logistieke aspecten;<br />

• gezamenlijk een gecoördineerde activiteit van twee dagen te<br />

organiseren<br />

• communicatiemateriaal voor dit evenement te schrijven en te<br />

ontwerpen<br />

• sociale banden met de bewoners uit te bouwen bv. winkeliers,<br />

instituties, individuen;<br />

• bewust te zijn van hun bijdrage en hun individuele rol in het<br />

project.<br />

Ze worden uitgedaagd om:<br />

• te denken over een originele aanpak en banden met het erfgoed<br />

in de stad;<br />

• informatietechnologie te gebruiken om een gegidste tour te<br />

ontwerpen en/of uit te voeren;<br />

• van dit experiment terug te keren met de wens het evenement<br />

in hun eigen stad te te organiseren.<br />

Het project kan over een of twee dagen gespreid worden. Het is<br />

vereist om het werk te beoordelen en de studenten in de verschillende<br />

fasen te begeleiden. Aan het begin van het project wordt de<br />

groep jongeren verdeeld in verschillende actiegroepen, iedereen<br />

heeft verschillende en aanvullende taken en rollen. Elk team moet<br />

doelen voorstellen die bereikt moeten worden. Een groep kan zich<br />

focussen op de programmering van de activiteiten, of deze verbonden<br />

zijn aan een bepaalde site of niet, zoals straattheater of een<br />

muzikale wandeling door de stad. Als deze voorbereidende keuzes<br />

gemaakt zijn, vindt een bezoek aan de stad plaats. Dit houdt een<br />

visuele ontdekking in en een verzameling van informatie, foto’s en<br />

documenten. De jongeren voeren onderzoek uit en nemen deel<br />

aan een gezamenlijke reflectie in hun groep volgens de rol of het<br />

standpunt dat ze kiezen. Een inventarisatie wordt gemaakt van<br />

mogelijke sites en interviews die uitgevoerd worden, de bezoekvoorwaarden<br />

worden geanalyseerd en routes worden ontwikkeld.<br />

Ten slotte worden de evenementen georganiseerd en het programma<br />

samengesteld en uitgevoerd, hierbij wordt rekening gehouden<br />

met de volgende punten:<br />

• Data: de Erfgoeddagen vinden het derde weekend van september<br />

plaats.<br />

• Thema: elk jaar wordt een thema voorgesteld. In dit project kan<br />

het thema opgelegd of vrij en gemeenschappelijk gekozen worden<br />

voor het bezoek aan de lokaties.<br />

• Doelen: welke sleutelcompetenties willen de jongeren ontwikkelen?<br />

Hoe merkt men dit? Leren leren, burgerschaps- en sociale<br />

competenties, ondernemerschap, cultureel bewustzijn en<br />

expressie, wetenschap en technologie als een optie.


• Activiteiten: elk jaar tijdens dit evenement bezoekt iedere Franse<br />

burger gemiddeld één of meer van de 16.000 sites, een kwart<br />

daarvan zijn normaal gezien niet toegankelijk voor publiek.<br />

Ongeveer 15 miljoen bezoekers zijn aanwezig op de 20.000 georganiseerde<br />

evenementen.<br />

• Condities en Toegang: toegang tot de erfgoedlocaties is niet<br />

noodzakelijk gratis. De toegang tot de publieke monumenten<br />

die door de staat beheerd worden en de museums die de titel<br />

‘Museum van Frankrijk’ dragen, zijn bijna altijd gratis. Als het<br />

om privévastgoed gaat of om iemand die de verantwoordelijkheid<br />

draagt van de lokale autoriteiten van een publieke instelling,<br />

beslissen de eigenaars zelf over de prijs.<br />

• Veiligheid: de lokaties die open zijn voor het publiek moeten<br />

overeenstemmen met de veiligheidsregels, vooral wat betreft<br />

het maximum aantal bezoekers, en dus moeten de leerlingen<br />

de gepaste informatie verschaffen.<br />

• Categorieën: wetenschappelijke en industriële lokaties kunnen<br />

ook bezocht worden. Provinciesteden kunnen het publiek<br />

cultureel, industrieel, architecturaal en historisch erfgoed aanbieden,<br />

dat bijgedragen heeft tot de geschiedenis van de stad.<br />

Privé-eigenaars kunnen deelnemen aan het evenement om hun<br />

erfgoed te tonen, leerlingen moeten dus op zoek gaan naar<br />

dergelijke lokaties.<br />

III. Contactinformatie<br />

Centrum voor Europese Cultuur<br />

Contactpersoon: Frédéric SAMUEL en Stéphane COLSENET<br />

Adres: Abbaye Royale<br />

17400 Saint Jean d’Angély<br />

Frankrijk<br />

E-mail: secretariat@cceangely.org<br />

colse.net@free.fr<br />

frederic.samuel@ac-poitiers.fr<br />

43


44<br />

Toen de mens nog een kind was: op ontdekkingsreis<br />

naar onze oorsprong (IT)<br />

Quando l’uomo era ancora bambino: viaggio<br />

alla scoperta delle nostre origini<br />

I. Samenvatting van het project<br />

Sleutelcompetenties die aan bod komen in het project<br />

Leren leren<br />

Ondernemerschap<br />

Burgerschaps- en sociale competenties<br />

Cultureel bewustzijn en expressie<br />

Een basisschool en een archeologisch museum. Een heel ervaren<br />

leerkracht en een jonge archeoloog. Hoe kunnen we deze mensen<br />

samenbrengen in een significante gemeenschappelijke leerervaring?<br />

Deze uitdaging werd aangegaan door een leerkracht van de<br />

‘G. Carducci’ basisschool in Bologna en een archeoloog van het<br />

archeologische museum voor Prehistorie ‘L. Donin’i in San Lazzaro<br />

di Savena (BO). De algemene coördinatie was in handen van het<br />

Instituut ‘Beni Artistici, Culturali e Naturali’ van de regio Emilia-<br />

Romagna (IBACN), maar de hoofdpersonages waren ongetwijfeld<br />

de 24 8-jarige kinderen van de pilootklas III A.<br />

‘Toen de mens nog een kind was’ focust op het onderzoek naar de<br />

oorsprong van de mens en de vroege historische en culturele fases van<br />

onze samenleving. Dankzij de keuze van onderwerp en methodologie<br />

konden de leerlingen op de eerste plaats hun sleutelcompetenties over<br />

bewustzijn, culturele expressie en het idee van ‘leren leren’ verbeteren.<br />

Tegelijkertijd werden ook meer algemene competenties ontwikkeld,<br />

zoals bv. gemeenschapszin, sociale en interpersoonlijke relaties en ondernemerschap.<br />

Het project maakte gebruik van het rijke archeologische<br />

erfgoed van ons gebied, een buitengewoon museum en een<br />

Bronstijd-park en hield daarbij steeds de noden en de mogelijkheden<br />

van de groep kinderen, met een gemiddelde leeftijd van 8 jaar, voor<br />

ogen. De organisatoren ontworpen een project ter promotie van de<br />

kennis en het gebruik van de belangrijkste historische en culturele contexten,<br />

die ook belangrijk zijn voor participerend, succesvol en actief<br />

leren. Het werd een reis, een ervaring door de tijd, door de kinderen op<br />

papier gezet in een kleine brochure die het, niet enkel in theorie maar<br />

ook in de praktijk, voor toekomstige klassen mogelijk zal maken om<br />

hetzelfde te doen, op een aan hen aangepaste manier.<br />

III. Beschrijving van het project<br />

“Hoe kan je de Prehistorie definiëren?”<br />

“Een grote hoeveelheid tijd waarvan geen geschreven documenten<br />

zijn overgebleven”<br />

G., een 8-jarige leerling die aan het project deelnam<br />

Het algemene doel van het project ‘Toen de mens nog een kind<br />

was’ is de ontwikkeling van competenties door middel van cultureel<br />

erfgoed. Het gekozen pad om dit doel te bereiken combineert<br />

het leerprogramma van de basisschool met de leerkansen die door<br />

het museum worden aangeboden. Vertrekkende van een onderwerp<br />

dat door de deelnemende kinderen bestudeerd werd - de<br />

oorsprong en evolutie van de mens - kon een route uitgestippeld<br />

worden via enkele archeologische pijlers van de regio, in dit geval<br />

een prehistorisch museum in de provincie Bologna en een park in<br />

de provincie Modena. Deze route zorgde voor de verbetering van<br />

enkele sleutelcompetenties van de kinderen bv. cultureel bewustzijn<br />

en de expressie ervan, alsook ‘leren leren’ en, meer algemeen,<br />

burgerzin, sociale en interpersoonlijke competenties. Ook ondernemerschap<br />

en ondernemingszin werden versterkt, vooral in de<br />

eindstadia van het project.<br />

Om het project te starten, woonde de klas op school een meeting<br />

bij met als titel “Wie is echt de archeoloog?”. Gebruikmakend van<br />

afbeeldingen, konden de kinderen het professionele karakter leren<br />

kennen van de persoon die hen zou begeleiden tijdens de ‘tijdreis’<br />

van de oorsprong van de mens. De concepten van geschiedenis,<br />

verleden, herinnering en het belang van de historische bronnen<br />

waren het voorbije schooljaar al in de klas bestudeerd, wat bijdroeg<br />

tot het succes van deze infosessie. Het onderwerp verhoogde de<br />

algemene interesse van de kinderen die met enthousiasme deelnamen,<br />

vragen stelden en commentaar toevoegden. De educatieve<br />

ervaring werd voortgezet buiten het klaslokaal, in contexten die<br />

complementair zijn aan de schoolomgeving.<br />

Eerste halte: Museum van de Prehistorie “L. Donini”. Op de eerste<br />

dag bezochten de kinderen de tentoonstelling in het museum. De<br />

archeologische vondsten leidden hen door de belangrijkste fases<br />

van de oorsprong van de mens. Tijdens hun bezoek kwamen de<br />

kinderen voorbij de vele reconstructies op ware grootte en de langs<br />

de tentoonstelling van het museum, wat hun actieve deelname


uitlokte. Eenmaal terug op school verwerkten de kinderen, de eerste<br />

dagen na het bezoek, hun positieve emoties, die nog steeds<br />

duidelijk zichtbaar waren en tot uiting kwamen in hun commentaar<br />

over het museum.<br />

Een tweede bezoek aan het museum gaf de kinderen de kans om<br />

de oorsprong van de mens op een praktische manier te ervaren. De<br />

route leidde hen van de museumhal naar de opleidingskamer, van<br />

theorie naar praktijk. Tijdens de eerste activiteit moesten de kinderen<br />

in de huid kruipen van artiesten van miljoenen jaren geleden:<br />

paleolithische artiesten. Ze kregen eerst een korte vertoning met inspirerende<br />

afbeeldingen, die ze nadien gebruikten om zelf een aantal<br />

van de belangrijkste artistieke technieken van de prehistorische<br />

mens uit te proberen. De tweede activiteit verkende grondig een ander<br />

cultureel aspect. Om een technologie uit het verleden uit te testen,<br />

ontving ieder kind een reproductie van een prehistorische boor,<br />

waarmee een persoonlijk sieraad moest gemaakt worden. Door<br />

deze ervaring ontdekten de kinderen hoeveel tijd deze activiteiten in<br />

beslag namen, vooral vergeleken met het moderne dagelijkse leven.<br />

Zo gingen ze nadenken over het tijdsgebruik in het verleden, over de<br />

hoeveelheid manuele input en over fysieke inspanning en de inspanning<br />

die daarvoor nodig was. De tevredenheid van de kinderen met<br />

het resultaat van hun handwerk was onbeschrijfbaar.<br />

“Dit werk bezorgde me de passie voor archeologie”<br />

L., een 8-jarige deelnemende leerling<br />

Prehistorisch Museum “L. Donini” (BO): kinderen aan het werk met prehistorische<br />

boren. (Foto: Andrea Scardova)<br />

De tweede halte van de ‘tijdreis’ was sfeervol in het decor van<br />

het archeologische park en Openlucht Museum van Terramara in<br />

Montale, in het gemeentelijk district van Montale Rangone, in de<br />

provincie Modena. Hier werden twee hutten herbouwd die typisch<br />

waren voor de dorpen in de Bronstijd. Het eerste deel van de dag<br />

werd besteed aan een bezoek en de bestudering van deze huizen.<br />

De lokatie en de sfeer wakkerden de nieuwsgierigheid aan over<br />

de levenswijze van die beschaving, zodat de kinderen veel vragen<br />

stelden en veel ideeën aanbrachten. Op deze lokatie werd theorie<br />

gevolgd door praktijk tijdens één van de meest levendige momenten<br />

van het hele parcours. De kinderen waren uitgerust met de<br />

werkbenodigdheden van een archeoloog – borstel, plantschopje,<br />

emmer, zeef, kniematje en zelfs een veiligheidshelm!<br />

Op dit punt van het project startte de echte opwinding over een gesimuleerde<br />

archeologische opgraving, waarbij de eerste grondlaag<br />

werd weggehaald om informatie uit de aarde te halen. De kinderen<br />

waren erg onder de indruk van de ‘archeologische gereedschapskist’<br />

die ze mochten gebruiken. Eenmaal de eerste grondlaag weggenomen,<br />

moesten de kinderen de aanwijzingen die ze gevonden<br />

hadden observeren en verklaren. Teruggrijpend naar de kennis die ze<br />

tijdens het eerste deel van de dag hadden verworven, kon iedereen<br />

de gevonden objecten of delen ervan correct herkennen.<br />

De activiteit eindigde in de opleidingskamer, waar elk kind zijn eigen<br />

ontwikkeling onderzocht door zijn observatievermogen te gebruiken<br />

bij het invullen van een formulier. Hieruit bleek dat ze zelfs<br />

de details verstonden van de meest relevante aspecten.<br />

“Ik voelde het plezier van het uitkijken<br />

naar elke nieuwe ontdekking”<br />

M., een 8-jarige deelnemer aan het project<br />

“Ik wandelde waar mijn voorouders wandelden”<br />

A., een 8-jarige deelnemer aan het project<br />

Wanneer nagedacht werd over hoe ze de informatie die ze in hun<br />

hoofd hadden verzameld konden consolideren en hoe ze die naar de<br />

andere klassen moesten overbrengen, stelden de kinderen voor om<br />

een kleine brochure te ontwerpen, waarbij de belangrijkste fases van<br />

hun ‘tijdreis’ getoond werden. De brochure omvatte al hun ideeën en<br />

indrukken over hun samenwerking. Het werd een hulpmiddel waarin<br />

gereflecteerd werd over hun ervaringen en het startpunt van een reflectie<br />

over de culturele en emotionele bijdrage van het parcours.<br />

Aan het einde van het project brachten de kinderen een korte presentatie,<br />

een samenvatting van de hoofdpunten van hun ‘tijdreis’,<br />

om hun ervaring met hun ouders te delen. De kinderen besloten<br />

ook om een soort markt te organiseren met de producten die ze<br />

tijdens hun activiteiten gemaakt hadden, zoals tekeningen, gravures<br />

en sieraden. Tijdens die verkoop verzamelden de kinderen geld<br />

voor een nog nader te bepalen doel.<br />

45


46<br />

IV. Contactinformatie<br />

Scuola Primaria ‘G. Carducci’<br />

Contactpersoon: Patrizia Naldi<br />

Adres: Via Dante 5<br />

40125 Bologna<br />

Italië<br />

Tel. + 39 051 342390<br />

Museo della Preistoria ‘L. Donini’<br />

Contactpersoon: Elena Tonini<br />

E-mail: elenatonini@libero.it – info@museodellapreistoria.it<br />

Adres: Via Fratelli Canova 49<br />

40068 San Lazzaro di Savena<br />

Bologna<br />

Italië<br />

Tel. + 39 051 465132<br />

Website: www.museodellapreistoria.it<br />

s.<br />

Archeologisch park en openlucht Museum van Terramara in Montale (MO): jonge<br />

archeologen tijdens de simulatie van archeologische opgravingen.<br />

(Foto: Andrea Scardova)


Lucas van Leyden en zijn tijd (NL)<br />

Op verkenning door de tijd van Lucas van Leyden<br />

I. Samenvatting van het project<br />

Sleutelcompetenties die aan bod komen in het project<br />

Leren leren<br />

Ondernemerschap<br />

Burgerschaps- en sociale competenties<br />

Cultureel bewustzijn en expressie<br />

Het project ‘Lucas van Leyden en zijn tijd’ is een project waarin<br />

kinderen uit de basisschool de <strong>Aqueduct</strong> sleutelcompetenties verwerven:<br />

leren leren, ondernemerschap, burgerzin en sociale competenties,<br />

cultureel bewustzijn en expressie, dit door zelfstandig onderzoek<br />

over de beroemde Leidense schilder Lucas van Leyden en de<br />

tijd waarin hij leefde. Tijdens het schooljaar 2010-2011 verkenden<br />

ongeveer 90 kinderen tussen 10 en 12 jaar van de Lucas van Leyden<br />

school in Leiden thema’s zoals schilderijen, ambacht, voedsel en kleding<br />

in de late middeleeuwen, door middel van groepsopdrachten.<br />

De resultaten van het onderzoek en de competenties die de kinderen<br />

verwierven werden gepresenteerd aan andere groepen in de<br />

school, bij het begin van het jaarlijkse straattheaterfestival van de<br />

school en op de middeleeuwse markt op het einde van dit festival.<br />

Kinderen aan het werk (photo: Anne Bakema)<br />

II. Beschrijving van het project<br />

Na de introductie van het project door middel van een verhaal over<br />

en muziek uit de middeleeuwen, werkten de kinderen van de Lucas<br />

van Leyden school in groepen samen. De groepen startten met het<br />

maken van een mindmap en beslisten welke vragen ze tijdens hun<br />

onderzoek wilden beantwoord zien. Ze ontwikkelden een plan over<br />

hoe ze die vragen zouden beantwoorden. De leerkrachten hadden<br />

verschillende erfgoedaanbieders op voorhand bericht, zoals het<br />

Museum ‘De Lakenhal’, Het Leidense Archeologisch Centrum, het<br />

‘Boerhaave Museum’ en ‘Het Penningenkabinet’ in Utrecht, zodat<br />

ze wisten dat ze binnen het tijdsbestek van het project een informatieverzoek<br />

van kinderen konden ontvangen. De leerkrachten<br />

coachten de groepen bij het voeren van hun onderzoek en bij het<br />

contacteren van de erfgoedaanbieders. De ouders fungeerden als<br />

begeleiders wanneer de groepen een museum bezochten en ondersteunden<br />

de kinderen ter plaatse. De kinderen moesten regelmatig<br />

aan hun leerkrachten en hun klasgenoten rapporteren over<br />

de voortgang die ze gemaakt hadden.<br />

(Foto: Anne Bakema)<br />

In mei 2011 werd de hele school, bij het begin van het jaarlijkse<br />

straattheaterfestival op de hoogte gebracht van de resultaten van<br />

het onderzoek van de kinderen. Een groep leerlingen en leerkrachten<br />

bereidden een middeleeuwse processie voor. Een gouvernante<br />

en haar entourage betraden, begeleid door middeleeuwse muziek,<br />

het schoolplein. Een gezant opende hierna officieel het jaarlijkse<br />

47


48<br />

festival. Het programma van de opening werd gevolgd door presentaties<br />

van leerlingen, studenten en hun leerkrachten met informatie<br />

over de schilder Lucas van Leyden en de tijd waarin hij<br />

leefde. De groepen leerlingen die onderzoek hadden gedaan over<br />

Lucas van Leyden presenteerden dan hun resultaten aan de andere<br />

klassen die op hun beurt de komende twee weken aan het thema<br />

zouden werken. Dit alles resulteerde in een middeleeuwse markt<br />

voor leerlingen en ouders op het einde van het straattheaterfestival.<br />

Er waren spelen, workshops in kaligrafie en vervilten, middeleeuwse<br />

muziek en leerlingen die toneelstukken en middeleeuwse<br />

dansen opvoerden.<br />

In dit project werden de leerlingen met een andere benadering<br />

geconfronteerd. Daar waar normaal de leerkracht alle informatie<br />

geeft over een onderwerp, moesten de kinderen nu zelf informatie<br />

verzamelen over Lucas van Leyden en zijn tijd en die aan andere<br />

klassen doorgeven. Ze leerden leeractiviteiten plannen en informatie<br />

verzamelen uit verschillende bronnen. Ze ontwikkelden competenties<br />

wat betreft samenwerken, het maken van PowerPoint<br />

presentaties en het presenteren aan andere klassen. De resultaten<br />

overstegen de verwachtingen van de leerkrachten.<br />

Reflecterend op het project meldden de leerkrachten dat competentiegericht<br />

werken erg arbeidsintensief is voor henzelf en dat het<br />

andere organisatorische competenties vereist zijn dan ze normaal<br />

gesproken gebruiken bv. het samenstellen van groepen, het organiseren<br />

van ouderbegeleiding voor de verschillende groepen en het<br />

betrekken van erfgoedaanbieders. Desondanks waren de resultaten<br />

zo positief en verrassend dat ze voor het volgend schooljaar<br />

een schoolbreed competentiegericht project plannen.<br />

III. Contactinformatie<br />

Lucas van Leydenschool<br />

Contactpersoon: Katinka den Os-Tukker<br />

Adres: Vliet 20<br />

2311 RE Leiden<br />

Nederland<br />

Tel: + 31 (0)71 5121675<br />

Website: http://www.lucasvanleydenschool.nl/<br />

Archeologisch Centrum Leiden<br />

Team Monumenten en Archeologie<br />

Contactpersoon: Barbara Gumbert<br />

Adres: Hooglandse Kerkgracht 17C<br />

2312 HS Leiden<br />

Nederland<br />

Tel: +31(0)715167960<br />

E-mail: b.gumbert@leiden.nl<br />

Website: http://erfgoed.leiden.nl/


In het spoor van Wojciech en Aneri Weiss (PL)<br />

I. Samenvatting van het project<br />

Sleutelcompetenties die aan bod komen in het project<br />

Leren leren<br />

Ondernemerschap<br />

Burgerschaps- en sociale competenties<br />

Cultureel bewustzijn en expressie<br />

Het doel van het project, dat uitgevoerd werd door de Janusz Korczak<br />

School Complex Nr. 2 in Brody, was het leren over de geschiedenis<br />

en het oeuvre (werk) van Wojciech Weiss en zijn vrouw Aneri (Irena)<br />

Weiss. De namen van de artiesten nemen een belangrijke plaats in alle<br />

kunstencyclopedieën en lexicons, maar ze zijn grotendeels vergeten op<br />

de plaats waar ze effectief geleefd en gewerkt hebben. De leerkracht<br />

in de Janusz Korczk School Comples Nr. 2 wilde de leerlingen graag<br />

bewust maken van het feit dat lokaal erfgoed gezien kan worden als<br />

een voordeel en een inspiratiebron voor creatieve activiteit, waarop ze<br />

konden verder bouwen. Het was ook belangrijk om aan de leerlingen<br />

te demonstreren dat leren fijn kan zijn en dat kennis en vaardigheden<br />

ook buiten het klaslokaal verworven kunnen worden.<br />

De activiteiten van de <strong>Aqueduct</strong> partner Małopolski Instytut Kultury<br />

(MIK) vielen samen met de ontwikkeling van de “The Wojchiech Weiss<br />

Trail’ in Kalwaria Zebrzydowska door mensen en instituten betrokken<br />

met culturele promotie en door de gemeenteraad. Het project werd<br />

geleid door Teresa Marta Hordziej, een kunstleerkracht. De deelnemers<br />

waren een groep van 11 leerlingen van 12 jaar. Dergelijke kleine klasgroepen<br />

zijn zeldzaam in de Poolse scholen. Eén van de groepsleden<br />

was een meisje met hoor- en spraakproblemen, die speciale supervisie<br />

van leerkrachten en de hele groep nodig had. Er was ook een erg individualistische<br />

leerling die ernstige problemen had met de aanpassing<br />

aan de groep, die geen sociale en schoolregels kon accepteren. Het<br />

project duurde van december 2010 tot april 2011.<br />

II. Beschrijving van het project<br />

Brody is een kleine stad nabij Kalwaria Zebrzydowska die al meer dan<br />

400 jaar bekend staat als bestemming voor religieuze pelgrimstochten.<br />

Het middelpunt is het Bernardine klooster, dat samen met het<br />

omliggende landschapspark en de vele historische Barokgebouwen<br />

op de UNESCO erfgoedlijst werd geplaatst. Zowel Brody als Kalwaria<br />

Zebrzydowska staan sinds de 19de eeuw bekend voor hun vakmanschap.<br />

De stad ligt in de schaduw van het klooster. Buiten de jaarlijkse<br />

meubelbeurs kan de plaats niet veel aanbieden aan de grote hoeveelheid<br />

bezoekers en pelgrims die door het centrum trekken, op weg<br />

naar de heilige plaats die zich op de top van de heuvel bevindt.<br />

In het begin van de 20ste eeuw settelde de beroemde schilder, professor<br />

van de Krakau Academie voor Schone Kunsten, Wojciech Weiss,<br />

zich in Kalwaria Zebrzydowska. Hij is één van de voornaamste 20ste<br />

eeuwse Poolse beeldende kunstenaars. Zijn huis staat nog steeds in<br />

Kalwaria Zebrzydowska. Hij werkte daar samen met zijn vrouw, Irena<br />

Weiss, ook een schilder.<br />

De eerste meeting met de leerlingen was bedoeld om hen kennis te<br />

laten maken met het <strong>Aqueduct</strong> project. Voor de kinderen was het<br />

erg belangrijk en prestigieus om aan dit internationaal project deel<br />

te nemen. Voorzien van woordenboeken, encyclopedieën en lexicons<br />

zochten ze naar de betekenis van de term ‘<strong>Aqueduct</strong>’. Ze maakten tekeningen<br />

en schetsen van een hedendaags <strong>Aqueduct</strong> en waren onder<br />

de indruk van het logo dat Marcin Klag van MIK ontworpen had voor<br />

het <strong>Aqueduct</strong> project.<br />

Tijdens gesprekken met de leerlingen rees de vraag of hun woonplaats<br />

iets te bieden heeft waarover ze kunnen opscheppen en dat ze aan<br />

toeristen kunnen tonen, buiten het beroemde klooster. Een grondplan<br />

van Kalwaria Zebrzydowska werd opengevouwen in de schoolbibliotheek.<br />

De leerlingen merkten op dat de straten de namen dragen van<br />

gerenommeerde Polen zoals Adam Mickiewicz, Mikołaj Zebrzydowski<br />

en Johannes Paulus II. Ze vonden ook een kleine straat die naar Weiss<br />

genoemd werd. Enkele vragen rezen, bijvoorbeeld: “Waarom worden<br />

straten naar personen vernoemd en wie moet je zijn opdat een<br />

straat naar jou zou vernoemd worden? Als Weiss een straat heeft die<br />

naar hem vernoemd werd, dan moet hij toch belangrijk geweest zijn<br />

voor Kalwaria. Wie was hij? Waar woonde hij? Wat is zijn connectie<br />

met de stad?”. Tijdens een wandeling ging de klas op zoek naar de<br />

Weissstraat. Het bleek een kleine straat te zijn tussen appartementsgebouwen,<br />

in een woonwijk. De leerlingen zochten naar sporen van de<br />

man, een naam op plakkaten, een omschrijving of andere informatie,<br />

maar ze vonden niets. Ze vroegen voorbijgangers en buurtbewoners<br />

wie Weiss was en kregen allerlei antwoorden. Sommigen beweerden<br />

dat hij een schrijver was of een dichter, anderen dachten dat hij een<br />

politicus was en sommigen zeiden dat hij een artiest was. Niemand kon<br />

een sluitend antwoord geven. Niemand wist iets over het huis waar<br />

hij geleefd had. De leerlingen deden daarna verder onderzoek in de<br />

schoolbibliotheek. Samen met de leerkracht ontdekten ze de website<br />

49


50<br />

van de Wojciech Weiss Museum Foundation in Krakau. Zo bleek dat<br />

deze werd beheerd door één van de twee nog levende kleindochters<br />

van de artiest. De deelnemers aan het project schreven een brief waarin<br />

ze zichzelf voorstelden en waarin ze vroegen om een ontmoeting.<br />

Op hetzelfde moment liep er in het kasteel in Sucha Beskidzka een<br />

tentoonstelling over schilderijen van Wojciech en Irena Weiss. De leerlingen<br />

waren nog nooit in het kasteel geweest. Het renaissancekasteel<br />

in Sucha Beskidzka wordt soms de ‘small wawel’ genoemd en het<br />

Wawel Kasteel in Krakau is één van de mooiste plaatsen in Polen. In<br />

verschillende kamers in het Sucha kasteel kregen de leerlingen de kans<br />

om de landschappen, portretten, stillevens, andere werken uit de studieperiode<br />

van de artiest, zelfportretten, zeegezichten, herinneringen<br />

van Italië enzovoort te bekijken. Alle leerlingen lazen nauwkeurig de<br />

onderschriften onder de schilderijen die de data en plaatsen aangaven<br />

waar ze gemaakt werden. Veel schilderijen beeldden het huis in de<br />

tuin in Kalwaria Zebrzydowska, familiescènes en de kinderen en ouders<br />

van de artiest uit. Daarenboven werd een film getoond die het<br />

leven en de artistieke output toonde van deze familie van beeldende<br />

kunstenaars. De leerlingen bezochten ook een tentoonstelling over<br />

Gotische kunst, een ander onderwerp van hun kunstlessen.<br />

Na deze ervaring besloten de leerlingen om het huis van de artiest<br />

in Kalwaria Zebrzydowska te zoeken. En ze slaagden hierin. Het was<br />

winter, de tuin was bedekt met sneeuw en het huis was gesloten voor<br />

de winter. De schilderijen impliceerden nochtans dat de familie er in<br />

de winter verbleven had. Veel schilderijen beeldden het huis uit in een<br />

wintertuin. Op school bekeken de leerlingen hun foto’s van de uitstap<br />

en ontdekten ze dat op de schilderijen van de vrouw van Weiss<br />

een onbekende naam stond, ANERI, en niet haar eigen naam. Het<br />

“namenboek” bevatte geen dergelijke naam. De ‘zelfstandige denker’<br />

in de klas ontdekte dat het de naam IRENA was, in omgekeerde<br />

richting gespeld. Een linguïstisch spel. De Poolse leerkracht legde uit<br />

dat dit een ANAGRAM genoemd wordt. Alle leerlingen maakten een<br />

anagram van hun eigen naam. Ze kozen ook allemaal verschillende<br />

schilderijen die ze onthouden hadden en die ze leuk vonden.<br />

De klas bezocht daarna de Wojciech Weiss Museum Foundation in<br />

Krakau op uitnodiging van Mevr. Zofia Weiss Nowina-Konopka, de<br />

kleindochter van de artiest. De stichting die geleid wordt door Mevr.<br />

Nowina-Konopka wil het artistieke oeuvre van Weiss populariseren en<br />

één van de doelen is om een Wojciech Weiss centrum in Kalwaria te<br />

vestigen. Alle leerlingen ontvingen als cadeau een album met afbeeldingen<br />

van schilderijen.<br />

Daarna volgde een uitbarsting van artistieke expressie: de kinderen<br />

veranderden in artiesten. Wojciech Weiss’s en Aneri’s keuze van onderwerpen<br />

en artistieke technieken werden samen met de leerkracht<br />

geanalyseerd. Iedereen herinnerde zich een verschillend schilderij en<br />

artistiek motief. De eerste schilderworkshop hield het gebruik in van<br />

acrylverf, die in een kunstwinkel in Krakau gekocht werd. De leerlingen<br />

zagen voor het eerst de binnenkant van een winkel voor kunstenaars.<br />

Daar begonnen ze aan een artistiek avontuur. Ze waren allemaal<br />

onder de indruk van de vrijgevige steun en van de tot dusver onbekende<br />

schildertechniek. De concentratie in de klas verbaasde zelfs de<br />

kunstleraar die de les begeleidde:<br />

‘Ik kan me zo’n stilte en bewuste creatieve activiteit niet herinneren<br />

bij kinderen, ik had een dergelijk artistiek resultaat niet verwacht.<br />

Iedereen was gemotiveerd door het idee dat we in de toekomst een<br />

tentoonstelling van ons werk zouden houden’.<br />

Een andere nieuwe artistieke techniek voor de kinderen was droge<br />

pastel. De leerlingen vonden tijdens het analyseren van het artistieke<br />

oeuvre van Wojciech en Aneri Weiss samen met de leerkracht<br />

een overvloed aan plantmotieven, bloemen en bomen in bloesem.<br />

Bladerend door hun albums ontdekten ze wanneer en waar de schilderijen<br />

gemaakt werden en tot wiens collectie ze nu behoorden. Een<br />

‘Bloemengalerij’ werd in de klas samengesteld. Ook andere leerlingen<br />

uit de school kwamen langs om het werk te bekijken. Als gevolg daarvan<br />

vroegen verschillende klassen om het onderwerp ook te behandelen<br />

in hun lessen.<br />

Het aanleren van Weiss’ aquarel technieken (Foto: Teresa Maria Hordziej)<br />

Weiss gebruikte ook nog een andere techniek die ‘gewassen inkt’<br />

wordt genoemd. Het is een subtiele teken- en schildermethode die<br />

geïnspireerd werd door Japanse tekeningen en die vaak toegepast<br />

werd door Art Nouveau artiesten. Een ander onderwerp was boerderijdieren:<br />

honden, katten, kippen, kalkoenen, een haan en een eend.<br />

Hoewel de leerlingen op het land wonen is het moeilijk om je dergelijke<br />

dieren in te beelden in tuinen van huizen. Het laatste onderwerp<br />

was het maken van een schets en zo produceerden de leerlingen dus<br />

een kleine schetsengalerij. De artistieke marathon ontwikkelde de


creativiteit, de perceptie, de concentratie en de artistieke gevoeligheid<br />

van de leerlingen aanzienlijk.<br />

Jonge artiesten met reproducties van werken van Wojciech Weiss<br />

(Foto: Teresa Maria Hordziej)<br />

Alle werken werden voorzien van een onderschrift en ingelijst. De volgende<br />

fase was het maken van een poster en uitnodigingen voor een vernissage,<br />

een privébezoek. De gemiddelde kunstliefhebber beseft niet hoeveel<br />

inspanning het vraagt om een vernissage te organiseren. Er moesten<br />

uitnodigingen ontworpen en geprint worden, een gastenlijst moest worden<br />

opgesteld, uitnodigingen opgestuurd, de tentoonstellingen moesten<br />

gepland en voorbereid worden, er moest voor koffie en frisdrank gezorgd<br />

worden, speeches moesten geschreven worden enzovoort.<br />

De vernissage werd bijgewoond door de burgemeester en de adjunct-<br />

burgemeester van Kalwaria Zebrzydowska, de vrienden van de<br />

Kalwaria-gemeenschap, lokale artiesten, een MIC-vertegenwoordiger<br />

van Krakau, leerkrachten, de ouders van de kinderen en vooral de klas<br />

van de school in Kalwaria. Alle aanwezigen namen deel aan een anagramspel<br />

en een korte film over Wojciech Weiss werd in de filmzaal<br />

vertoond. Tot slot werden de jongste deelnemers uitgenodigd om een<br />

puzzelspel te spelen, gemaakt aan de hand van een kalender. De kleindochter<br />

van Wojciech Weiss had geschenken voorzien voor de deelnemers<br />

van het project. Deze werden uitgereikt door de burgemeester van<br />

Kalwaria. Verschillende leerkrachten van andere scholen vroegen om de<br />

tentoonstelling ook in hun school te tonen. Een artikel en een fotogalerij<br />

van de vernissage werden op de website van de school geplaatst.<br />

‘Het belangrijkste element van onze acties was de kinderen bewust<br />

te maken van het belang van hun eigen culturele identiteit. Culturele<br />

scheppers mogen niet vergeten worden, niet enkel in een kleine stad<br />

zoals Kalwaria Zebrzydowka, maar ook in heel Polen. Dit jaar verlaten<br />

de deelnemers van het project hun basisschool en starten hun<br />

loopbaan in het lager secundair onderwijs in diezelfde stad. Ons werk<br />

is een introductie op de verdere ontwikkeling van de sleutelcompetenties<br />

van de leerlingen. Eén aspect van de realisatie van het proefproject<br />

is erg opmerkelijk. Samenwerking hield geen competitie in, niemand<br />

wilde beter zijn dan de andere. De kinderen motiveerden elkaar toen<br />

ze de effecten van hun werk zagen, erkenning door volwassenen, andere<br />

leerkrachten en ouders. Iedereen voelde zich belangrijk. De groep<br />

omhelsde verschillende personen met leerproblemen die de verwachte<br />

resultaten niet behaalden. De sfeer die resulteerde uit de gezamenlijke<br />

excursies en meetings heeft iedereen dichter bij elkaar gebracht. Ze<br />

voelden zich allemaal verantwoordelijk voor elkaar. Er ontstond een<br />

gevoel van solidariteit: leerlingen waren erop gebrand om elkaar te<br />

helpen bij het leren van een vreemde taal of bij andere moeilijke onderwerpen.<br />

De leerlingen werden open, ontdekten hun waarde, erkenden<br />

de waarde van individualiteit – elk kind is anders. De school<br />

is niet altijd een kindvriendelijke plek. Het is de plaats waar kinderen<br />

slagen of falen en dit kan hun persoonlijkheid beïnvloeden. De waarde<br />

van verschillende maanden gezamenlijk, intensief werk dat niet beoordeeld<br />

werd via het school beoordelingssysteem heeft ongetwijfeld<br />

gezorgd voor een soort gemeenschappelijk welzijn. De volwassenen<br />

die de leerlingen op hun weg ontmoetten, toonden een cultuurniveau<br />

dat misschien als voorbeeld en model kan dienen.’<br />

Dankzij de inspanningen van de ‘Wojciech Weiss Museum Foundation’<br />

zal een afdeling van het museum in Kalwaria Zebrzydowska gevestigd<br />

worden. Het huis van de artiest zal één dag per week open zijn voor<br />

publiek. De leerlingen die deelnamen aan het <strong>Aqueduct</strong> project zullen<br />

de eregasten zijn.<br />

III. Contactinformatie<br />

Małopolski Instytut Kultury<br />

Adres: ul. Karmelicka 27<br />

31-131 Krakau<br />

Polen<br />

Tel.: +48 12 422 18 84<br />

Fax: +48 12 422 55 62<br />

E-mail: instytut@mik.Krakau.pl<br />

Website: www.mik.Krakau.pl<br />

Zespół Szkół nr 2 im. Janusza Korczaka<br />

Brody 479<br />

34-130 Kalwaria Zebrzydowska<br />

Polen<br />

tel.: +48 33 8766550<br />

E-mail: sekretariat@szkolabrody.pl<br />

Website: www.szkolabrody.pl<br />

51


52<br />

Koning Mathias: De Rechtvaardige (RO)<br />

I. Samenvatting van het project<br />

Sleutelcompetenties die aan bod komen in het project<br />

Leren leren<br />

Ondernemerschap<br />

Burgerschaps- en sociale competenties<br />

Cultureel bewustzijn en expressie<br />

‘Koning Mathias: De Rechtvaardige’ was een proefproject voor 7- en<br />

8-jarige leerlingen uit de eerste graad van het Bathory Istvan Elmeleti<br />

Liceum. Elke land heeft zijn eigen historische figuren waar het trots<br />

op is. De Hongaarse staat heeft Koning Mathias, ‘De Rechtvaardige’,<br />

zoals hij genoemd wordt door het volk, die over Hongarije heerste<br />

tussen 1458 en 1490. Er zijn heel wat verhalen over Koning Mathias,<br />

over zijn gerechtigheid en over zijn veronderstelde gewoonte om zich<br />

als een arme man te verkleden en tussen het gewone volk te lopen,<br />

om de mensen op die manier te leren kennen en hun problemen te<br />

ontdekken. Omdat deze verhalen voor de kinderen zowel leerzaam<br />

als vermakelijk zijn, is Koning Mathias misschien wel de best gekende<br />

historische figuur bij de Hongaarse kinderen. Ze leren hem van kleins<br />

af aan door deze verhalen kennen.<br />

Dit project vond plaats in april 2011 in de ‘Bathory Istvan’ school<br />

in Cluj. Er waren zesentwintig leerlingen van de eerste graad bij dit<br />

project betrokken, die tweemaal per week verschillende activiteiten<br />

bijwoonden.<br />

II. Beschrijving van het project<br />

Ieder land heeft zijn eigen historische figuren waar het trots op<br />

is. Hongarije heeft, naast enkele andere, Koning Mathias ‘De<br />

Rechtvaardige’ zoals hij genoemd wordt door het volk. Koning<br />

Mathias heerste over Hongarije tussen 1458 en 1490. Er zijn heel wat<br />

verhalen over Koning Mathias, over zijn gerechtigheid en over zijn veronderstelde<br />

gewoonte om zich als een arme man te verkleden en tussen<br />

het gewone volk te lopen om de mensen op die manier te leren<br />

kennen en hun problemen te ontdekken. Omdat deze verhalen voor<br />

de kinderen zowel leerzaam als vermakelijk zijn, is Koning Mathias<br />

misschien wel de best gekende historische figuur bij de Hongaarse kinderen.<br />

De kinderen vinden hem leuk omwille van zijn rechtvaardigheid,<br />

zijn goede daden alsook omwille van zijn intelligentie en zijn snelle,<br />

flexibele geest.<br />

Door middel van verhalen maakt het ‘Koning Mathias’ project de kinderen<br />

niet alleen vertrouwd met een historische figuur en met zijn<br />

daden, maar ook met de mensen uit die periode, hun denkwijze, hun<br />

levensbegrip en de manier waarop zij de wereld van die tijd begrijpen.<br />

Het hoofddoel van het project was de leerlingen vertrouwd te maken<br />

met hun eigen geschiedenis en om hun verleden te eren door de<br />

waarde ervan te ontdekken. Aan het einde van het project zouden de<br />

leerlingen hun sociale competenties ontwikkeld moeten hebben en<br />

zouden ze beter in staat moeten zijn om samen te communiceren en<br />

te werken aan een gemeenschappelijk doel.<br />

(Foto: Emese Vajnar)<br />

Dit project vond plaats in april 2011 in de Bathory Istvan school. Er waren<br />

zesentwintig eerstegraads leerlingen (7-8 jaar) bij betrokken, die<br />

twee keer per week deelnamen aan verschillende activiteiten. Eerst en<br />

vooral leerden de kinderen Koning Mathias als een historische figuur<br />

kennen, geboren in Cluj-Napoca, Kolozsvár. Ze bezochten zijn geboortehuis,<br />

dat ook één van de meest bezochte plaatsen in de stad is. Hier<br />

leerden ze over de belangrijkste eigenschap van de populaire koning:<br />

zijn rechtvaardigheid. Daarna bezochten ze de school en het oude<br />

klooster waar verondersteld wordt dat Mathias als kind naar school<br />

ging. Een ander bezoek leidde hen naar het middeleeuwse deel van de<br />

stad, de overblijfstelen van de stadsmuren en van de vestingwerken.<br />

Op die manier kregen de kinderen de mogelijkheid om de stad van<br />

dichtbij te bekijken zoals die in de tijd van Mathias was. Ze bezochten


ook het best bewaarde vestingwerk – de Taylor toren – waarin een<br />

tentoonstelling over Koning Mathias plaatsvond.<br />

In de tweede fase namen ze deel aan verschillende activiteiten. Ze<br />

werkten in groepjes van verschillende grootte, omdat ze de kans<br />

kregen om te kiezen voor het onderwerp dat hen het meest interesseerde<br />

en dat ze wilden uitdiepen:<br />

• Een groep verkende de wereld van de middeleeuwse boeken.<br />

De codices, de ‘Corvina’s’ genaamd, werden prachtig met de<br />

hand geschreven en gedecoreerd voor Koning Mathias, wiens<br />

wapen, de zwarte kraai, op de voorpagina verscheen. Ze observeerden<br />

de hoofdkenmerken. Daarna maakten ze zelf een<br />

boek;<br />

• een tweede groep bekeek afbeeldingen van Hongaarse middeleeuwse<br />

munten uit de regeerperiode van Mathias en reproduceerden<br />

deze in klei;<br />

• de derde groep bestudeerde afbeeldingen en verhalen over het<br />

‘Zwarte Leger’, het privéleger van de koning. Ze maakten schilden,<br />

typisch voor die periode;<br />

• de laatste groep speelde een verhaal na dat ze zelf mochten<br />

kiezen. Ze creëerden poppen die ze gebruikten in hun eigen<br />

poppenshow op het einde van het project.<br />

Elke activiteit gebeurde op zelfstandige basis. Elke leerling kreeg de<br />

kans om de verschillende boeken en afbeeldingen die ter beschikking<br />

waren gesteld zelfstandig te bestuderen, om al de nodige informatie<br />

te verzamelen.<br />

Bezoek aan het standbeeld van Koning Mathias in het centrum van Cluj<br />

(Foto: Emese Vajnar)<br />

Aan het einde van het project werd een tentoonstelling gehouden<br />

van de items die de kinderen hadden geproduceerd. Ze kregen ook<br />

de kans om hun eigen werk in groepjes voor te stellen, eerst aan<br />

elkaar en dan aan andere klassen die uitgenodigd waren om hun<br />

werk te bezichtigen. De tentoonstelling was de motiverende factor<br />

in dit project en ook een manier voor de kinderen om de kennis<br />

die ze verworven hadden te tonen door een onderwerp en een<br />

eindproduct voor te stellen.<br />

Normaal starten leerlingen de geschiedenisopleiding in de 4de<br />

graad. Dit project toont aan dat de interesse in geschiedenis en<br />

in belangrijke historische figuren reeds op vroegere leeftijd aangemoedigd<br />

kan worden.<br />

III. Contactinformatie<br />

Bathory Istvan Elmeleti Liceum<br />

Contactpersoon: Emese Vajnar<br />

Adres: Str. Kogalniceanu Nr. 2<br />

Cluj-Napoca<br />

Roemenië<br />

E-mail: nagy_mse@yahoo.com<br />

Website: http://www.bathory.ro/<br />

Babes-Bolyai University<br />

Faculteit van Geschiedenis en Filosofie<br />

Adres: Str. Kogalniceanu Nr. 1<br />

Cluj-Napoca<br />

Roemenië<br />

Contactpersoon: Szilard Toth<br />

E-mail: tszilard22@yahoo.com<br />

Website: http://www.ubbcluj.ro/<br />

53


54<br />

3.2 <strong>Aqueduct</strong> good practices<br />

De eenendertig geselecteerde voorbeelden van good practices in dit deel van het handboek zijn voorbeelden van bestaande projecten in<br />

Oostenrijk, België, Frankrijk, Ierland, Italië, Marokko, Nederland, Polen, Portugal, Roemenië, Zweden en het Verenigd Koninkrijk. Alle voldoen<br />

aan de voorwaarden voor competentiegericht leren door de integratie van activiteiten die de motivatie van de leerlingen stimuleert,<br />

alsook hun ervaring, demonstratie (de eigenlijke uiting van de te ontwikkelen competenties) en reflectie (cf. tool 3 p. 125). Als zodanig<br />

bevatten ze elementen die de <strong>Aqueduct</strong> benadering illustreren en wij hopen dan ook dat ze u zullen inspireren bij het uitwerken van nieuwe<br />

competentiegerichte leeractiviteiten.<br />

Van Ridders, Kastelen en Kruiden tot de Mensen van Vandaag (AT)<br />

Von Rittern, Burgen und Kräutl’n zu den heutigen Leutl’n<br />

I. Samenvatting van het project<br />

Sleutelcompetenties die aan bod komen in het project<br />

Leren leren<br />

Ondernemerschap<br />

Burgerschaps- en sociale competenties<br />

Cultureel bewustzijn en expressie<br />

De middeleeuwen waren niet zo romantisch als ze in de meeste<br />

films worden voorgesteld. Dit is wat een klas uit de tweede graad<br />

van het lager onderwijs (9 en 10 jaar) ondervond tijdens het project<br />

‘Van ridders, kastelen en kruiden tot de mensen van vandaag’ in<br />

Graz, in Oostenrijk.<br />

Het project werd georganiseerd in de Praxisvolksschule der<br />

‘Pädagogischen Hochschule Steiermark’. Het Oostenrijkse leerplan<br />

in lagere scholen streeft ernaar om elementaire vaardigheden in<br />

te oefenen zoals lezen, schrijven, rekenen, persoonlijke en sociale<br />

educatie. Daarenboven moeten kinderen inzicht verwerven in<br />

historische periodes en kunst. De ontwikkelaars van dit project<br />

vonden dat het begrijpen van de middeleeuwen en de opleidingsvaardigheden<br />

perfect binnen dit kader zouden passen. Tijdens het<br />

project maakten de kinderen vergelijkingen tussen middeleeuwse<br />

situaties en moderne omstandigheden. Vier onderwerpen werden<br />

bestudeerd: lyriek, wiskunde, geneeskunde en kookkunst. Elk kind<br />

koos een onderwerp naargelang zijn persoonlijke interesse. De<br />

klas werkte samen met ‘The Old Pharmacy’, een deel van het Graz<br />

Stadtmuseum. Aan het einde van het project toonden de kinderen<br />

hun pas verworven competenties aan alle andere leerlingen in de<br />

klas door middel van speciale demonstraties.<br />

II. Beschrijving van het project<br />

Drieëntwintig kinderen, waarvan twee met extra zorgbehoeften,<br />

en hun twee leerkrachten, waarvan één gespecialiseerd in onderwijs<br />

aan kinderen met extra zorgbehoeften, gingen middeleeuwse<br />

situaties en moderne omstandigheden ontdekken en vergelijken.<br />

Het hoofddoel was aan deze kinderen de kans te bieden om te<br />

werken met hun talenten en interesses, en om sleutelcompetenties<br />

te verwerven via de vergelijking van de middeleeuwse benadering<br />

van rekenen, gezondheidszorg, kookkunst, tafelmanieren, lyriek<br />

en schrift met onze moderne gewoontes.<br />

Een mooie meid (Foto: Katharina Heissenberger)


Een korte film over het feodale systeem zorgde voor een overzicht<br />

over het onderwerp. De kinderen mochten schatten hoeveel van<br />

hen kinderen van een kleine boer zouden zijn geweest en hoeveel<br />

van hen ridders of monniken, in staat om te schrijven, te lezen en<br />

te rekenen. Om hierover informatie in te winnen moest iedereen<br />

boeken over het onderwerp mee naar school brengen en verschaften<br />

de leerkrachten achtergrondinformatie en websites voor verder<br />

onderzoek.<br />

Vier onderwerpen werden voorgebracht voor uitvoerige behandeling.<br />

De kinderen beslisten in welke onderwerpen zij het meest<br />

geïnteresseerd waren en vormden op basis daarvan groepjes rond<br />

lyriek, wiskunde, geneeskunde en kookkunst. Drie dagen lang zouden<br />

zij zich enkel met hun eigen interesses bezighouden!<br />

De groep die koos voor lyriek en schrift volgde een plot met de<br />

naam “De minnezangers van Wartburg”. Het verhaal van de wedstrijd<br />

tussen de zangers werd opgevoerd met vingerpoppen. De<br />

kinderen konden zich elk identificeren met één van de personages<br />

en zich voorbereiden op hun eigen competitie in de vorm van een<br />

rollenspel. Als opdracht moesten ze naar “Unter den Linden” van<br />

Walther von der Vogelweide luisteren, naar een film kijken en tenslotte<br />

werken met teksten op fiches om zo een eigen minnezanger<br />

gedicht te schrijven, dat nadien met een ganzenveer en inkt op<br />

perkament werd geschreven. Tot slot moesten ze dit gedicht omvormen<br />

tot een rap, die ze op de computer moesten intypen en<br />

opvoeren voor alle andere kinderen.<br />

De wiskundigen startten met meer input over rekenen in de middeleeuwen:<br />

“Adam Riese & abacus” omvatte een film, een tekst<br />

en een quiz. Ze leerden hoe te rekenen met een telraam en samen<br />

Rekenen met een telraam (Foto: Katharina Heissenberger)<br />

met een partner creëerden ze hun eigen berekeningen. Ze vergeleken<br />

berekeningen met het telraam, met een zakrekenmachine<br />

en moderne schoolrekenboeken. In een presentatie lichtten ze de<br />

methode van het telraam toe aan hun klasgenoten en namen het<br />

tegen elkaar op in een ware rekenmethodenstrijd. Iedereen was<br />

benieuwd welke methode het snelst werkte.<br />

De groep die koos voor gezondheidszorg begon, na wat input van<br />

de leerkracht, met het eigen onderzoekswerk in boeken en op internet.<br />

Hun opdracht bestond uit onderzoekswerk tijdens een bezoek<br />

aan ‘The Old Pharmacy’ en het bereiden van een paar soorten<br />

middeleeuwse kruidenthee. Nadat iedereen kennis had gemaakt<br />

met de praktische kant van het bereiden van zalfjes en kalmerende<br />

thee, demonstreerde de groep zijn competenties door de voorbereiding<br />

van een tentoonstelling over middeleeuwse kruiden en een<br />

quiz over wat ze in de oude apotheek hadden geleerd.<br />

De middeleeuwse kookspecialisten startten met een introductie<br />

over tafelmanieren in de middeleeuwen. Zij vergeleken deze met<br />

de tafelmanieren van vandaag en speelden een geheugenspelletje<br />

‘Tafelmanieren vandaag en in de middeleeuwen’. Ze ontwierpen<br />

hierover ook een poster. Hierna werd de sessie zelfs nog praktischer.<br />

De groep vond middeleeuwse recepten, bestudeerde deze<br />

en koos de gemakkelijkste recepten als demonstratie. Ze kookten<br />

en bakten deze middeleeuwse gerechten voor de laatste bijeenkomst<br />

van de groepjes.<br />

Een ‘traffic light’-enquête hielp de kinderen bij het reflecteren op<br />

de vaardigheden die ze verwierven tijdens dit project. Deze enquête<br />

is te vinden op de <strong>Aqueduct</strong> website.<br />

III. Contactinformatie<br />

Pädagogische Hochschule Steiermark<br />

Contactpersoon: Dr. Katharina Heissenberger<br />

Adres: Hasnerplatz 12, A-8010 Graz<br />

Oostenrijk<br />

E-mail: katharina.heissenberger@phst.at<br />

Website: www.uevs.phgraz.at<br />

55


56<br />

Confrontatie met een beschamend verleden (AT)<br />

I. Samenvatting van het project<br />

Sleutelcompetenties die aan bod komen in het project<br />

Leren leren<br />

Ondernemerschap<br />

Burgerschaps- en sociale competenties<br />

Cultureel bewustzijn en expressie<br />

‘Confrontatie met een beschamend verleden’ was een miniproject dat uitgevoerd<br />

werd door een klas van 32 14-jarigen in Graz, in Oostenrijk. De<br />

vakken geschiedenis, Engels en kunst werden hierin geïntegreerd gedurende<br />

twee weken, 12 uren voorbereiding en een daguitstap. Het doel was<br />

een bezoek aan het concentratiekamp Mauthausen (Neder-Oostenrijk) uit<br />

de tweede wereldoorlog, waarbij het <strong>Aqueduct</strong> proces gebruikt werd.<br />

Liever dan er gewoon voor te zorgen dat de kinderen genoeg kennis hadden<br />

om deze locatie op een respectvolle manier te bezoeken, rees het idee<br />

om de studenten in heel het proces te betrekken. Ze konden zo hun reeds<br />

verworven kennis gebruiken. Ze bezochten de locatie, bewust van hun<br />

emoties, en deden onderzoek naar de vragen waar ze persoonlijk een antwoord<br />

op wilden vinden. Ze demonstreerden de verworven vaardigheden<br />

aan hun ouders. Een opvallend gevolg was dat de leerkracht die de locatie<br />

al jaren bezocht met verschillende groepen, nieuwe dingen ontdekte nu<br />

ze deze vanuit de focus van verschillende 14-jarigen bekeek. Plots ging het<br />

erom ideeën te delen met de leerlingen eerder dan te onderwijzen.<br />

II. Beschrijving van het project<br />

Er bestaan plaatsen waar het hele menselijke geslacht zich voor zou<br />

moeten schamen. Wanneer deze plaatsen deel uitmaken van je cultureel<br />

erfgoed moet je er op een gepaste manier mee proberen om te gaan.<br />

De plaats waarnaar in dit voorbeeld verwezen wordt is Mauthausen in<br />

Neder-Oostenrijk, een concentratiekamp van de zwaarste categorie uit<br />

de tweede wereldoorlog. De ‘NMS Klusemann’ school heeft besloten om<br />

alle 14-jarigen hiermee te confronteren. Meestal maakt dit deel uit van de<br />

geschiedenislessen, en wordt het voorbereid en uitgevoerd door geschiedenisleerkrachten.<br />

Dit project wil het verleden relevanter maken door de<br />

studenten op een actieve manier te laten leren, ervaren en hun relevante<br />

conclusies te laten trekken, niet enkel vanuit een historisch standpunt,<br />

maar ook voor hun eigen leerproces vandaag.<br />

Als eerste stap wordt alles wat de 32 kinderen al weten over het onderwerp<br />

verzameld op het bord, als een soort mind map. Dan worden 8 foto’s uit<br />

het fotoarchief van de website van Mauthausen getoond. De studenten<br />

moeten die foto kiezen die het meest tot hun gevoelens spreekt. Met hun<br />

kennis over Mauthausen, onderzoeken de leerlingen de gevoelens die de<br />

foto teweegbrengt. Daarna wordt hun gevraagd wat ze graag zouden<br />

leren over de locatie en over de gevolgen en de invloed ervan.<br />

De foto’s worden gebruikt om acht groepjes te vormen die vragen zullen<br />

formuleren. De volgende vragen werden onder andere gesteld: “Hoe<br />

kon dit op zo’n systematische manier gebeuren? Hoe zag het dagelijkse<br />

leven eruit in het concentratiekamp? Wat was de rol van de SS-opzichters?<br />

Waren er ook vrouwen en kinderen aanwezig in het kamp en hoe verliep<br />

dat voor hen? Wat vertellen de overlevenden? Wat wisten de mensen in<br />

de omgeving over het concentratiekamp en wat deden ze eraan?”<br />

Een tekening van een leerling: Muren en torens (Konstantin Knaipp)<br />

(Foto: Christa Bauer)<br />

Nu en dan duikt er een sleutelvraag op: “Wie is hier schuldig aan? Hoe is<br />

dit mogelijk?” Op dat moment is het belangrijk om de vraag naar schuld<br />

te bespreken. Iedereen zou zich moeten schamen voor deze gruwelijke<br />

gebeurtenis, maar kinderen die twee generaties na de bevrijding in 1945<br />

geboren werden, zijn onschuldig. Als een volgende stap worden de kinderen<br />

op de hoogte gebracht van competentiegericht leren en sleutelcompetenties.<br />

Ze kiezen één of twee sleutelcompetenties die ze graag zouden<br />

verwerven of waarin ze zich zouden willen verdiepen gedurende dit project.<br />

Deze zullen ze ook voorstellen tijdens de laatste ouderavond van het<br />

jaar. De volgende dag starten ze met het onderzoek naar hun vragen en<br />

denken ook na waarop ze willen focussen en hoe ze hun resultaten zullen<br />

voorstellen.


Hoe pakten de kinderen de <strong>Aqueduct</strong> sleutelcompetenties aan in<br />

dit project?<br />

Om de burgerschapscompetentie te behandelen besliste een groep om<br />

onderzoek te doen naar de harde feiten en om hun vaardigheden te<br />

demonstreren door middel van een rollenspel, waarin ze in discussie<br />

gaan met een Neonazi die het bestaan van concentratiekampen in twijfel<br />

trekt. Een andere vraag was: “Wat wisten de mensen in de omgeving<br />

over het concentratiekamp en wat deden ze eraan?” De kinderen dachten<br />

ook na over mogelijkheden om heden ten dage burgerlijke moed<br />

te tonen.<br />

Culturele expressie kwam aan bod tijdens het reflecteren op de gevoelens<br />

die bij hen opgeroepen werden tijdens hun bezoek aan de locatie. Ze gaven<br />

deze impressies vorm in een tekening of plaatsten hedendaagse foto’s<br />

tegenover foto’s uit het verleden. I.v.m. sociale competenties rees onder<br />

andere de vraag: “Hoe werden de overlevenden behandeld na de tweede<br />

wereldoorlog? Hoe kwam men terug tot de normale gang van zaken?”<br />

Het onderzoek werd met veel motivatie uitgevoerd. De website van<br />

Mauthausen werd bestudeerd en er werd een documentaire over het<br />

kamp bekeken.<br />

Wanneer de leerlingen Mauthausen gingen bezoeken werd tijdens de drie<br />

uur durende busrit de videodocumentaire “Mühlviertler Hasenjagd” getoond,<br />

een documentaire over de Nazi-jacht op vluchtelingen. Tijdens de<br />

terugweg werd er naar “Schindler’s List” gekeken.<br />

In Mauthausen werden de kinderen, als eerste verkenning, door een gids<br />

door alle belangrijke delen van het kamp geleid en kregen ze ook de kans<br />

om vragen te stellen. Na de rondleiding waren de kinderen vrij om de<br />

locatie te ontdekken en om het werk te doen dat ze hadden gepland.<br />

Een tekening van een leerling: De ondergang van de mens<br />

in het Paradijs (Laura Kaier) (Foto: Christa Bauer)<br />

De leerkrachten werden gezien als experten, maar evenzeer als mensen<br />

met hun eigen gevoelens van verdriet of boosheid, waarmee sommige<br />

leerlingen te kampen hadden. Die dag voelde aan als een volledige onderdompeling<br />

in het Naziverleden en het had een diepe impact op de klas.<br />

De leerlingen staken heel hun ziel en veel energie in de presentatie en wilden<br />

AL hun bevindingen tonen. De presentatie zelf werd niet ingeoefend,<br />

maar de grote lijnen stonden vast en het nodige technische materiaal werd<br />

voorzien.<br />

Wat maakte dit project zo speciaal? De leerlingen waren geïnteresseerd in<br />

het onderwerp en gefascineerd door het feit dat ze zelf mochten beslissen<br />

zowel over het doel en de inhoud van de leerstof, als over de manier<br />

waarop ze zouden tonen wat ze hadden geleerd.<br />

“Het was heel goed dat we onze eigen vragen mochten stellen en onderzoek<br />

mochten doen naar de onderwerpen die ons echt interesseerden.<br />

We leerden ook veel over de onderwerpen van de andere groepjes door<br />

naar hun presentaties te luisteren.”<br />

“Ik identificeerde me met de slachtoffers en was sprakeloos bij het horen<br />

van de argumenten van de Neonazi’s.”<br />

Ook de feedback van de ouders was erg enthousiast. Ze waren verrast<br />

door de manier waarop de 14-jarigen met het onderwerp omgingen, de<br />

vele verschillende aspecten die bestudeerd werden, de individuele leerroutes<br />

die gebruikt werden en de presentatie van de resultaten. Eén van de<br />

moeders reageerde als volgt:<br />

“Ze leken zo bekwaam. Je voelde dat ze echt wisten<br />

waar ze mee bezig waren.”<br />

De aanpak was echt de moeite waard voor dit gecompliceerde onderwerp<br />

en het leverde totaal andere resultaten op dan de gebruikelijke schooluitstap,<br />

en dit zonder extra lange voorbereidingstijd. De samenwerking met<br />

de vakleerkrachten Engels was heel nuttig, aangezien sommige websites<br />

en ook de video’s van overlevenden in het Engels waren.<br />

III. Contactinformatie<br />

NMS Klusemann<br />

Contactpersoon: Christa Bauer<br />

Adres: BG/BRG/NMS<br />

Klusemannstrasse 25<br />

8053 Graz<br />

OOSTENRIJK<br />

E-mail: c.bauer@schule.at<br />

Website: www.klusemann.at<br />

57


58<br />

De abdij van Vlierbeek BE)<br />

I. Samenvatting van het project<br />

Sleutelcompetenties die aan bod komen in het project<br />

Leren leren<br />

Ondernemerschap<br />

Burgerschaps- en sociale competenties<br />

Cultureel bewustzijn en expressie<br />

De ‘Vrije Basisschool Vlierbeek’ is een kleuterschool en lagere<br />

school dichtbij het centrum van Leuven (BE). De school heeft twee<br />

locaties; één daarvan ligt juist langs de abdij van Vlierbeek, die<br />

opgericht werd in 1125. De abdij kent een rijke geschiedenis van<br />

voorspoed, maar ook van tegenspoed. Op het einde van de 17de<br />

eeuw begon men met de bouw van een geheel nieuwe abdij, maar<br />

de Franse Revolutie, gevolgd door een periode van seculiere dominantie,<br />

luidde het verval in van de abdij. Enkel de kerk en een deel<br />

van de abtswoning werden gebouwd en afgewerkt in de eigentijdse<br />

neoklassieke stijl.<br />

Vandaag de dag is de abdij in handen van de religieuze gemeenschap<br />

van Vlierbeek. Sinds 1939 werden de abdij en het grote<br />

kerkhof – een ‘heilig gebied’ van de nabij gelegen universiteit van<br />

Leuven – geclassificeerd als landschap. Het zijn geklasseerde gebouwen.<br />

In 2001 begonnen de renovatiewerken aan bepaalde delen<br />

van de abdij. De voornaamste gebouwen zijn het pakhuis, de<br />

twee toegangspoorten, de huizen van de bediendes, de boerderij,<br />

de brouwerij, de bakkerij, het tuinprieel, zowel het oude als het<br />

nieuwe huis van de abt, de pastorie, de vertrekken voor de gasten,<br />

de kerk en de overblijfselen van de kloostergebouwen.<br />

Vandaag heeft de school een klaslokaal en een vergaderzaal in de<br />

abdij. Desondanks kennen een heel aantal leerlingen de gebouwen<br />

en de geschiedenis van de abdij niet goed. Het hoofddoel van<br />

de school was het bewustzijn van de leerlingen over de abdij te<br />

verhogen en hen een beperkt inzicht te geven in de geschiedenis<br />

van de abdij. Er werden projectactiviteiten ontwikkeld voor kinderen<br />

tussen 6 en 12 jaar. Het project werd mede mogelijk gemaakt<br />

dankzij de samenwerking met twee studenten van de lerarenopleiding<br />

(Marlies Tombeur en Lotte Belen), de schooldirecteur (Dieter<br />

Peeters), een leerkracht (Hendrik Dewolf) en de ‘Heemkundige<br />

Kring Vlierbeek’ (voormalig schoolleerkracht Paul Cockx). Het<br />

concept werd uitgewerkt door de <strong>Aqueduct</strong> partner KH Leuven.<br />

Het project zou ten dele gekoppeld worden aan Carrousel, een<br />

regio gebonden cultureel evenement dat plaatsvond tijdens een<br />

weekend en georganiseerd werd door het cultureel centrum van<br />

Leuven, 30CC.<br />

II. Beschrijving van het project<br />

In dit project werd de ‘storyline approach’ toegepast. Dit project<br />

werd ook gekoppeld aan het schoolthema voor het schooljaar<br />

2010-2011: ‘Vind de schat in jezelf’. Bij dit twee weken durende<br />

project waren leerlingen van het vierde leerjaar (9-10 jaar)<br />

betrokken.<br />

Het project start met een zeer officiële brief van de burgemeester<br />

die de leerlingen vraagt hem te helpen met het promoten van de<br />

abdij bij de andere leerlingen van de school en bij de buurtbewoners.<br />

De leerkracht overhandigt het verzoek van de burgemeester<br />

aan de klas en daagt hen uit om na te denken over het voorstel. De<br />

leerlingen brainstormen over de sleutelvraag. De leerkracht maakt<br />

een overzicht van de ideeën en stuurt de leerlingen in de richting<br />

van een tentoonstelling. In de lessen die volgen, werken de leerlingen<br />

dit idee uit en brengen ze een tentoonstelling over de abdij<br />

tot stand.<br />

Het eerste waar de leerlingen over nadenken, is wat ze nodig hebben<br />

voor een tentoonstelling. Sleutelvragen worden gesteld, zoals<br />

‘Wat is een tentoonstelling? Wat willen we tonen? Wie werkt er<br />

mee aan een tentoonstelling?’ Deze vragen sturen het proces in<br />

overeenstemming met de ‘storyline approach’. De leerlingen worden<br />

dus eerst allemaal medewerkers van de tentoonstelling. Ze<br />

werken samen in kleine groepjes om na te denken over de inhoud<br />

van de tentoonstelling en ze samen te stellen. Ze brainstormen<br />

over wat ze al weten van de abdij en formuleren vragen die ze nog<br />

willen oplossen. De leerkracht leidt deze brainstormactiviteit door<br />

grote papieren te verspreiden met daarop sleutelwoorden over de<br />

abdij, zoals ‘De abdij in het verleden’, ‘Het kerkhof’, ‘Wie leefde<br />

en leeft in de abdij?’. Met deze oefening krijgt de leerkracht een<br />

goed overzicht van de kennis die de leerlingen over de abdij bezitten<br />

maar ook van de vragen die nog beantwoord moeten worden.<br />

Op het einde van deze eerste activiteit deelt de leerkracht een document<br />

voor zelfevaluatie uit over de capaciteiten en talenten van


de leerlingen. Deze worden geselecteerd met betrekking tot de<br />

sleutelcompetenties, bv. ‘Ik kan naar de andere leerlingen in mijn<br />

groep luisteren’, ‘Ik kan mijn eigen mening en gevoelens op een<br />

fatsoenlijke manier verwoorden’, ‘Ik kan verstandige keuzes maken’.<br />

In de loop van dit project zullen de leerlingen zichzelf vier<br />

keer evalueren.<br />

Hoe kunnen we een antwoord vinden op onze vragen omtrent de<br />

abdij? Met deze sleutelvraag gaat de leerkracht verder met ‘the<br />

storyline’. De leerlingen denken na over verschillende informatiebronnen.<br />

Een mogelijkheid, eventueel voorgesteld door de leerkracht<br />

indien nodig, is een interview afnemen van iemand die veel<br />

over de abdij weet. Dus nodigen ze een expert uit. Paul Cockx is<br />

lid van de lokale geschiedkundige kring: de ‘Heemkundige Kring<br />

Vlierbeek’. Hij vertelt de klas het verhaal van de abdij, hij vertelt<br />

ook over de verschillende gebouwen, over welke soort monniken<br />

er vroeger leefden en hoe die leefden. Natuurlijk mogen de leerlingen<br />

ook vragen stellen. Nadien kiezen de leerlingen een onderwerp<br />

waarin ze geïnteresseerd zijn en dat ze verder willen uitdiepen<br />

voor de tentoonstelling.<br />

Vanaf dan werken de leerlingen in kleine groepjes van twee, drie<br />

of vier. Ze moeten nadenken over hun onderwerp en hoe ze dit<br />

willen voorstellen tijdens de tentoonstelling. De leerlingen brengen<br />

heel wat ideeën aan: de ‘rampen’ en de ondergang van de<br />

abdij, het leven van de laatste monniken en hun graven op het<br />

kerkhof, het standbeeld van Willen van Oranje en de verschillende<br />

gebouwen, bv. een oude toegangspoort die gerenoveerd<br />

België, Abdij van Vlierbeek. Leerlingen bereiden de tentoonstelling voor<br />

(Foto: Marlies Tombeur)<br />

werd en de kerk zelf. Ze hebben ook heel wat creatieve ideeën<br />

omtrent de presentatie van hun onderwerp: een toneelstuk, een<br />

model in LEGO, monniken in klei, een fotocollage, tekeningen<br />

enzovoort. Informatiebronnen en verschillende materialen zijn<br />

beschikbaar in het klaslokaal. Leerlingen mogen ook de abdij bezoeken,<br />

mensen die in de omgeving van de abdij wonen interviewen<br />

en foto’s en schetsen maken. De volgende dag brengen<br />

de leerlingen ook boeken en materiaal mee om kleren te maken<br />

voor het toneelstuk.<br />

België, Abdij van Vlierbeek. Leerlingen in een rollenspel(Foto: Marlies Tombeur)<br />

Nadat de inhoud van de tentoonstelling uitgewerkt is, confronteert<br />

de leerkracht de klas met vragen als: “Wat moeten we nu<br />

doen om onze tentoonstelling te organiseren? Hoe kunnen we<br />

deze tentoonstelling bekend maken binnen de school en in de<br />

omgeving?”. De leerlingen zelf brengen ideeën aan voor publiciteit<br />

vb. uitnodigingen, posters, waar ze publiciteit kunnen maken<br />

en voor wie, essentiële informatie, en ook over de organisatie bv.<br />

locatie, gidsen, grondplan. De leerkracht gebruikt het schoolbord<br />

om een overzicht te maken van alle suggesties van de leerlingen.<br />

Dan kunnen de leerlingen opnieuw ‘een rol’ kiezen binnen het<br />

domein van publiciteit of dat van organisatie, met de overeenkomstige<br />

taken. Ze werken opnieuw in kleine groepjes die ze zelf<br />

mogen kiezen.<br />

59


60<br />

Tot slot denken de leerlingen na over wat ze willen vertellen aan<br />

de bezoekers van de tentoonstelling. Ze oefenen hun korte presentatie<br />

en bouwen hun deel van de tentoonstelling op volgens<br />

de lay-out van het grondplan dat door een groepje leerlingen<br />

werd ontworpen. De leerlingen van het derde studiejaar werden<br />

uitgenodigd voor een repetitie. Na school konden ook de ouders<br />

de tentoonstelling bezoeken. Tijdens het weekend was de tentoonstelling<br />

ook een aspect van een lokaal cultureel evenement,<br />

Carrousel. Enkele leerlingen presenteerden hun werk en speelden<br />

een rollenspel.<br />

Na de tentoonstelling reflecteren de leerlingen met de hele klas<br />

over het project. De vragen van de zelfevaluatie worden gepresenteerd<br />

op kleinere papieren, en ook nieuwe vragen worden toegevoegd,<br />

zoals ‘Als je aan zelfevaluatie denkt, wat is er dan nog<br />

steeds moeilijk voor jou? Wat heb je geleerd over jezelf gedurende<br />

dit project? Kijk je nu op een andere manier naar de abdij?’ De<br />

leerlingen kiezen een papier, beantwoorden de vraag eerst zelf en<br />

vragen dan aan een andere leerling om te reageren.<br />

In de eerste versie van het project werden de leerlingen onmiddellijk<br />

geconfronteerd met al de ‘rollen’ en ‘taken’ die gepaard<br />

gaan met het organiseren van een tentoonstelling bv. rollen van<br />

medewerkers, publiciteitsteam en organisatie. Dit werd in de uiteindelijke<br />

versie veranderd, enerzijds omdat de leerlingen het heel<br />

moeilijk vonden om te kiezen en anderzijds om zeker te zijn dat alle<br />

leerlingen werkelijk iets over de abdij zouden bijleren. Het helpt<br />

ook als de leerlingen al vertrouwd zijn met de verschillende beoordelingsvormen<br />

die gebruikt worden. Leerlingen moeten deze vorm<br />

van evaluatie leren kennen en dit moet een paar keer geprobeerd<br />

worden.<br />

De vaardigheden die in het zelfevaluatieformulier opgesomd werden<br />

waren soms te abstract voor de leerlingen. Deze concepten<br />

moeten op een erg concrete en simpele manier verwoord worden<br />

om de reflectie van de leerlingen nuttig te maken. Een laatste<br />

opmerking is dat er genoeg tijd moet gemaakt worden voor dit<br />

project. De praktische omstandigheden hebben dit project onvermijdelijk<br />

beperkt in tijd, maar in werkelijkheid was de periode van<br />

twee weken (7x50 minuten, 1 x 30 minuten) een beetje te kort om<br />

al de ideeën van de leerlingen uit te werken.<br />

De sterkte van dit project is dat de rijke erfgoedcontext van de<br />

abdij zo dicht bij de school gelegen is. De leerlingen kunnen de<br />

abdij ontdekken en verkennen door al hun zintuigen te gebruiken<br />

(bv. zien, voelen, aanraken, horen, ruiken). Een ander sterk punt<br />

van het project is dat de goed bedachte sleutelvragen van de leerkracht<br />

het proces in goed banen leiden. Ze spreken de leerlingen<br />

aan en dagen hen uit om te denken, te doen en te verkennen. Dit<br />

is een essentieel element van ‘the storyline approach’ die gebruikt<br />

werd in dit project. De leerlingen kunnen heel wat eerlijke keuzes<br />

maken: niet enkel over ‘wat’ ze willen doen, maar ook ‘hoe’ ze aan<br />

iets willen werken. De sleutelvragen zorgden voor veel originele<br />

ideeën van de kinderen en gaven hun een gevoel van eigendomsrecht<br />

over hun eigen leerproces.<br />

III. Contactinformatie<br />

Vrije Basisschool Vlierbeek<br />

Contactpersoon: Dieter Peeters (directeur)<br />

E-mail: vrijebasisschoolvlierbeek@telenet.be<br />

Adres: Abdij Vlierbeek 1<br />

3010 Kessel-Lo<br />

BELGIE<br />

Website: http://www.vrijebasisschoolvlierbeek.be/<br />

Heemkundige Kring Vlierbeek<br />

Contactpersoon: Paul Cockx<br />

KHLeuven<br />

Contactpersoon: Jo Van Dessel<br />

E-mail: jo.van.dessel@khleuven.be<br />

Adres: Hertogstraat 178<br />

3001 Heverlee<br />

BELGIE<br />

Website: http://www.khleuven.be/


Dood en begraven* (BE)<br />

I. Samenvatting van het project<br />

Sleutelcompetenties die aan bod komen in het project<br />

Leren leren<br />

Ondernemerschap<br />

Burgerschaps- en sociale competenties<br />

Cultureel bewustzijn en expressie<br />

Het stadsmuseum ‘Het stadsmus’ in Hasselt (BE) ontwikkelde in samenwerking<br />

met Mooss vzw, een organisatie die gespecialiseerd is<br />

in erfgoed- en kunstonderwijs, een project-gereedschapskist voor<br />

scholen en noemde deze ‘Dood en Begraven’. ‘Dood en Begraven’ is<br />

bedoeld voor leerlingen van 10 tot 12 jaar. De erfgoedlocatie van dit<br />

project is het 19de eeuwse kerkhof van Hasselt, het ‘Oud Kerkhof’.<br />

Dit project confronteert leerlingen met verschillende thema’s zoals<br />

leven en dood, begrafenissen, geloof, symbolen en rituelen, begrafenisarchitectuur<br />

en –flora. De kinderen verkennen het kerkhof vanuit<br />

hun eigen percepties. Het is belangrijk dat het bezoek de kinderen<br />

niet afschrikt, maar dat ze willen terugkomen naar de locatie om<br />

meer te weten te komen en dat het hen motiveert om ook andere<br />

erfgoedlocaties te gaan bezoeken. Er is geen specifiek eindproduct,<br />

de focus ligt op de verkenning, de ervaring en de reflectie.<br />

II. Beschrijving van het project<br />

‘Dood en Begraven’ werd uitgewerkt door het stadsmuseum ‘Het<br />

Stadsmus’ in Hasselt (BE), in samenwerking met Mooss vzw, een nationale<br />

jeugdorganisatie die gespecialiseerd is in erfgoed- en kunstonderwijs.<br />

Mooss organiseert een grote variëteit aan workshops, opleidingen<br />

en begeleidingen voor professioneel onderwijspersoneel<br />

en kunst en culturele participatieprojecten. Ze focussen op culturele<br />

thema’s en organiseren artistieke bewustwordingscampagnes. Als<br />

jongerenorganisatie promoot Mooss een aantal sociale waarden<br />

zoals solidariteit, tolerantie, pluralisme en respect voor de democratische<br />

waarden**.<br />

Dit project ‘Dood en begraven’ is bedoeld voor leerlingen van 10 tot<br />

12 jaar. De centrale locatie is het 19de eeuwse kerkhof in Hasselt<br />

(Oud Kerkhof), maar het idee kan makkelijk verplaatst worden naar<br />

een kerkhof in een andere regio. In dit concrete geval maakt het<br />

oude kerkhof in de stad ook deel uit van een museum. De centrale<br />

kapel van het kerkhof wordt gebruikt als informatiecentrum. Hier<br />

kan je meer informatie vinden over de geschiedenis van de begrafenissen<br />

in het algemeen en over het oude kerkhof in Hasselt, over<br />

de begrafenisarchitectuur en over het groen in een 19de eeuwse<br />

parkbegraafplaats.<br />

Het project telt vijf fases: een introductie, een spel, een verkenningsactiviteit,<br />

een uitwisseling van informatie en uiteindelijk een evaluatie-<br />

en verslagfase. Wanneer de leerlingen voor het eerst aankomen<br />

op het kerkhof krijgen ze een korte inleiding van de leerkracht over<br />

de activiteiten van die dag. Dan splitsen ze zich op in kleine groepjes<br />

en spelen een spel. De opdracht is te raden welke grafstenen en<br />

welk deel van het kerkhof ze moeten verkennen. Wanneer ze dit<br />

hebben gevonden, ontvangen ze een boekje dat een plan van het<br />

kerkhof, foto’s van grafstenen, informatie over het kerkhof en verschillende<br />

vragen en opdrachten bevat.<br />

Aan de kinderen wordt gevraagd om zelfstandig te leren gedurende<br />

de projectdag. Zo moeten ze bijvoorbeeld zelf hun weg vinden in<br />

het hun toegewezen gebied van het kerkhof. Wanneer ze de juiste<br />

grafsteen hebben gevonden, moeten ze er erg nauwkeurig naar<br />

kijken. Wiens grafsteen is het? Van welk materiaal is het gemaakt?<br />

* De Troyer, V., Vermeersch, J. e.a. Hereduc. Heritage in the classroom. A practical manual for teachers, 2005. ** www.mooss.org<br />

Kinderen bezoeken de kapel van het kerkhof (Foto: Annemie America)<br />

61


62<br />

Is het gelijkaardig of verschillend van de omliggende grafstenen en<br />

heeft dat enige betekenis? Welke data staan op de grafsteen? Hoe<br />

stierf de persoon? Dergelijke vragen moeten individueel beantwoord<br />

worden zonder enige hulp en zijn bedoeld om de observaties te vergroten.<br />

Het boekje vraagt de leerlingen ook te kijken naar de symbolen<br />

en afkortingen op de grafstenen: wat betekenen ze?<br />

Ten slotte moeten de leerlingen aandacht besteden aan de planten die<br />

rond de begraafplaats groeien. Kerkhofplanten zoals klimop, taxusbomen<br />

of treurwilgen zijn geladen met een symbolische betekenis.<br />

Na het observeren van de graven komen de verschillende groepjes<br />

terug samen en wandelen ze door de verschillende delen van het<br />

kerkhof. Ze brengen verslag uit van hun bevindingen en moeten zeggen<br />

welk deel van de opdrachten ze het meest interessant vonden en<br />

welke onderwerpen ze graag verder zouden willen uitdiepen. Deze<br />

onderwerpen kunnen verder onderzocht worden in de klas. Kinderen<br />

mogen dan vragen stellen over de betekenissen en de ontwikkeling<br />

van symbolen, over religieuze praktijken en filosofieën en hun idee<br />

over het leven na de dood en over andere monumenten. Met deze<br />

thema’s past het project perfect in het wereldgeoriënteerde leerplan<br />

van het Vlaamse lager onderwijs.<br />

Het doel van het project is<br />

• begrijpen dat cultureel erfgoed deel uitmaakt van ons dagelijks<br />

leven;<br />

• inzicht verwerven in onderwerpen zoals dood, begrafenis, geloof,<br />

rituelen en symbolen, begrafenisarchitectuur en begrafenisflora;<br />

• het belang inzien van een langdurige en respectvolle interactie met<br />

cultureel erfgoed;<br />

• in staat zijn om een stamboom te omschrijven van minstens twee<br />

vorige generaties;<br />

• nieuwe vaardigheden verwerven om te leren kijken naar alle vormen<br />

van erfgoed en er vragen over te stellen;<br />

• ontdekken hoe mensen in de 19de en 20ste eeuw op verschillende<br />

manieren met de dood en begrafenissen omgingen .<br />

III. Contactinformatie<br />

Het Stadmus<br />

Adres: Guido Gezellestraat 2<br />

3500 Hasselt<br />

België<br />

Tel: 32 11 23 98 90<br />

E-mail: hetstadsmus@hasselt.be<br />

Mooss vzw<br />

Contact person: Chris Ferket<br />

Adres:Vaartkom 4<br />

3000 Leuven<br />

België<br />

Tel: 32 16 65 94 65<br />

Website: www.mooss.org<br />

Kinderen bezoeken het kerkhof (Foto: Annemie America)


Erfgoed in het dagelijkse leven (BE)<br />

Le patrimoine, icône au quotidien<br />

I. Samenvatting van het project<br />

Sleutelcompetenties die aan bod komen in het project<br />

Leren leren<br />

Ondernemerschap<br />

Burgerschaps- en sociale competenties<br />

Cultureel bewustzijn en expressie<br />

Het project ‘Le patrimoine, icône au quotidien’ werd ontwikkeld<br />

door Patrimoine à roulettes asbl. Het project liep een heel schooljaar<br />

lang en focuste op verschillende erfgoedlocaties in de stad<br />

Brussel, op multiculturele wijken en ook op immaterieel erfgoed<br />

als muziek. Het project werd uitgevoerd door 18-jarigen, maar kan<br />

ook makkelijk aangepast worden aan leerlingen van de lagere secundaire<br />

graden (13-14 jaar). Het project brengt de jongeren in<br />

contact met verschillende soorten erfgoed in Brussel.<br />

Naast het aspect van een rijke ervaring wordt bovendien een hoog<br />

niveau aan theoretische input gegarandeerd door erfgoedexperts<br />

en een architect. De afwisseling van ervaringsgerichte activiteiten<br />

en cognitieve input in combinatie met persoonlijke reflectie<br />

stuurt het leerproces van de leerlingen en helpt hen de onderliggende<br />

vragen van dit project te beantwoorden: ‘Wat is erfgoed?<br />

Wat betekent het voor onze samenleving en hoe is het verbonden<br />

met onze identiteit?”. Gedurende het hele project oefenen<br />

de leerlingen hun reflectievaardigheden en worden ze bewuster<br />

van hun eigen identiteit en waarden, dit door een persoonlijk ‘erfgoeddagboek’<br />

bij te houden waarin ze hun gedachten, indrukken,<br />

gevoelens en ideeën neerschrijven. Aan het einde van het project<br />

bundelen de leerlingen al hun bevindingen in een afbeelding, die<br />

vervolgens op een T-shirt wordt gedrukt. Naast het creëren van een<br />

afbeelding op een T-shirt leren de leerlingen ook hun stad en haar<br />

verschillende soorten erfgoed beter kennen.<br />

II. Beschrijving van het project<br />

‘Erfgoed in het dagelijkse leven’ was een vakoverschrijdend project<br />

dat betrekking had op leerlingen van het zesde middelbaar<br />

(18 jaar) van de ‘St-Marie School’ in Brussel, in samenwerking met<br />

‘Patrimoine à roulettes asbl’ en het ‘Centre Vidéo de Bruxelles’.<br />

Verschillende vakleerkrachten en de producent van de projectvideo’s,<br />

Jacques Borzykowski, een erfgoedexpert en een architect<br />

waren betrokken bij verschillende fases van dit project. De input<br />

van de expert was zorgvuldig gepland om zo vakkennis bij te brengen<br />

en bepaalde opvattingen of ervaringen van de leerlingen te<br />

bevestigen. Dit verrijkte de ervaringsfase voor de leerlingen en verzekerde<br />

vooruitgang in hun leerproces.<br />

In de motivatiefase van het project ondernamen de leerlingen een<br />

activiteit die gericht was op het ervaren van erfgoed waarbij ze al<br />

hun zintuigen gebruikten. Om in contact te komen met erfgoedelementen<br />

op een emotioneel niveau werden feiten en cijfers en<br />

kennis over erfgoed als een studieobject vermeden. De organisatoren<br />

zijn er sterk van overtuigd dat de deelnemers het best gemotiveerd<br />

zijn om aan dit leerproces te beginnen wanneer ze emotioneel<br />

geraakt zijn door hun ‘studieobject’.<br />

Ervaring is het belangrijkste aspect van dit hele project. De leerlingen<br />

bezoeken veel erfgoedsites, gaan naar een opera en brengen<br />

een bezoek aan een multiculturele buurt. Historische achtergrond<br />

wordt indien nodig voorzien door de leerkracht. Experts worden<br />

op sleutelmomenten betrokken om bepaalde thema’s aan te snijden<br />

en kennis bij te brengen met als doel het leerproces van de<br />

leerlingen te verdiepen. Naast de input van experts wordt de ervaringsfase<br />

ook verrijkt met reflecterende vragen en alle leerlingen<br />

gebruiken hun ‘erfgoedprojectdagboek’ wat ook een zeer interessant<br />

middel is voor reflectie. Dit versterkt het ‘eigendom-gevoel’<br />

van de leerlingen en houdt hun motivatie hoog.<br />

De stad herontdekken, zich richten op details (Foto: Jacques Borzykowski)<br />

“In dit project heb ik geleerd dat ik mijn eigen weg moet vinden<br />

binnen verschillende culturen en concepten over erfgoed”<br />

63


64<br />

Tegen het einde van de lange en rijke ervaringsgerichte fase van<br />

het project hebben de leerlingen geleerd om ruimtes en gebouwen<br />

te bekijken en te interpreteren. Ze hebben ook een duidelijk concept<br />

van erfgoed ontwikkeld en ontdekten de waarde van erfgoed<br />

voor de samenleving en voor de persoonlijke identiteit van ieder<br />

van ons. Eén van de leerlingen met een multiculturele achtergrond<br />

verwoordt het als volgt: “In dit project heb ik geleerd dat ik mijn<br />

eigen weg moet vinden binnen verschillende culturen en concepten<br />

over erfgoed”.<br />

Dansen voor een erfgoedsite (Foto: Jacques Borzykowski)<br />

Na de ervaringsfase zijn de leerlingen klaar voor de presentatiefase:<br />

de creatie van hun persoonlijke afbeelding en het printen ervan op<br />

een T-shirt. Wanneer alle T-shirts klaar zijn, worden ze getoond in<br />

een tentoonstelling die toegankelijk is voor andere leerlingen en<br />

ouders die het werk willen bewonderen. Naast het creatieve resultaat<br />

van de zeefdrukvaardigheden van de leerlingen, presenteren<br />

de jongeren ook hun slotconclusies over het reflectieproces op het<br />

hele project. Ze leggen hierin uit hoe dit project hen anders naar<br />

de wereld rondom hen leerde kijken, meer als burgers en met meer<br />

aandacht voor hun eigen rol in de maatschappij.<br />

III. Contactinformatie<br />

Concept: Patrimoine à roulettes asbl<br />

Adres: Rue du Tienne, 20<br />

B-1495 Villers-la-Ville<br />

België<br />

E-mail: patrimoinearoulettes@gmail.com<br />

Centre video Bruxelles (CVB)<br />

Contactpersoon: Philippe Cotte<br />

Adres: 111 rue de la Poste, 1030 Bruxelles<br />

E-mail: philippe.cotte@cvb-videp.be<br />

Website: www.cvb-videp.be<br />

Websites:<br />

Trailer:<br />

http://www.dailymotion.com/video/x7r9y5_patrimoine_creation<br />

Project omschrijving:<br />

http://www.cvb-videp.be/pdf/livret/patrimoine_icone_nl.pdf


Kinderen van Guernica (BE)<br />

I. Samenvatting van het project<br />

Sleutelcompetenties die aan bod komen in het project<br />

Leren leren<br />

Ondernemerschap<br />

Burgerschaps- en sociale competenties<br />

Cultureel bewustzijn en expressie<br />

Elk jaar kiest de politie van Gent (BE) een thema om rond te werken<br />

voor de activiteiten en evenementen die ze organiseren om op die<br />

manier de dialoog met kinderen en jongeren te stimuleren, waardoor<br />

de ‘de spirit van vrede en eenheid’ wordt verhoogd. In 2010 koos de<br />

politie het thema ‘Jeugd’ en besliste om een wedstrijd over vrede en<br />

samenwerking te organiseren voor alle scholen in Gent. Voor ‘Kinderen<br />

van Guernica’ werkte de politie van Gent samen met ‘Ambrosia’s Tafel’,<br />

een organisatie voor kunst- en erfgoedonderwijs, en INgeBEELD, het<br />

platform voor mediawijsheid van de Vlaamse Gemeenschap (BE).<br />

De winnende klas zou dan mogen meedoen in ‘Kids’ Guernica’ een<br />

internationale artistieke organisatie, die geïntroduceerd werd door het<br />

‘Art Japan Network’, waarbij aan kinderen van heel de wereld gevraagd<br />

wordt om een schilderij over vrede en samenwerking te maken, geïnspireerd<br />

door Picasso’s Guernica. De leerlingen van het 5de jaar secundair<br />

beroepsonderwijs (zorgafdeling) van het St. Vincentinstituut in Gent wonnen<br />

de wedstrijd en konden daardoor meedoen aan ‘Kids’ Guernica’.<br />

Door middel van dit project wilden de projectontwikkelaars de leerlingen<br />

iets bijleren over de Spaanse burgeroorlog, het Guernicabombardement,<br />

het begin van de Tweede Wereldoorlog, over de adoptie<br />

van de kinderen van Guernica en over Picasso’s schilderij Guernica.<br />

Op deze manier probeerden ze de leerlingen begrip bij te brengen voor<br />

de gevolgen van oorlog, de waarde van vrede en migratie als een uitdagende<br />

ervaring. Ze wilden ook dat de leerlingen reflecteerden over hun<br />

wensen, hoop en dromen voor een vreedzame wereld en hun reflecties<br />

weer te geven op een groot schilderij: hun eigen Guernica’.<br />

II. Beschrijving van het project<br />

‘Kinderen van Guernica’ is een project dat werd opgestart door een<br />

organisatie voor kunst- en erfgoedonderwijs, ‘Ambrosia’s Tafel’ in<br />

samenwerking met INgeBEELD, het platform voor mediawijsheid<br />

van de Vlaamse Gemeenschap (BE). Het initiatief voor dit project<br />

kwam van de politie Gent, die een wedstrijd organiseerde voor<br />

alle scholen van Gent. Als beloning werd de winnende klas uitgenodigd<br />

om deel te nemen aan het internationale ‘Kids’ Guernica’,<br />

opgestart door ‘Art Japan Network’. In ‘Kids’ Guernica’ werd aan<br />

kinderen uit de hele wereld gevraagd om een schilderij te maken<br />

over vrede en samenwerking, geïnspireerd door Picasso’s schilderij<br />

Guernica. Dit project werd verrijkt door het gebruik van uitgegeven<br />

archiefbeelden en de persoonlijke input van Manuel, een politieman<br />

in Gent. Hij vertelde zijn vaders verhaal over de oorlog, adoptie<br />

en migratie. De naam van deze verrijkte versie van het project is<br />

‘Children from Guernica’ (‘Kinderen van Guernica’).<br />

De historische achtergrond van dit project leidt ons naar Guernica,<br />

de Baskische stad die op 26 April 1937 werd vernietigd door Duitse<br />

en Italiaanse bommenwerpers tijdens de Spaanse burgeroorlog. Dit<br />

historische bombardement, één van de eerste terreurbombardementen<br />

op een burgerdoel, inspireerde Picasso voor zijn beroemde schilderij<br />

‘Guernica’. Na dit bombardement besloten de inwoners van<br />

Guernica hun kinderen in veiligheid te brengen in gastgezinnen in het<br />

buitenland. Maar kort na de Spaanse burgeroorlog brak de Tweede<br />

Wereldoorlog uit. Hierdoor keerden veel van de Guernica-kinderen<br />

nooit terug naar hun families, met soms grote trauma’s als gevolg.<br />

In de motivatiefase van het project worden de onderwerpen over de<br />

Spaanse burgeroorlog, de Tweede Wereldoorlog en vrede en samenwerking<br />

in het algemeen voorgesteld aan de 17-jarige leerlingen van<br />

het 5de jaar secundair beroepsonderwijs (zorgafdeling) van het St.<br />

Vincentinstituut. Het project behelst verschillende vakken wat voor<br />

een vakoverschrijdende aanpak (PAV) zorgt. Picasso’s ‘Guernica’<br />

en het nieuwe Guernica-schilderij dat door de leerlingen wordt gemaakt,<br />

staan op de agenda van de kunst- en knutsellessen.<br />

In dit project werden verschillende materialen/methodes gebruikt:<br />

• een algemene geschiedenisles over de Spaanse burgeroorlog en<br />

het begin van Wereldoorlog II;<br />

• een kunstwerk waarbij het schilderij ‘Guernica’ van Picasso<br />

wordt gebruikt;<br />

• een documentaire ;<br />

• http://www.platformrondmediawijsheid.be/new/index_flash.<br />

jsp?v=488#/487 met het persoonlijk verhaal van politieman<br />

Manuel en zijn vader;<br />

• de creatieve samenwerking van de studenten rond het doek dat ze<br />

beschilderd hebben.<br />

65


66<br />

Het onderwerp ‘geweld’ werd bestudeerd in vakoverschrijdende thematische<br />

projectsessies, tijdens kunstlessen en door gebruik te maken<br />

van een digitaal archief in de klas.<br />

Het persoonlijke verhaal van Manuel Mùgica-Gonzalez, de zoon van<br />

één van de kinderen van Guernica, die toen hij 7 jaar oud was samen<br />

met zijn 8-jarige broer in Gent aankwam na het bombardement in<br />

Guernica, voegt een sterk ervaringsgericht aspect toe aan het project.<br />

Manuel vertelt het persoonlijke adoptieverhaal van zijn vader dat een<br />

verhaal van migratie werd, tegen de achtergrond van authentieke archiefbeelden<br />

van de Spaanse burgeroorlog en de massale evacuatie<br />

van kinderen die voor adoptie werden weggezonden als hun kans om<br />

de oorlog te overleven.<br />

De leerlingen van het 5de jaar van het St-Vincentinstituut in Gent maken<br />

hun eigen Guernica-schilderij (Foto: Ambrosia’s Tafel)<br />

“Het verhaal van jouw vader is in feite mijn verhaal”<br />

Het persoonlijke verhaal van Manuel, samen met de authentieke<br />

beelden, maken het onderwerp erg tastbaar en concreet. Eén van de<br />

leerlingen in de klas is een jongen uit Siërra Leone wiens vader stierf<br />

tijdens de burgeroorlog in zijn land, en hij arriveerde ook alleen in<br />

Gent om te ontsnappen aan het zinloze geweld in Siërra Leone. “Het<br />

verhaal van jouw vader is in feite mijn verhaal”, is zijn reactie op de<br />

inbreng van Manuel. Deze expliciete transfer is een katalysator voor<br />

de hele klas om te reflecteren op de kinderen van Guernica vandaag,<br />

en bijgevolg nemen ze het project over en maken er hun eigen project<br />

van.<br />

Reflectie en demonstratie zijn onderling verbonden in de derde fase<br />

van het project. De leerlingen reflecteren op en wisselen hun eigen<br />

wensen en hoop voor vrede en samenwerking uit en drukken deze<br />

uit in hun eigen Guernica-schilderij, in exact dezelfde maat als het<br />

originele werk van Picasso. Het gemeenschappelijk eindproduct, een<br />

schilderij van 7,80 m op 3,50 m werd getoond in het populairste winkelcentrum<br />

van de stad.<br />

Het hele project werd gefilmd en het resultaat is beschikbaar via internet.<br />

Dit is om anderen te inspireren hetzij om hetzelfde project te<br />

doen, hetzij om de methodologie te gebruiken van het combineren<br />

van archiefbeelden voor erfgoedonderwijs met de ontwikkeling van<br />

competenties zoals cultureel bewustzijn en expressie en sociale en<br />

burgerschapscompetentie. Het project ‘Kinderen van Guernica’ is het<br />

onderwerp van een erg succesvolle internationale onderneming en<br />

verschillende vertalingen van de film werden gemaakt in het Engels,<br />

Spaans en Baskisch.<br />

In dit voorbeeld waren de deelnemers leerlingen van het secundair<br />

beroepsonderwijs van ongeveer 17 jaar oud. Desondanks is het project<br />

ook geschikt voor jongere kinderen uit de basisschool, vooral omdat<br />

de protagonisten van het verhaal, de twee geadopteerde kinderen<br />

van Guernica, slechts 7 en 8 jaar oud waren toen ze Spanje voor<br />

adoptie verlieten.<br />

III. Contactinformatie<br />

Verschaffer van erfgoed<br />

De politie van Gent in samenwerking met Ambrosia’s Tafel and<br />

IngeBEELD<br />

Contactpersoon: Paul Bottelberghs<br />

E-mail: paulbottelberghs@hotmail.com<br />

Website: http://www.platformrondmediawijsheid.be/new/index_<br />

flash.jsp?v=488#/489<br />

School<br />

IVV Sint-Vincentius<br />

Molenaarsstraat 22<br />

9000 Gent<br />

België<br />

Tel: +32 (0)9 235 82 40<br />

Het nieuwe schilderij Guernica tentoongesteld in een populaire<br />

shopping mall in Gent (Foto: Ambrosia’s Tafel)


Cookies* (BE)<br />

I. Samenvatting van het project<br />

Sleutelcompetenties die aan bod komen in het project<br />

Leren leren<br />

Ondernemerschap<br />

Burgerschaps- en sociale competenties<br />

Cultureel bewustzijn en expressie<br />

‘Cookies’ is een concept van De Veerman, een organisatie voor<br />

kunstonderwijs, die ondersteunt wordt door Breedbeeld. Het concept<br />

houdt in dat scholen gecoacht worden om hun eigen erfgoedprojecten<br />

te ontwikkelen en te beheren. Het hoofddoel van<br />

Cookies is leerlingen in staat te stellen om met behulp van leerkrachten<br />

en een kunstenaar te leren hoe te reflecteren over cultureel<br />

erfgoed. In een Cookiesproject creëren alle studenten een<br />

artistiek product door de kracht van hun verbeelding te gebruiken.<br />

Het project gaat daardoor verder dan simpelweg het bestuderen<br />

van historische inhoud. De studenten maken allerlei soorten<br />

kunstwerken. Leerkrachten geven input tijdens hun lessen en een<br />

kunstenaar leidt het artistieke proces, daarenboven adviseert hij<br />

de betrokken leerkrachten over hoe geschikte lesinhoud over te<br />

brengen en inspireert hij de studenten over onderzoeksactiviteiten.<br />

Door het gebruik van artistieke media stimuleert de kunstenaar<br />

de creativiteit van de studenten en helpt hen nadenken over een<br />

nieuwe betekenis voor hun erfgoed.<br />

De lange-termijnuitwisseling tussen de kunstenaars en de leerkrachten<br />

maakt het project tot een rijke ervaring voor beide partijen.<br />

Gedurende één schooljaar werkt de school in verschillende<br />

contexten aan een Cookiesproject bijvoorbeeld door lessen in verschillende<br />

disciplines, uitstappen en workshops.<br />

In dit voorbeeld vond het Cookiesproject plaats in het departement<br />

houtbewerking en bouw aan het Koninklijk Technisch Atheneum<br />

van Halle (BE), een technische en beroepsschool voor leerlingen<br />

van 14 tot 18 jaar oud, maar het concept is zeker ook van toepassing<br />

op leerlingen van andere leeftijden en andere schoolniveaus.<br />

* De Troyer, V., Vermeersch, J. e.a. Hereduc. Heritage in the classroom. A practical manual for teachers, 2005.<br />

II. Beschrijving van het project<br />

Hoe werkt het Cookiesproject? Een projectteam van leerkrachten<br />

en een kunstenaar kiezen een bepaald soort erfgoed om mee te<br />

werken. Zij beslissen over mogelijke artistieke concepten voor de<br />

leerlingen of kiezen ervoor om deze concepten te laten groeien<br />

vanuit het onderzoek en de improvisatie van de leerlingen tijdens<br />

het schooljaar. Een Cookiesproject is vakoverschrijdend. Gedurende<br />

het schooljaar werkt elke leerkracht uit het projectteam binnen zijn<br />

of haar domein met het erfgoed. De kunstenaar ondersteunt het<br />

artistieke proces dat leerkrachten en leerlingen doormaken.<br />

Het Cookiesproject van de leerlingen begint met motivatieactiviteiten<br />

om vertrouwd te raken met het soort erfgoed dat ze ontdekken<br />

en waarover ze reflecteren tijdens het schooljaar. De projecten<br />

eindigen met presentaties van de leerlingen op een nationale<br />

Erfgoeddag of een Open Monumentendag.<br />

Leerkrachten en artiesten in een langetermijnsamenwerking (Foto: Hilde Braet)<br />

Het Koninklijk Technisch Atheneum uit Halle (BE) koos het Hallerbos<br />

als het erfgoed waarrond ze zouden werken. Het Hallerbos<br />

is een bos dat Duitsland van hout voorzag tijdens de Tweede<br />

Wereldoorlog. Heel waarschijnlijk werd dit hout gebruikt voor<br />

het bouwen van barakken in de concentratiekampen. Tijdens hun<br />

eerste studiebezoek bespraken de leerlingen de geschiedenis, het<br />

plantprogramma en de functie van het bos. Hilde Braet, de betrokken<br />

artieste in het project, toonde de leerlingen hoe het bos vanuit<br />

een artistiek oogpunt bekeken kon worden, hierbij gebruik makend<br />

van de beschikbare camera’s en er werd een collage gemaakt<br />

van de materialen die in het bos gevonden werden. De leerlingen<br />

67


68<br />

namen fotogrammen, een proces waarmee afdrukken gecreëerd<br />

kunnen worden zonder camera door fotogevoelig papier te gebruiken.<br />

Er werd tijd gespendeerd aan theorie en reflectie. Tijdens<br />

de houtbewerkingslessen werden de verschillende types hout uit<br />

het bos bestudeerd.<br />

Het tweede bezoek was een geleide tour in Fort Breendonk, een<br />

concentratiekamp uit de Tweede Wereldoorlog. Verschillende leerkrachten<br />

samen met de artieste maakten gebruik van deze uitstap<br />

om hun lessen en activiteiten te ondersteunen. Tijdens de voorbereiding<br />

werd een internetonderzoek uitgevoerd over verschillende<br />

concentratiekampen. Vervolgens werd één concentratiekamp uitgekozen<br />

zodat de studenten een computer-gebaseerd bouwplan<br />

konden maken dat kon worden uitgeprint. Tijdens de houtbewerkingslessen<br />

werd een bed uit een concentratiekamp bestudeerd,<br />

getekend en vervaardigd. In de lessen bouwtechnieken werd een<br />

plan van een barak getekend wat dan werd nagebouwd door de<br />

afdeling houtbewerking.<br />

Leerlingen bouwen installaties gebaseerd op hun eigen erfgoedervaringen<br />

(Foto: Hilde Braet)<br />

In een tweede fase werden taken gekozen niet alleen ter versterking<br />

van de technische vaardigheden maar ook ter versterking<br />

van de samenwerkingsvaardigheden. In Algemene studies<br />

en Ethiek werd het thema ‘Oorlog en Vrede’ bestudeerd, samen<br />

met de rol van concentratiekampen. Tijdens de fotografielessen<br />

werden opdrachten gekozen die het belang van Breendonk aantoonden.<br />

Andere leerlingen maakten zelfportretten ‘Ikzelf in een<br />

concentratiekamp’ en ook silhouetten van zelfportretten waarbij<br />

fotogrammen werden gebruikt met het thema ‘een gevangene<br />

in Breendonk’. De studenten deden alle moeite om beelden met<br />

expressie te creëren terwijl ze in hoge mate interesse en medewerking<br />

aan de dag legden.<br />

Aan het einde van het project organiseerde de school - als onderdeel<br />

van de nationale Erfgoeddag - een tentoonstelling gebaseerd<br />

op de verschillende lessen en de artistieke creaties. Voor dit<br />

evenement werd door de leerlingen een klaslokaal omgebouwd<br />

tot tentoonstellingsruimte en getransformeerd tot een kampbarak.<br />

Het bestond uit een bed, een reeks foto’s en notitieboekjes van<br />

leerlingen, een videodocumentaire over het kamp en persoonlijke<br />

bezittingen van een gevangene wiens zoon voor de gelegenheid<br />

door de school was gecontacteerd. Toen een leerling die niet betrokken<br />

was bij het project hoorde over de tentoonstelling, keerde<br />

hij uit vakantie terug om zijn collectie legerhelmen aan de tentoonstelling<br />

toe te voegen.<br />

III. Contactinformatie<br />

De Veerman vzw<br />

Kronenburgstraat 34<br />

2000 Antwerpen<br />

Telefoon: +32 3 290 69 66<br />

Fax: +32 3 290 69 66<br />

E-mail: annemie.geerts@veerman.be<br />

Website: http://www.veerman.be<br />

Dienst Cultuur Provincie Vlaams-Brabant<br />

Provincieplein 1<br />

3010 Leuven<br />

Telefoon: +32 16 26 76 93<br />

E-mail: breedbeeld@vl-brabant.be<br />

KTA Halle<br />

Kluisstraat 1; 1500 HALLE<br />

Telefoon: +32 2 361 59 59<br />

Fax : +32 2 356 83 63<br />

E-mail: info@kta-halle.be<br />

louis.schools@pandora.be<br />

Website: http://www.kta-halle.be/


De Odyssee van Tram 92 (BE)<br />

I. Samenvatting van het project<br />

Sleutelcompetenties die aan bod komen in het project<br />

Leren leren<br />

Ondernemerschap<br />

Burgerschaps- en sociale competenties<br />

Cultureel bewustzijn en expressie<br />

Verschillende soorten erfgoedelementen zoals monumenten, multiculturele<br />

zones en verhalen kunnen ontdekt worden langs tramlijn<br />

92, deze lijn doorkruist de hele stad Brussel vanuit het treinstation<br />

van Schaarbeek tot Fort Jaco. In het project ‘De Odyssee van<br />

Tram 92’ maken leerlingen uit het basisonderwijs van 10 tot 12<br />

jaar oud twaalf tramritten waarbij ze twaalf verschillende opdrachten<br />

uitvoeren. Tijdens iedere rit ontdekken de kinderen nieuwe<br />

plaatsen, verhalen, parken en monumenten. Elke leerling heeft<br />

een ‘tramdagboek’ voor persoonlijke notities en schetsen. Al de<br />

ontdekkingen van de leerlingen vormen samen de basis voor het<br />

verhaal over Yvette de vlieg wat de verbeelding van de leerlingen<br />

stimuleert, maar wat ook structuur biedt om al de plaatsen te onthouden<br />

die de leerlingen ontdekt hebben om ze zo met anderen<br />

te delen. Een professionele illustrator helpt de leerlingen om hun<br />

tekeningen, schetsen, notities en foto’s om te zetten in een geïllustreerd<br />

album.<br />

schilderij van een leerling over tram 92 (Foto: Jacques Borzykowski)<br />

‘De Odyssee van Tram 92’ helpt verschillende doelen te bereiken<br />

zoals: het vergroten van de nieuwsgierigheid van de leerlingen<br />

voor de wereld rondom hen, het ontwikkelen van hun<br />

observatievaardigheden, vertrouwen te hebben in hun eigen observaties,<br />

hun creativiteit te ontwikkelen, erfgoed tot leven te brengen,<br />

hun vertel- en creatieve schrijfvaardigheden te ontwikkelen,<br />

digitale foto’s te leren nemen, het leren maken van een digitale<br />

video en het nemen van notities, zowel tekst als schetsen.<br />

II. Beschrijving van het project<br />

‘De Odyssee van Tram 92’ is een erfgoedproject dat door Patrimoine<br />

à roulettes asbl werd opgezet in samenwerking met een professionele<br />

illustrator en de leerlingen en de leerkracht van klas 5A van de<br />

gemeentelijke school n° 1 in Schaarbeek, Brussel. Het hele project<br />

werd gefilmd en een documentaire ‘Le patrimoine, ça déchire!’<br />

werd geproduceerd door Jacques Borzykowki voor het ‘Centre<br />

Vidéo de Bruxelles’.<br />

Tram 92 doorkruist Brussel, vanaf het treinstation in Schaarbeek<br />

passeert hij door verschillende multiculturele stadsdelen, gebieden<br />

met prestigieuze monumenten, parken en kastelen tot Fort Jaco.<br />

In twaalf ritten en via twaalf opdrachten ontdekken de leerlingen<br />

welke rijke en kleurrijke erfgoedlocaties hun stad te bieden heeft<br />

langs tramlijn 92. Iedere leerling heeft een persoonlijk tramdagboek<br />

waarin ze hun observaties, notities, tekeningen en sketches<br />

van al hun ontdekkingen en conversaties met andere trampassagiers<br />

bijhouden. Naarmate de leerlingen vorderen in het project,<br />

brengen ze hun bevindingen en ervaringen over in het fantasierijke<br />

verhaal van ‘Yvette de vlieg’, dit biedt structuur waardoor ze beter<br />

kunnen onthouden wat ze ontdekt hebben en ze delen dit met<br />

anderen. Met behulp van een professionele illustrator resulteren de<br />

tekeningen en foto’s van de leerlingen in een album.<br />

De eerste tramrit kan beschouwd worden als de motivatiefase van<br />

het hele project: zonder enige theoretische input gaan de leerlingen<br />

op uitstap met tramlijn 92 om te observeren, te luisteren, te<br />

voelen en te ervaren. Het is essentieel dat men ernaar streeft de<br />

leerlingen bij een eerste opdracht van een persoonlijke ervaring<br />

te voorzien waarbij ze emotioneel aangesproken worden door het<br />

erfgoed dat ze ontdekken. Dit is de basis voor hun ‘eigendomgevoel’<br />

van het hele project.<br />

Vanaf de volgende opdracht is het een mix van ervaringsopdrachten<br />

en theoretische input die het leerproces van de leerlingen<br />

stuurt. Alle opdrachtkaarten zijn opgevat als een samenvatting<br />

van de hoofddoelstellingen van iedere taak, die moet worden<br />

69


70<br />

Eine Straßenbahnfahrt – eine Zeichnung einer SchülerIn (Foto: Jacques Borzykowski)<br />

uitgevoerd tijdens de tramrit zoals observaties, interviews met passagiers<br />

enzovoort, of in de buurt van de tramhalte, in kleine groepjes<br />

of met de klas als geheel.<br />

Taken kunnen worden gekozen op basis van de leeftijd van de<br />

leerlingen. Sommige voorbeelden van dit project zijn observatieoefeningen,<br />

bv. het tekenen van een huis, van de skyline, het<br />

observeren van esthetische lijnen (bouwstijlen), kleurenschema’s,<br />

het focussen op details door verrekijkers te gebruiken of het doen<br />

van een foto-quiz; fantasierijke en narratieve schrijfoefeningen, het<br />

nemen van digitale foto’s vanuit verschillende perspectieven, een<br />

becommentarieerd videoverslag maken en mensen interviewen.<br />

Al deze taken dragen bij tot de rijke ervaringsaspecten van het<br />

project.<br />

In de presentatiefase is het tijd voor een professionele illustrator. Na<br />

wat theoretische input over de verschillende stappen die nodig zijn<br />

om een album te maken, gaat het veldwerk verder. Ondertussen<br />

ontstaat het verhaal van “Yvette de vlieg”. De illustrator vergezelt<br />

de leerlingen op hun tramritten om hen vervolgens te helpen hun<br />

ontdekkingen in een andere vorm om te zetten. Het uiteindelijke<br />

resultaat is een accordeonalbum met aan één kant een kaart van<br />

Brussel en tramlijn 92 en aan de andere kant afwisselend foto’s,<br />

tekeningen en sketches uit de persoonlijke tramdagboeken van de<br />

leerlingen.<br />

III. Contactinformatie<br />

Concept:<br />

Patrimoine à roulettes asbl<br />

Rue du Tienne, 20<br />

B-1495 Villers-la-Ville<br />

Website: patrimoinearoulettes@gmail.com<br />

Contactpersoon: Philippe Cotte<br />

E-mail: philippe.cotte@cvb-videp.be<br />

Adres: 11 rue de la Poste, 1030 Bruxelles<br />

Website (DVD en project beschijving): www.cvb-videp.be


Stedelijke drift (FR)<br />

I. Samenvatting van het project<br />

Sleutelcompetenties die aan bod komen in het project<br />

Leren leren<br />

Ondernemerschap<br />

Burgerschaps- en sociale competenties<br />

Cultureel bewustzijn en expressie<br />

De focus van het project ‘Stedelijke drift’ betreft de publieke zones<br />

en het lokale erfgoed in de stad Saint Jean d’Angély in de regio<br />

Poitou-Charentes in Frankrijk. Dit project werd gecreëerd voor<br />

leerlingen tussen 8 en 12 jaar oud. In groepjes van twee of drie<br />

werden de leerlingen ‘geografische acteurs’. Ze ontwikkelen een<br />

toeristische route door de stad gebaseerd op bepaalde thema’s zoals<br />

erfgoed en architectuur, waarbij gebruik wordt gemaakt van de<br />

monumenten in de stad. Hierdoor leren de leerlingen anders denken<br />

over bekende publieke plaatsen. Dit project werd ontwikkeld<br />

door ‘Centre de Culture Européenne / Service Educatif’ en ’Collège<br />

Texier Saint Jean d’Angély’, in Frankrijk.<br />

II. Beschrijving van het project<br />

In het project ‘Stedelijke drift’ ontwikkelen leerlingen uit het basisonderwijs<br />

van 8 tot 12 jaar oud hun gevoel voor observatie en leren ze<br />

over lokaal erfgoed. De opdracht is dat de leerlingen een toeristische<br />

route door de stad uitstippelen waarbij ze zich richten op bepaalde<br />

thema’s zoals erfgoed en architectuur daarbij gebruik makend van<br />

de monumenten van Saint Jean d’Angély. Tijdens deze opdracht<br />

groeit de samenhang en het onderlinge begrip in de groepjes.<br />

In dit project heeft de regionale overheid voor culturele zaken van<br />

Saint Jean d’Angély een plan opgesteld om haar Romeinse monumenten<br />

te renoveren. Men wil dit plan delen met de lokale bevolking.<br />

Daarom vragen zij het hoofd van culturele structuren, het toeristisch<br />

informatiecentrum en de lokale winkeliersvereniging om een route te<br />

ontwikkelen die de nadruk legt op al de gerenoveerde gebouwen. De<br />

leerlingen spelen de rol van de vertegenwoordigers van deze groepen.<br />

Aan het begin van het project voeren de leerlingen een ‘stedelijke<br />

drift’ uit, een oefening die de leerlingen toestaat om de ruimte<br />

rondom zich te observeren. Nadien ontwikkelen ze tours door St. Jean<br />

d’Angély. Deze routes worden verzameld in een toeristische folder in<br />

samenwerking met het toeristisch informatiecentrum en de stad.<br />

Jongeren ontdekken de stad (Foto: Centre de Culture européenne)<br />

71


72<br />

Jongeren ontdekken de Fenioux tentoonstelling (Foto: Centre de Culture européenne)<br />

III. Contactinformatie<br />

Verschaffer van erfgoed<br />

Centre de Culture Européenne / Service Educatif<br />

Abbaye Royale<br />

17400 Saint-Jean d‘Angély<br />

FRANKRIJK<br />

Tel. : +33 (0)5 46 32 60 60<br />

E-mail: secretariat@cceangely.org<br />

Website: www.cceangely.org<br />

School<br />

Collège Texier<br />

Contactpersoon: Frederic Samuel<br />

Adres: 4 Rue du Professeur Texier<br />

17400 Saint Jean d‘Angély<br />

FRANKRIJK


De geschiedenis van de kunst (FR)<br />

I. Samenvatting van het project<br />

Sleutelcompetenties die aan bod komen in het project<br />

Leren leren<br />

Ondernemerschap<br />

Burgerschaps- en sociale competenties<br />

Cultureel bewustzijn en expressie<br />

Eén van de vakken in het curriculum van het Franse secundair onderwijs<br />

is kunstgeschiedenis, dat verschillende velden omvat: stadskunst,<br />

literaire, hedendaagse en audiokunst, uitvoerende en visuele<br />

kunsten. Het vak wordt onderwezen om te bouwen aan een<br />

gemeenschappelijke cultuur die de studenten kunnen begrijpen en<br />

appreciëren. Het bestuderen van kunstwerken is een erg belangrijk<br />

onderdeel binnen het Franse secundaire schoolprogramma, en<br />

daarenboven een onderdeel van het nationale examen (‘Brevet national<br />

des collèges) op het einde van het secundair onderwijs.<br />

Frankrijk, Geschiedenis van de Kunst, “De Oorlog” Triptiek van Otto Dix, 1929-1932<br />

(Foto: Frédéric Samuel)<br />

De secundaire school ‘Collège Texier’ en het centrum voor<br />

Europese cultuur van Saint Jean d’Angély (FR) ontwikkelden een<br />

vakoverschrijdend project rond het thema ‘Oorlog: Kunst, Natie en<br />

Macht’. In het project tonen leerkrachten aardrijkskunde, muziek,<br />

geschiedenis en visuele kunsten hoe toegepaste en visuele kunsten,<br />

cinema, audiovisuele kunsten, dans, muziek, theater en circusvoorstellingen<br />

de relatie met andere vakken zoals Frans, andere<br />

moderne talen en oude talen, burgerschapsonderwijs, filosofie,<br />

wetenschap, economie, sociale en technische vakken, sportwetenschappen<br />

kunnen versterken.<br />

Het project werd ontwikkeld voor een groep van 13 tot 15 jarige<br />

leerlingen. In kleine groepjes onderzochten deze leerlingen drie<br />

onderwerpen door verschillende kunstwerken te verkennen en te<br />

bestuderen.<br />

II. Beschrijving van het project<br />

‘De geschiedenis van de kunst’ is een project dat ontwikkeld werd<br />

door de secundaire school ‘Collège Texier’ en het centrum voor<br />

Europese cultuur van Saint Jean d’Angély (FR). Kunstgeschiedenis<br />

73


74<br />

is één van de vakken in het Franse secundaire onderwijscurriculum<br />

dat deel uitmaakt van het nationale examen.<br />

160 leerlingen uit het laatste jaar van het lager secundair onderwijs<br />

nemen deel aan dit project. Twintig van hen lijden aan dyslexie en<br />

dyspraxie. De activiteit heeft enkel betrekking op die leerlingen die<br />

meedoen aan het nationale examen en op hun leerkrachten en de<br />

lokale erfgoedaanbieders die deel uitmaken van het officiële beoordelingspanel<br />

van het examen.<br />

Dit project is specifiek bedoeld om de nieuwsgierigheid van de leerlingen<br />

te prikkelen en om hun creativiteit aan te moedigen, in het<br />

bijzonder wanneer deze gelinkt is aan een sensitieve beschouwing<br />

van de artistieke praktijk. Het werd ook ontworpen om de vaardigheid<br />

van het analyseren van een kunstwerk door de studenten te versterken,<br />

om de studenten hun eigen persoonlijke cultuur te helpen<br />

vormgeven, gebaseerd op de ontdekking en de analyse van belangrijke<br />

kunstwerken en tenslotte om de leerlingen bewust te maken van<br />

de cursussen en beroepen die gelinkt zijn aan de diverse domeinen<br />

van kunst en cultuur. Verder maakt dit project deel uit van de nieuwe<br />

examenpaper, onderdeel van het Nationale Certificaat van Algemeen<br />

Onderwijs (‘Brevet National des Collèges’). ‘De geschiedenis van de<br />

kunst’ wordt gedeeltelijk aangeboden in een gezamenlijke aanpak van<br />

de leerkracht.<br />

Het project is nauw verbonden met de verwerving van de Europese<br />

sleutelcompetenties cultureel bewustzijn en culturele expressie.<br />

Andere betrokken Europese sleutelcompetenties zijn:<br />

• burgerschaps- en sociale competenties: bv. de leerlingen mogen<br />

in groepjes van vijf rond een kunstwerk samenwerken en reflecteren<br />

op hun gemeenschappelijke erfgoed;<br />

• Communicatie in de moedertaal, bv. de leerlingen leren hoe ze een<br />

kunstwerk moeten waarnemen, beschrijven en analyseren, en bespreken<br />

hun gevoelens;<br />

• Autonomie en initiatief, bv. de leerlingen organiseren hun werk<br />

door nuttige informatie te verzamelen en die informatie te onthouden<br />

enz.<br />

Het project houdt ook andere competenties in die tot de focus van<br />

het project behoren, zoals een kunstwerk situeren in tijd en ruimte,<br />

artistieke referentiepunten hebben en omgaan met informatie in verschillende<br />

documentaire verslagen.<br />

Hoe worden de AQUEDUCT sleutelcompetenties behandeld? De<br />

voornaamste competentie cultureel bewustzijn en culturele expressie<br />

werd als volgt aangesproken. Het situeren van een kunstwerk in tijd<br />

en ruimte eist bijvoorbeeld van de leerlingen dat ze moeten weten<br />

hoe te werken met verschillende representaties, met de context en<br />

dat ze de voornaamste idee achter een kunstwerk kunnen achterhalen.<br />

Artistieke referentiepunten stellen de leerlingen in staat om een<br />

historische en culturele achtergrond te vergaren, wat inhoudt dat ze<br />

sommige elementen van de artistieke, de visuele en de muzikale taal<br />

moeten beheersen: het luisteren, het observeren en het beschrijven.<br />

Het omgaan met informatie vanuit verschillende documentaire bronnen<br />

is een proces dat het selecteren van informatie, het opslaan ervan,<br />

het voorrang geven aan, het confronteren met, het linken van documenten<br />

en het verantwoorden ervan, het beschrijven en karakteriseren<br />

met nauwgezette woordenschat, het filteren van de belangrijkste<br />

feiten tot het opbouwen van een argument doorloopt. Stap voor<br />

stap verwerven de leerlingen dan een bepaald niveau van cultureel<br />

bewustzijn.<br />

In dit project worden onderstaande onderwerpen en kustwerken geïntroduceerd<br />

aan verschillende groepjes van drie tot vijf leerlingen:<br />

• De Eerste Wereldoorlog en diens gevolgen waarbij de triptiek ‘De<br />

Oorlog’ van Otto Dix (1929-1932) en het ‘Oorlogsrequiem’ van<br />

Benjamin Britten over de gedichten van Wilfred Owen gebruikt<br />

worden<br />

• Het verloop van de oorlog, 1937 waarbij het schilderij ‘Guernica’<br />

(1937) van Pablo Picasso en ‘La chanson de l’exhibition’ (1937) van<br />

Georgius gebruikt worden.<br />

• De Genocide in de Tweede Wereldoorlog, waarbij gebruik gemaakt<br />

wordt van een foto van Kenna van 1993, ‘Kunstgetuige van een<br />

verleden tijd’ en muziek van Jean Ferrat ‘Nuit et Brouillard’ (1963)<br />

of Dimitri Chostakovitch, symfonie n° 13, en een gedicht op muziek<br />

‘Babi Yar’ die teksten declameert uit de tijd van de concentratiekampen:<br />

http://www.starzik.com/mp3:titres/Babi_Yar_Babi_Yar_<br />

Recitation-183432.html<br />

Na het luisteren, kijken en lezen, worden de leerlingen uitgenodigd om<br />

de gedachten en gevoelens die de kunstwerken bij hen opriepen met<br />

elkaar te delen. In groepjes delen ze hun persoonlijke standpunten.<br />

Daarna worden de studenten uitgenodigd om de kunstwerken vanuit<br />

een technisch standpunt te bekijken, te analyseren en hun historische<br />

context met de elementen uit de onderstaande tabel te beschrijven.<br />

De historische context Datum, historische periode, centrale idee<br />

Vorm Het type werk, genre, stijl, structuur<br />

Techniek Materialen, steun, gereedschap<br />

Betekenis De boodschap en diens betekenis<br />

Gebruik De functie, bestemming, misbruik en verwerping<br />

van erfgoed


Aan elke leerling wordt dan gevraagd om de volgende vragen<br />

op een blad papier te beantwoorden en om deze daarna met de<br />

groep te delen:<br />

• Hoe de leerling zich voelt wanneer hij naar de afbeelding kijkt<br />

en naar de muziek luistert;<br />

• Identificatie van het werk - presentatie van het werk: artiest,<br />

componist, titel, datum, techniek?<br />

• Historische context;<br />

• Welke elementen bevat het werk, bv. beschrijving van het werk,<br />

een verwant gedicht?<br />

• Wat zegt de afbeelding of de muziek? Welke boodschap wil de<br />

artiest overbrengen?<br />

• Gebruik van een bepaalde taal bv. van het schilderij, de foto of<br />

de muziek.<br />

Tijdens de evaluatie van de leerresultaten worden volgende criteria<br />

gebruikt: kennis van de taal, de context, kunstgeschiedenis; het<br />

vermogen om waar te nemen, te beschrijven, te analyseren en een<br />

mening te geven over kunstwerken; op gedragsniveau: nieuwsgierigheid,<br />

aandacht, concentratie, onderzoek en verkenning, kritisch<br />

denken.<br />

Het project stimuleerde de interactie tussen de leerlingen. Zowel<br />

hun persoonlijke als hun technische standpunten werden ontwikkeld.<br />

Eén van de moeilijkheden van het werken in groepjes was<br />

het ongunstige neveneffect dat er vaak één leerling stil blijft. Het<br />

probleem van zich durven uitdrukken in de omgeving van andere<br />

leerlingen lijkt groter wanneer op basis van emoties een kunstwerk<br />

moet beschreven worden. We dachten er dan aan om de meest<br />

terughoudende studenten het examen per twee te laten afleggen<br />

opdat ze allebei evenveel spreektijd zouden hebben. Anderen wilden<br />

het examen alleen afleggen maar dit had weinig zin omdat dit<br />

afbreuk zou doen aan het voordeel van brainstormen in groep. Het<br />

examen per twee lijkt een goede oplossing en het feit dat kunstgeschiedenis<br />

in Frankrijk nu van jongs af aan wordt onderwezen,<br />

is een fundamentele manier om dit probleem op lange termijn aan<br />

te pakken.<br />

III. Contactinformatie<br />

Erfgoedaanbieder<br />

Centre de Culture Européenne / Service Educatif<br />

Abbaye Royale<br />

17400 Saint-Jean d‘Angély<br />

FRANKRIJK<br />

Tel. : +33 (0)5 46 32 60 60<br />

E-mail: secretariat@cceangely.org<br />

Website: www.cceangely.org<br />

School<br />

Collège Texier<br />

Frédéric Samuel<br />

Adres:<br />

4 Rue du Professeur Texier<br />

17400 Saint Jean d‘Angély<br />

FRANKRIJK<br />

Tel: +33 (0)5 46 32 04 13<br />

E-mail: frederic.samuel@ac-poitiers.fr<br />

Website: charente-maritime.fr/colleges17/gt-st-jeandy/evaweb/<br />

Frankrijk, Geschiedenis van de Kunst, “omheiningen en wachttoren”,<br />

Michael Kenna, Post-concentratie kunst, 1993 (Foto: Frédéric Samuel)<br />

75


76<br />

Een dag uit het leven van een monnik (FR)<br />

I. Samenvatting van het project<br />

Sleutelcompetenties die aan bod komen in het project<br />

Leren leren<br />

Ondernemerschap<br />

Burgerschaps- en sociale competenties<br />

Cultureel bewustzijn en expressie<br />

Het project “Een dag uit het leven van een monnik” werd ontwikkeld,<br />

naar een idee van Philippe Grange-Ponte, door de secundaire school<br />

‘Collège Georges Texier’ en het centrum voor Europese cultuur in de<br />

Abbaye Royale in Saint Jean d’Angély in Frankrijk. Door middel van<br />

het project ontdekten leerlingen tussen 6 en 12 jaar oude artistieke<br />

expressievormen in het hart van de abdij, bv. kalligrafie, miniaturen,<br />

middeleeuwse liederen en muziek. In groepjes van drie of vier leerden<br />

de leerlingen hoe ze de rol van de kerk in de maatschappij konden<br />

omschrijven en leerden ze een dag te reconstrueren uit het leven<br />

van een monnik in de 17de eeuw. Op basis van zo’n typische dag<br />

van een monnik ontdekten de leerlingen een aantal activiteiten die<br />

door de monnik werden uitgevoerd, bv. kopiist, bakker, boer, dokter,<br />

biechtvader. Het doel is de leerlingen te laten inzien hoezeer de kerk<br />

aanwezig was in het dagelijkse leven van de mensen uit die tijd.<br />

II. Beschrijving van het project<br />

De lokale educatieve afdeling van Saint Jean d’Angély werkt in<br />

het kader van een partnerschap met verstrekkers van cultuur en<br />

erfgoed in hun omgeving om zo dit project aan scholen aan te<br />

bieden. Tal van andere personen zoals artiesten en leerkrachten<br />

zijn hierbij betrokken. In het project verwerven leerlingen kennis<br />

van zowel kunstgeschiedenis als van de erfgoedsite, de Abbaye<br />

Royale in Saint Jean d’Angély. Leerlingen doen dit door de verschillende<br />

momenten uit de dagdagelijkse praktijk van een monnik te<br />

herbeleven.<br />

In dit project leren leerlingen:<br />

• hoe referentiepunten in tijd te gebruiken door middel van de<br />

3D-borden. De student identificeert de Romaanse en Gotische<br />

periode;<br />

• over verschillende delen van het leven van een beroemd lokaal<br />

personage;<br />

• hoe ze een abdij moeten omschrijven. Met behulp van een plan<br />

verplaatsen de studenten zich rond het gebouw en zijn ze in<br />

staat om de organisatie ervan uit te leggen;<br />

• over het functioneren van de abdij;<br />

• hoe een kerk te beschrijven door het grondplan van de kerk te<br />

tekenen en diens architecturale elementen te herkennen;<br />

• over het katholieke geloof in de middeleeuwen;<br />

• over het dagelijkse leven van een monnik en hun belang in de<br />

middeleeuwen;<br />

• over de wens van de kerk om het bewustzijn van de mensen<br />

te leiden, bv. dogma en praktijken, de strijd tegen ketterij, de<br />

inquisitie, enz.;<br />

• over de economische macht en de sociale en intellectuele rol<br />

van de kerk, bv. integratie in het systeem van de adel (het seigneuriale<br />

systeem), het helpen van de armen, de educatieve rol;<br />

• een andere manier om te leren over de geschiedenis van de<br />

16de tot de 18de eeuw.<br />

Het project start met de leerkrachten die de geschiedenis van de<br />

stad en haar abdij voorstellen aan de leerlingen. De leerlingen zijn<br />

gewapend met een plan van de abdij, het schema van de monnik<br />

en een fragment uit de Regel van Sint Augustinus waarnaar<br />

de Benedictijnse monniken leefden. De leerlingen zijn gemotiveerd<br />

doordat ze mogen kiezen welke rol ze willen spelen. Ze moeten<br />

het tijdschema van de monnik gebruiken en ze kiezen de activiteit<br />

die ze willen ontdekken, waarna ze deze activiteiten organiseren<br />

Kerk van St. Jean D’Angély (Foto: Frédéric Samuel)


innen een bepaald tijdschema. De groepjes verkennen de abdij en<br />

de leerlingen gaan naar de delen van het monument die het meest<br />

relevant zijn voor de rol die ze kozen. Door het rollenspel ervaren zij<br />

zelf de dagelijkse routine en activiteiten van een monnik.<br />

Nadat ze vertrouwd zijn met de omgeving en de activiteiten nemen<br />

de studenten deel aan één van beide workshops:<br />

• Workshop 1: De religieuze aspecten van het leven van een<br />

monnik: de verschillen tussen de wereldlijke en geestelijke clerus,<br />

het gebed, het lezen van hoofdstukken van de geestelijke<br />

vereniging, de eucharistieviering, religieuze liederen, de biecht,<br />

enz.;<br />

• Workshop 2: Het dagelijkse leven: activiteiten voor buitenshuis<br />

zoals het bewerken en cultiveren van oogst, hout hakken, het<br />

verkopen van de wijn die ze produceerden; activiteiten voor<br />

binnenshuis zoals leren om een kopiist, bakker, kalligraaf, kok,<br />

dokter… te worden.<br />

Kerk van St. Jean D’Angély (Foto: Frédéric Samuel)<br />

Als resultaat van hun ervaringen creëren de leerlingen een tentoonstelling<br />

met de producten van de workshops zoals notities,<br />

plattegronden van de kerk die verder moeten worden aangevuld<br />

of thematische schetsen van architecturale façades, en verhalen<br />

over een dag uit het leven van een monnik. De studenten moeten<br />

reflecteren op hun ervaring en dit maakt dat zij de rol van de kerk<br />

en haar maatschappelijk belang begrijpen.<br />

Om goed te kunnen reflecteren op hun belevenissen krijgen de studenten<br />

een document opgedeeld in drie kolommen. In de eerste<br />

kolom sommen de studenten de elementen op die ze verzamelden<br />

tijdens hun bezoek en hun ervaringen daarbij. In de tweede kolom<br />

classificeren de studenten deze elementen volgens thema: religieus,<br />

cultureel en economisch. In de laatste kolom schrijven ze een<br />

tekst die verwijst naar de initiële vraag: ‘Hoe ervaar ik de rol van<br />

de kerk in de middeleeuwen op basis van de dagelijkse activiteiten<br />

van de monnik?’<br />

Indien mogelijk kan het werk dat door de studenten in de workshops<br />

verricht werd nog versterkt en meer dynamisch gemaakt<br />

worden door een overnachting in de abdij te organiseren. Op deze<br />

manier duurt het project twee dagen wat de studenten toelaat<br />

veel meer activiteiten van de monniken uit te voeren en aan alle<br />

activiteiten van de twee workshops deel te nemen.<br />

De leerkracht kan ook een bezoek van een monnik of geestelijke<br />

aan de school organiseren of de studenten kunnen tonen wat ze<br />

geleerd hebben, bijvoorbeeld door een concert te geven met de<br />

muziek die ze maakten tijdens de workshop, door brood te bakken<br />

of door kalligrafie te demonsteren.<br />

III. Contactinformatie<br />

Verschaffer van erfgoed<br />

Centrum voor Europese cultuur - Centre de Culture Européenne<br />

Adres: Abbaye Royale<br />

17400 Saint Jean d’Angély<br />

E-mail: cceangely@wanadoo.fr<br />

School<br />

Collège Georges Texier<br />

Contactpersoon: Frédéric SAMUEL<br />

Adres: 4 rue du professeur Téxier<br />

17400 Saint Jean d’Angély<br />

E-mail: frederic.samuel@ac-poitiers.fr<br />

77


78<br />

Europees studieprogramma: Mijn visie voor Europa (IE)<br />

I. Samenvatting van het project<br />

Sleutelcompetenties die aan bod komen in het project<br />

Leren leren<br />

Ondernemerschap<br />

Burgerschaps- en sociale competenties<br />

Cultureel bewustzijn en expressie<br />

Het doel van het project ‘Mijn visie voor Europa’ is het promoten<br />

van tolerantie ten opzichte van andere culturen en wederzijds<br />

begrip voor cultureel erfgoed in het noorden en het zuiden van<br />

Ierland. Het verbindt rooms-katholieke met protestante scholen<br />

in Noord-Ierland door gemeenschapsoverschrijdende projecten<br />

en het verbindt hen met scholen over de grens met de Republiek<br />

Ierland. Daarenboven verbindt dit Europese studieproject de<br />

scholen van oost naar west tussen de Britse eilanden en de rest<br />

van Europa. In het ‘Mijn visie voor Europa-project’ werden studentenworkshops<br />

over de conservatie van gebouwen, cultureel<br />

bewustzijn, religieuze tolerantie en burgerschapsonderwijs georganiseerd.<br />

Studenten produceerden en verspreidden video’s<br />

met hun visie over het Ierse erfgoed en de Europese Unie, met<br />

thema’s als:<br />

• Beeld je in dat Ierland geen lid was van de Europese Unie –<br />

hoe zou dat zijn?<br />

• ‘Kapitein Europa’ – een Europese superheld die de mensen<br />

in de verschillende conflictgebieden in Ierland komt redden.<br />

• Beeld je in dat je een buitenaardse bezoeker bent die in<br />

Ierland landt – hoe zou jij de Europese Unie uitleggen?<br />

II. Beschrijving van het project<br />

Erfgoed In Ierland in z’n geheel is een complex onderwerp dat<br />

mogelijk zelfs tot verdeeldheid kan leiden. Jonge mensen hebben<br />

erg verschillende percepties van hun identiteit en ‘Iersheid’.<br />

In Noord-Ierland, dat deel uitmaakt van het Verenigd Koninkrijk,<br />

zijn er twee verschillende groepen binnen de gemeenschap.<br />

Eén groep beschouwt zichzelf als ‘Brits’ en de andere groep beschouwt<br />

zichzelf als Iers. Deze verdeeldheid heeft te maken met<br />

religieuze loyaliteit en ook met de geschiedenis van de gewelddadige<br />

conflicten in deze regio die een grote rol heeft gespeeld<br />

bij het bestendigen van deze verdeeldheid. Op het moment is er<br />

een beweging in opgang voor een ‘gedeelde toekomst’ waarbij<br />

beide zijden van de gemeenschap zich engageren op burgerlijk<br />

niveau. De Republiek Ierland heeft een belangrijke rol gespeeld<br />

in de beheersing van het conflict door in 2005 de territoriale<br />

claim op het noorden van Ierland op te geven en door de juiste<br />

grondwettelijke veranderingen door te voeren. De Ierse regering<br />

werkt nauw samen met de lokale en nationale regering in<br />

het Verenigd Koninkrijk en er zijn een aantal grensoverschrijdende<br />

initiatieven voor scholen en jongeren met betrekking tot<br />

erfgoedonderwijs.<br />

Het Europese studieproject is een school-gebaseerd curriculum<br />

dat in 1986 werd opgesteld door de twee onderwijsdepartementen<br />

in Noord- en Zuid-Ierland. Het voornaamste doel is<br />

gezamenlijke curriculum-gebaseerde links te bewerkstelligen.<br />

Er zijn tegenwoordig 300 secundaire scholen betrokken in<br />

Europese studies. Deze behelzen secundaire scholen, gymnasia<br />

(selectieve), scholen voor studenten met een beperking, scholen<br />

voor studenten in een non-formele schoolomgeving en colleges<br />

voor voortgezet en hoger onderwijs.<br />

Naast het Europese studieprojectteam zijn er ook nog andere<br />

organisaties bij het project betrokken:<br />

• Gemeenschapsrelaties in scholen<br />

• Het Europese parlement in Ierland<br />

• De Europese commissie in Ierland<br />

• De Europese beweging<br />

• Léargas (Het nationaal agentschap voor het levenslang leerprogramma<br />

voor de Republiek Ierland)<br />

• Het Ierse filminstituut<br />

Het project ‘Mijn visie voor Europa’ focust op de visie voor<br />

Europa vanwege groepen Ierse secundaire schoolstudenten.<br />

Het onderscheidt zich omdat het op een volledige Ierse basis<br />

met uitsluitend Ierse partners wordt geleid. Het project maakt<br />

bovendien gebruik van de meest recente innovaties in communicatietechnologie<br />

en sociale media inclusief digitale media,<br />

YouTube en Teacher-tube. Er is een doorlopende sterke link met<br />

het Ierse filminstituut, voordelig voor alle partners. De resultaten<br />

hiervan zijn de productie en de verspreiding van video’s die volledig<br />

door de studenten zelf werden geproduceerd. Deze handelen<br />

over verschillende Europese thema’s, maar altijd vanuit<br />

Iers perspectief.


De thema’s die tot nu toe aan bod kwamen, zijn:<br />

• Beeld je in dat Ierland geen lid is van de Europese Unie – Hoe<br />

zou dat zijn?<br />

• ‘Kapitein Europa’ – een Europese superheld die de mensen in de<br />

verschillende conflictgebieden van Ierland komt redden.<br />

• Beeld je in dat je een buitenaardse bezoeker bent die in Ierland<br />

landt – hoe zou jij de Europese Unie uitleggen?<br />

De doelgroepen waren hele klassen van 15 en 16-jarige leerlingen.<br />

In het noorden was ieder studiedomein aanvaardbaar, terwijl deze<br />

leeftijdsgroep in de Republiek Ierland samenviel met het overgangsjaar<br />

waarin geen formele examens afgelegd moesten worden en<br />

waarbij studenten van alle bekwaamheden betrokken werden.<br />

Informatie- en communicatietechnologie wordt aan beide kanten<br />

van de grens als een voornaam vak onderwezen, zodus is dit aspect<br />

van het project diep verankerd in het leerplan. De studenten bestudeerden<br />

ook de geschiedenis van de Europese Unie en de relatie<br />

tussen Ierland, noord en zuid, en de Europese Unie. Naast de organisaties<br />

hierboven opgesomd, trok het project ook professionele<br />

filmmakers aan die de deelnemers beoordeelden.<br />

Als voorbereidende activiteit onderzochten de leerlingen de gekozen<br />

onderwerpen individueel en in groep. In dit stadium werden ook de<br />

rollen toegezegd voor het maken van de film. Dit werd vervolgens<br />

op de Europese studieproject website geplaatst, wat de studenten<br />

de kans gaf om voor de thema’s en de onderwerpen te stemmen.<br />

Dit leidde tot een gezamenlijk verblijf voor de finalistscholen waaraan<br />

hele klassen deelnamen. Het was echt in dit stadium dat de<br />

leerlingen met vraagstukken over hun gezamenlijke en individuele<br />

erfgoed werden geconfronteerd. Het verblijf hield workshops in over<br />

Studenten in het Europees parlement (Foto: European Studies Programme)<br />

de conservatie van gebouwen, cultureel bewustzijn, religieuze tolerantie<br />

en burgerschapsonderwijs. Deze startten met eenvoudige<br />

identiteitsworkshops – waarbij gekeken werd naar hun eigen erfgoed<br />

– en deze werden gevolgd door het werk in multinationale<br />

groepen. Hierin werden vooral de mythes en de stereotypes van ieders<br />

identiteit onderzocht. Er was ook wat ‘gender-werk’ daar veel<br />

scholen in de Republiek Ierland niet gemengd zijn.<br />

De didactische methodes die gebruikt werden, waren daarom leren<br />

door te doen, leren in leeftijdsgroepen en individueel leren. Al deze<br />

methodes hielpen om de communicatie- en presentatievaardigheden<br />

van de leerlingen te ontwikkelen. De eindproducten waren digitale<br />

video’s die tentoongesteld werden op de slotdag van het Ierse<br />

filminstituut. Tot de prijzen behoorden gezamenlijke uitstappen naar<br />

het Europese Parlement in Straatsburg.<br />

Het project werd als succesvol beschouwd en de organisatoren zijn<br />

van plan het te herhalen in 2012. De sterkte van het project is dat<br />

begeleiding door de leerkracht overbodig is. De studenten zijn zelf<br />

gemotiveerd om het project voort te stuwen en om meer te leren<br />

over het erfgoed van hun leeftijdsgenoten aan de andere kant van<br />

de grens. Naar alle waarschijnlijkheid brengt het nieuwe project<br />

meer persoonlijke ontmoetingen in een vroeger stadium met zich<br />

mee als de studenten bezig zijn met de onderzoeksactiviteiten.<br />

III. Contactinformatie<br />

De winnende groep (Foto: European Studies Programme)<br />

Europees studieproject<br />

Contactpersoon: Maxine Judge<br />

Adres: South Eastern Library Board, 3 The Mall, Armagh, BT61 9AX<br />

Ireland<br />

E-mail: maxinej@iol.ie<br />

Website: www.european-studies.org<br />

79


80<br />

Emotionele paden voor kinderen en jongeren in het ‘Manifattura delle Arti’ (IT)<br />

Percorsi emotivi per bambini e ragazzi alla Manifattura delle Arti<br />

I. Samenvatting van het project<br />

Sleutelcompetenties die aan bod komen in het project<br />

Leren leren<br />

Ondernemerschap<br />

Burgerschaps- en sociale competenties<br />

Cultureel bewustzijn en expressie<br />

“De landkaart is dus onze taak!”<br />

C., deelnemer aan het project, 9 jaar oud<br />

Het project ‘Percorsi emotivi per bambini e ragazzi alla Manifattura<br />

delle Arti’’ startte in september 2010 en eindigde in mei 2011. Het<br />

is een experimenteel project dat werd uitgevoerd door Fondazione<br />

Istituto Gramsci Emilia-Romagna, Associazione Mappe Urbane<br />

en MAMbo, het departement onderwijs van het Museo D’Arte<br />

Moderna di Bologna. De emotionele relatie tussen de stad en haar<br />

cultureel erfgoed is het centrale element. Vertrekkende vanuit het<br />

museum nemen twee groepen van een kleuter- en een basisschool<br />

deel aan een speciale ontdekkingsreis en de analyse van hun district,<br />

het Manifattura delle Arti-gebied. De bijdragen van de kinderen<br />

werden verzameld en geüpload op een geoblog, een elektronische<br />

landkaart van het bestudeerde gebied, die hun emotionele<br />

paden toont en de identiteit van het gebied weergeeft zoals ze<br />

echt is en zoals ze wordt waargenomen. Het project eindigde met<br />

een tentoonstelling van al het tijdens het project geproduceerde<br />

materiaal.<br />

II. Beschrijving van het project<br />

De ‘Associazione Mappe Urbane-onderzoeksgroep’ werkt sinds<br />

2007 voor het ‘Fondazione Istituto Gramsci Emilia-Romagna in<br />

Bologna (IT). De groep wordt gecoördineerd door de directeur<br />

research, Matilde Callari Galli en haar voornaamste doel is “het<br />

identificeren van de verschillende soorten relaties die de stedelijke<br />

ruimtes kunnen bieden aan de burgers die er leven en deze dagelijks<br />

ervaren”. In 2009, na verschillende onderzoeksactiviteiten,<br />

creëerde ‘Associazione Mappe Urbane’ de geoblog www.percorsiemotivi.com.<br />

Deze website wil dialoog en interactie tussen de burgers van<br />

Bologna en de elektronische kaart van haar eigen stad ontwikkelen.<br />

Mensen kunnen hun gedachten, hun voorstel of herinneringen<br />

opgewekt door een specifieke ruimte plaatsen op een<br />

specifiek punt op de landkaart. De geüploade bijdragen kunnen<br />

foto’s, tekeningen of teksten zijn om op die manier een alternatief<br />

Bologna de creëren zoals ze door de inwoners ervaren wordt naast<br />

een echt Bologna.<br />

Het ‘percorsi emotivi per bambini e ragazzi’ -project ontstond in<br />

deze context met de bedoeling om een nieuwe geoblog met een<br />

nieuwe emotionele landkaart te creëren, deze zou volledig opgedragen<br />

worden aan kinderen en gemaakt worden met behulp van<br />

hun bijdragen. Nadien besloot de ‘Associazione Mappe Urbane’<br />

om ‘MAMbo’, het departement onderwijs van het Museo D’Arte<br />

Moderna di Bologna bij het project te betrekken. De partners besloten<br />

ook om twee studenten te betrekken die de lessen communicatie-<br />

en kunstonderwijs aan de Academie voor beeldende kunst<br />

in Bologna volgden.<br />

De studenten namen deel aan het hele project en wijdden hun<br />

thesis eraan. De ‘Associazione Mappe Urbane’ en het departement<br />

onderwijs van het ‘MAMbo’ volgden alle fases op, vanaf het initiële<br />

idee, onder het toezicht van Cristina Francucci, directeur research<br />

van het ‘MAMbo’ departement onderwijs, tot de slotfase.<br />

Leerlingen aan het werk met de Manifattura delle Arti map<br />

(Foto: MAMbo - Education Department)


Het project onderzocht het ‘Manifattura delle Arti’-gebied omdat<br />

het onderdeel is van het Porto District, waar ‘MAMbo’ gelegen is,<br />

en omwille van de verscheidene transformaties die het de laatste<br />

eeuwen onderging, van industriële tot culturele zone.<br />

Het project richtte zich op twee verschillende groepen. De eerste<br />

groep werd gevormd door 20 kinderen van vijf jaar oud uit de<br />

‘Mago Merlino’ kleuterschool in Manifattura delle Arti. De tweede<br />

groep bestond uit 24 kinderen van negen jaar uit basisschool ‘De<br />

Amicis’ in het district Porto. Beide groepen worden getypeerd door<br />

hun grote culturele verscheidenheid en de interactie met het gebied<br />

was dus de kern van het project. Een ander belangrijk doel was het<br />

leerproces te ondersteunen door onderzoek te doen naar het culturele<br />

erfgoed in een stedelijke omgeving, een plaats van culturele<br />

uitwisseling, het vermogen persoonlijke onderzoekvaardigheden<br />

te ontwikkelen en een kritische interpretatie van artistieke en praktische<br />

data. Het project wilde de relatie tussen onderwerp en territorium<br />

onderzoeken, tussen private identiteit en publieke ruimtes,<br />

sociale en burgerschapscompetenties ontwikkelen en reflecteren<br />

Het „emotionele stratenplan“ gecreëerd voor de slottentoonstelling van het project en die alle bijdragen van de kinderen toont.<br />

(Foto: MAMbo - Education Department)<br />

op het gevoel van thuishoren in een gebied.<br />

Daarenboven had het project op het vlak van schoolcurriculum<br />

specifieke doelstellingen voor elke klas:<br />

• voor de jongere groepen een gevoel van richting in de ruimte<br />

stimuleren en het concept van tijd uitdiepen;<br />

• voor leerlingen uit het basisonderwijs hun enkele historische<br />

en geografische concepten laten verwerven, die zouden uitgewerkt<br />

worden door hun leerkrachten op school.<br />

Tijdens de voorbereidende stap werden de algemene doelstellingen<br />

van het project met al de partners gedeeld. Later ontmoette<br />

het educatieve personeel van het museum de leerkrachten van<br />

beide scholen om zo de situatie van elke klas en de behoeften<br />

en de vaardigheden van de leerlingen beter te leren kennen. Dan<br />

startte de ‘praktische fase’ in het project, die vijf ontmoetingen<br />

inhield voor iedere groep. Alle activiteiten waren gebaseerd op<br />

vier onderzoekcategorieën die ook de structuur van de geoblog<br />

bepaalden:<br />

81


82<br />

1. Waar ik van hou/wat ik vrees;<br />

2. Wat ik vond;<br />

3. Wat er was/wat er is;<br />

4. Wat ik zou willen veranderen;<br />

De voorbereidende activiteit vond plaats in het MAMbo zodat de<br />

deelnemers de permanente collectie konden bezoeken. De kern<br />

van deze workshop bestond erin te focussen op het concept van<br />

‘pad en emotionele landkaart’ door de relatie met hedendaagse<br />

kunstwerken.<br />

De tweede ontmoeting vond plaats in het departement onderwijs.<br />

De workshopactiviteiten werden uitgevoerd om de bijzondere geschiedenis<br />

van de Manifattura delle Arti te ontdekken en hoe deze<br />

door de tijd veranderd is.<br />

De derde en vierde ontmoetingen werden op locatie gehouden.<br />

Tijdens deze workshops werden de kinderen betrokken in esthetische<br />

wandelingen om de stedelijke ruimtes met een emotionele,<br />

creatieve en multi-sensoriële aanpak te verkennen. De kinderen<br />

konden educatieve kits gebruiken met karton om enkele paletten<br />

te creëren van de kleuren van de straat en de gebouwen, transparante<br />

dozen om natuurlijke elementen uit het park mee op te<br />

rapen en een camera om foto’s van de omgeving te maken.<br />

De vijfde ontmoeting vond plaats in de klaslokalen van de scholen.<br />

Aan de leerlingen werd gevraagd om hun wensen ten aanzien van<br />

het Manifattura delle Arti-gebied op te schrijven, bv. wat ze zouden<br />

toevoegen en hoe ze zouden veranderen wat al bestaat.<br />

In mei 2011 vond de slottentoonstelling van het project plaats in<br />

het onderwijsdepartement van het MAMbo. Alle partners, de kinderen<br />

en hun families namen deel, wat het project een gedeelde<br />

ervaring maakte en waarbij de daarmee gepaard gaande disseminatieactiviteiten<br />

werden opgestart. Al de producten van de kinderen<br />

werden geüpload op de nieuwe geoblog www.mamboedu.<br />

maps.percorsi-emotivi.com, die gekenmerkt wordt door een specifieke<br />

grafische interface.<br />

‘Percorsi emotivi per bambini e ragazzi’ heeft ook een betekenisvolle<br />

relatie tussen alle partners bewerkstelligd op het vlak van<br />

toekomstige projecten en samenwerking. Tijdens het project hebben<br />

de kinderen bewezen dat ze geïnteresseerd zijn in en gevoelig<br />

zijn voor het traceren van hun eigen emotionele paden door het<br />

Manifattura delle Arti-gebied. Ze creëerden een gepersonaliseerde<br />

landkaart, ze bouwden ook een sterke emotionele relatie op met<br />

de bestudeerde stedelijke ruimtes. De versterking van deze elementen<br />

bewijst het succes van het project. De evaluatieactiviteiten<br />

werden tijdens het project uitgevoerd: het educatief personeel van<br />

het museum ontmoette de leerkrachten wekelijks om meningen<br />

en suggesties te bespreken en om hen op de hoogte te brengen<br />

van de toekomstige activiteiten. De leerkrachten van beide scholen<br />

leidden de verdere evaluatieworkshops op school: er werd gevraagd<br />

aan de kinderen om een creatief werk te maken waarin<br />

ze hun herinneringen en indrukken over het onderwerp konden<br />

vastleggen. Deze werken toonden aan dat de leerlingen de competenties,<br />

gelinkt aan de projectdoelen, verworven hebben en verder<br />

uitgediept.<br />

III. Contactinformatie<br />

MAMbo – onderwijsdepartement - museum voor moderne kunsten<br />

van Bologna (Museo D’Arte Moderna di Bologna)<br />

Contactpersoon: Ilaria Del Gaudio<br />

Adres: Via Don Giovanni Minzoni, 14- 40121 Bologna – Italië<br />

Tel.+39 051 6496611<br />

E-mail: mamboedu@comune.bologna.it<br />

Website: www.mambo-bologna.org<br />

Associazione Mappe Urbane<br />

E-mail: info@mappe-urbane.org<br />

Website: www.mappeurbane.org


Open monumenten (IT)<br />

Monumenti Aperti<br />

I. Samenvatting van het project<br />

Sleutelcompetenties die aan bod komen in het project<br />

Leren leren<br />

Ondernemerschap<br />

Burgerschaps- en sociale competenties<br />

Cultureel bewustzijn en expressie<br />

‘Monumenti Aperti - Open monumenten’ viert kunst, cultuur,<br />

geschiedenis en tradities door gratis toegang aan te bieden tot<br />

monumenten in Sardinië die in normale omstandigheden gesloten<br />

zijn voor het publiek of enkel toegankelijk na betaling. Sedert 15<br />

jaar openen monumenten ieder jaar één weekend gratis hun deuren.<br />

Dat zijn dan kastelen, scholen, stadhuizen en kerken. ‘Open<br />

monumenten’ is een kans voor de burgers om eens per jaar de<br />

verborgen schatten te ontdekken en van een hele reeks geleide<br />

tours, evenementen en activiteiten te genieten die volledig door<br />

vrijwilligers verzorgd worden.<br />

Het project ‘Monumenti Aperti’ heeft een specifieke trainingsmodule<br />

ontwikkeld voor leerkrachten, die met hun klas willen<br />

deelnemen aan het evenement. Als resultaat daarvan nemen elk<br />

jaar heel veel scholen deel, waarbij ze hun studenten actief betrekken<br />

bij de opening en in de promotie van de monumenten<br />

in de regio. Op die manier worden de studenten actieve leden<br />

van de gemeenschap. In dit specifiek voorbeeld waren er 142<br />

leerlingen tussen 6 en 11 jaar van de basisschool Circolo Didattico<br />

‘Santa Caterina’ bij het project betrokken, die de rondleidingen in<br />

hun school, een belangrijk monument in de stad, voorbereidden<br />

en begeleidden.<br />

II. Beschrijving van het project<br />

Het project ‘Monumenti Aperti‘ loopt al 15 jaar lang, waarbij verschillende<br />

organisaties betrokken zijn, met als doel de jongere generaties<br />

bewust te maken van de waarde van cultureel erfgoed en<br />

hen aan te moedigen om het te beschermen, terwijl het aanzet tot<br />

actief burgerschap.<br />

De algemene coördinatie is in handen van de culturele vereniging,<br />

Imago Mundi, die de algemene leiding verzorgt en de lokale partners<br />

bijstaat in het organiseren van het evenement. Dit houdt het<br />

onderzoek in naar de geschiedenis en de kenmerken van een monument<br />

van speciale relevantie voor een stad en het organiseren<br />

van geleide bezoeken om het aan de gemeenschap te presenteren.<br />

In dit geval was de lokale partner in het project de basisschool<br />

Santa Caterina, die onderdak bood aan een ‘Monumenti Apertievenement’<br />

samen met de culturele associatie Imago Mundi en het<br />

gemeentebestuur van Cagliari.<br />

De doelgroep telde 142 leerlingen tussen 6 en 11 jaar oud, verdeeld<br />

over acht verschillende klassen. De leerlingen namen verschillende<br />

rollen aan in het project, zowel het onderzoeken van<br />

het geselecteerde monument als het voorbereiden en begeleiden<br />

van de geleide bezoeken. In dit geval was het gekozen monument<br />

de school zelf met een interessant verhaal. In de 17de<br />

eeuw was het een klooster met aangrenzende kerk maar door de<br />

eeuwen heen trad het verval in en werd het in 1896 uiteindelijk<br />

een school.<br />

Leerlingen die bezoekers ontvingen op de dag van Monumenti Aperti<br />

(Foto Eugenio Schirru)<br />

De leerlingen waren erg betrokken bij het historisch onderzoek<br />

en aan het einde van het leerproces functioneerden ze als gidsen<br />

of als assistenten in het ‘Monumenti Aperti-evenement’. Ze vervaardigden<br />

posters, tekeningen, verschillende materialen en een<br />

powerpoint-presentatie. Sommigen functioneerden als studiebegeleiders<br />

en gidsen voor andere leerlingen.<br />

83


84<br />

Het project was perfect geïntegreerd in het curriculum en het<br />

opleidingsprogramma van de school, daar de idee van erfgoedconservatie<br />

nauw verwant is met onderwerpen zoals geschiedenis,<br />

aardrijkskunde, kunst en burgerzin. Door ‘Monumenti Aperti’<br />

konden leerlingen ook bijleren in een non-formele educatieve setting.<br />

De betrokken professionals waren schoolleerkrachten en erfgoedexperts<br />

van Imago Mundi, die ondersteuning en educatieve<br />

begeleiding boden. Specifieke training in verhalen vertellen werd<br />

aan de betrokken leerkrachten aangeboden, met seminaries die<br />

door nationaal beroemde experts gegeven werden.<br />

De methodologie die gebruikt werd, impliceerde de constructie<br />

van twee modellen: een ‘theoretisch’ model en een model ‘in actie’.<br />

Beide worden gekenmerkt door een aanpak die verschillende<br />

dimensies en specificaties integreert, en die op een heuristische<br />

methode focust om classificatie- en reconstructievaardigheden te<br />

ontwikkelen, waarbij het vermogen wordt gepromoot om ‘tekens’<br />

te lezen die de locatie of het monument in kwestie op gevarieerde<br />

wijze kenmerkt. Het werk is daarom ‘geïntegreerd’ en ‘interdisciplinair’<br />

en op ieder moment hebben de leerlingen het gevoel dat<br />

zij actief deel uitmaken van het werk en ze constant worden aangemoedigd<br />

om te reageren.<br />

Mensen bezochten de school naar aanleiding van Monumenti Aperti<br />

(Foto Eugenio Schirru)<br />

‘Monumenti Aperti’ is een project dat betrekking heeft op alle burgers<br />

van de gemeenschap. In dit voorbeeld van de school Santa<br />

Caterina waren de resultaten met betrekking tot de individuele<br />

groei van de leerlingen uitstekend in termen van hun kritisch denken,<br />

hun reflectie over de inhoud en hun leerproces. In feite pasten<br />

zij zelfevaluatie toe door zichzelf te vergelijken met anderen en<br />

ervoeren ze een gezamenlijke en participatieve aanpak van teamwerk,<br />

die ook de bijdrage en de creativiteit van iedere individu exploiteerde<br />

en waardeerde.<br />

Door middel van ‘Monumenti Aperti’ promoot de school de ontwikkeling<br />

van vaardigheden die noodzakelijk zijn om de ervaringen<br />

van de leerlingen te bestuderen en te evalueren, om hun emoties<br />

te beheersen, om hun gevoel van verantwoordelijkheid bij het<br />

volbrengen van een taak te stimuleren en om voor zichzelf, voor<br />

anderen en voor de omgeving waarin ze leven te zorgen. Een succesvolle<br />

ervaring was de lerarenrol die door de oudere leerlingen<br />

ten opzichte van de jongere leerlingen werd aangenomen, ze onderwezen<br />

en hielpen hen tijdens het bezoek of tijdens de voorbereiding.<br />

Dit is een concreet voorbeeld van de betekenis van ‘Open<br />

monumenten’, het gaat verder dan formele educatie en toont aan<br />

hoe transversale competenties verworven kunnen worden.<br />

III. Contactinformatie<br />

Contactpersoon: Fabrizio Frongia<br />

Adres: Via S.Croce 18, 09128 Cagliari<br />

E-mail: ff@camuweb.it<br />

Website: www.monumentiaperti.com


Totem Sensoriale (IT)<br />

I. Samenvatting van het project<br />

Sleutelcompetenties die aan bod komen in het project<br />

Leren leren<br />

Ondernemerschap<br />

Burgerschaps- en sociale competenties<br />

Cultureel bewustzijn en expressie<br />

‘Totem Sensoriale’ of “Multi-sensory Totem” is een informatiepunt<br />

voor slechtzienden. Het project werd gepromoot door het<br />

Staatstactiel museum Omero in samenwerking met het schooldepartement<br />

van de provincie Ancona en andere lokale autoriteiten.<br />

Het betreft twee klassen van het tweede jaar secundair<br />

onderwijs. Het project bestaat uit het kiezen van een bijzonder<br />

representatief monument voor de stad en het produceren van<br />

didactische hulp en materialen om het ‘zichtbaar’ te maken voor<br />

slechtzienden.<br />

In dit project creëerden de leerlingen tastbare kleimodellen van<br />

de kathedraal St. Ciriaco in Ancona en van diens façades en<br />

een tastbare plattegrond van zowel de binnenkant van de kathedraal<br />

als van de stedelijke context waarin deze zich bevindt.<br />

De totem is dan het informatiepunt dat binnenin het monument<br />

werd geplaatst nadat het door slechtzienden beoordeeld en<br />

goedgekeurd werd. De leerlingen moesten ook zorgen voor het<br />

behoud van de totem tijdens een bepaalde periode. Alle leerlingen<br />

voelden zich emotioneel erg betrokken en kregen door deze<br />

ervaring meer begrip voor wat handicaps zijn en een gevoel van<br />

verantwoordelijkheid.<br />

II. Beschrijving van het project<br />

‘Totem Sensoriale’ is een informatiepunt voor slechtzienden. Het<br />

project werd gepromoot door het Staatstactiel museum Omero<br />

in samenwerking met het schooldepartement van de provincie<br />

Ancona en andere lokale autoriteiten. Het betreft twee klassen<br />

van de secundaire school “Istituto Comprensivo “Cittadella Archi-<br />

Sud” in Ancona tijdens het schooljaar 2009-2010 waarbij in totaal<br />

47 leerlingen van 12 jaar betrokken waren. De meeste leerlingen<br />

woonden in Ancona, sommige leerlingen kwamen uit het buitenland,<br />

twee daarvan met een leerstoornis.<br />

De twee klassen waren eerder al een project begonnen om een<br />

diepere kennis van hun eigen stad te verwerven en de waarde<br />

van diens artistiek en cultureel erfgoed te ontdekken. Het “Multi-<br />

Sensory Totemproject” bood hen de kans om deze kennis te verdiepen<br />

en om hulpmiddelen te ontwerpen om het makkelijker<br />

beschikbaar te maken voor personen met een visuele beperking.<br />

Aan het begin van het project ontmoette de groep, onder begeleiding<br />

van de leerkracht kunst, blinden en ontdekten ze het belang<br />

van tactiele ondersteuning. Ze bezochten ook het Omero museum<br />

waar ze in interactieve workshops voor blinden begeleid werden.<br />

Ze ontmoetten de oprichters van het museum, beiden blind, en<br />

dankzij vragen en nieuwsgierigheid verwierven de leerlingen een<br />

goed inzicht in de wereld die daarvoor zo onbekend voor hun was.<br />

Na deze introductie werden er elf ontmoetingen georganiseerd in<br />

de school met leerkrachten, leerlingen en medewerkers van het<br />

museum. De leerlingen moesten kiezen welk monument ze wilden<br />

reproduceren en kozen de kathedraal St. Ciriaco in Ancona, die beschouwd<br />

wordt als een symbool van de stad. Na het bestuderen en<br />

analyseren ervan, werden de leerlingen gevraagd om drie tactiele<br />

tafels op een kartonnen steun te produceren. Ze bestudeerden al<br />

de architecturale kenmerken van het monument om ze daarna te<br />

reproduceren voor de blinden. Dit proces leidde tot een beter begrip<br />

van de architectuur.<br />

Tactiele tafel met de façade van de kathedraal St. Ciriaco in Ancona<br />

(Foto: Archive Museo Omero)<br />

85


86<br />

Het museum Omero bezorgde de school de klei en al de andere materialen<br />

nodig voor het creëren van de tactiele hulpmiddelen, ze legden<br />

de leerlingen ook uit hoe zij een tactiel hulpmiddel kunnen maken<br />

dat leesbaar is voor mensen met een visuele beperking. De leerlingen<br />

moesten drie tactiele tafels op een kartonnen steun (300 gr) 30 x 30<br />

cm produceren waarbij de façade van de kathedraal, een plattegrond<br />

van de binnenkant van de kathedraal en een plattegrond van de stedelijke<br />

context waarin deze zich bevindt, werden voorgesteld.<br />

De tafels bestonden uit tastbare delen en alles werd gemaakt van<br />

gerecycleerd materiaal waar de leerlingen zelf naar moesten zoeken<br />

zoals knopen, linten, verschillende kartonnen met verschillende<br />

texturen. Voor iedere tactiele tafel moesten ze uitleg, leessleutels<br />

en een beschrijving in Braille van de afgebeelde architecturale<br />

elementen voorbereiden. Samen vormden de drie tafels en de drie<br />

verklaringen en leessleutels een groot boek dat de historische aspecten<br />

van de kathedraal samen met wat bijzonderheden behandelt.<br />

Verder maakten de leerlingen een driedimensionaal kleimodel<br />

van de kathedraal dat in verschillende componenten kan worden<br />

opgesplitst om de vormen en de volumes van het monument te beschrijven.<br />

De leerlingen waren ook verantwoordelijk voor de decoratie,<br />

het schilderen en het samenstellen van al de delen die samen<br />

de “Multi-sensory totem” vormen, nu gelegen nabij de westelijke<br />

ingang van de kathedraal nadat deze beoordeeld en goedgekeurd<br />

werd door mensen met een visuele beperking. De leerlingen verzorgen<br />

nog steeds het behoud van de totem.<br />

Totem Sensoriali van de kathedraal St.Ciriaco in Ancona<br />

(Foto: Archive Museo Omero)<br />

Het project was bedoeld om het culturele en sociale leven van blinden<br />

te verbeteren door de monumenten uit hun omgeving voor<br />

hen toegankelijk te maken. Het project had een tweevoudig doel<br />

voor de leerlingen: enerzijds het bewustzijn van de leerlingen ten<br />

aanzien van handicaps verhogen en anderzijds de kennis van hun<br />

woongebied en het erfgoed te verbeteren en een gevoel van betrokkenheid<br />

stimuleren.<br />

De leerlingen waren erg actief en werkten goed mee – dit wordt<br />

extra duidelijk doordat ze verder werkten aan de opdrachten na<br />

de schooluren – en werden zich zeer bewust van de problemen<br />

waarmee mensen met beperkingen, en specifiek mensen met een<br />

visuele beperking, elke dag geconfronteerd worden. De leerlingen<br />

hielden van het idee dat ze iets creëerden wat nuttig was voor de<br />

samenleving.<br />

De sleutelcompetenties die door de leerlingen verworven werden,<br />

zijn: leren leren, burgerschaps- en sociale competenties, cultureel<br />

bewustzijn en expressie. Burgerschaps- en sociale competenties<br />

werden verworven door middel van groepswerk. Voor culturele<br />

expressie is het belangrijk om te benadrukken dat sommige leerlingen<br />

toespraken hielden in het openbaar tijdens de presentatieceremonie<br />

van de totem.<br />

Het project ‘Totem Sensoriale’ werd getest en beoordeeld en kan<br />

nu naar andere contexten getransformeerd worden waarbij scholen<br />

en culturele instellingen samenwerken om het erfgoed van een<br />

stad, op een goedkope maar doeltreffende wijze, toegankelijker te<br />

maken voor slechtzienden.<br />

II. Contactinformatie<br />

Museo Tattile Statale Omero (Department Onderwijs)<br />

Adres: Via Tiziano, 50 – 60125 Ancona- Italië<br />

Tel. +39 071 2811935 Fax +39 071 2818358<br />

E-mail:<br />

Andrea Socrati: andrea.socrati@museoomero.it<br />

Manuela Alessandrini: manuela.alessandrini@museoomero.it<br />

Website: www.museoomero.it


De Was (MA)<br />

I. Samenvatting van het project<br />

Sleutelcompetenties die aan bod komen in het project<br />

Leren leren<br />

Ondernemerschap<br />

Burgerschaps- en sociale competenties<br />

Cultureel bewustzijn en expressie<br />

Het project ‘De Was’ is gebaseerd op een idee van artiest Jöelle<br />

Gonthier. In dit project ontdekken leerlingen van de basisschool de<br />

kenmerken van de soeks in Marrakech (Marokko), dit zijn erg belangrijke<br />

culturele en toeristische plaatsen in Marokko. Alle soorten<br />

erfgoed worden ontdekt in de soeks en deze worden voorgesteld<br />

in de designontwerpen van de leerlingen.<br />

Tijdens het project nemen de leerlingen deel aan artistieke workshops<br />

zoals het maken van illustraties. De kinderen creëren een<br />

tentoonstelling in een soek door hun tekeningen te presenteren<br />

als was aan een drooglijn. Verschillende landen hebben van aan de<br />

start aan dit project deelgenomen, wat soms gelijktijdig gebeurde<br />

waardoor de culturele eigenschappen door verschillende landen<br />

werden geïdentificeerd.<br />

II. Beschrijving van het project<br />

Het project werd georganiseerd door leerkrachten in samenwerking<br />

met toeristengidsen en winkeliers. Ook professionals op het<br />

gebied van kunst waren betrokken bij de illustratie en de fotografie.<br />

De specifieke doelen van het project zijn:<br />

• het verhogen van de nieuwsgierigheid, creativiteit en het bewustzijn<br />

van de eigen cultuur;<br />

• de observatievaardigheden van de leerlingen te ontwikkelen;<br />

• het ontwikkelen van de AQUEDUCT sleutelcompetenties;<br />

• erfgoed ‘tot leven’ te wekken voor de leerlingen;<br />

• leren over de Marokkaanse architectuur en de lokale producten<br />

en het gebruiken van de gepaste woordenschat voor gebouwen,<br />

erfgoedelementen, openbaar verkeer, tekeningen, foto’s<br />

en illustraties;<br />

• leren hoe ze een camera moeten gebruiken en hun zin voor<br />

observatie ontwikkelen;<br />

• het produceren van artistieke creaties en over de organisatie van<br />

een tentoonstelling leren.<br />

De eerste stap van het project bestaat uit een presentatie over<br />

Marrakech en diens soeks door een toeristengids. Het idee is dat<br />

de leerlingen de belangrijkste informatie over de stad onthouden.<br />

In de namiddag brengen ze een bezoek aan de soek in groepjes<br />

van drie om daar foto’s, objecten, ‘geuren’, enzovoort van deze<br />

voorname plaats in Marrakech te verzamelen.<br />

Gedurende drie dagen werken de leerlingen in de klas en maken<br />

ze twee producties per groep waarvan zij denken dat het een juiste<br />

representatie is van de identiteit van de soek. Ze hebben een concreet<br />

doel: leren, observeren en creëren. Daarenboven kiezen ze<br />

één foto die belangrijk en representatief is voor de culturele diversiteit<br />

van de soek.<br />

(Foto: Maha El Madi)<br />

De eindproducten worden voorgesteld tijdens een tentoonstelling<br />

in de stad. De kinderen moeten een titel bepalen, moeten de rol<br />

spelen van een museumdirecteur en moeten het evenement in samenwerking<br />

met een fotograaf, illustrator, leerkracht en een afgevaardigde<br />

van de stichting “Dar Bellarj” organiseren.<br />

In enkele dagen tijd leerden de leerlingen over de cultuur van de<br />

soeks in Marrakech en hoe hun zin voor observatie te ontwikkelen<br />

door te tekenen en te fotograferen en uiteindelijk te leren<br />

hoe ze een tentoonstelling, samen met professionals, moeten<br />

organiseren.<br />

87


88<br />

Elke dag leren de leerlingen over zichzelf, over hun cultuur, de gebouwen,<br />

de tradities van eten en drinken enzovoort. Op het einde<br />

van elke dag krijgen de leerlingen de tijd om samen te zijn en te<br />

discussiëren over de nieuwe informatie die ze verwierven en de<br />

elementen die ze observeerden om op die manier zin te geven aan<br />

het slotevenement.<br />

De illustratie- en fotografieworkshops moedigen de leerlingen aan<br />

de erfgoedelementen in de soek als levende wezens te benaderen.<br />

Tijdens het hele proces ontwikkelen de leerlingen de principes voor<br />

hun slotpresentatie. Samen identificeren de leerlingen het thema van<br />

hun tentoonstelling, die wordt geproduceerd met de hulp van professionals<br />

uit de toeristische industrie, de fotografie, de illustratiebusiness<br />

en de steun van hun leerkrachten. De professionals werken<br />

drie dagen met de leerlingen om zo hun tekeningen, objecten, foto’s<br />

en notities over de soek te transformeren in een tentoonstelling.<br />

Het sterke punt van dit project is de relatie tussen de leerlingen, de<br />

inwoners en de winkeliers van de soek om zo een gemeenschappelijk<br />

project te creëren. Het is ook een samenwerking tussen de<br />

oude en de nieuwe generaties om een gebied, essentieel voor de<br />

culturele en toeristische identiteit van de stad, grotere bekendheid<br />

te geven. Het is een totale onderdompeling van leerlingen in een<br />

plaats die iedere dag wordt gebruikt maar niet geapprecieerd.<br />

De creatie van de tentoonstelling is een weg om de leerlingen meer<br />

bij te brengen over de soek, diens constructie en organisatie. Dit is<br />

ook een goede manier om de cultuur te ontdekken en haar inhoud<br />

te memoriseren.<br />

III. Contactinformatie<br />

Centrum voor Europese Cultuur (Centre de Culture Européenne)<br />

Abbaye Royale<br />

Adres: 17400 Saint Jean d’Angély<br />

Frankrijk<br />

E-mail: secretariat@cceangely.org<br />

School Auguste Renoir<br />

Contactpersonen: Eva Benkarim & Maha El Madi<br />

Route de la Targa<br />

BP 2406<br />

Marrakech<br />

Marokko<br />

Tel: 00-212 524 42 45 05<br />

E-mail: evasuryn@yahoo.fr<br />

Website: http://www.ambafrance-ma.org/efmaroc/renoir/index.html<br />

(Foto: Maha El Madi)


De Medina (MA)<br />

I. Samenvatting van het project<br />

Sleutelcompetenties die aan bod komen in het project<br />

Leren leren<br />

Ondernemerschap<br />

Burgerschaps- en sociale competenties<br />

Cultureel bewustzijn en expressie<br />

De koning van een Arabisch land wordt geconfronteerd met het<br />

probleem van het aantal mensen dat tegenwoordig de medina<br />

gebruikt, de oude Arabische stad. De medina is een plaats die in<br />

schril contrast staat met moderne zones. De koning wil de medina<br />

als cultureel erfgoed behouden. Hij vraagt de kinderen een oplossing<br />

te zoeken voor de moeilijkheden veroorzaakt door het aantal<br />

personen die de medina gebruiken en de impact daarvan op de<br />

mensen die er leven.<br />

Bij het uitvoeren van deze opdracht ontdekten 27 à 30 leerlingen<br />

van de Auguste Renoir basisschool in Marrakech (Marokko) de<br />

kenmerken van een oude medina en ontwikkelden ze een toeristisch<br />

project voor de medina. Gedurende twee maanden namen de<br />

leerlingen deel aan verschillende artistieke workshops zoals stucco<br />

(pleisterwerk) om de medina te renoveren. Door middel van opdrachten<br />

ontdekten ze de oude tradities en kunst van hun land en<br />

dachten ze na over oplossingen voor de renovatie en het moderne<br />

gebruik van de medina.<br />

II. Beschrijving van het project<br />

In het project ‘De Medina’ leerden kinderen van de Auguste Renoir<br />

school in Marrakech over het cultureel erfgoed van hun land en<br />

stad. Zij en door hen hun families werden zich bewust van het rijke<br />

architecturale en culturele erfgoed dat werd getoond in de soeks<br />

(winkelstraten), fondouks (groothandels) en in de medina (het<br />

oude deel van de stad). De kinderen ontdekten en ontwikkelden<br />

plannen voor de ‘levende cultuur’ in de oude stad. Hun creativiteit<br />

werd gestimuleerd door artisanale workshops bedoeld om een link<br />

tussen erfgoed en hedendaagse kunst te creëren.<br />

Het project startte met het bekijken van foto’s over de oude medina,<br />

het luisteren naar verhalen van vroegere bewoners van de<br />

medina en het gebruiken van<br />

onderwijsdocumenten die<br />

door het ‘Institut du Monde<br />

Arabe’ in Parijs werden vrijgegeven.<br />

De kinderen werden<br />

uitgedaagd om competenties<br />

als leren leren, ondernemerschap,<br />

burgerschaps- en sociale<br />

competenties, cultureel<br />

bewustzijn en expressie te<br />

ontwikkelen door de opdracht.<br />

Hierbij vraagt de koning<br />

van een Arabisch land<br />

hen om oplossingen te vinden<br />

voor de moeilijkheden waarmee<br />

de bewoners van de me-<br />

(Foto: Maha El Madi)<br />

dina geconfronteerd worden vanwege het grote aantal bezoekers.<br />

De kinderen moesten een plan ontwikkelen voor de medina. In<br />

groepjes namen ze de rol op van een architect, een vakman, een<br />

artiest, een handelaar, een religieus figuur en van het hoofd van<br />

een culturele locatie zoals een museum, een recreatief centrum,<br />

een sociaal centrum, een vereniging, enzovoort.<br />

(Foto: Eva Benkarim)<br />

De leerlingen bezochten de medina en maakten een verslag over<br />

hoe het daar vandaag is vergeleken met de moderne zones van de<br />

stad. Hierna presenteerden ze hun bevindingen en plannen aan de<br />

89


90<br />

hele groep. De kinderen ontvingen feedback over hun voorstellen<br />

en gebruikten de beste punten van elk voorstel om een tentoonstelling<br />

te organiseren over de plannen voor de ‘nieuwe’ medina.<br />

Ze organiseerden ook workshops aan de hand waarvan ze de beroepen<br />

demonstreerden die ze in de medina zagen.<br />

III. Contactinformatie<br />

Centre de Culture Européenne<br />

Abbaye Royale<br />

Adres: 17400 Saint Jean d’Angély<br />

Frankrijk<br />

E-mail: secretariat@cceangely.org<br />

School Auguste Renoir<br />

Contactpersonen: Eva Benkarim & Maha El Madi<br />

Route de la Targa<br />

BP 2406<br />

Marrakech<br />

Marokko<br />

Tel: 00-212 524 42 45 05<br />

E-mail: evasuryn@yahoo.fr<br />

Website: http://www.ambafrance-ma.org/efmaroc/renoir/index.html


Licht op Rembrandt: leren over Rembrandt door middel van<br />

een toneelstuk (NL)<br />

I. Samenvatting van het project<br />

Sleutelcompetenties die aan bod komen in het project<br />

Leren leren<br />

Ondernemerschap<br />

Burgerschaps- en sociale competenties<br />

Cultureel bewustzijn en expressie<br />

‘Licht op Rembrandt’ is een project waarin lagere schoolkinderen<br />

door middel van een toneelstuk over het leven en werk van de<br />

beroemde Nederlandse schilder Rembrandt leerden. Het project<br />

mondde uit in een toneelstuk over Rembrandt voor ouders en leeftijdsgenoten.<br />

In 2005 namen 2000 tot 3000 leerlingen uit basisscholen<br />

in Leiden deel aan het project. Het project werd ook in een<br />

school voor doven en slechthorenden en in sommige gevallen door<br />

autistische kinderen tussen 10 en 12 jaar uitgevoerd.<br />

II.Beschrijving van het project<br />

Het project ‘Licht op Rembrandt’ werd door de Jeugdtheaterschool<br />

Leiden ontwikkeld voor het Leidse Rembrandtjaar in 2005. De lessen<br />

hadden als doel leerlingen tussen 10 en 12 jaar oud op een<br />

speelse en holistische manier in contact te brengen met cultureel<br />

erfgoed en te werken aan cultureel bewustzijn en expressie, sociale<br />

competenties en taalverwerving. Het project bestond uit tien lessen<br />

van één uur in de week, een generale repetitie en een toneelstuk<br />

en het vond plaats in een periode van negen weken.<br />

De lessen werden geleid door toneelleerkrachten van de jeugdtheaterschool<br />

maar ook de gewone leerkrachten van de leerlingen die<br />

aan het project deelnamen, speelden een essentiële rol in de voorbereiding<br />

van de dramalessen. Voor deze leerkrachten werden richtlijnen<br />

ontwikkeld. Voor de leerlingen werd een boekje ontwikkeld<br />

waarin de inhoud van de lessen werd uitgelegd. Leerkrachten bereidden<br />

elke les met hun leerlingen voor met behulp van dit boekje en<br />

legden de concepten uit die tijdens de dramalessen werden gebruikt.<br />

Toneellessen bieden een groot potentieel voor betekenisvol en holistisch<br />

leren. Drama kan alle kinderen helpen om op een actieve<br />

manier thema’s te verkennen, zin aan hun leven te geven en zelfrespect<br />

te ontwikkelen. Daarenboven vergroot het de woordenschat<br />

van de leerlingen en stelt het hen in staat te leren over hun eigen<br />

potenties en nieuwe aspecten van zichzelf te ontdekken. Het is een<br />

dynamische tool voor het onderwijs, zowel sociaal als historisch en<br />

het biedt mogelijkheden aan kinderen om te leren hoe anderen<br />

denken en voelen. Het bevordert de verbeelding en verbeelding is<br />

een hulpmiddel bij het leren. “Door verbeelding te gebruiken kan<br />

men zich de realiteit inbeelden en het mogelijke bedenken. Het<br />

eerste zorgt voor veiligheid, het laatste voor vrijheid.” (Making a<br />

world of difference. DICE manual, 2010.) Een speciale eigenschap<br />

(Foto: Jeugdtheaterschool Leiden)<br />

91


92<br />

van drama is dat het in het heden plaatsvindt. Dat maakt het erg<br />

concreet. Tijdens het opvoeren van een toneelstuk zijn tijdsveranderingen<br />

mogelijk op een natuurlijke manier. Leerlingen kunnen in<br />

een andere tijd leven tijdens de toneellessen of in het toneelstuk.<br />

Kinderen kunnen leren door ingebeelde ervaring.<br />

Door de toneellessen in ‘Licht op Rembrandt’ ervaren en leren kinderen<br />

op een speelse en natuurlijke manier over Rembrandt, over<br />

zijn werk en over de gewoontes in de periode waarin hij leefde.<br />

Via Rembrandts werk leren de kinderen dat er heel wat gelijkenissen<br />

bestaan tussen het verleden en het heden. De eerste vijf<br />

lessen van het project ‘Licht op Rembrandt’ zijn gebaseerd op vijf<br />

schilderijen van Rembrandt. De bestudeerde thema’s zijn: hoeden,<br />

personen, status, compositie en emoties. Echte objecten zoals<br />

hoeden en halskragen uit Rembrandts tijd worden gebruikt. In de<br />

laatste vijf lessen werken de leerlingen aan de presentatie of aan<br />

het toneelstuk over het leven van Rembrandt Het toneelstuk wordt<br />

opgevoerd als een ‘tableau vivant’ in een groot lijstwerk met het<br />

beroemde ‘licht op Rembrandt’ op het podium en in kostuums uit<br />

de periode van Rembrandt.<br />

In de school voor doven en slechthorenden en in enkele gevallen<br />

voor autistische kinderen gebruikten de toneelleerkrachten van de<br />

Jeugdtheaterschool andere didactische methodes en vaardigheden<br />

dan de methodes in het gewone onderwijs. Ze gebruikten bijvoorbeeld<br />

kortere instructies en probeerden verbale instructies zoveel<br />

mogelijk te vermijden. Het tempo van de lessen lag lager dan in<br />

het gewone onderwijs. De leerkrachten verzekerden zich er ook<br />

van dat ze naar de kinderen keken wanneer ze tegen hen spraken.<br />

Voor de dove kinderen was er een tolk aanwezig.<br />

De Jeugdtheaterschool Leiden gebruikt het project nog steeds in<br />

basisscholen en in scholen voor speciaal onderwijs.<br />

III. Contactinformatie<br />

Liesbeth Huiberts & Kees van Leeuwen<br />

Stichting Jeugdtheaterschool<br />

Postbus 16043<br />

2301 GA Leiden<br />

Nederland<br />

Tel: +31 (0)71-5144614<br />

E-mail: liesbeth@jtsleiden.nl or kees@jtsleiden.nl<br />

Website: http://www.jtsleiden.nl<br />

(Foto: Jeugdtheaterschool Leiden)


De verkoper en het museum* (NL)<br />

I. Samenvatting van het project<br />

Sleutelcompetenties die aan bod komen in het project<br />

Leren leren<br />

Ondernemerschap<br />

Burgerschaps- en sociale competenties<br />

Cultureel bewustzijn en expressie<br />

Het project ‘De verkoper en het museum’ werd ontwikkeld door<br />

het ‘Museum ’t Oude Slot’ in Veldhoven (NL). ‘Museum ’t Oude<br />

Slot’ is een oude boerderij. De collectie bestaat uit 18de, 19de en<br />

20ste eeuwse objecten die voornamelijk gebruikt werden door<br />

boeren in ‘De Kempen’, een gebied in het zuidelijke deel van<br />

Nederland. De presentatie in het museum is gebaseerd op lokale<br />

belangen, bv. helden en idolen, het menselijke lichaam, dood, varkens,<br />

buitenlanders en amusement. Een mix van oude objecten,<br />

kunstwerken en hedendaagse materialen worden samen tentoongesteld.<br />

Het museum daagt zijn bezoekers – vooral schoolkinderen<br />

– uit om een eigen mening te vormen, gebaseerd op de historische<br />

materialen die getoond worden. De doelgroep van het project zijn<br />

kinderen van 6 tot 12 jaar oud. Centrale thema’s in de tentoonstelling<br />

zijn: ‘Welke informatie biedt een object en hoe kan je het<br />

verhaal erachter interpreteren?’.<br />

II. Beschrijving van het project<br />

Het project ‘De verkoper en het museum’ werd ontwikkeld door<br />

een lokaal museum in Nederland, ‘Museum ’t oude Slot’, een oude<br />

boerderij. Onderwijs is een belangrijk doel van de activiteiten van<br />

het museum. Een video in dit project werd gemaakt door ‘Bureau<br />

Erfgoed Actueel’ (‘Erfgoed Nederland’ na 2008). De doelgroep van<br />

het project zijn kinderen van 6 tot 12 jaar oud. Dit project behandelt<br />

de interpretatie van historische informatie en de praktijk<br />

van erfgoed. Centrale thema’s zijn: welke informatie wordt aangeboden<br />

door een object, en hoe het verhaal achter het object te<br />

interpreteren.<br />

De concrete doelstellingen van dit project bestaan erin de leerlingen<br />

te leren dat historisch en materieel erfgoed op elke mogelijke<br />

manier onderworpen worden aan verschillende interpretaties en<br />

inbeelding. Meer bepaald dat<br />

* De Troyer, V., Vermeersch, J. e.a. Hereduc. Heritage in the classroom. A practical manual for teachers, 2005.<br />

• interpretatie een tijdelijk iets is;<br />

• alles met de objecten start en stopt;<br />

• leerlingen het belang van erfgoed leren kennen en het leren te<br />

beschermen<br />

Het project neemt normaliter één of twee dagen in beslag maar<br />

kan ook een volledige week duren.<br />

Voor kinderen van 12 tot 18 oud biedt het museum een gelijkaardig<br />

project aan: ‘Het Mysterieuze Motel’.<br />

Kinderen werken aan hun advertentiecampagne (foto: Pieter Mols)<br />

Het project start met een verhaal geïnspireerd op het werk van<br />

de bekende Nederlandse auteur Toon Tellegen. Het verhaal gaat<br />

over een verkoper in een winkel die niets nuttig te verkopen heeft.<br />

Daarom gaat er nooit iemand naar de winkel en moet de winkel<br />

sluiten. In plaats van winkel, kan je museum lezen. De opdracht<br />

voor de leerlingen is om de winkel/het museum en diens werknemers<br />

te redden, dit door reclamecampagnes. Ze worden dan allemaal<br />

ontwerpers die werken voor een reclameagentschap, dat<br />

gespecialiseerd is in ‘moeilijke’ campagnes. Het eindproduct is een<br />

publiciteitscampagne waarbij historische objecten op een moderne<br />

manier worden geïnterpreteerd.<br />

De leerlingen verkennen het museum. In het museum kiezen de<br />

leerlingen, die mogelijk in groepjes van twee werken, een object<br />

dat ze graag in hun campagne willen gebruiken. Ze gebruiken een<br />

polaroidfoto of een digitale foto van dit object. Gewapend met de<br />

93


94<br />

foto en al de andere materialen die ze nodig hebben, maken ze in<br />

hun klas een schets van hun campagne. Het doel van de campagne<br />

is om zoveel mogelijk bezoekers naar de winkel/het museum te<br />

lokken.<br />

De leerlingen kijken in hun klaslokaal naar een video ‘Well<br />

Spotted’. In deze video worden heel wat praktische activiteiten<br />

getoond waardoor leerlingen historische objecten leren interpreteren.<br />

Afhankelijk van de interesse kan dit leiden tot een voortgezet<br />

project of tot andere activiteiten.<br />

Reflectie<br />

Het project gebruikt enkele didactische elementen uit de ‘storyline<br />

approach’. In dit project werkt het verhaal van de verkoper erg<br />

motiverend. Het verhaal fungeert als een richtlijn en de leerlingen<br />

spelen de rol van diegene met wie ze zich kunnen identificeren.<br />

Ook de verkenning van het museum door de kinderen zonder begeleiding<br />

is een sterk punt van het project. Tijdens de volledige<br />

duur van het project krijgen de leerlingen de kans om heel wat<br />

keuzes te maken: ze mogen een historisch object in het museum<br />

kiezen, alleen werken of samenwerken en de stijl van hun presentatie<br />

is hun beslissing. Een expliciete reflectie over de sleutelcompetenties<br />

is nog afwezig in dit project maar kan gekoppeld worden<br />

aan de presentaties, de publiciteitscampagne of aan de activiteiten<br />

die gebaseerd zijn op de video ‘Well Spotted’.<br />

III. Contactinformatie<br />

Verschaffer van erfgoed<br />

Museum ‘t Oude Slot<br />

Adres: Hemelrijken 6, NL-5502 HM Veldhoven<br />

Telefoon: + 31 40 253 31 60<br />

E-mail: mslot@iae.nl<br />

Website: http://www.museumoudeslot.nl<br />

Kinderen bezoeken het museum ‘t Oude Slot (Foto: Pieter Mols)


St-ART (NL)<br />

Jongeren maken videoportretten over herinneringen van oudere mensen<br />

I. Samenvatting van het project<br />

Sleutelcompetenties die aan bod komen in het project<br />

Leren leren<br />

Ondernemerschap<br />

Burgerschaps- en sociale competenties<br />

Cultureel bewustzijn en expressie<br />

In het project St-ART maken jongeren met verschillende culturele<br />

achtergronden en uit twee secundaire scholen documentaires<br />

waarin ze oudere mensen met verschillende culturele achtergronden<br />

interviewen. Speciaal aan dit project is de dialoog tussen de<br />

twee generaties over het leven van de oudere mensen, over geschiedenis<br />

en cultuur, religie, politiek, de Tweede Wereldoorlog,<br />

het leven in een Japans gevangeniskamp in Indonesië, discriminatie,<br />

liefde en muziek. De verhalen, als een soort immaterieel erfgoed,<br />

maken het voor de studenten mogelijk om hun competenties<br />

te ontwikkelen terwijl ze het verleden en heden met elkaar<br />

vergelijken.<br />

Het project is een ‘maatschappelijke stage’. Vanaf het schooljaar<br />

2011-2012 is het verplicht voor leerlingen uit het secundair onderwijs<br />

in Nederland om een maatschappelijke stage uit te voeren,<br />

een vorm van leren binnen of buiten de school waarin leerlingen<br />

een bijdrage aan de maatschappij leveren door middel van vrijwilligerswerk.<br />

In St-ART werd de maatschappelijke stage gecombineerd<br />

met artistieke en culturele doelen. Omdat het project zo’n<br />

succes was, ontwikkelden de projectleiders een handleiding voor<br />

andere scholen om het project daar te leiden.<br />

II. Beschrijving van het project<br />

Daisy Duivenvoorden en Pauline Min, studenten van de Kunstschool<br />

van Amsterdam, ontwikkelden St-ART als een vorm van maatschappelijke<br />

stage waaraan alle studenten van de Nederlandse secundaire<br />

scholen moeten deelnemen vanaf 2011. Een maatschappelijke<br />

stage omvat verschillende doelstellingen. Jongeren mogen<br />

vrijwilligerswerk doen en hun betrokkenheid met de gemeenschap<br />

wordt gestimuleerd. In St-ART werd de maatschappelijke stage<br />

gecombineerd met sociale en artistieke doelen voor de leerlingen<br />

uit twee secundaire scholen.<br />

In het schooljaar 2008-2009 deden 42 leerlingen tussen 14 en 18<br />

jaar, uit twee secundaire scholen in Den Haag en Amsterdam hun<br />

sociale stage in twee verzorgingshuizen door videoportretten te<br />

make van de oudere mensen. Op die manier leerden de leerlingen<br />

meer over oudere mensen, hun leven, hun persoonlijke geschiedenis<br />

en over geschiedenis in het algemeen. Ze leerden ook hoe hun<br />

eigen documentaire te maken. Het doel van het project bestond<br />

erin oudere mensen persoonlijke aandacht van jongeren te geven.<br />

Onderzoek toont aan dat van de 2,6 miljoen Nederlanders ouder<br />

dan 65, bijna één miljoen mensen gevoelens van eenzaamheid<br />

heeft. Meer dan 100.000 (4%) van deze 65-plussers voelen zich<br />

zeer eenzaam. 200.000 van de 4.1 miljoen 55-plussers kennen ook<br />

ernstige gevoelens van eenzaamheid (TNS/NIPO, 2008).<br />

Cultureel onderwijs is onderdeel van het curriculum van de secundaire<br />

projectscholen. Het Cygnus Gymnasium in Amsterdam is een<br />

klein interkerkelijk gymnasium met studenten die grotendeels van<br />

Nederlandse afkomst zijn. Het Stad+ College in Den Haag (MAVO-<br />

HAVO-VWO) kent een gemengde leerlingenpopulatie, voornamelijk<br />

van Marokkaanse of Turkse afkomst. De studenten van deze<br />

scholen worden ‘gematched’ met oudere mensen van twee verzorgingshuizen<br />

in Den haag en Amsterdam. De leerlingen van het<br />

Cygnus Gymnasium maakten videoportretten van oudere mensen<br />

in het multiculturele rusthuis ‘De Venster’ in Amsterdam Zuid-Oost.<br />

De leerlingen interviewden de bewoners met een Antilliaanse of<br />

Surinaamse etniciteit. Studenten met een Soedanese, Marokkaanse,<br />

Nepalese en Litouwse achtergrond van Het Stad+ College in Den<br />

Haag maakten videoportretten van hoofdzakelijk in Nederland geboren<br />

oudjes uit het ‘Centrum Bezuidenhout’ in Den Haag.<br />

De reden waarom het project St-ART gebruik maakt van media is<br />

omdat media een belangrijke rol spelen in het leven van de jongeren<br />

en dit wordt als erg motiverend beschouwd. Het gebruik<br />

maken van media, het onderwezen worden door experts in het<br />

maken van documentaires, het interviewen en monteren en het leren<br />

in een authentieke context zijn allemaal elementen die sociale,<br />

culturele en technische competenties in dit project stimuleren. De<br />

jongeren kregen de kans om op een holistische en vakoverschrijdende<br />

manier te leren. Ze lostten problemen op en werkten samen<br />

in een authentieke context.<br />

95


96<br />

Het project begon met een introductieles over het maken van documentaires.<br />

Het project zelf duurde een week waarbij de leerlingen<br />

enkel aan hun documentaire werkten. Tijdens het project<br />

volgden de leerlingen workshops over – en werden ze gecoacht<br />

door professionals in – interviewen en de technische vaardigheden<br />

nodig bij het maken van een documentaire. De aanwezigheid van<br />

de experts garandeerde dat de leerlingen goed voorbereid waren<br />

en ze voorzagen feedback op de videoportretten en de interactie<br />

tussen de leerlingen en de ouderen.<br />

Volgens de projectleiders was het leerzaam om te zien hoe de<br />

nieuwsgierigheid van zowel de leerlingen als de oudere mensen<br />

tot interessante conversaties leidde over het leven van de ouderen,<br />

over geschiedenis en cultuur, over geloof, politiek, de Tweede<br />

Wereldoorlog, over het leven in een Japans gevangeniskamp in<br />

Indonesië, over discriminatie, liefde en muziek.<br />

De studenten begonnen zich meer en meer verantwoordelijk te<br />

voelen voor de ouderen en hadden het soms zelfs moeilijk met<br />

afscheid nemen aan het einde van het project. Het project eindigde<br />

in mooie, ontroerende en soms grappige videoportretten<br />

die tijdens een evenement werden getoond aan de geïnterviewde<br />

oude mensen, de leerlingen en hun vrienden, familie en anderen.<br />

Omdat het project zo’n succes was, ontwikkelden de projectleiders<br />

een handleiding die gebaseerd was op hun eigen ervaringen zodat<br />

andere scholen het project ook kunnen uitvoeren.<br />

Reflecterend op het project concluderen de projectleiders dat de<br />

activiteit minder geschikt is voor een hele klas omdat het coachen<br />

van de leerlingen veel tijd en energie vraagt. Het project duurde<br />

een week, een dergelijke tijdspanne werkte goed omdat de leerlingen<br />

en de ouderen elkaar vlug leerden kennen. De andere kant<br />

van het verhaal was dat het een erg intensieve week was, die zeer<br />

vermoeiend was voor de leerlingen en de bejaarden.<br />

III. Contactinformatie<br />

Contactpersoon: Daisy Duivenvoorden (artiest / kunstleerkracht in<br />

het Fioretti College in Lisse, Nederland)<br />

E-mail: daisyduivenvoorden@gmail.com<br />

Contactpersoon: Pauline Min<br />

E-mail: paulinemin@gmail.com


De Groote Vink (NL)<br />

Het ervaren van de <strong>Aqueduct</strong> aanpak met professionals in erfgoedonderwijs, leerkrachten en<br />

trainers van leerkrachten<br />

I. Samenvatting van het project<br />

Sleutelcompetenties die aan bod komen in het project<br />

Leren leren<br />

Ondernemerschap<br />

Burgerschaps- en sociale competenties<br />

Cultureel bewustzijn en expressie<br />

Tijdens de nationale trainingsdag van het <strong>Aqueduct</strong> project in<br />

Leiden in Nederland ervoer een groep van 15 professionals in<br />

erfgoedonderwijs, leerkrachten en opleiders van leerkrachten<br />

de Aqueudct-aanpak ten aanzien van leercompetenties in een<br />

erfgoedcontext. De training startte met een verhaal uit het boek<br />

‘De Voetnoot’ van de Leidse auteur F.B. Hotz. Dit verhaal handelt<br />

over een ernstig treinongeluk tussen Leiden en Voorschoten<br />

in 1926. De locatie van het ongeluk, ‘De Groote Vink’, was ooit<br />

een mooie plaats. Van de schoonheid van destijds is weinig<br />

meer over.<br />

De Groote Vink vandaag (Foto: Ingrid Gussen)<br />

De deelnemers bezochten de locatie en voerden competentiegerichte<br />

opdrachten uit in drie groepen. Eén groep ontwikkelde criteria<br />

voor het ontwerp van een monument, een andere groep een<br />

scenario voor een toneelstuk en de derde groep een herontwikkelingsplan<br />

voor het gebied. Tegelijkertijd leerden ze veel over de<br />

geschiedenis van het gebied.<br />

II. Beschrijving van het project<br />

De Nationale Trainingsdag van <strong>Aqueduct</strong> in Nederland werd georganiseerd<br />

door PLATO, een centrum voor onderzoek en ontwikkeling<br />

in onderwijs en opleiding aan de Universiteit van Leiden, één<br />

van de partners van <strong>Aqueduct</strong>. De 15 deelnemers waren professionals<br />

die betrokken zijn bij het ontwikkelen van educatief materiaal<br />

voor erfgoedonderwijs, leerkrachten en opleiders van leerkrachten.<br />

Een deel van de training bestond uit een introductie van het<br />

<strong>Aqueduct</strong> project, leertheorieën en competentiegericht leren en<br />

onderwijs. Het grootste deel van de trainingsdag bestond er echter<br />

uit de deelnemers zelf met behulp van drie opdrachten te laten<br />

ervaren wat competentiegericht leren is. De ervaring die de<br />

97


98<br />

deelnemers ondergingen, startte met een verhaal uit het boek ‘De<br />

Voetnoot’ van de Leidse auteur F.B. Hotz. Dit verhaal handelt over<br />

een ernstig treinongeluk tussen Leiden en Voorschoten in 1926.<br />

Bij dit ongeluk raakte de tante van de schrijver ernstig gewond<br />

en twee beroemde Nederlandse acteurs lieten het leven: David<br />

en Greta Lobo Braakensiek. De plek van het ongeluk, ‘De Groote<br />

Vink’, was ooit een erg mooie plaats. Vroeger was het één van<br />

de plaatsen die veel mensen van Leiden en omstreken tijdens het<br />

weekend bezochten om te ontspannen en te genieten. Er was een<br />

restaurant en een speelplaats. Tegenwoordig is er niet veel meer<br />

over van die schoonheid.<br />

De deelnemers aan de training bezochten de locatie en ontwikkelden<br />

in drie groepjes criteria voor het ontwerp van een monument,<br />

een scenario voor een toneelstuk en een herontwikkelingsplan<br />

voor het gebied. Aan het einde van de dag hielden de drie groepen<br />

presentaties en stelden de resultaten van hun plannen plenair<br />

voor. Door de opdrachten ontwikkelden de deelnemers hun<br />

burgerschaps- en sociale competenties, cultureel bewustzijn en<br />

expressie, en door middel van samenwerking vergrootten zij hun<br />

leercompetenties en hun digitale competenties. Aan het einde van<br />

de dag waren ze allemaal verbaasd over hoeveel ze geleerd hadden<br />

over de geschiedenis van het gebied terwijl de focus lag op het<br />

ontwikkelen van plannen en competenties.<br />

III. Contactinformatie<br />

Een deelnemer stelt het renovatieplan voor de Groote Vink voor<br />

(Foto: Ingrid Gussen)<br />

PLATO / Leiden University<br />

Contactpersonen: Ingrid Gussen-Benthem en Jaap van Lakerveld<br />

Adres: Wassenaarseweg 52<br />

2333 AK Leiden<br />

Nederland<br />

Tel +31 (0)715273418<br />

E-mail: ingrid.gussen@plato.leidenuniv.nl<br />

Website: http://www.fsw.leidenuniv.nl/plato/


Was Art Nouveau vrouwelijk? (PL)<br />

Het motief van een vrouw in Art Nouveau<br />

I. Samenvatting van het project<br />

Sleutelcompetenties die aan bod komen in het project<br />

Leren leren<br />

Ondernemerschap<br />

Burgerschaps- en sociale competenties<br />

Cultureel bewustzijn en expressie<br />

Het project “Was Art Nouveau vrouwelijk?” werd uitgevoerd als<br />

onderdeel van de kunstwedstrijd “De schatten van Malopolska”<br />

die georganiseerd werd door het Małopolski Instytut Kultury. Het<br />

thema van de activiteiten die gevolgd werden door de Junior<br />

Secundaire School nummer 6 in Tarnów (Gimnsazjum nr 6 w<br />

Tarnowie) was Art Nouveau in architectuur, schilderkunst en artistiek<br />

ambacht met specifieke nadruk op het beeld van de vrouw dat<br />

overheersend was in al deze kunstdomeinen. Als startpunt van dit<br />

onderzoeksproject kozen de leerkrachten een sculptuur van een<br />

vrouwenhoofd, een architecturaal detail op een façade van het gebouw<br />

in ul. Klasztorna 7 in Tarnów. Dit project werd ontwikkeld<br />

voor leerlingen van 13 tot 16 jaar oud uit het secundair onderwijs.<br />

II. Beschrijving van het project<br />

Het project werd door drie collega’s geleid: Aneta Kopeć-Wilk,<br />

een geschiedenisleerkracht, Magdalena Latowaska-Honkisz, een<br />

kunstleerkracht en Katarzyna Plachta, een leerkracht Frans. 20 studenten<br />

tussen 13 en 16 jaar uit vier klassen namen deel aan de<br />

activiteiten.<br />

De workshops startten op 25 november 2010 met een ontmoeting<br />

in de school. Het doel van deze ontmoeting was de studenten in te<br />

lichten over de focus van het jaar en het schema van de ontmoetingen<br />

en de aangeboden klas- en buitenschoolse lessen. Om het<br />

onderwerp te introduceren en de nieuwsgierigheid van de studenten<br />

op te wekken, brachten de leerkrachten voorbeelden aan van<br />

Art Nouveau in de vorm van architecturale foto’s, reproducties van<br />

schilderijen en objecten van verzamelaars die ze kenden.<br />

De leerlingen startten hun gezamenlijk werk met korte presentaties<br />

over de belangrijkste fenomenen en evenementen die de<br />

geest van die periode in Europa en Polen bepaalden. De leerlingen<br />

wilden graag vragen stellen en discussieerden enthousiast mee,<br />

maar het belangrijkste was dat ze Art Nouveau erg nauwkeurig<br />

karakteriseerden.<br />

De volgende stap was een tour rond de oude stad Tarnów op zoek<br />

naar sporen van Art Nouveau. De zoektocht startte met iets dat verborgen<br />

bleef van de hoofdstraten, de gebouwen in ul. Klasztorna<br />

7, een van de mooiste Art Nouveau-voorbeelden van de architectuur<br />

van Tarnów. Ieders aandacht werd getrokken door het ongewone<br />

hoofd dat in de façade van het gebouw gekerfd was – een<br />

jonge, mysterieuze, fiere vrouw, een Slavische schoonheid – maar<br />

ook door de karakteristieke sierelementen zoals panelen, bloemen,<br />

geometrische en metalen elementen aan de balkons. De hele tour<br />

werd gedocumenteerd met foto’s. Bij aanvang waren de leerkrachten<br />

gids tijdens de buitenschoolse lessen, maar de studenten<br />

namen heel snel zelf het initiatief. Ze doorzochten elk hoekje en<br />

gleufje van de gebouwen en de binnenplaatsen. Ze namen foto’s<br />

van trappen, gekleurde glazen in deuren, balkons en details die op<br />

het eerste zicht onzichtbaar waren zoals beschermde Art Nouveau<br />

balkons op façades met een veranderde stijl. Ze ontdekten hun<br />

eigen stad opnieuw. Om de items uit de bewuste periode goed<br />

te kunnen bekijken, bezochten de deelnemers een antiekwinkel.<br />

De volgende ontmoeting startte met een voorstelling van alles<br />

wat verzameld was tijdens de buitenschoolse lessen. De leerlingen<br />

toonden foto’s door hen getrokken waarop figuren van vrouwen<br />

in de façades van de gebouwen en ook de typerende bloemen- en<br />

geometrische motieven te zien zijn. In dit stadium hadden de leerlingen<br />

al een brede algemene kennis van Art Nouveau.<br />

Vanaf dat moment focusten de deelnemers aan het project op het<br />

leitmotiv van de lessen – een vrouw in Art Nouveau.<br />

“We zouden een fotografiestudio van honderd jaar geleden<br />

kunnen creëren? We zouden kledij, handgemaakte juwelen,<br />

hoeden, paraplu’s en andere kleine stukjes in de stijl van Art<br />

Nouveau kunnen maken? We zouden make-up en haarstijlen<br />

gebaseerd op die van die periode kunnen maken? We zouden<br />

enkele rekwisieten en behangpapier in die stijl kunnen toevoegen<br />

en een mooie fotosessie kunnen maken in een workshop of misschien<br />

in een authentiek Art Nouveau interieur?<br />

Dit is hoe we de volgende fase van onze lessen samen<br />

ontwikkelden, de voorbereiding van artistieke werken”.<br />

99


100<br />

Er waren kleine groepjes waarin de leerlingen kledij en oorringen,<br />

ringen, armbanden en kettingen van kleurrijke kralen, boetseerklei<br />

en kabels maakten. Ze maakten kanten en tule randen aan paraplu’s,<br />

ze maakten een vaas van papier-maché en ze beschilderden<br />

bruin papier met acrylverf om dat daarna als behangpapier à la<br />

Klimt in de fotosessie te gebruiken. Afbeeldingen van vrouwen<br />

verwijzend naar de schilderijen van Alphonse Mucha doken ook<br />

op evenals een afbeelding van een zorgende moeder net zoals in<br />

de schilderijen van Stanisław Wyspiańki, een afbeelding van een<br />

reizende dame, voorstellingen van vrouwen in het zwart die recht<br />

uit een oude foto komen zoals Femmes fatales van Gustav Klimt.<br />

Daarbij toonden de leerkrachten de leerlingen voorbeelden van<br />

films, gevonden op het internet, uit het begin van de filmkunst die<br />

het leven in de stad tijdens de overgang van de 19de naar de 20ste<br />

eeuw illustreerden. Men wilde de aandacht van de studenten vestigen<br />

op het uiterlijk van de mensen in die periode, hun kledij, haarstijlen<br />

en accessoires. Wanneer alle kleding en de noodzakelijke<br />

rekwisieten klaar waren, begon het werk op de set.<br />

Scène uit de fotosessie geïnspireerd door de Europese schilderkunst<br />

(Foto: Aneta Kopec-Wilk)<br />

“Nadat de fotosessie in de schoolworkshop afgelopen was,<br />

waren we wat triestig en ontevreden omdat het al gedaan was.<br />

Want we wisten dat onze kledij ook elders gebruikt zou kunnen<br />

worden. Iemand opperde verlegen om enkele modellen te presenteren<br />

in authentieke Art Nouveau interieurs. Bijna onmiddellijk<br />

was het idee “Het treinstation” er en er volgde een bijkomende<br />

fotosessie in het interieur van het treinstation in Tarnów, in de<br />

kleine straatjes voor het gebouw, wat de sfeer van die periode<br />

opriep. We waren vol bewondering want de leerlingen gekleed in<br />

Art Nouveau kostuums bewogen zich heel natuurlijk in de stad en<br />

zonder enige remming poseerden ze voor de foto’s. Toen we de<br />

foto’s op de camera bekeken, stelde iemand voor om een korte<br />

film over het treinstation in retrostijl te maken, naar analogie met<br />

de films die we eerder in de klas zagen. Waarom zouden we dat<br />

niet doen, we hebben de geschikte locatie en bereidwillige ‘actrices’?<br />

Door gebruik te maken van de voordelen van de technische<br />

innovaties, i.e. de geschikte functie van de camera, produceerden<br />

we wat materiaal. Nu was het alleen nog nodig om een personage<br />

te creëren gelijkend op een persoon uit de eeuwwisseling.<br />

Dat werd de taak van een student van een ‘junior high school’<br />

aan wie werd gevraagd of hij wilde deelnemen aan het project.<br />

Het eindresultaat werd opgenomen in de multimediapresentatie<br />

die de implementatie van het project weergeeft”.


Nostalgie is een van de kenmerken van Art Nouveau<br />

(Foto: Aneta Kopec-Wilk)<br />

De keuze van de foto’s die zowel de basis vormden voor het artistieke<br />

werk als voor het idee van een tentoonstelling bleek het<br />

moeilijkste te zijn. De volgende werken werden ingezonden voor<br />

de wedstrijd: een gezamenlijk artistiek werk “Art Nouveau of<br />

Tarnów in photoplasticon” (photoplasticon is een driedimensionale<br />

afbeelding) samen met twee voltooide vrouwenkostuums en een<br />

vaas uit papier-mâché, delicaat als een vrouw geïnspireerd door<br />

Art Nouveau.<br />

De bijeenkomst vond plaats vlak na de voltooiing van de artistieke<br />

werken voordat ze ingepakt werden voor transport. Om te<br />

beginnen bekeek iedereen de multimediapresentatie die de verschillende<br />

fases van het project illustreerde. Nu was het tijd voor<br />

een antwoord op de sleutelvraag van het project: Is Art Nouveau<br />

vrouwelijk?<br />

“Volgens mij was Art Nouveau vrouwelijk. Het kan bijvoorbeeld<br />

gezien worden aan de bloemenpatronen die zo typisch waren<br />

voor de architectuur van die periode. Verder is vrouwelijkheid<br />

geassocieerd met sierlijkheid, golvende elementen of fladderende<br />

linten. Een vrouw was een muze voor Art Nouveau kunstenaars,<br />

dit kunnen we merken wanneer we kijken naar de mooie gezichten<br />

die in de façades van de gebouwen gegraveerd zijn. Fijne<br />

pastelkleuren die de verfijndheid van de vrouw beklemtonen” –<br />

Zuzanna – klas II d<br />

Terwijl ze het project leidden, concentreerden de docenten zich op<br />

de volgende sleutelcompetenties:<br />

• Leren leren, ontwikkeld door nauwkeurige observatie, de individuele<br />

zoektocht naar informatie in bronnenmateriaal, vergelijkende<br />

analyses van kunstwerken;<br />

• cultureel bewustzijn en expressie door te leren over de historische<br />

context van de periode, richtlijnen en trends op basis van<br />

verschillende kunstdomeinen;<br />

• gevoel voor initiatief en ondernemerschap door het verwerven<br />

van verschillende bronnen voor de voorbereiding van artistieke<br />

werken: jurken, decoratie, photoplasticon;<br />

• het was ook essentieel in groep te kunnen werken, verantwoordelijk<br />

te zijn voor de gezamenlijke voorbereiding van een artistiek<br />

werk, taken zo te kiezen en te plannen dat alle deelnemers<br />

op basis van hun eigen capaciteiten en ambities aan het project<br />

konden deelnemen;<br />

• voor de implementatie van het project hadden de docenten de<br />

verdiensten en de artistieke doelstellingen geschetst, verwijzend<br />

naar het basiscurriculum.<br />

III. Contactinformatie<br />

Małopolski Instytut Kultury (Malopolska Instituut voor Cultuur)<br />

E-mail: instytut@mik.Krakau.pl<br />

Adres: ul. Karmelicka 27, 31-131 Kraków, Polen<br />

Tel.: +48 12 422 18 84, fax: +48 12 422 55 62<br />

Website: www.mik.Krakau.pl<br />

Gimnazjum nr 6 im. Jana Pawła II (John Paul II Junior Secundaire<br />

School nr. 6)<br />

E-mail: g6t@g6t.pl<br />

Adres: ul. Krzyska 118, 33-103 Tarnów, Polen<br />

Tel. +48 14 625 00 71<br />

Website: http://www.g6t.pl/<br />

101


102<br />

Ontdekkingsreis naar de poorten van de wijsheid (PL)<br />

Het gebruik van het cultureel erfgoed van Malopolska om de interesse van kinderen om bij te<br />

leren aan te moedigen<br />

I. Samenvatting van het project<br />

Sleutelcompetenties die aan bod komen in het project<br />

Leren leren<br />

Ondernemerschap<br />

Burgerschaps- en sociale competenties<br />

Cultureel bewustzijn en expressie<br />

Het hoofddoel van het project ‘Ontdekkingsreis naar de poorten<br />

van de wijsheid’ was de vaardigheid van het zoeken naar kennis en<br />

wijsheid te ontwikkelen bij kinderen tussen 8 en 10 jaar oud. Dit<br />

werd bereikt in de context van de traditie van de Universiteit van<br />

Jagiellonia, die zowel het oudste gebouw bevat als academici die<br />

geassocieerd zijn met de Universiteit van Jagiellonia van Krakau,<br />

Polen. Erfgoed behelst niet enkel gebouwen maar ook geschiedenis,<br />

mensen en culturele feiten zoals literatuur, spreekwoorden,<br />

gewoontes etc. Een vitaal element in het project was timing, bijvoorbeeld<br />

genoeg tijd hebben om op de site te geraken. Een ander<br />

belangrijk element voor de klassen was de reflectie over de aard<br />

van kennis, leren en het fenomeen van wijsheid.<br />

Het project werd voorgesteld door Akademia Żakowska, Ośrodek<br />

Edukacyjno-Informacyjny w Krakauie, die culturele onderwijsactiviteiten<br />

leidt waarbij competenties worden ontwikkeld in overeenstemming<br />

met het basiscurriculum, samen met de Basisschool Nr. 5<br />

in samenwerking met het museum van de Universiteit van Jagiellonia<br />

en het ‘Media Aetas pod św. Janem Kapistranem’ restaurant. Het<br />

project maakte gebruik van bronnen van cultureel erfgoed in Krakau<br />

om het basiscurriculum te ondersteunen. Bij het plannen van de activiteiten<br />

werd ervoor gezorgd dat het programma ‘Ontdekkingsreis<br />

naar de poorten van de wijsheid’ de leerkrachten in staat stelde<br />

verder te gaan op onderwerpen die onmiddellijk voor het project<br />

besproken waren, d.i. leren over de belangrijkste steden en historische<br />

sites in Polen en dat het een inleiding voorzag op het volgende<br />

onderwerp, d.i. leren over de verscheidenheid van de Polen.<br />

II. Beschrijving van het project<br />

De activiteiten startten met een presentatie van de woordenboekdefinitie<br />

voor ‘poort’ en ‘wijsheid’, gevolgd door het schrijven van<br />

het werkblad met de vraag welke elementen de kinderen noodzakelijk<br />

achten om hen dichter bij wijsheid te brengen, d.i. ‘wat<br />

brengt ons dichter bij wijsheid?’ In kleine groepjes selecteerden<br />

de leerlingen de elementen noodzakelijk voor een onderzoekexpeditie<br />

door een vooraf gemaakt rugzak-vormig diagram in te<br />

vullen. Tijdens de daaropvolgende discussie werd de aandacht<br />

gevestigd op het verschil tussen een toeristische uitstap en een<br />

onderzoekexpeditie.<br />

Elke groep ontving dan een werkblad dat ze op weg van de school<br />

naar het stadscentrum invulden. Op het stadsplan duidden ze de namen<br />

van de bus-/tramhaltes aan op hun route, plaatsen waar ze van<br />

transportmiddel veranderden en de plaats waar ze uiteindelijk arriveerden.<br />

Deze activiteiten werden gecreëerd om hun ruimtelijke oriëntatie<br />

te verbeteren door een nauwgezette observatie van de omgeving.<br />

Het onderzoekswerk startte nadat ze van de tram stapten. Hun<br />

eerste taak was een gebouw in de huidige stad te vinden dat op<br />

een foto getoond werd. Nadat ze dit gebouw hadden gevonden<br />

en ze naar een korte presentatie over de geschiedenis en de functies<br />

van het gebouw hadden geluisterd, beschreven ze de wapenschilden<br />

van de façade. Hun taak was om twee wapenschilden te<br />

tekenen, één was het embleem van Krakau en het andere dat van<br />

de Universiteit van Jagiellonia. Het wapenschild van de Universiteit<br />

van Jagiellonia werd niet afgebeeld in het ‘Collegium Novum’, dus<br />

de volgende taak was het gebouw te vinden waar dat teken wel<br />

afgebeeld stond.<br />

Na een korte zoektocht leerden de leerlingen de universiteitsbuurt<br />

beter kennen. Ze moesten een raadsel oplossen en het standbeeld<br />

vinden van de persoon naar wie het raadsel verwees. Het standbeeld<br />

van Nicolaus Copernicus bevindt zich bij het gebouw. Na een<br />

discussie over astronomische ontdekkingen en hoeveel moed nodig<br />

was om kennis te verspreiden over belangrijke ontdekkingen die<br />

vaak tegen de gangbare normen van denken indruisten, ging de<br />

groep verder naar het ‘Collegium Maius’ waar Nicolaus Copernicus<br />

gestudeerd had. Op de binnenplaats leerden de leerlingen over architecturale<br />

elementen. Daarna beschreven ze de elementen van de<br />

vormgeving van de binnenplaats, inclusief een decoratieve klok met<br />

figuren. Daarna beschreven ze poorten en deuren zichtbaar op de<br />

binnenplaats van de universiteit. De kinderen losten ook een raadsel<br />

op waarbij spreekwoorden en morsecodes gebruikt werden, het<br />

antwoord hierop was ‘de poort van de wijsheid’. Nu was het hun


Waar is het standbeeld van Nicolas Copericus? (Foto : Ewelina Wisniewska)<br />

taak om de deur op te noemen die de poort van de wijsheid kon zijn.<br />

In de volgende fase van het project brachten ze een bezoek aan een<br />

restaurant met een decor van een middeleeuwse herberg. De leerlingen<br />

zochten hier naar aanwijzingen achtergelaten door een mysterieuze<br />

bibliothecaris en ze losten zijn raadsels op. Eerst ontvingen<br />

ze citaten over wijsheid en deze moesten ze in alfabetische volgorde<br />

zetten. Daarna kregen ze kaarten die boekcovers symboliseerden en<br />

befaamde foto’s van beroemde mensen en de periode waarin ze<br />

leefden. Hun taak was om de ‘inhoud’, de biografie van een beroemd<br />

persoon, met de boekcover overeen te laten komen. Zoals<br />

de assistenten van de bibliothecaris moesten ze de boeken in chronologische<br />

volgorde ordenen en daarna moesten ze twee zinnen<br />

lezen die op de achterkant van de boeken geschreven stonden: Het<br />

Latijnse motto van de Universiteit van Jagiellonia (Plus ratio quam<br />

vis) en de vertaling ervan in het Pools. Ze voltooiden een speciaal<br />

diagram met de Latijnse spreuk en met woorden die ze associeerden<br />

met de activiteiten die ze voltooid hadden. Op die manier werd dus<br />

een origineel ‘Verslag van de onderzoekexpeditie’ gemaakt. Eén van<br />

de observaties was dat de Poolse taal geen woorden bevat die beginnen<br />

met ‘V’ of ‘Q’.<br />

De volgende dag vond een follow-up plaats, een moment van reflectie<br />

in het klaslokaal. In dezelfde teams als tijdens het bezoek vatten de<br />

kinderen de uitstap samen en bereidden ze een presentatie voor met<br />

de gegevens die ze verzameld hadden. Hun taak was deze te classificeren<br />

en te plaatsen op een bord in een volgorde die ze konden<br />

verantwoorden. Een extra motiverend element was de deelname van<br />

verschillende leerlingen in de klas die niet aanwezig waren tijdens de<br />

onderzoekexpeditie. Op die manier waren deze laatsten de verificateurs<br />

van de boodschap, terwijl de eersten functioneerden als experts.<br />

Eenmaal voltooid werden de borden getoond in het klaslokaal.<br />

Na twee weken vond een andere ontmoeting plaats, de kinderen<br />

vulden in een diagram in hoe ze op dat moment over wijsheid dachten.<br />

Ze herinnerden zich hoe zich voor te bereiden op een expeditie<br />

op zoek naar wijsheid, hoe de poort van wijsheid eruit zag, wat zo<br />

ongewoon eraan was etc. Daarna vulden ze opnieuw het diagram<br />

in waarop ze de eerste dagen van het project gewerkt hadden. Deze<br />

keer waren er beduidend meer elementen aanwezig. De langverwachte<br />

prijs werd uitgereikt. Door de deur in het ‘Collegium Maius’,<br />

door de kinderen de ‘poort van de wijsheid’ genoemd, betraden ze<br />

het museum van de universiteit Jagiellonia. Nadat ze diens schatten<br />

hadden ontdekt, ontvingen ze symbolische diploma’s in de ‘Lecture<br />

Hall’ die door de eeuwen heen de meest onderscheiden gasten van<br />

de universiteit onderdak had geboden. Een sterkte van het project<br />

was de complexiteit en hoe de elementen elkaar aanvulden. Alle taken<br />

waren gericht op één doel: het reflecteren op de vele manieren<br />

waarop kennis en wijsheid kan verworven worden. Het onderscheid<br />

tussen deze noties bleek de meerwaarde ervan te zijn.<br />

III. Contactinformatie<br />

Akademia Żakowska Ośrodek Edukacyjno-Informacyjny –<br />

Aleksandra Rzońca<br />

Adres: Polen, 31-315 Krakau, ul. Radzikowskiego 66/35<br />

E-mail: kontakt@akademiazakowska.pl, A.M.Rzonca@gmail.com<br />

Website: www.akademiazakowska.pl<br />

Zespół Szkół Ogólnokształcących nr 51 w Krakauie<br />

Leerkracht: Jolanta Błasiak – early primary education teacher<br />

E-mail: sp5Krakau@poczta.onet.pl<br />

Adres: Polen, 30-079 Krakau, Al. Kijowska 8<br />

Website: www.zso51.edukonekt.pl<br />

Discussie over het belang van de elementen uit het onderzoeksrapport<br />

(Foto: Aleksandra Rzonca)<br />

103


104<br />

Golkowice in kaart gebracht (PL)<br />

I. Samenvatting van het project<br />

Sleutelcompetenties die aan bod komen in het project<br />

Leren leren<br />

Ondernemerschap<br />

Burgerschaps- en sociale competenties<br />

Cultureel bewustzijn en expressie<br />

Het Cultureel Instituut van Malopolski (MIK) in Krakau en de humaniora<br />

JPII in Golkowice schreven een project gebaseerd op een site<br />

zonder enig erkend historische monument. De stedelijke setting in<br />

het gebied duidt op verdeeldheid. Er is enige vijandschap tussen de<br />

studenten van de plaatsen die lokaal ‘Upper’ en ‘Lower’ Golkowice<br />

genoemd worden. De studenten hebben het gevoel dat er niets<br />

interessants te zien is in hun deel van de stad. De studenten van de<br />

humaniora, van 13 tot 16 jaar oud, namen deel aan dit project. Het<br />

doel was de leerlingen kennis te laten maken met de geschiedenis<br />

van hun stad en de ermee verbonden legendes door een lokale<br />

identiteit op te bouwen met behulp van immateriële erfgoedbronnen<br />

zoals interviews, verhalen, legendes en observatie. Als gevolg<br />

van deze activiteiten leerden de jongeren hun stad beter kennen.<br />

De leerlingen ontdekten dat de geschiedenis van Golkowice eigenlijk<br />

heel rijk en interessant is. Ze waren blij enkele kleine maar toch<br />

betekenisvolle sporen uit het verleden te zien. Ze leerden ook bronnen<br />

te interpreteren. De artificiële splitsing tussen de jongeren van<br />

‘Gorne’ en ‘Dolne’ Golkowice verdween.<br />

II. Beschrijving van het project<br />

De workshops in het project werden voorbereid door het Cultureel<br />

Instituut van Malopolski en de humaniora JPII in Golkowice. Het<br />

programma werd door artiesten en theaterschoolspecialisten voorbereid.<br />

Bij één van de activiteiten moest iedere leerling een kaart<br />

tekenen van de route vanaf hun bed tot aan de school. Iedere kaart<br />

werd op zo’n manier vervaardigd dat het huis een heel grote ruimte<br />

in beslag nam omdat daar zoveel ochtendactiviteiten plaatsvonden,<br />

maar de afstand naar school, meestal enkele kilometers lang,<br />

was proportioneel gezien veel kleiner. Na de plannen vergeleken te<br />

hebben, ontstond de idee de perceptie van de ruimte te laten afhangen<br />

van de intensiteit van de ervaring op een bepaalde plaats.<br />

Na deze test werd de term ‘schaal op de kaart’ geïntroduceerd,<br />

wat iedereen toeliet om kaarten en plannen op een standaard,<br />

conventionele manier te ‘lezen’. Deze ervaring werd samengevat<br />

in een powerpoint-presentatie over kaarten, en verschillende soorten<br />

door de geschiedenis heen in andere interessante culturen en<br />

gebieden.<br />

De leerlingen tekenden daarna een soort van sterrenkaart met de<br />

school in het midden en hun huizen in een bepaalde richting en op<br />

een proportionele afstand. Dit zou de basis worden voor volgend<br />

werk. Na deze oefening ging de hele groep naar de nabijgelegen<br />

heuvel boven Golkowice, waar in een ver verleden een Slavische<br />

stad gelegen was. Er vond een gesprek plaats over de geschiktheid<br />

van deze locatie met als conclusie dat deze plaats de inwoners een<br />

Het verzamelen van de verhalen en de legendes van de omgeving (Foto: Marcin Klag)


goed beeld gaf, controle over de weg langs de rivier maar ook veiligheid<br />

bood omdat ze moeilijk in te nemen was. Op de heuvel, op<br />

een houten constructie van 2 bij 3m reproduceerden de leerlingen<br />

het landschap van Golkowice met lokaal gevonden objecten. Het<br />

doel van deze activiteit was bij de studenten de idee te introduceren<br />

hoe materialen en symbolen van kunst te interpreteren op een<br />

elementair niveau. De studenten maakten gebruik van artistieke<br />

materialen en technieken tijdens het weven van de afbeelding met<br />

koord, takken, bladeren, stokken, gras en stenen die in de omgeving<br />

van de oude stad gevonden werden.<br />

De volgende fase bestond uit het verzamelen en selecteren van de<br />

echte verhalen en legendes die verbonden waren met Golkowice.<br />

De leerlingen verzamelden ze tijdens familiegesprekken en door<br />

vragen te stellen aan de oudere personen in de stad. De locaties<br />

werden op de kaart geplaatst en de verhalen werden als teksten<br />

in een boek opgenomen. Tijdens het verzamelen verscheen verbazende<br />

informatie waarvan de betekenis werd ontdekt tijdens<br />

gesprekken met de supervisor.<br />

De studenten werden in twee groepen verdeeld. De eerste groep<br />

begon aan het ontwerp van de artistieke kaart van de legendes<br />

van Golkowice, terwijl de tweede groep een bordspel maakte gebaseerd<br />

op de gewone en speciale evenementen van het verleden<br />

van Golkowice.<br />

De studenten van de tweede groep vatten hun werk aan met het<br />

maken van portretten en zelfportretten waarbij ze natuurlijke materialen<br />

gebruikten. Net zoals bij de landschapsconstructie, werd<br />

de aandacht gevestigd op de symboliek van de materialen en soms<br />

simpelweg op de overeenkomst van de klank van de naam met de<br />

eigenschap van wat tentoongesteld of afgebeeld werd. De volgende<br />

stap was een bordspel van 2m op 2m te creëren, waarop damschijven<br />

als speelstukken gebruikt werden. Enige obstakels hielden<br />

verband met de Golkowice-verhalen. Het ‘zinkende geluid’ en de<br />

‘betoverde herberg’ hadden beide invloed op de bewegingen van<br />

de damschijven en het toekomstige verloop van het spel. Daarna<br />

werden de leerlingen de docenten, ze onderwezen de regels van<br />

het spel en organiseerden een schoolwedstrijd.<br />

Het thema van grafische tekens en logotypes te interpreteren, werd<br />

voorgesteld aan de studenten van de eerste groep en ze maakten<br />

ook een reeks iconen. De eerste reeks stelde simpele concepten<br />

voor, de volgende serie meer abstracte concepten zoals gevoelens<br />

en emoties. Iedere leerling koos zijn/haar favoriete verhaal over<br />

Golkowice en de fase of positie van deze culturele episode. Ter<br />

ondersteuning van het vertellen van een bepaald verhaal voegden<br />

de leerlingen gevoelens en emoties toe op de kaart en later kozen<br />

ze de gepaste kleuren en andere grafische elementen. Tijdens de<br />

korte uitstap kozen alle leerlingen een steen die volgens hem/haar<br />

het best bij het karakter van hun verhaal paste. Vervolgens kopieerden<br />

de leerlingen de vorm van de steen en schreven op die plaats<br />

een samenvatting van hun verhaal.<br />

Werken met het spel van de Golkowice-legendes<br />

(Foto: Marcin Klag)<br />

Na een analyse van de projecten gebruikten de leerlingen witte<br />

verf. Met pigmenten maakten ze hun eigen verf en brachten ze<br />

hun eigen project aan op de gekozen stenen. De stenen werden<br />

op witte kiezel gelegd om zo een kaart te maken van plaatsen<br />

in overeenstemming met de gebeurtenissen. De plattegrond vertegenwoordigde<br />

de artistieke visie over de echte en de fictieve<br />

wereld die in het geheugen van de mensen leefde. Het werk van<br />

de leerlingen werd voorgesteld op een tentoonstelling, tijdens<br />

het cultureel evenement dat een paar weken later in hun stad<br />

plaatsvond, waarbij de leerlingen als gids functioneerden door<br />

Golkowice.<br />

De leerlingen ontwikkelden verschillende sleutelcompetenties.<br />

Vooral tijdens het onderzoek naar de lokale verhalen ontwikkelden<br />

ze leervaardigheden door interviews af te nemen en literatuur<br />

te onderzoeken. Voor het doen slagen van de interviews moesten<br />

ze hun sociale vaardigheden aanspreken, ook noodzakelijk tijdens<br />

het groepswerk voor bepaalde taken. De ontmoeting met oudere<br />

mensen confronteerde de studenten met de waarde van ervaring;<br />

ze leerden ook respect te hebben voor de oudere mensen die de<br />

geschiedenis en de tradities van hun stad kenden. Het organiseren<br />

van het bezoek en het contact met de toeristen was een andere<br />

test voor hun competenties in sociale relaties.<br />

105


106<br />

Het hoofddoel van dit project was de competenties cultureel bewustzijn<br />

en culturele expressie te ontwikkelen. Creatieve technieken<br />

werden gebruikt om emoties uit te drukken. Discussies leidden<br />

tot een betere evaluatie en interpretatie van de artistieke opmerkingen.<br />

Dus het waren niet enkel technische vaardigheden maar<br />

ook het zich bewustzijn van de noodzaak van een kritische blik op<br />

de artistieke realiteit en de evaluatietools. Een ander doel bestond<br />

erin hun kennis van cultureel erfgoed te verhogen, waarbij diens<br />

invloed op het heden werd benadrukt, en om de verschillende vormen<br />

van artistieke expressie te leren kennen. De oefening van het<br />

observeren van het landschap toonde de invloed van de geografische<br />

vormen op de ontwikkeling van beschavingen. Menselijke<br />

invloeden op het landschap maakten het mogelijk in te zien hoe<br />

dingen waren samengekomen. Het werk met de logotypes had<br />

een verscheiden impact. Eerst en vooral toonde het hoe grafische<br />

tekens geïnterpreteerd moesten worden en ten tweede was het<br />

een oefening die de synthese van ideeën en artistieke methodes<br />

toeliet. Het werken met een bordspel toonde de interactie tussen<br />

kunst, de betekenis van het spel en culturele conventies.<br />

De motivatie van de studenten ontsprong uit hun individueel engagement<br />

voor het project. De mogelijkheid om beslissingen te<br />

nemen op verschillende momenten in het proces en tevens een<br />

grote creatieve autonomie bij het maken van de artistieke elementen<br />

zorgden ervoor dat er een sterke betrokkenheid van de jongeren<br />

was ten opzichte van het project en een sterke band met het<br />

thema. Het feit dat de zoektocht naar de essentiële inhoud ook<br />

gebeurde namens de leerlingen maakte het delen van deze kennis<br />

met andere leerlingen tot een grootse ervaring en plezier voor hen.<br />

Wetende hoeveel moeite er nodig is voor het verzamelen van informatie,<br />

apprecieerden en erkenden ze andere leerlingen die hun<br />

‘onderzoek’ presenteerden.<br />

De evaluatie van de ontwikkeling van de door de studenten gekozen<br />

competenties was mogelijk omdat de leerlingen enkel toegestaan<br />

werden om hun werk verder te zetten wanneer ze in staat<br />

waren om de specifieke vaardigheden te tonen die ze al ontwikkeld<br />

hadden. Ze werkten met een grote verantwoordelijkheid en<br />

in alle ernst en tegelijkertijd waren ze erg tevreden met het voortduren<br />

van het onderzoek en met de nieuwe dingen die ze ontdekten.<br />

Elke vraag werd heel serieus behandeld en het vinden van<br />

antwoorden werd een uitdaging.<br />

Het lijkt erop dat het zelfevaluatiecriterium een sterk element in<br />

het project was. Na de specifieke taken ontvingen de leerlingen<br />

materiaal voor verdere opdrachten. Ook de partnerschapscriteria<br />

werkten motiverend voor de deelnemers.<br />

III. Contactinformatie<br />

Verschaffer van erfgoed:<br />

Małopolski Instytut Kultury<br />

Adres: ul. Karmelicka 27, 31-131 Krakau, Polen<br />

Tel: +48 12 422 18 84, fax: +48 12 422 55 62<br />

E-mail: instytut@mik.Krakau.pl<br />

Website: www.mik.Krakau.pl<br />

School:<br />

Gimnazjum im. Jana Pawła II w Gołkowicach<br />

33-388 Gołkowice Dolne, Polen<br />

Tel: 48 18 4463444<br />

E-mail: gim_gol@op.pl<br />

Website: www.gim-golkowice.iap.pl


Janelas Abertas (PT)<br />

Open Venster – Jonge gedachten in beweging<br />

I. Samenvatting van het project<br />

Sleutelcompetenties die aan bod komen in het project<br />

Leren leren<br />

Ondernemerschap<br />

Burgerschaps- en sociale competenties<br />

Cultureel bewustzijn en expressie<br />

De locatie van het project ‘Janelas Abertas’ is de 17de eeuwse<br />

tuin (decoratieve tuin, fruit- en groentetuin en bosgebied) van het<br />

Palacio Fronteira in Lissabon (Portugal), eigendom van de Fundação<br />

des Casas de Fronteira e Alorna. De doelgroep van dit project zijn<br />

leerlingen uit de basisschool en uit het secundair onderwijs van het<br />

achtergestelde stedelijke gebied nabij het paleis, waarbij de focus<br />

ligt op die leerlingen die problemen hebben om in het schoolsysteem<br />

te integreren (sociale problemen, dakloos, slachtoffers van<br />

huiselijk geweld, gehandicapt, onder gerechtelijke voogdij). Het<br />

project werd gefinancierd door Bill Gates en Windows in het kader<br />

van het gebruik van innovatieve technologieën voor het verruimen<br />

van horizonten. De partners die met dit project betrokken waren,<br />

zijn de Fundação des Casas de Fronteira e Alorna, het ministerie<br />

van leefmilieu en Microsoft. De Fundação is initiatiefnemer en implementeert<br />

het project.<br />

Palácio Fronteira (Foto: Palácio Fronteira)<br />

De kinderen en de jongeren verkennen de tuin en sommige delen<br />

van het palacio, waarbij ze aan hun eigen opdrachten werken<br />

en gebruik maken van wiskunde, fysica, biologie, sociale<br />

vaardigheden en ICT. Ze ontdekken, meten, onderzoeken, plannen<br />

en bespreken, en linken hierbij de 17de eeuwse elementen<br />

en eigenschappen aan de huidige maatschappij en technologie.<br />

De doelstellingen zijn dubbel: de ontwikkeling van de milieueducatie<br />

in het algemeen, inclusief burgerschapsonderwijs en<br />

de uitoefening van burgerschap, en het gebruik van innovatieve<br />

technologieën, waarbij gefocust wordt op het praktische gebruik<br />

van ICT eerder dan op theoretische benaderingen: ‘leren<br />

door te doen’.<br />

II. Beschrijving van het project<br />

De filosofie van het project ‘Janelas Abertas’ is erop gericht minderbedeelde<br />

jongeren en kinderen aan te trekken en te motiveren<br />

door hen toegang te verlenen tot ICT en twee types van leren aan<br />

te moedigen. Allereerst op het vlak van milieueducatie (respect<br />

voor de omgeving, sociale vaardigheden, verantwoordelijkheid) en<br />

ze leren hoe verantwoordelijk om te gaan met de nieuwe technologieën,<br />

door middel van creatieve projecten. Ze krijgen ook<br />

de kans om oude dingen op een nieuwe manier uit te voeren en<br />

ze bedenken alternatieven, die hun verwachtingen en hun slaagkansen<br />

vergroten. De boodschap wordt overgebracht dat het niet<br />

enkel wenselijk maar ook mogelijk is om een toekomst op te bouwen<br />

– met behulp van een breed scala van innovatieve ideeën en<br />

technologieën – door het geërfde historisch erfgoed te ontdekken<br />

en te respecteren.<br />

Het ‘Janelas Aberta’ project vindt plaats in de 17de eeuwse<br />

tuin van het Paleis Fronteira. De kinderen gebruiken ICT als een<br />

‘Digitale Botanie’ om deze uitzonderlijke site te ontdekken, te<br />

vertalen en te extrapoleren. De kinderen ervaren informatie en<br />

kennis in plaats van ze te leren. “Omdat we een uitzonderlijke<br />

locatie hebben, willen we opleidingshulpmiddelen aanreiken<br />

(werkdocumenten, human resources en evenementen) om de<br />

kinderen alternatieve kennisverwervingsmethodes aan te bieden.<br />

Eerder dan te onderwijzen, proberen we leerervaringen te<br />

voorzien; zelfzekerheid op te bouwen, creativiteit en vrijheid te<br />

motiveren; verantwoordelijkheidszin teweeg te brengen” verklaren<br />

de projectontwikkelaars.<br />

107


108<br />

Educatief materiaal (Foto: Palácio Fronteira)<br />

Het programma wisselt veldervaring (zoals ‘Fotografie safari’s en<br />

‘Veldopnames’) af met het gebruik van ICT (“Digital Botany”) en<br />

discussies. Kinderen werken 15 minuten lang aan computers en<br />

gaan dan terug naar het ‘veld’. Het is belangrijk zich aan te passen<br />

aan de aandachtsspanne van de kinderen en de activiteiten te<br />

variëren om hen geïnteresseerd en actief te houden.<br />

Een normale sessie van dit project start met de aankomst van de<br />

kinderen en een eerste halte in de tuinen waar moderatoren een<br />

onderwerp voorstellen dat varieert van specifieke onderwerpen<br />

zoals ‘tuin’ tot waarden zoals ‘verantwoordelijkheid’. Tijdens de<br />

sessie verkennen de kinderen de fauna en flora in de tuin, de architecturale<br />

eigenschappen in de tuin, onderscheiden ze soorten<br />

en gebruiken ze de voorziene ondersteuningsdocumenten om hun<br />

observaties te registreren. Het onderzoek wordt vervolledigd door<br />

informatie gevonden via het gebruik van ICT. Met hun vondsten als<br />

basis zullen ze met de moderatoren discussiëren over de bescherming<br />

van deze soorten, waar ze elders gevonden kunnen worden,<br />

verhalen die ermee gerelateerd zijn, links met het verleden, bv. of<br />

ze te zien zijn op de azulejos (tegels) in het paleis en hoe ze kunnen<br />

beschermd worden. Na verschillende sessies zullen kruiswoordraadsels<br />

en andere spelen voorgesteld worden, die hen toelaten<br />

om de kennis en vaardigheden die tijdens het project verworven<br />

werden, te versterken: interactie met de anderen, culturele vaardigheden,<br />

milieuverantwoordelijkheid enzovoort.<br />

Zowel de leerkrachten als de kinderen hebben een grote vrijheid<br />

met betrekking tot de specifieke aanpak en ontwikkeling van de<br />

hulpmiddelen om op die manier elke groep zijn mogelijkheden te<br />

laten ontdekken en de voordelen van deze ervaring te maximaliseren.<br />

Zoals Felipe Benjamis Santos, de algemene secretaris van de<br />

‘Foundation Fronteira e Alorna’ benadrukt: “De kinderen mogen<br />

niet het gevoel krijgen dat ze geholpen worden maar wel dat ze<br />

ondersteund worden. We werken niet aan de ‘crisis van waarden’<br />

maar aan de waarden en vaardigheden die ze moeten ontwikkelen<br />

(respect, punctualiteit, sociale vaardigheden, tolerantie en democratie).<br />

We willen niet onderwijzen, we willen de omgeving voorzien<br />

zodat ze vanuit de ervaring kunnen leren. We tonen hoe ze<br />

moeten vissen, we geven ze geen vis.”<br />

III. Contactinformatie<br />

Contactpersoon: Felipe Benjamin Santos<br />

Adres: Palácio Fronteira<br />

Largo de São Domingos de Benfica, 1<br />

1500-554 Lissabon<br />

Portugal<br />

E-mail: fronteiraalorna@mail.telepac.pt<br />

Website: http://www.fronteira-alorna.pt/index.htm


Workshop van de Kleine Acteur (RO)<br />

I. Samenvatting van het project<br />

Sleutelcompetenties die aan bod komen in het project<br />

Leren leren<br />

Ondernemerschap<br />

Burgerschaps- en sociale competenties<br />

Cultureel bewustzijn en expressie<br />

In het kader van de tentoonstelling “Over Kunst en Cultuur in de<br />

Wereld – De Mensen van de Wereld”, de hoofdtentoonstelling van<br />

het ASTRA Museum, werd een origineel ‘Shadow Theatre’ project<br />

ontwikkeld, getiteld “Workshop van de Kleine Acteur”. Het focust<br />

hoofdzakelijk op leerlingen tussen 10 en 18 jaar. Het project bestaat<br />

eruit om samen met de jongeren een scenario te kiezen en dit<br />

op te voeren. Dit omvat het reproduceren van schilderijen, scènes<br />

en momenten die door de tentoonstelling geïnspireerd werden,<br />

de rolverdeling, de distributie, het ontwerp en de creatie van de<br />

personages en het decor.<br />

II. Beschrijving van het project<br />

’Verhalen van de Wereld in het Franz Binder Museum’ is een programma<br />

dat gehost wordt door het Franz Binder Museum voor<br />

Universele Etnografie, dat deel uitmaakt van het ASTRA Nationaal<br />

Museum Complex in Sibiu, Roemenië. Het programma brengt<br />

twee opmerkelijke opleidingsactiviteiten samen, waarvan één in<br />

het kader van de hoofdtentoonstelling “Over Kunst en Cultuur<br />

in de Wereld – De Mensen van de Wereld”. Tijdens drie dagen in<br />

april 2011 werd een nieuw project, een ‘Shadow Theatre’ project,<br />

ontwikkeld met als titel “De workshop van de Kleine Acteur”. De<br />

samenwerking tussen de scholen en het museum is gebaseerd op<br />

een opleidingsproject, d.w.z. op een kader dat het leerproces integreert<br />

in het werk dat al in de klas gedaan werd, waardoor de leerlingen<br />

culturele kennis en vaardigheden verwerven. De workshops<br />

worden gecoördineerd door de curatoren van bepaalde collecties<br />

in het museum.<br />

“De workshop van de Kleine Acteur” is een workshop voor leerlingen<br />

van 10 tot 18 jaar, en heeft als doel hen kennis te laten maken<br />

met nieuwe manieren van leren. De deelnemers aan de workshops<br />

die plaatsvonden tussen 10 februari 2011 en 12 april 2011, waren<br />

tien leerlingen van 10 - 11 jaar uit het ‘Gheorghe Lazăr’ Nationaal<br />

College in Sibiu en dertig leerlingen van 14 - 15 jaar uit het ‘Andrei<br />

Şaguna’ Nationaal College.<br />

Vanwege het gevoelige karakter van een ‘Shadow Theatre’, wordt<br />

deze aanpak van wereldverhalen en animatie makkelijk aanvaard<br />

en begrepen door kinderen. Aan de hand van een bepaald scenario,<br />

leren de kinderen hoe ze de nodige personages kunnen creëren<br />

en ook de decors die nodig zijn voor een theatervoorstelling.<br />

Ze leren eveneens de technieken om de ‘silhouetten’ te hanteren<br />

en tegelijkertijd de interpretatie van de acteurs toe te voegen. Het<br />

hoofddoel van dit project is het erfgoed van het museum op verschillende<br />

manieren te begrijpen. Dit houdt niet enkel de assimilatie<br />

van kennis in door middel van een rollenspel en de transfer van<br />

empathie, maar ook de ontwikkeling van verbeelding, praktische<br />

vaardigheden en teamwork.<br />

Het project wordt in verschillende fases uitgevoerd. De eerste<br />

fase is het thematische bezoek van de leerlingen aan de hoofdtentoonstelling,<br />

waar ze de kans krijgen om Roemeense reizigers<br />

en donors van de erfgoedstukken van het museum te ontmoeten<br />

en waar ze objecten kunnen zien die suggereren wat een reis<br />

betekent, zoals munten, stokken en een Congolese uitgekerfde<br />

koffer die wordt gebruikt om bagage te dragen. De thuiswereld<br />

wordt voorgesteld door het beeld van het dorp en de hut, waarin<br />

huishoudvoorwerpen van Centraal Afrika geïntegreerd worden.<br />

De leerlingen leren over het weven, het beschilderen van palmbladeren,<br />

het bewerken van dierenhuiden en hoe deze worden<br />

omgevormd tot huishoudvoorwerpen of kleren, de productie van<br />

houten en ‘fruit’-voorwerpen of potten en ten laatste ontdekken<br />

ze de ‘vuurberoepen’: keramiek en metaalbewerking. De rijke collectie<br />

wapens, kledingstukken en sieraden, decoratieve objecten<br />

en antropomorfe beeldjes met een rituele connotatie uit Afrika,<br />

Oceanië en Australië wordt hun voorgesteld. Het bezoek aan de<br />

tentoonstelling eindigt met de presentatie van de Egyptische mummie<br />

en de sarcofaag, die een uitermate belangrijke etnografische<br />

waarde hebben door zowel de schilderingen op de doodskist als de<br />

verbanden die de mummie inpakken.<br />

In de volgende fase van het project worden zowel kinderen als<br />

volwassenen betrokken bij de selectie en de uitvoering van een<br />

scenario, een verhaal, waarbij ze schilderijen, scènes en momenten<br />

die geïnspireerd werden door de tentoonstelling kunnen reproduceren.<br />

Ze denken ook na over de rolverdeling, de distributie, het<br />

ontwerp en de creatie van personages en decor.<br />

109


110<br />

Het vervaardigen van silhouetjes (Foto: Alexandru Olanescu)<br />

De laatste en belangrijkste fase van het project is het opvoeren van<br />

het gekozen verhaal. Elke groep kinderen presenteert het gekozen<br />

scenario, waarbij ze gebruik maken van de modellen en de silhouetten<br />

die al geproduceerd werden.<br />

Kinderen stellen hun werk voor (Foto: Raluca Andrei)<br />

Tijdens de workshop creëerden de leerlingen van 10 en 11 jaar<br />

twee scènes: “Seth en Osiris” en “De reis van Cleopatra”; de<br />

leerlingen van 14 en 15 jaar creëerden vijf scènes: “De Bruiloft”,<br />

“De Legende van Prinses Eniona”, “De Wonderlijke Hut van het<br />

Opperhoofd”, “Meneer Scarabs en de Mummie” en “Het gevecht<br />

van de Afrikaanse Stammen”. Deze scenario’s werden voorgesteld<br />

tussen 2 en 8 mei 2011 in het kader van het LABIRINT project, dat<br />

doorging op het hoofdplein van Sibiu.<br />

De kinderen slaagden erin om nieuwe en onverwacht creatieve<br />

scenario’s te creëren. De deelname van de leerkrachten en de ouders,<br />

zowel in de productie van de silhouetten als van het script,<br />

maakte van deze workshop een ontmoetingsplaats voor drie essentiële<br />

polen in de ontwikkeling van de kinderen en hun onderwijs:<br />

familie, school en culturele organisaties. Dit verklaart waarom<br />

het project zo’n groot succes was.<br />

De sterke punten van het project zijn het teamwork, het rollenspel<br />

en het vernieuwende/originele programma, dat anderzijds ook een<br />

zekere “vrees” veroorzaakte bij de leerkrachten, omdat ze vooraf<br />

niet wisten wat ze moesten verwachten.<br />

Om de activiteit te verbeteren, stelden de organisatoren de toevoeging<br />

van een leessessie voor over Afrikaanse en Egyptische legendes<br />

en verhalen, gebaseerd op bestaande boeken in de bibliotheek<br />

van het museum. De kinderen zijn erg geïnteresseerd in deze verhalen<br />

en het lijkt erop dat ze meer willen leren over de verhaalkant<br />

van de tentoonstelling. Overeenkomstig het hoofddoel van<br />

het project, waren de leerlingen in staat om de objecten van de<br />

tentoonstelling te gebruiken om silhouetten te maken en om hun<br />

eigen legendes te illustreren. Ze werden ‘Kleine Acteurs’.<br />

III. Contactinformatie<br />

ASTRA National Museum Complex – Department of Cultural<br />

Marketing, Museum Pedagogy and the<br />

Tourist Information Centre of Sibu<br />

Projectimplementering: Raluca Ioana Andrei (museum trainer) en<br />

Anca-Elena Mira (museologist)<br />

in samenwerking met het ‘Franz Binder’ Museum voor Universele<br />

Etnografie<br />

Adres: Piata Mica, No. 21, Sibiu, Sibiu County, Roemenië<br />

E-mail: educatie@muzeulastra.com,<br />

raluca.andrei@muzeulastra.com<br />

Website: www.muzeulastra.ro


Zoektocht naar het Verleden (RO) Ontdekkingsactiviteiten gebaseerd op<br />

het werkboek voor erfgoedonderwijs : Ontdek het middeleeuwse Cluj!<br />

I. Samenvatting van het project<br />

Sleutelcompetenties die aan bod komen in het project<br />

Leren leren<br />

Ondernemerschap<br />

Burgerschaps- en sociale competenties<br />

Cultureel bewustzijn en expressie<br />

Het project ‘Zoektocht naar het Verleden’ gebruikt het historische centrum<br />

van Cluj, Roemenië, zijn Gotische middeleeuwse monumenten<br />

en aanverwante achtergrondinformatie als erfgoed. Het werd ontwikkeld<br />

voor leerlingen van 9 tot 14 jaar. Tijdens de zoektocht focussen<br />

de leerlingen op de vaak vergeten aspecten van bekende locaties. In<br />

plaats van de belangrijke informatie meteen te presenteren, creëren<br />

de organisatoren situaties die aanzetten tot ontdekking en zingeving.<br />

Op die manier moeten de kleine groepjes leerlingen op hun eigen observatiezin<br />

en vindingrijkheid vertrouwen om connecties te leggen,<br />

merkwaardige gevallen te identificeren, geïllustreerde boodschappen<br />

te ontcijferen, terwijl ze tegelijkertijd verschillende handgemaakte objecten<br />

creëren en brieven schrijven.<br />

II. Beschrijving van het project<br />

De ’Zoektocht naar het Verleden’ werd ontworpen om lokale kinderen<br />

het unieke karakter en de speciale charme van de multiculturele stad<br />

Cluj te helpen ervaren en appreciëren, in de hoop dat deze kennis en<br />

ervaring hen zal helpen om op een positieve en geïnformeerde manier<br />

meer voeling met hun woonplaats te krijgen.<br />

De activiteit werd voor het eerst georganiseerd tijdens de Hongaarse<br />

Culturele Dagen in Cluj in 2010, net zoals de lancering van het boek.<br />

Ondersteund door de Donát Stichting en georganiseerd door de leerkrachten<br />

Fórizs Enikö en Zsigmond Ilka, werd de zoektocht bijgewoond<br />

door 45 kinderen en 10 ouders die door leerkrachten en vrijwillige studenten<br />

van de O. Ghibu School van Cluj geassisteerd werden. De 9- tot<br />

14-jarige kinderen schreven zich ter plaatse in, als reactie op eerder<br />

geplaatste advertenties. Omdat de publicatie van het werkboek en de<br />

“Zoektocht naar het Verleden” wezenlijk met elkaar verbonden zijn,<br />

worden ze in dit verslag als twee delen van hetzelfde project behandeld.<br />

Ontdek het middeleeuwse Cluj! is gebaseerd op de materialen en<br />

de ervaringen van de Locale Geschiedenis Club die actief is binnen<br />

de Hongaarse sectie van de O. Ghibu School in Cluj. Omdat er geen<br />

publicaties over erfgoedonderwijs gerelateerd zijn aan Cluj, leek het<br />

de auteurs noodzakelijk om hun ervaring te delen door middel van<br />

een werkboek. Doorheen de 116 oefeningen van het werkboek krijgen<br />

de lezers de kans om kennis te maken, niet enkel met de monumenten<br />

van de Gotische middeleeuwen, maar ook met de kunst,<br />

de maatschappij en de levensstijl van die periode. Samen met de drie<br />

verwachte vervolgwerken, ‘Ontdek Cluj in de renaissance!’, ‘Ontdek<br />

Cluj in de barok!’ en ‘Ontdek Cluj in het begin van de eeuw!’, is<br />

deze serie bedoeld als een handboek voor optionele lokale geschiedenislessen.<br />

Om de nauwkeurigheid van de feiten te verzekeren,<br />

werden de kunsthistorici Kovács Zsolt en Radu Lupescu vanaf het<br />

begin betrokken bij het project. De historicus Vincze Zoltán bood zijn<br />

deskundig advies aan wat betreft het organiseren van geleide tours<br />

voor groepen kinderen.<br />

Kinderen lezen hun werkboek (Foto: Norbert Vicsai)<br />

Hier zijn enkele activiteiten die de inhoud van het werkboek illustreren.<br />

Het boek begint met de opdracht voor de leerlingen om de letterslang<br />

in woorden te verdelen en ze vernemen dat de stad Cluj in 1316 een<br />

hogere stand en privileges van de koning kreeg. Om te begrijpen waarom<br />

Cluj zo snel evolueerde in de middeleeuwen lossen de kinderen<br />

een labyrint op waar ze drie koopmannen naar hun bestemmingen<br />

brengen. Zowel de handelaars als de routes behoren tot de realiteit van<br />

die periode. Het feit dat de drie lijnen samenkomen in Cluj zal hen helpen<br />

inzien hoe belangrijk het is gesitueerd te zijn op het kruispunt van<br />

verschillende handelsroutes. Het werkboek omvat ook een volksverhaal<br />

dat gecorrigeerd moet worden, een wapenschild om in te kleuren,<br />

reliëfdruk van zegels, glas kleuren en ontwerpen van beginletters,<br />

111


112<br />

allemaal bedoeld om een uitgebreid en duidelijk beeld te geven van het<br />

leven in de middeleeuwen.<br />

De nood van kinderen aan verschillende leerstijlen en aan afwisseling<br />

worden nauwgezet overwogen in het boek. Afwisseling kenmerkt de<br />

keuze van de onderwerpen en de soorten taken, die per definitie als<br />

plezierig worden ervaren door kinderen tussen 9 en 14 jaar. Om de<br />

oefeningen op te lossen, hebben de leerlingen eerder nood aan vindingrijkheid<br />

en zin voor observatie, dan aan voorafgaande kennis.<br />

Erfgoededucatie biedt de mogelijkheid tot een complexe persoonlijke<br />

ontwikkeling. Elk gebied van de <strong>Aqueduct</strong> sleutelcompetenties kan<br />

rechtstreeks of onrechtstreeks door zo’n activiteit beïnvloed worden.<br />

Nochtans kan de ‘zoektocht’ vooral een verschil maken in de ontwikkeling<br />

van competenties op interpersoonlijk, intercultureel en sociaal vlak,<br />

net als op vlak van cultureel bewustzijn en expressie. De “Zoektocht<br />

naar het Verleden” moedigt zowel de competitie tussen groepen aan<br />

als de samenwerking binnen de groepen. Als groep succesvol zijn<br />

houdt in dat alle leden actief, efficiënt, constructief, meewerkend maar<br />

toch ook assertief zijn, dat ze open staan voor onderhandelingen en<br />

in staat zijn om empathie, tolerantie en aanmoediging te tonen. De<br />

kennis van periodes van vreedzaam samenleven tussen culturen alsook<br />

de gevolgen van vijandschap maakt het voor de kinderen mogelijk een<br />

verantwoordelijke relatie te ontwikkelen met andere culturen. Deze op<br />

plezier gebaseerde ontdekking stelt de leerlingen in staat om het cultureel<br />

erfgoed en de tradities van de stad te bestuderen. Het laat hen ook<br />

toe een rijke en multidimensionale kennis te verwerven en het moedigt<br />

de ontwikkeling aan van een eigen identiteit in een multiculturele omgeving.<br />

De praktische activiteiten die het bezoek vervolledigen geven<br />

de kinderen de kans om te proberen in de voetstappen te treden van<br />

de ambachtslui die hun stempel drukten op de stad, en zo leren ze de<br />

vaardigheden en het talent te appreciëren dat nodig was om de kunstwerken<br />

te creëren die zij nu bestuderen.<br />

Ten slotte versterkt dit soort activiteiten ook de sleutelcompetenties gerelateerd<br />

met het communiceren in de moedertaal. Voorbeelden van<br />

oude teksten in het werkboek brengen de oude taal dichter bij de kinderen.<br />

Door de taken uit te voeren die op deze tekst gebaseerd zijn,<br />

doen de kinderen ook aan interpretatie.<br />

Het organiseren van het programma begint met de identificatie van een<br />

doelgroep. Het parcours en de activiteiten worden dan gekozen volgens<br />

de behoeften, de voorkeuren en de kennis. De groepen worden geconfronteerd<br />

met taken die de bekwaamheden van de individuen overstijgen,<br />

maar die wel door de volledige groep opgelost kunnen worden. De<br />

leercyclus die bestaat uit de fases van motivatie, ervaring, demonstratie<br />

en reflectie, wordt tijdens elke stop in zekere mate herhaald, maar daarenboven<br />

is ook heel de stadstour opgebouwd volgens deze fases.<br />

Kinderen, leerkrachten en ouders tijdens de zoektocht (Foto: Norbert Vicsai)<br />

Het leerresultaat varieert afhankelijk van de interesses van de groepsleden.<br />

Het kan uitgebreid worden door het schrijven van een brief, het<br />

maken van een tekening, een stuk houtsnijwerk, een stempel, of nog<br />

door het schrijven van een verslag van de ervaring of het oplossen van<br />

de oefeningen in het werkboek. De “Zoektocht naar het Verleden”, als<br />

wegwijzer beschikbaar voor onderwijs, is op zich een onverwachte ontwikkeling<br />

van het initiële evenement. Oorspronkelijk was het bedoeld<br />

als ondersteuning voor leerkrachten die lokale geschiedenislessen en<br />

erfgoededucatie trachten op te nemen. Het doel van de organisatoren<br />

is steeds meer leerkrachten te motiveren om dergelijke activiteiten<br />

systematisch als optionele cursus op te starten. Het boek ‘Ontdek het<br />

middeleeuwse Cluj!’, samen met de andere hulpmiddelen die ze willen<br />

aanbieden, zullen waardevolle hulpbronnen worden in hun werk. Ze<br />

plannen ook de organisatie van een stadsoriëntatiespel voor families,<br />

in samenwerking met de ‘Compass Orienteering Association” als deel<br />

van het programma van de Hongaarse Cultuurdagen van Cluj in 2011.<br />

Hoewel het project nog in zijn kinderschoenen staat, is het succes en de<br />

noodzaak ervan al erg duidelijk geworden. De speelse omgeving en de<br />

taken, die kinderen aantrekken met diverse leerstijlen en intelligentietypes,<br />

geven iedereen de kans om op een constructieve manier deel te<br />

nemen. Volgens de organisatoren kan het project nu versterkt worden<br />

door een systeem uit te werken waardoor leerkrachten over heel de<br />

stad voordeel kunnen halen uit hun diensten.<br />

III. Contactinformatie<br />

Donát Stichting, Cluj-Napoca<br />

Project georganiseerd door: Zsigmond Ilka en Fórizs Enikő<br />

Adres: Str Donat 113/32<br />

400331<br />

Cluj-Napoca - Roemenië<br />

E-mail: zsigmondilka@yahoo.com<br />

Website: questforthepastcluj.blogspot.com


De presentatie en scholing van<br />

‘De Traditionele Ambachten van de Szeklers’ (RO)<br />

I. Samenvatting van het project<br />

Sleutelcompetenties die aan bod komen in het project<br />

Leren leren<br />

Ondernemerschap<br />

Burgerschaps- en sociale competenties<br />

Cultureel bewustzijn en expressie<br />

Het project van het ‘Tarisznyás Márton Museum’ van Georgheni is<br />

gebaseerd op het materiële erfgoed van de Szeklers, dat tot uiting<br />

komt in de bewaring van tradities, de kennis van lokale culturele<br />

waarden en het leren van oude ambachten. Het werd ontworpen<br />

voor klassen uit de basisschool, op een manier dat ook kinderen<br />

tussen 10 en 14 jaar aan de activiteiten kunnen meedoen. Het programma<br />

omvat verschillende unieke, traditionele ambachten en activiteiten,<br />

bv. kinderspelletjes. Het onderwijzen is niet didactisch, maar<br />

gebaseerd op handelingen en activiteiten die de studenten veel ervaring<br />

meegeven en die hen motiveren om hun eigen oude Szeklercultuur<br />

en traditie te begrijpen. De kinderen raken vertrouwd met<br />

de theoretische en praktische kennis over traditionele ambachten<br />

en ze verwerven bekwaamheden en vaardigheden die zowel in het<br />

alledaagse leven als in de school gebruikt kunnen worden.<br />

II. Beschrijving van het project<br />

Het project “De Traditionele Ambachten van de Szeklers” kan<br />

terugblikken op een geschiedenis van vijf jaar. Het startte in<br />

2006 vanuit het initiatief van het ‘Tarisznyás Márton Museum’ in<br />

Gheorgheni in samenwerking met de Portéka Stichting en het focust<br />

op de culturele educatie van kinderen. Beide organisaties zijn<br />

actief in het behoud van lokale tradities en de Portéka Stichting<br />

maakt ook deel uit van het “Élö örökség” (Levend erfgoed) programma<br />

van ‘Transylvania Authentica’. Zij worden in hun werk bijgestaan<br />

door verschillende andere maatschappelijke organisaties<br />

en enthousiaste vrijwilligersteams.<br />

Het project is ondergebracht in een schouwburg. Doordat het<br />

bijna tien jaar geleden gelanceerd werd door het ‘Tarisznyás<br />

Márton Museum’, biedt het heel wat verschillende evenementen,<br />

activiteiten , presentaties over ambachten en beroepen. Het constante<br />

kenmerk van de schouwburg is de doelstelling educatie<br />

te geven, training en interessante persoonlijke ervaringen aan<br />

te bieden aan al wie deelneemt aan de programma’s. De doelgroep<br />

van deze activiteiten zijn kinderen van de basisschool,<br />

maar de gevarieerde activiteiten staan ook open voor jongere of<br />

oudere kinderen. Daarom kunnen kinderen tussen 3 en 15 jaar<br />

makkelijk aansluiten bij deze programma’s, die door professionals<br />

geleid worden, zoals het museumpersoneel en traditionele<br />

ambachtslieden. De schommeling in het aantal deelnemers kan<br />

toegeschreven worden aan de diversiteit van de georganiseerde<br />

activiteiten. Het aantal varieert dus tussen 15 en 100 kinderen<br />

per week.<br />

Elk evenement omvat twee of drie activiteiten en het programma<br />

biedt ook een theoretisch deel. In overeenstemming met het lopende<br />

festival wordt er gepraat over de oorsprong en organisatie<br />

ervan, de lokale tradities en de symbolen die gerelateerd zijn aan<br />

de viering. Deze introductie leidt de kinderen binnen in een andere<br />

wereld, waar ze verhalen vertellen en bespreken hoe hun grootouders<br />

en overgrootouders hierbij betrokken waren en hoe ze zich<br />

voorbereidden voor de viering van die festiviteit. Hierop volgt de<br />

actie zelf, de ambachtelijke workshops van individueel vervaardigde<br />

objecten en voeding.<br />

Kinderen spinnen stro<br />

113


114<br />

Het programma integreert verschillende traditionele ambachten en<br />

spelen: textiel vervaardigen uit vlas en hennep, huisgemaakte op<br />

planten gebaseerde schildertechnieken, meubels schilderen, houtsnijwerk,<br />

eieren schilderen, stro spinnen, traditionele feestgerechten<br />

bereiden, traditionele kinderspelen, kaarsen en potten maken,<br />

de pottenbakkersschijf gebruiken, reliëfdruk op koper en vilten. De<br />

kinderen worden vertrouwd gemaakt met theoretische en praktische<br />

kennis over traditionele ambachten en verwerven bekwaamheden<br />

en vaardigheden die zowel in het dagelijkse leven als in de<br />

school gebruikt kunnen worden<br />

De professionals leren de kinderen speciale aandacht te besteden<br />

aan het erfgoed dat hun voorouders hebben nagelaten: erfgoedbewaring,<br />

presenteren en onderwijzen van traditionele ambachten,<br />

alsook het delen van kennis over gastronomische specialiteiten<br />

van voorheen en de geheimen van hun bereiding.<br />

Kinderen en ouders op het traditionele Szekler feestmaal<br />

Dit veelomvattende programma dient niet enkel om een basiskennis<br />

mee te geven over het ontstaan en de ontwikkeling van de<br />

festiviteiten, de kostuums en tradities, maar het helpt de kinderen<br />

ook om erbij betrokken te worden.<br />

De voorstelling van de ambachten tijdens het openings- en slotevenement<br />

bieden meestal een erg kleurrijk programma aan. De activiteiten<br />

rond kerstmis bijvoorbeeld bieden de mogelijkheid om waardevolle<br />

objecten te maken, die nadien door de kinderen mee naar<br />

huis genomen kunnen worden. Uiteraard is dit uiterst motiverend.<br />

Op het einde van de activiteiten eten ze samen het voorbereide<br />

feestmaal op.<br />

Binnen dit project krijgen de kinderen ook theoretische kennis<br />

mee over de materialen en objecten die voor de ambachten gebruikt<br />

werden en ook hun geschiedenis en belang binnen de cultuur<br />

van de Szeklers. Ze kunnen dingen leren over de culturele en<br />

lokale waarden van hun voorouders, over verschillende beroepen<br />

en ze kunnen vaardigheden en bekwaamheden verwerven die ze<br />

in hun dagelijks leven kunnen gebruiken. De focus ligt niettemin<br />

op de praktische vaardigheden. Kinderen krijgen de kans om bij<br />

het vervaardigen van verschillende artefacten, bepaalde objecten<br />

te gebruiken die ze niet overal vinden, bijvoorbeeld de pottenbakkersschijf.<br />

De activiteiten zijn complex. Enerzijds zijn ze geschikt<br />

om de kennis van de kinderen op vlak van lokale geschiedenis,<br />

aardrijkskunde, kunst, literatuur, esthetica en etnologie te vergroten,<br />

anderzijds ontwikkelen ze hun manuele vaardigheden, wat<br />

hen voorbereidt op het gemeenschapsleven, door succesvol samen<br />

te werken in een groep.<br />

Jaarlijks nemen ongeveer 1300 kinderen deel aan de workshops.<br />

Ze zijn zo succesvol dat vele andere leerkrachten aangegeven hebben<br />

dat ze met hun klassen in de toekomst ook willen deelnemen<br />

aan de evenementen. Als gevolg van deze feedback lanceerden de<br />

organisatoren van de schouwburg ook groepssessies voor klassen<br />

in de herfst van 2010.<br />

De organisatoren zijn bewust van hun grootste zwakheid, het constante<br />

tekort aan financiële middelen, wat een grote invloed heeft<br />

op de kwaliteit van de activiteiten. Desondanks geven de organisatoren<br />

niet op. Hun plan voor de toekomst is om, in samenwerking<br />

met leerkrachten, nog meer programma’s te creëren die gekoppeld<br />

kunnen worden aan het schoolleerplan, om zo de ouders te helpen<br />

bij de opvoeding van gemotiveerde en bewuste kinderen, die op<br />

hun beurt verantwoordelijk zullen zijn voor het doorgeven van tradities<br />

en cultureel erfgoed aan hun eigen kinderen.<br />

III. Contactinformatie<br />

Tarisznyás Márton Museum<br />

Contactpersoon: Zsuzsánna Szőcs<br />

Adres: Rákóczi Ferenc street, nr. 1.<br />

535500 Gheorgheni Hargita<br />

Roemenië<br />

E-mail: szocszsuzsa@tmmuzeum.ro<br />

Website: www.jatszohaz.tmmuzeum.ro


Vluchtelingen in het Openluchtmuseum: het museum als plaats voor<br />

informeel levenslang leren (SE)<br />

I. Samenvatting van het project<br />

Sleutelcompetenties die aan bod komen in het project<br />

Leren leren<br />

Ondernemerschap<br />

Burgerschaps- en sociale competenties<br />

Cultureel bewustzijn en expressie<br />

Het Provinciale Museum van Jämtland is een openluchtmuseum<br />

in het centrum van Zweden, dat een aantal activiteiten ontwikkelde<br />

die formeel onderwijs en de culturele sector met elkaar<br />

verbinden. De directeur van het museum en de medewerkers<br />

zien in dat terwijl het ‘traditionele’ museum de rol vervult van<br />

‘verzamelen, beschermen en tentoonstellen’ er een bijkomende<br />

nood is om te zoeken naar een duurzame sociale rol. Samen<br />

met andere musea binnen Europa heeft dit instituut activiteiten<br />

proberen te ontwikkelen waarbij mensen, die anders misschien<br />

verwaarloosd zouden worden, binnengeloodst worden in de<br />

normale samenleving en zo een gevoel krijgen van betrokkenheid<br />

bij de nationale cultuur. Daavoor diende Jämtli, in het begin<br />

van 2003 via het Provinciale Museum van Jämtland, bij de<br />

“Foundation for the Culture of the Future” een beursaanvraag<br />

in, om op die manier een pedagogisch project te implementeren<br />

over de situatie van vluchtelingen. Het resulterende project is<br />

het onderwerp van deze casestudy.<br />

Gezien zijn uitgebreide ervaring met het rollenspel wilde Jämtli<br />

de doelgroep de rol van asielzoekers laten spelen en de verschillende<br />

momenten van een ‘normaal’ asielzoekersleven laten<br />

ervaren. Jämtli vond zijn inspiratie bij gelijkaardige initiatieven<br />

gebaseerd op rollenspelen in het Nationaal Museum van<br />

Denemarken in Kopenhagen en in het Museum van Nationale<br />

Oudheid in Stockholm. Mogelijk waren deze twee musea op de<br />

hoogte van en geïnspireerd door een bijna identiek initiatief in<br />

‘Naxos Hallen’, het Cultureel Centrum in Frankfurt.<br />

De organisatoren van het project waren ervan bewust dat musea<br />

die zich gewoonlijk bezighouden met jonge mensen een<br />

traditionele rol vervullen die enkel dient om het cultureel bewustzijn<br />

en de culturele expressie te versterken. Dit project had<br />

als doel een pedagogisch programma te ontwikkelen dat ook<br />

het domein van leren leren en burgerschaps- en sociale competenties<br />

verkende.<br />

Het project focuste op het cultureel erfgoed van asielzoekers,<br />

met name recent aangekomenen in Zweden, toen veelal afkomstig<br />

uit Bosnië-Herzegovina. De doelgroep bestond uit 16 jarige<br />

Zweedse leerlingen. Ongeveer 40 klassen namen deel, verspreid<br />

over verschillende weken. Het project had verscheidene distinctieve<br />

kenmerken:<br />

• Het bekommerde zich om de waarden en normen van de<br />

Zweedse jongeren ten opzichte van vluchtelingen en heel speciaal<br />

om hun xenofobische attitudes;<br />

• Het maakte gebruik van de unieke ruimte aangeboden door het<br />

openluchtmuseum;<br />

• Dramatechnieken werden gebruikt als deel van het leerproces;<br />

• Het project werd geïntegreerd in de strategische doelstelling<br />

van het museum, nl. een groot deel van de activiteiten duidelijker<br />

in verband te brengen met multiculturalisme en met de<br />

geschiedenis van de 20ste eeuw;<br />

• Het probeerde uit te leggen dat mensen die als ‘asielzoeker’,<br />

‘immigrant’ en ‘vluchteling’ bestempeld worden, verhalen te<br />

vertellen hebben en op zich ook individuen zijn.<br />

Door hun gevoelens ontwikkelen mensen waarden, betekenissen<br />

en attitudes. Dit project probeerde een ervaring te creëren van iets<br />

dat zou kunnen omschreven worden als zijnde ‘authentieke gevoelens’,<br />

wat betekent dat leerlingen met gevoelens werden geconfronteerd<br />

die identiek waren aan of vergelijkbaar met de gevoelens<br />

van echte vluchtelingen. Een verslag van een schoolleerkracht in<br />

Jämland vat het effect als volgt samen:<br />

‘Om leerlingen dingen te laten begrijpen en hun eigen mening<br />

te vormen, is een rollenspel ideaal. Op school lukt het ons vrij<br />

goed om de leerlingen een aantal vaste waarden mee te geven,<br />

maar dit is een manier om hen van binnenuit te bereiken.<br />

De discussies nadien waren goed. Er kon niet meer bereikt<br />

worden omdat de leerlingen uitgeput waren na al hun nieuwe<br />

impressies. We zullen hun nieuwe ervaringen moeten gebruiken<br />

en eraan werken zodra we terug op school zijn’.<br />

115


116<br />

II. Beschrijving van het project<br />

Het volledige evenement in Jämtli duurde ongeveer vier uur. Het<br />

begon met een toneelstuk over de oorlogservaringen van mensen<br />

uit Bosnië-Herzegovina in de jaren ’90. De deelnemers kregen dan<br />

een rol toegewezen en kregen de tijd om zich in te leven in hun<br />

personages. Tegelijkertijd werden nauwgezette instructies gegeven<br />

over de methodologie van het rollenspel, waarin benadrukt werd<br />

dat ze het meest uit hun ervaringen zouden halen als ze actief<br />

deelnamen en probeerden zich met hun personage te vereenzelvigen.<br />

Er werd ook benadrukt dat de deelname vrijwillig was en<br />

dat de deelnemers uit het rollenspel konden stappen wanneer zij<br />

dit wilden, in het bijzonder als hun emotionele reacties te pijnlijk<br />

werden. Iedereen ging dan samenzitten om een diavoorstelling bij<br />

te wonen over het dagelijks leven, de politieke onzekerheid, het<br />

trauma en de vluchtende mensen over de hele wereld. Hierna begon<br />

het rollenspel:<br />

De grensovertocht (Foto: Jamtli Foundation & Linköping University)<br />

De deelnemers zaten in een lokaal dat plots donker werd.<br />

Mensensmokkelaars betraden het lokaal met zaklantaarns en riepen<br />

hun respectievelijke vluchtelingengroepen samen. De vlucht<br />

was nu begonnen. De relaties met de smokkelaars en de andere<br />

vluchtelingen waren relatief ruw bij het bereiken en het oversteken<br />

van de grens. Na een aantal weerzinwekkende gebeurtenissen<br />

staken de deelnemers uiteindelijk de grens over naar ‘Svezia’ waar<br />

de ‘transit’ politie een handje toestak bij het eerste deel van het<br />

proces. De asielzoekers werden ondervraagd en hun foto’s, hand-<br />

en vingerafdrukken werden genomen. Vanuit de ‘Transit’ werden<br />

ze overgebracht naar een asielcentrum, waar het trage deel van<br />

het asielzoekersbestaan hen in alle ernst overviel. Wachten en niets<br />

doen werden afgewisseld met interviews met de immigratiedienst.<br />

Na wat sommige deelnemers als een zeer lange tijd beschouwden,<br />

werden ze uiteindelijk gevraagd op een bijeenkomst waar ze<br />

schriftelijk en mondeling te horen kregen of ze een verblijfsvergunning<br />

hadden gekregen of niet. Conform de realiteit in Zweden<br />

kregen slechts twee of drie personen uit een groep van 25 tot 30<br />

deelnemers in eerste instantie een verblijfsvergunning.<br />

Meegenomen voor ondervraging (Foto: Jamtli Foundation & Linköping University)<br />

Dan werd er op een fluitje geblazen en was het rollenspel gedaan.<br />

Eén van de pedagogische medewerkers van het museum startte<br />

een discussie over wat de jongeren ervaren hadden. Deze dialoog<br />

was deels een debriefing van de deelnemers, deels een poging<br />

om alle vragen te beantwoorden die de jongeren na het rollenspel<br />

hadden en deels het doornemen van vrij simpele oefeningen<br />

over morele kwesties die gerelateerd waren aan het rollenspel. De<br />

algemene reactie van de verantwoordelijken van het project, de<br />

acteurs, pedagogen, leerlingen, leerkrachten en enkele volwassen<br />

deelnemers was heel positief. Maar gezien de doelen van het project<br />

moet de vraag gesteld worden: wat hebben de deelnemers<br />

geleerd door hun deelname aan ‘Vluchteling’ in Jämtli?<br />

Reflectie over het project<br />

In het algemeen had iedere klas één tot twee leerlingen die openlijk<br />

kritisch waren ten opzichte van immigranten of die xenofobische<br />

attitudes toonden tijdens de morele attitude oefeningen.<br />

Dit cijfer kwam vrij goed overeen met het percentage openlijk<br />

intolerante mensen dat het zogenaamde ‘Forum voor Levende<br />

Geschiedenis’ vastlegde voor heel Zweden in een studie uitgevoerd<br />

in 2004. Dergelijke visies waren vooral terug te vinden bij jongens<br />

uit het secundair onderwijs en het bleek duidelijk dat de attitudes


ten opzichte van immigranten en vluchtelingen voor deze jongens<br />

dé manier was om zich van hun medeleerlingen te onderscheiden<br />

door harder en extremer te zijn. Maar het is ook duidelijk dat de<br />

ervaring in Jämtli een spoor achterliet bij de andere deelnemers en<br />

men kan zeggen dat de leerlingen in het algemeen hun attitudes<br />

ten opzichte van immigranten en vluchtelingen voor een deel veranderden,<br />

net zoals dat ook gebeurde bij gelijkaardige projecten<br />

in Kopenhagen en Stockholm. Een leerkracht vat de verslagen van<br />

zijn leerlingen na hun bezoek aan de tentoonstelling in Jämtli als<br />

volgt samen (Verslagen van Wargentinskolan 2004):<br />

‘Een paar begrepen niet wat het doel was van de dagactiviteit.<br />

Anderen beseften dat het erom ging te leren hoe een vluchteling<br />

zich voelt en dat men eerst moet nadenken vooraleer een oordeel<br />

te vellen over iets waarvan men maar weinig weet. Sommigen wezen<br />

erop dat het de jongeren meer inzicht gaf en dat sommigen<br />

misschien zelfs een andere visie kregen. Als leerkrachten zijn we<br />

zeer trots dat onze leerlingen deze dag zo serieus hebben opgevat<br />

en dat ze zichzelf open stelden voor beïnvloeding. Laten we hopen<br />

dat dit inzicht niet tijdelijk is maar dat het zal voortduren…’<br />

De werknemers van het museum gaven vrij openlijk toe dat het<br />

rollenspel als doel had de attitudes en visies van de deelnemers<br />

te beïnvloeden en de deelnemers hadden hier helemaal geen kritiek<br />

op. Het wordt als volledig aanvaardbaar beschouwd dat het<br />

museum evenementen aanbiedt met als doel de attitudes en visies<br />

van de bezoekers te veranderen. Het doel van de activiteit was de<br />

deelnemers te overtuigen dat er een duidelijke overeenkomst bestaat<br />

tussen wat ze zelf konden ervaren en gelijkaardige situaties<br />

in de reële, ongecontroleerde wereld buiten het museum. Op die<br />

manier creëerde het museum een kader voor een leerproces dat<br />

gebaseerd is op activiteit, samenwerking, gevoeligheid en emoties.<br />

III. Contactinformatie<br />

Naam: Henrik Zipsane PhD (Directeur & Professor)<br />

E-mail: henrik.zipsane@jamtli.com<br />

Adres: Jamtli Foundation & Linköping University, Box 709, SE 8 31<br />

28 Östersund, Zweden<br />

Website: www.jamtli.com en www.nckultur.org<br />

117


118<br />

Het ‘Running Wild’ Project van het ‘Yorkshire Wildlife Trust’<br />

in de Stad York (GB)<br />

I. Samenvatting van het project<br />

Sleutelcompetenties die aan bod komen in het project<br />

Leren leren<br />

Ondernemerschap<br />

Burgerschaps- en sociale competenties<br />

Cultureel bewustzijn en expressie<br />

Het ‘Yorkshire Wildlife Trust’ (YWT) is een liefdadigheidsorganisatie<br />

en maakt deel uit van de associatie in het Verenigd Koninkrijk die<br />

47 ‘Wildlife Trusts’ verenigt. Het werd opgestart in 1946 met het<br />

doel dieren die in het wild leven en ‘wilde’ plaatsen te beschermen<br />

en om mensen op te voeden, te beïnvloeden en mondig te maken.<br />

Het YWT bestuurt 80 locaties over heel het district Yorkshire in<br />

het Verenigd Koninkrijk en helpt andere organisaties zoals lokale<br />

administraties om hun reserves te beheren.<br />

Eén van de projecten van het YWT heet ‘Running Wild in York’ en<br />

is bedoeld voor kinderen en jongeren. De twee natuurreservaten<br />

die hier beschreven worden hebben belangrijke historische banden<br />

met de stad York, maar zijn nu waardevolle natuurgebieden. Het<br />

project wil daarom aantonen hoe de sleutelcompetenties van jonge<br />

mensen versterkt kunnen worden door te werken op plaatsen<br />

die nu een deel van het natuurerfgoed van het Verenigd Koninkrijk<br />

vertegenwoordigen.<br />

De twee reservaten zijn het bezit van het stadsbestuur van York<br />

maar worden gebruikt door het YWT om deze onderwijsprojecten<br />

uit te voeren: St Nicholas Fields was vroeger een ziekenhuis<br />

voor melaatsen. Daarna werd het een locatie voor de extractie van<br />

klei en een steenbakkerij die de bakstenen leverde voor de stad<br />

York. Vanaf de jaren 1950 werd het een patchwork van kuilen die<br />

gebruikt werden als stortplaats. Met de hulp van vrijwilligers ondersteunt<br />

het nu een grote verscheidenheid aan habitats. Clifton<br />

Backies met zijn nog meer in detail geregistreerde geschiedenis, is<br />

daardoor een ideale locatie voor het observeren en het registeren<br />

van veranderingen doorheen de tijd. Het behoorde oorspronkelijk<br />

tot St Mary’s Abbey. Na het uiteenvallen van de kloosters in de<br />

zestiende eeuw werd er overgegaan op een systeem van cultuur<br />

op rillen, beter bekend als ‘ridge and furrow’. Sommige zijn nog<br />

steeds zichtbaar. In 1933 werd de locatie een luchthaven, die gebruikt<br />

werd tot de Berlijnse luchtbrug in 1949. Daarna werd het<br />

landschap er steeds wilder en werd het in 2002 bestempeld als<br />

een lokaal natuurreservaat. Alle groepen worden bewust gemaakt<br />

van de historische achtergrond van deze locaties, alsook van hun<br />

huidig belang voor natuur en dieren.<br />

Kinderen verzamelen materiaal voor het vervaardigen van een kunstwerk<br />

op één van de sites (Foto: Yorkshire Wildlife Trust)<br />

De doelgroepen die relevant zijn voor het <strong>Aqueduct</strong> project zijn<br />

kinderen en jongeren van 8 tot 18 jaar. De activiteiten zijn veelomvattend<br />

en in de groepen zijn er ook bijna altijd kinderen met een<br />

beperking, sommige groepen bestaan zelfs helemaal uit kinderen<br />

van het buitengewoon onderwijs. Het is belangrijk erop te wijzen<br />

dat het onderwijswerk van het YWT zich richt op families en individuen<br />

van alle leeftijdsgroepen en sociale klassen. Een belangrijke<br />

en kenmerkende eigenschap van dit werk is de manier waarop<br />

het bij de betrokken kinderen en jongeren specifieke persoonlijke<br />

eigenschappen opbouwt, zoals o.a. teamwork, communicatievaardigheden,<br />

zelfrespect en het begrijpen hoe men met risico’s moet<br />

omgaan.<br />

In termen van leerresultaten wilde het project jongeren hun lokale<br />

groene ruimtes leren gebruiken en waarderen en actief ook<br />

betrokken te zijn bij het plannen en uitvoeren van verbeteringen,


zodat een gevoel van eigendomsrecht zou ontstaan, dat op lange<br />

termijn zou leiden tot het verminderen van vandalisme en asociaal<br />

gedrag op elke locatie.<br />

II. Beschrijving van het project<br />

De belangrijkste partners van het project zijn het ‘Yorkshire Wildlife<br />

Trust’ en het stadsbestuur van York, maar vele andere liefdadigheids-<br />

en sociale organisaties spelen ook een rol, net als de belangrijkste<br />

financierder, de Nationale Loterij van het Verenigd<br />

Koninkrijk. De professionals van het YWT waren verantwoordelijk<br />

voor het ontwerpen en ontwikkelen van het project en voor het<br />

aanvragen van fondsen. Het project integreert veel onderwerpen<br />

uit het Engelse studieprogramma, inclusief literatuur, wiskunde,<br />

wetenschap en burgerschap, maar het past ook goed binnen de<br />

speciale leerprogramma’s voor zij die minder goed presteren.<br />

Voor het bezoek aan één van de locaties bezocht een YWTmedewerker<br />

de school om de risicoanalyse te bespreken en een<br />

paar voorbereidende activiteiten. Een groep bestaat meestal uit<br />

16 kinderen en 2 volwassenen, kleinere groepjes, indien er ook<br />

kinderen met een beperking bij zijn. De sessies vinden plaats na<br />

school met sommige kinderen die één keer en anderen die meerdere<br />

keren komen. Het programma is afhankelijk van het seizoen,<br />

de voorafgaande bespreking met de kinderen, de vragen van de<br />

school en van de locatie zelf. De didactische aanpak is de jongeren<br />

aan te moedigen om deel te nemen aan activiteiten die fijn, praktisch,<br />

toegankelijk en uitdagend zijn.<br />

Kinderen werken in groepjes aan de opbouw van schuilplaatsen<br />

op één van de sites (Foto: Yorkshire Wildlife Trust)<br />

Deze behelzen:<br />

• Het verbeteren van toegang en paden<br />

• Beheer van houthakken en bos<br />

• Vissen in een meer<br />

• Leren over bepaalde dieren<br />

• Jagen op kleine dieren<br />

• Het bouwen van vogelnestjes<br />

• Andere praktische conservatievaardigheden<br />

Deze activiteiten dragen bij tot de ontwikkeling van alle sleutelcompetenties<br />

van de jongeren, maar de burgerschaps- en sociale<br />

competenties komen waarschijnlijk het meest aan bod. Kinderen<br />

en jongeren worden aangemoedigd om de lokale groene zones,<br />

die deel uitmaken van hun natuurlijk erfgoed, te gebruiken en te<br />

waarderen en om meer fysiek actief te zijn, wat een gezonde levenswijze<br />

promoot. Verder bevordert het project de kennis van de<br />

deelnemers over het zorg dragen voor hun omgeving en ontwikkelt<br />

het interpersoonlijke vaardigheden zoals communicatie, teamwork,<br />

vertrouwen en zelfrespect. Het geeft elk individu ook een<br />

groter gevoel van gemeenschapstrots en het gevoel dat ze tot een<br />

gemeenschap behoren. Deze versterkte waardering voor hun lokale<br />

omgeving en hun gemeenschap leidt dan op lange termijn tot<br />

het verminderen van vandalisme en asociaal gedrag op elke locatie<br />

en in de hele stad York.<br />

‘Ze waren echt betrokken bij de lesinhoud.<br />

Het is fijn om hen dingen te zien doen die ze normaal<br />

nooit zouden doen!’ – Leerkracht<br />

‘Ik had niet gedacht dat ik ervan zou genieten,<br />

maar dat deed ik wel!’ – Deelnemer<br />

Het project bestaat nu acht jaar dankzij externe fondsen. Een externe<br />

evaluatie van het stadsbestuur van York geeft aan dat het<br />

werk voortgezet moet worden. Het YWT is actief in het aanvragen<br />

van nieuwe fondsen.<br />

III. Contactinformatie<br />

Contactpersoon: Vicky Harland (Manager van het<br />

gemeenschapsprogramma)<br />

E-mail: vicky.harland@ywt.org.uk<br />

Adres: 1 St George‘s Place, York, YO24 1GN, UK<br />

Website: www.ywt.org.uk<br />

119


120<br />

Literaire Associaties door een Historisch Landschap (GB)<br />

I. Samenvatting van het project<br />

Sleutelcompetenties die aan bod komen in het project<br />

Leren leren<br />

Ondernemerschap<br />

Burgerschaps- en sociale competenties<br />

Cultureel bewustzijn en expressie<br />

Deze casestudy gebruikte de literaire associaties van 14 - en 15-jarige<br />

leerlingen van de beroemde roman ‘Dracula’ met de stad<br />

Whitby, een kleine pittoreske haven aan de noordoostelijke kust<br />

op 150 km van Sheffield. De stad dankt haar roem aan ‘Whitby<br />

Abbey’, een vervallen klooster op de top van de klif, dat in 657<br />

door een van de Saksische koningen van Noord-Umbrië gebouwd<br />

werd. Whitby is nu een UNESCO Werelderfgoed locatie. Dichtbij de<br />

abdij bevindt zich de St Mary’s kerk en het kerkhof.<br />

De auteur Bram Stoker werd, tijdens het schrijven van zijn roman<br />

‘Dracula’, geïnspireerd door zowel het kerkhof als de abdij van<br />

Whitby. De auteur verbleef in Whitby en onderzocht de geschiedenis<br />

van de stad zodat verschillende historische locaties zoals de<br />

ruïnes van de abdij, St Mary’s kerk en de rivier Esk, die door de<br />

stad loopt, een heel belangrijke plaats innemen in de roman. Het<br />

is belangrijk op te merken dat de stad de laatste jaren erg bekend<br />

is geworden zowel door de associaties met Dracula als door haar<br />

echte geschiedenis. Velen bezoeken de stad alleen om die reden.<br />

Ieder jaar worden er nu ook twee gotische festivals georganiseerd,<br />

die heel wat economische voordelen hebben voor deze vrij geïsoleerde<br />

locatie.<br />

Na een bezoek aan Whitby produceerden de leerlingen 25 verhalen<br />

met een ‘gotische intrige’. De inhoud en de stijl van hun<br />

creatieve schrijfwerken werden versterkt door hun ervaringen in<br />

de stad. Een boek dat al het werk samenbrengt werd nadien gepubliceerd:<br />

‘The Whitby Chronicles – 25 tales of gothic intrigue’.<br />

Hiervoor was een redactieteam van leerlingen nodig die betrokken<br />

werden bij het proeflezen en de opmaak. Ze hadden ook een marketingstrategie<br />

om het boek aan de ouders en aan anderen buiten<br />

de school te verkopen.<br />

II. Beschrijving van het project<br />

De casestudy vond plaats in het Engelse Departement in de<br />

‘Meadowhead school’ en stond onder leiding van Denise Aitken,<br />

een ervaren leerkracht Engels. 26 jongens en meisjes van 14 tot<br />

15 jaar uit de ‘Meadowhead school’ waren bij het project betrokken.<br />

‘Meadowhead school’ is een grote middenschool aan de rand<br />

van Sheffield, een stad in het noorden van Engeland. De school is<br />

gespecialiseerd in talen. De deelnemers waren getalenteerde leerlingen<br />

die voorbereid werden om hun eerste externe examen in<br />

het Engels af te leggen, een jaar eerder dan hun leeftijdsgenoten.<br />

Als voorbereidende activiteit lazen de leerlingen de roman ‘Dracula’<br />

en keken in het bijzonder naar de Whitby locaties die vermeld werden,<br />

bv. de abdij, St Mary’s kerk, de rivier Esk en the Crescent, de<br />

straat waar het huis van de twee hoofdpersonages gelegen is. Ze<br />

onderzochten ook het gotische genre in de Engelse literatuur. Na<br />

deze voorbereidende activiteit bezocht de groep Whitby en verbleven<br />

ze in een jeugdherberg. Twee werknemers van de administratieve<br />

dienst van de school vergezelden de groep, zodat het<br />

bezoek de wetgeving tegemoet kwam rond schoolbezoeken in het<br />

Verenigd Koninkrijk.<br />

Tijdens het bezoek werden een aantal didactische methodes gebruikt,<br />

waaronder ‘kijken en leren’, groepsdiscussies en kritische


peer-appreciatie van het eigen schrijven. De leerlingen keken naar<br />

specifieke passages van de roman en stelden het belang vast van<br />

het landschap en de sfeer. De locaties waren een belangrijke motiverende<br />

factor voor de leerlingen op het vlak van creativiteit. Ze<br />

noteerden bij elke locatie hun indrukken en lazen voor iedere scene<br />

op de gepaste plaats fragmenten uit de roman. Ze herlazen deze<br />

ook op de plaatsen die een prominente rol spelen in de roman.<br />

Als bijkomende stimulans boekte de school een Ghost Tour tijdens<br />

dewelke een geëxperimenteerde gids hen wees op de vele kleine<br />

details in landschap en architectuur die hun misschien waren ontgaan,<br />

zoals de opvallende ‘bottle windows’ van de huizen die in<br />

het boek worden beschreven.<br />

Het bezoek bereikte verschillende belangrijke doelen die gekoppeld<br />

kunnen worden aan de sleutelcompetenties:<br />

Leren leren:<br />

Na het bezoek produceerden de leerlingen 25 verhalen met een<br />

‘gotische intrige’. De inhoud en de stijl van hun creatief schrijfwerk<br />

werd versterkt door hun ervaringen in Whitby.<br />

Ondernemerschap:<br />

Hun leerkracht, Denise Aitken, heeft nu een boek gepubliceerd<br />

dat al het werk samenbrengt: ‘The Whitby Chronicles – 25 tales<br />

of gothic intrigue’. Hiervoor was een redactieteam van leerlingen<br />

nodig die betrokken waren bij het proeflezen en het verzorgen van<br />

de uitgave. Ze hadden een marketingstrategie om het boek aan<br />

ouders en anderen buiten de school te verkopen. Het boek telt 210<br />

bladzijden en zal voor £5.00 verkocht worden.<br />

Burgerschaps- en sociale competenties:<br />

Er vond heel wat teamwork plaats tijdens en na het bezoek.<br />

Specifieke onderzoeksopdrachten moesten tijdens het bezoek aan<br />

de erfgoedlocatie uitgevoerd worden, zoals de namen noteren die<br />

verschenen op grafstenen, pubs, winkels en straten. De bedoeling<br />

hiervan was ervoor te zorgen dat de leerlingen hun creatieve<br />

schrijfopdracht konden verrijken met realisme en sfeer. De leerlingen<br />

moesten ook een tentoonstelling organiseren in de school,<br />

een lezing houden voor ouders tijdens een open avond en een<br />

recensie schrijven voor de schoolkrant.<br />

Cultureel bewustzijn en expressie:<br />

De leerlingen verwierven een breder cultureel bewustzijn over<br />

de hele pre-1914 periode van de gotische literatuur, architectuur<br />

en kunst. Dit zorgde ervoor dat ze ook in andere romans zoals<br />

Wuthering Heights en Jane Eyre naar gotische stijlelementen en<br />

referenties zochten.<br />

Reflecterend over het project, vermeldde Denise Aitken dat de leerresultaten<br />

de verwachtingen hadden overstegen, de jongeren hadden<br />

uitstekende resultaten behaald voor dit deel van het Engelse<br />

lessenpakket. Het was ook een ervaring die volgens velen zou bijblijven<br />

lang nadat ze de school hadden verlaten. De spin-off van<br />

de compilatie van hun werk in de vorm van een boek was een<br />

onverwachte bonus.<br />

courtesy of Mark Denton Photographic<br />

121


122<br />

courtesy of Scarborough Borough Council<br />

Het project had kunnen plaatsvinden in het klaslokaal, maar de<br />

erfgoedlocatie van Whitby gaf de leerlingen zowel de kans om de<br />

plaatsen te bezoeken waarover ze in de roman lazen als de mogelijkheid<br />

om buiten het klaslokaal creatief te schrijven. De resultaten<br />

hielden een meer diepgaande en hechte kennis van de tekst in,<br />

enkele opmerkelijke stukjes creatief schrijven en een onverwachte<br />

bonus via de publicatie van een boek.<br />

III. Contactinformatie<br />

Contactpersoon: Denise Aitken<br />

Adres: Meadowhead School en Taal College<br />

Dyche Lane<br />

Sheffield, S8 8BR<br />

E-mail: AitkenD@meadowhead.sheffield.sch.uk<br />

Websites:<br />

http://vle.meadowhead.sheffield.sch.uk/<br />

http://www.dracula-in-whitby.com/<br />

http://www.iknow-yorkshire.co.uk/tourist_information/yorkshire_<br />

holidays/whitby/whitby.htm


Vrijheid en Fair Play gebaseerd op het ‘Wilberforce House Museum’ (GB)<br />

I. Samenvatting van het project<br />

Sleutelcompetenties die aan bod komen in het project<br />

Leren leren<br />

Ondernemerschap<br />

Burgerschaps- en sociale competenties<br />

Cultureel bewustzijn en expressie<br />

‘Wilberforce House’ werd in de 17de eeuw gebouwd, en is daarmee<br />

één van de oudste huizen van de oostkust havenstad Hull (UK). Het<br />

was het huis van William Wilberforce (1759-1833), een onafhankelijk<br />

lid van het parlement van Yorkshire, die bekend stond voor zijn campagne<br />

om de slavenhandel te reformeren. Wilberforce was, samen<br />

met enkele anderen, verantwoordelijk voor de eerste wetgeving om<br />

de slavenarbeid te beëindigen, de ‘Slave Trade Act’ in 1807. Het zou<br />

nog 26 jaar duren vooraleer slavernij illegaal werd in het grootste<br />

deel van het Britse rijk; Wilberforce stierf enkele dagen nadat hij dit<br />

nieuws vernam. Het huis zelf werd een museum in 1906 en wordt<br />

zo het oudste museum over slavernij van de wereld. Het bevat veel<br />

objecten die verband houden met slavernij, inclusief modellen van<br />

slavenschepen, dagboeken en portretten vanuit die tijd. Een zijgalerij<br />

is toegewijd aan hedendaagse slavernij en mensenrechten.<br />

Het huis wordt al vele jaren door schoolgroepen bezocht en heeft<br />

daarom, heel recent, een opleidingskamer ingericht in een aangrenzend<br />

gebouw. Deze casestudy focust op de ervaringen van een<br />

groep van 30 leerlingen uit de basisschool, tijdens een ongeveer<br />

2 uur durende sessie. Sinds 2007 is, dankzij deze bezoeken, het<br />

historisch leren over het leven en de tijd van William Wilberforce<br />

geëvolueerd naar werken rond mensenrechten en hoe campagnevoeren<br />

een verschil kan maken voor de manier waarop sommige<br />

mensen op wie we vertrouwen behandeld worden.<br />

Het werk dat de leerlingen op deze erfgoedlocatie doen valt te onderscheiden<br />

doordat het erg hedendaags is; het vindt plaats in het<br />

hier en nu, ook al gaat het om een historische setting. Leerlingen<br />

leren begrijpen dat het campagne voeren voor mensenrechten een<br />

eigen geschiedenis heeft en ze verlaten de sessie met het besef dat<br />

er zelfs vandaag de dag nog mensen zijn die niet de mensenrechten<br />

hebben die wij zo vanzelfsprekend achten. Door de leerervaring die<br />

door de gespreksleider wordt aangeboden, leren de leerlingen in het<br />

‘Wilberforce House te geloven dat zij een verschil kunnen maken.<br />

II. Beschrijving van het project<br />

Scholen in een straal van ongeveer 100 kilometer komen naar<br />

deze ontmoetingsplaats, maar voor hun bezoek nemen de meeste<br />

klassen deel aan enkele voorbereidende activiteiten. Bovendien bezoekt<br />

hun leerkracht meestal ‘Wilberforce House’ om eerst zelf de<br />

activiteiten mee te maken (hoewel dit niet verplicht is). De klassen<br />

bestaan meestal uit ongeveer 30 leerlingen met erg verschillende<br />

bekwaamheden. Ook leerlingen met een leerachterstand, leerlingen<br />

voor wie Engels niet de moedertaal is of leerlingen met gematigde<br />

leerproblemen of autisme kunnen deelnemen. Een assistent<br />

is ook meestal aanwezig om samen met de leerkracht deze leerlingen<br />

te ondersteunen. De didactische benaderingen die in al deze<br />

sessies gebruikt worden behelzen het ontdekken, het formuleren<br />

van vragen, groepswerk en discussiesessies. De opleidingskamer is<br />

goed uitgerust en heeft een interactief schoolbord dat in alle sessies<br />

gebruikt wordt.<br />

In het begin van de sessie worden de leerlingen geïntroduceerd<br />

in het ‘Wilberforce House’. Daarna krijgen ze een inleiding over<br />

het concept van onderlinge afhankelijkheid doormiddel van een<br />

discussiesessie met de gespreksleider. De leerlingen moeten vertellen<br />

op wie ze die dag bewust gesteund hebben bv. hun ouders of<br />

verzorgers, hun leerkrachten of buschauffeurs, en daarna op wie<br />

ze onbewust gesteund hebben. Leerlingen bespreken het citaat<br />

Een les in Wilberforce House (Foto: Heritage Learning Service Hull City Council)<br />

123


124<br />

van Dr. Martin Luther King ‘vooraleer je gedaan hebt met je ontbijt,<br />

ben je afhankelijk geweest van meer dan de helft van de wereld’<br />

(‘before you finish eating your breakfast, you have depended on<br />

more than half the world’) Leerlingen bespreken dan of zij zelf<br />

die dag ook al afhankelijk geweest zijn van mensen over heel de<br />

wereld.<br />

Daarna werken ze in groepjes samen om te ontdekken waar<br />

grondstoffen zoals bananen en koffie vandaan komen. Ze gebruiken<br />

rollenspelen om de individuen uit te beelden die betrokken zijn<br />

bij de bevoorradingsketen en door dit werk komen ze tot een beter<br />

begrip van de globalisatie van de handel. De leerlingen onderzoeken<br />

hoeveel geld iedere persoon verdient in de handelsketting van<br />

chocolade. De leerlingen krijgen de kans om in de ketting te beslissen<br />

‘wie wat krijgt’ en uit te leggen waarom.<br />

De gespreksleider beschrijft hoe, zelfs vandaag nog, mensen zo<br />

slecht behandeld worden dat ze als ‘slaaf’ gezien kunnen worden.<br />

De klas gaat dan over tot een discussie over slavernij en in deze fase<br />

bezoeken ze de museumzalen van ‘Wilberforce House’ om onderzoekswerk<br />

te doen over vrijheid, slavernij en mensenrechten. Dit is<br />

groepswerk en elke groep krijgt een Museum Onderzoekspakket<br />

om hun leren te ondersteunen. Er zijn sleutelvragen in het pakket<br />

zoals:<br />

• Wat denk je dat er op de afbeelding gebeurt?<br />

• Denk je dat deze persoon vrij is?<br />

• Waarom worden deze fabrieken ‘sweat shops’ genoemd?<br />

• Hoe voel jij je als iemand tegen je liegt?<br />

De leerlingen bereiden zich dan voor om te debatteren over de<br />

wereldhandelskwestie en over fair trade. Elke leerling krijgt een<br />

andere rol. Ze verzamelen bewijs van de museumzalen, noteren<br />

hun bevindingen en structureren hun argumenten. Dit werk wordt<br />

ondersteund door ‘feiten pakketten’ inclusief bronnen zoals afbeeldingen,<br />

citaten, replica’s, getuigenissen, posters en folders. De<br />

groepen moeten in debat treden vanuit het standpunt van de hun<br />

toegekende rol, terwijl hun leerkrachten beoordelen welke kant<br />

het debat moet winnen, op basis van de accuraatheid van de argumenten<br />

gehaald uit de geleverde bronnen. Op het einde van de<br />

activiteit wordt aan de leerlingen gevraagd om over hun werk te<br />

reflecteren. Ze bespreken wat ze geleerd hebben en of ze het hun<br />

verantwoordelijkheid vinden om na te denken over hoe hun handelingen<br />

een impact kunnen hebben op het leven van mensen over<br />

heel de wereld. Dit wordt opnieuw gekoppeld aan het leven van de<br />

19de eeuwse campagnevoerder William Wilberforce.<br />

De klassen nemen de resultaten van hun argumenten met zich<br />

mee zodat deze opnieuw gebruikt kunnen worden tijdens een<br />

schoolvergadering en zodat de leerlingen zelf een tentoonstelling<br />

kunnen maken in hun school. Alle leerlingen ontvangen een kopie<br />

van het UNICEF Kinderrechten Boekje. Sommige scholen gebruiken<br />

deze sessies als een stimulans om betrokken te raken bij het<br />

UNICEF schoolerkenning schema, bij een Fairtrade thema of als<br />

voorbereiding om een Fairtrade school te worden.<br />

III. Contactinformatie<br />

Onderzoek naar mensenrechten en naar het werk van UNICEF<br />

(Foto: Heritage Learning Service Hull City Council)<br />

Naam: Esther Lockwood (Opleidings Project Ambtenaar - Sociaal<br />

Geschiedenis & Burgerschap)<br />

e-mail: Esther.Lockwood@hullcc.gov.uk<br />

Adres: 35 High St, HU1 1NQ<br />

Websites:<br />

www.mylearning.org<br />

www.hgfl.org/go/museums<br />

www.understandingslavery.org


III. <strong>Aqueduct</strong>: The practice<br />

IV. <strong>Aqueduct</strong>: de instrumenten<br />

125


126<br />

Tool 1<br />

De <strong>Aqueduct</strong> assessment tool<br />

VOOR COMPETENTIEGERICHT LEREN IN EEN ERFGOEDCONTEXT<br />

De structuur van de tool<br />

De assessment tool bestaat uit een tabel met karakteristieken met<br />

als eerste, in de eerste kolom, het leerproces van competentiegeoriënteerde<br />

leerlingen; als tweede in de tweede kolom de overeenkomstige<br />

kenmerken van een adequate leeromgeving, de context<br />

en tenslotte, in de derde kolom, de erfgoedelementen in de<br />

leeromgeving. Het schema toont aan hoe competentiegericht leren<br />

en erfgoedonderwijs elkaar ontmoeten in een leeromgeving en de<br />

ideale aanpak vertegenwoordigen volgens <strong>Aqueduct</strong>. Authentieke,<br />

betekenisvolle en rijke contexten vormen de essentie van competentiegericht<br />

leren en van onderwijs in een erfgoedomgeving.<br />

Beoordeling versus typologie<br />

Naast de verdeling in drie kolommen maakten we in de tabel een<br />

lijst van de ideaal- typische kenmerken van erfgoedonderwijs volgens<br />

<strong>Aqueduct</strong>. Nochtans toont de realiteit weinig voorbeelden<br />

die aan alle criteria voldoen. En bovendien vinden we voorbeelden<br />

die ons aanstaan maar die niet aan alle criteria voldoen. Dit is de<br />

reden waarom we voorzichtig moeten zijn bij het toepassen van de<br />

criteria. Het is belangrijk dat we ons realiseren dat dit instrument<br />

bestaat uit standaarden die misschien niet in dezelfde mate van<br />

toepassing zijn op alle competenties. Daarom worden in de eerste<br />

kolom de nummers van de vier kerncompetenties vermeld om aan<br />

te geven op welke competenties deze laag van het schema van<br />

toepassing is:<br />

1. Leren leren<br />

2. Ondernemerschap<br />

3. Burgerschaps- en sociale competenties<br />

4. Cultureel bewustzijn en expressie.<br />

Zelfs dan is het mogelijk om goede voorbeelden te vinden die tot<br />

nog toe niet aan alle standaarden voldoen. Dit is de reden waarom<br />

de tool moet beschouwd worden als een instrument voor het karakteriseren<br />

van een initiatief eerder dan een tool voor het resoluut<br />

beoordelen van een project. De toepassing van het instrument laat<br />

de gebruiker toe een inventarisatie te maken van de verschillende<br />

kenmerken van een reeds beoordeelde praktijk; het laat de gebruiker<br />

toe aanbevelingen te doen over hoe een praktijk te verbeteren<br />

of hoe deze in een brede onderwijscontext te integreren, eerder<br />

dan een project te diskwalificeren. Maar wanneer een meerderheid<br />

van de toepasbare criteria niet wordt gehaald, moet men zich<br />

de vraag stellen of de onderzochte praktijk als een voorbeeld van<br />

goede praktijk kan dienen.


Dit schema toont aan hoe competentiegericht leren en erfgoedonderwijs elkaar ontmoeten in een leeromgeving en de ideale aanpak vertegenwoordigen volgens <strong>Aqueduct</strong>.<br />

Authentieke, betekenisvolle en rijke contexten vormen de essentie van competentiegericht leren en onderwijs in een erfgoedomgeving.<br />

Eigen initiatief/zelfregulerend<br />

(comp 1,2,3,4)<br />

Leerproces Leercontext Erfgoed<br />

O Rijke leeromgeving O Een rijke erfgoedcontext O<br />

Fantasierijk (comp 2,3,4) O Betekenisvolle context O Evocatieve erfgoedcontext O<br />

Holistisch (comp 1,2,3,4) O Multidisciplinaire aanpak O Variatie van domeinen O<br />

Constructief (comp 1,2,3,4) O Constructieve aanpak O Constructieve opdrachten O<br />

Sociaal (comp 1,2,3,4) O Collectieve aanpak O Verschillende bijdragers O<br />

Vindingrijk (comp 2,3,4) O Ontdekkingsgericht O Erfgoed-gerelateerde problemen O<br />

Interactief (comp 1,2,4) O Dialogen O Ontmoetingen O<br />

Persoonlijk (comp 3,4) O Persoonlijke aanpak O Persoonlijke verhalen O<br />

Reflectief (comp 1,2,3,4) O Gelegenheid tot reflectie O Verschillende standpunten O<br />

Moreel (comp 1,3) O Evaluatief O Waarde-perspectieven O<br />

Onderzoekend (comp 1,2,3,4) O Feedback O Feedback over rijke inhoud O<br />

Taakgeoriënteerd (comp 1,2,3,4) O Vereist een product O Als antwoord op een verzoek O<br />

Productief (comp 1,2,3,4) O Demonstratie/presentatie O Een platform voorzien O<br />

127


128<br />

Tool 2<br />

De <strong>Aqueduct</strong> Competentienavigator is een tool die gebruikt kan worden door leerlingen of leerkrachten en educatief medewerkers<br />

van erfgoedinstellingen om de vooruitgang van een leerling te monitoren in zijn/haar voorstelling in relatie tot de<br />

transversale sleutelcompetentie van een leven lang leren. In de kolom links bevinden zich de activiteiten gelinkt aan de competenties;<br />

in de cellen in de volgende drie kolommen is het mogelijk om de mate van sociale complexiteit weer te geven van<br />

de context waarin de leerling functioneert.<br />

Het instrument moet gezien worden als een tool die de vooruitgang monitort en die de basis legt voor een discussie hierover<br />

zonder een geldige beoordelingstool te zijn die de praktijken van de leerlingen beoordeelt.<br />

De <strong>Aqueduct</strong> Competentienavigator<br />

A. Sociale competenties naar/met andere persoon groep wijdere cirkel<br />

1. Communiceert/deelt, luistert<br />

2. Deelt informatie<br />

3. Onderzoekt ideeën<br />

4. Evalueert met<br />

5. Wisselt gevoelens uit<br />

B. Ondernemingszin naar/met andere persoon groep wijdere cirkel<br />

1. Neemt deel aan een initiatief<br />

2. Draagt ideeën aan<br />

3. Introduceert iets onafhankelijks<br />

4. Managet een initiatief<br />

5. Breidt uit<br />

C. Cultureel bewustzijn en expressie naar/met andere persoon groep wijdere cirkel<br />

1. Bediscussieert eigen cultuur met<br />

2. Drukt culturele kenmerken uit<br />

3. Apprecieert culturele verschillen<br />

4. Verrijkt eigen culturele expressie<br />

5. Verruimt het culturele uitdrukkingspotentieel


D. Burgerschapscompetentie naar/met andere persoon groep wijdere cirkel<br />

1. Praat over maatschappelijke kwesties<br />

2. Is zich bewust van rechten en verantwoordelijkheden<br />

3. Neemt deel aan democratische processen<br />

4. Respecteert andere gemeenschappen<br />

5. Zoekt actief mee naar het verbeteren van de<br />

burgerlijke samenleving<br />

A. Leren leren naar/met andere persoon groep wijdere cirkel<br />

1. Bediscussieert eigen leerbehoeften<br />

2. Zoekt actief naar leermogelijkheden<br />

3. Kan een leerproces plannen<br />

4. Kan reflecteren op het eigen leren<br />

5. Verbetert eigen leerstrategieën<br />

129


130<br />

Tool 3<br />

Checklists om competentiegerichte leeromgevingen<br />

voor leerlingen en leerkrachten/educatief medewerkers<br />

te evalueren en de organisatievereisten die dit vergt<br />

De lijst in dit deel van de handleiding stamt uit een ideale wereld.<br />

Dit betekent dat men in de realiteit zelden een situatie treft die aan<br />

alle voorwaarden voldoet. Niettemin nemen we de lijsten op in<br />

deze handleiding om de gebruikers in staat te stellen te reflecteren<br />

op hun eigen situatie en misschien hieruit ideeën af te leiden voor<br />

een verdere verdieping van hun activiteiten.<br />

Leervoorwaarden en onderwijscompetenties voor<br />

competentiegericht onderwijzen<br />

Competentiegericht onderwijs is een proces waarin leerkrachten/<br />

educatief medewerkers en leerlingen met elkaar in verbinding<br />

staan om het leren van beiden te bevorderen. Het leerproces van<br />

de leerlingen is de voornaamste focus in dit proces maar met het<br />

oog op ‘leren’ en vooral het ‘leren leren’, is het van vitaal belang<br />

dat de leerkracht zichzelf ook beschouwt als leerling. Door leerling<br />

te zijn, stemmen leerkrachten hun gedrag af op dat van hun<br />

leerlingen. Om op deze gedachte verder te gaan, stellen we in dit<br />

document een lijst op van de behoeften van de leerlingen binnen<br />

het competentiegeoriënteerde onderwijs; de voorwaarden die vereist<br />

zijn voor leerlingen om deze competenties te verwerven; de<br />

behoeften van de leerkrachten die vervuld moeten zijn om te leren<br />

hoe je een competentiegerichte leerkracht/educatief medewerker<br />

bent en de voorwaarden die vereist zijn om aan deze leerbehoeften<br />

te voldoen om competentiegericht te onderwijzen. Het zijn gedachten<br />

in dezelfde lijn op twee niveaus. Ten eerste de behoeften<br />

van de leerlingen en de voorwaarden om hen te helpen leren; ten<br />

tweede de behoeften van de leerkracht en educatief medewerkers<br />

inzake leren en de vereiste voorwaarden om hen te helpen leren in<br />

het kader van competentiegericht onderwijs.<br />

Voorwaarden voor competentiegericht onderwijs<br />

Wat leerlingen nodig hebben om competenties te<br />

verwerven<br />

• motivatie<br />

• ervaring<br />

• reflectie<br />

Acties van leerkrachten/educatief medewerkers om<br />

competentiegericht onderwijs te ondersteunen<br />

• motivatie<br />

• mogelijkheden verschaffen om te leren<br />

• organiseren van feedback<br />

Wat leerkrachten/educatief medewerkers nodig hebben om<br />

te leren hoe een competentiegericht onderwijs te geven<br />

• motivatie<br />

• een werkomgeving die competentiegericht onderwijs<br />

toelaat<br />

• een reflectieve werkomgeving<br />

Voorwaarden die leerkrachten/educatief medewerkers<br />

helpen om competentiegericht onderwijs te geven<br />

• motiverende voorwaarden<br />

• ondersteunende systeemvoorwaarden<br />

• professionele feedback<br />

Trainen van de leerkrachten/educatief medewerkers in<br />

het kader van competentiegericht onderwijs<br />

• professioneel profiel van competentiegericht onderwijs<br />

• leeromgevingen voor competentiegerichte leerkrachten/<br />

educatief medewerkers


1. WAT HEBBEN LEERLINGEN<br />

NODIG OM COMPETENTIES<br />

TE VERWERVEN?<br />

1. Motivatie<br />

Leerlingen moeten…<br />

• een bepaalde mate van toewijding/engagement/betrokkenheid<br />

hebben;<br />

• zich geaccepteerd en erkend voelen;<br />

• een gevoel van nut en/of relevantie hebben;<br />

• zich bewust zijn van fundamentele persoonlijke behoeften;<br />

• zich veilig en zeker voelen;<br />

• respect hebben voor hun leerkracht;<br />

• het leerproces als haalbaar beschouwen;<br />

• zich bewust zijn van de meerwaarde van het leren;<br />

• bekend zijn met de doelstellingen van het leren;<br />

• eerdere positieve leerervaringen hebben.<br />

2. Ervaring<br />

Leerlingen moeten…<br />

• zicht hebben op hun eigen kennis bij wijze van referentiekader;<br />

• deskundige input krijgen, bv. verhalen, informatie, feiten en<br />

cijfers;<br />

• toegang krijgen tot kennis, houdingen en vaardigheden;<br />

• de mogelijkheid krijgen om emoties te tonen en te delen;<br />

• toegang hebben tot realistische settings;<br />

• de mogelijkheid hebben om deskundigen aan het werk te zien;<br />

• zelfbewust zijn;<br />

• geconfronteerd worden met diverse benaderingen;<br />

• ruimte voor dialoog krijgen;<br />

• ruimte voor experimenteren krijgen;<br />

• ruimte krijgen om fouten te maken.<br />

3. Reflectie<br />

Leerlingen moeten…<br />

• feedback krijgen op hun prestaties;<br />

• feedback krijgen vanuit verschillende perspectieven;<br />

• een idee hebben over hoe anderen presteren;<br />

• suggesties krijgen;<br />

• de mogelijkheid krijgen om opties voor verdere ontwikkeling te<br />

verkennen;<br />

• verdere acties bediscussiëren;<br />

• ruimte voor debat krijgen;<br />

• ruimte voor eigenheid krijgen.<br />

Als de voorwaarden, zoals hierboven beschreven, nodig zijn om<br />

het bedoelde leerproces te promoten, wat zou een leerkracht/<br />

educatief ontwerper dan moeten doen om deze voorwaarden te<br />

creëren? Dat is de vraag waarop we op de volgende pagina een<br />

antwoord formuleren.<br />

131


132<br />

2. ACTIES VAN LEERKRACHTEN/<br />

EDUCATIEF MEDEWERKERS<br />

OM COMPETENTIEGERICHT<br />

LEREN TE ONDERSTEUNEN<br />

Wat zouden leerkrachten/educatief medewerkers<br />

moeten doen om de voorwaarden<br />

te creëren die nodig zijn voor<br />

competentiegericht leren?<br />

1. Motivatie<br />

Leerkrachten/educatief medewerkers moeten…<br />

• een zorgvuldig intake-interview afnemen;<br />

• de behoeften van de leerlingen identificeren;<br />

• de doelstellingen verklaren en de leerlingen helpen dat te doen;<br />

• duidelijkheid scheppen over wat de leerkracht, als leerling, wil<br />

bereiken voor zichzelf;<br />

• de leerlingen respectvol benaderen;<br />

• leerlingen bewustmaken van de relevantie van de leerervaring;<br />

• de dimensies van ervaringsdomeinen uitleggen, bijv. kennis,<br />

houdingen, vaardigheden, eigenschappen, gevoelens;<br />

• werkvormen hanteren die leerlingen toelaten zich te identificeren<br />

met mensen en contexten;<br />

• leersessies altijd afronden met een positief perspectief.<br />

2. Mogelijkheden verschaffen om te leren<br />

Leerkrachten/educatief medewerkers moeten…<br />

• fungeren als gids, als aanreiker van kennis;<br />

• fungeren als bron van ervaring/vaardigheden;<br />

• fungeren als een ‘model-leerling’;<br />

• praktische ervaringsgerichte situaties creëren en organiseren;<br />

• instrumenten aanbieden voor reflectie en zelfanalyse;<br />

• fungeren als partner in het conceptualiseren, ontwerpen en<br />

plannen van activiteiten;<br />

• standaarden, criteria, normen ontwikkelen;<br />

• vakkundige suggesties geven;<br />

• zowel reflectief als instructief zijn.<br />

3. Feedback organiseren<br />

Leerkrachten/educatief medewerkers moeten…<br />

• feedback geven over de uitvoering;<br />

• meervoudige feedback organiseren vanwege collega-studenten,<br />

leerkrachten, ouders en experts;<br />

• de kwaliteit van de voorstelling analyseren en bediscussiëren;<br />

• dienst doen als een sparringpartner tijdens het onderzoeken<br />

van opties voor verdere ontwikkeling;<br />

• mogelijkheden creëren om te debatteren met collega’s en<br />

anderen;<br />

• verschillende standpunten en meningen toelaten;<br />

• ondersteunend zijn;<br />

• luisteren, luisteren, luisteren;<br />

• actiebewust zijn.<br />

Op de volgende pagina zetten we een stap verder in onze gedachtenlijn.<br />

Tot dusver somden we de voorwaarden op voor competentiegericht<br />

leren en de implicaties voor wat leerkrachten nodig<br />

hebben om aan te bieden. De logische volgende vraag is: ‘Wat<br />

hebben leerkrachten nodig om competentiegerichte onderwijsdeskundigen<br />

te worden of te leren zijn, en wat zijn de organisatievoorwaarden<br />

die noodzakelijk zijn om leerkrachten in staat te stellen<br />

om te handelen in het kader van competentiegericht onderwijs?’.


3. WAT HEBBEN LEERKRACHTEN<br />

NODIG OM TE LEREN HOE ZE<br />

EEN COMPETENTIEGERICHTE<br />

LEERKRACHT/EDUCATIEF<br />

ONTWERPER KUNNEN<br />

WORDEN?<br />

In de vorige tekst werd het accent gelegd op de behoeften van de<br />

leerlingen en op de manier waarop de leerkracht hen zou kunnen<br />

helpen bij het leerproces. Hieronder zullen we het hebben over de<br />

behoeften van leerkrachten en over de manier waarop de instelling<br />

aan deze behoeften kan tegemoetkomen. Omdat we aannemen<br />

dat de leerkrachten zelf als leerlingen mogen beschouwd worden,<br />

geven we in de komende bladzijden ook een overzicht van de algemene<br />

voorwaarden waaraan leerkrachten moeten voldoen om<br />

professioneel tewerk te kunnen gaan als leerling. Tot slot maken<br />

we een lijst met de specifieke kenmerken eigen aan een professioneel<br />

educatief milieu dat leerkrachten/educatief medewerkers de<br />

mogelijkheid biedt om uit te groeien tot de “lerende vakmensen”<br />

die ze volgens ons zouden moeten zijn. Wat hebben leerkrachten/<br />

educatief medewerkers nodig?<br />

1. Motivatie<br />

Leerkrachten/educatief medewerkers moeten…<br />

• aanvoelen dat competentiegericht onderwijs (CGO) een waardevolle<br />

taak is;<br />

• zich erkend voelen als competentiegerichte leerkracht;<br />

• een gedeelde en duidelijke visie hebben over de doelstellingen<br />

van CGO;<br />

• beloond worden omdat ze competentiegerichte leerkrachten<br />

zijn, bv. uren, geld, mogelijkheden etc.;<br />

• het gevoel hebben dat ze deel uitmaken van een sociale groep<br />

van educatief medewerkers die actief bezig zijn met CGO;<br />

• een positief/constructief gevoel hebben bij de leerlingen;<br />

• de kans krijgen om hun ervaringen te verspreiden, te delen binnen<br />

de school;<br />

• de vrijheid hebben om te werken binnen een kader waarin, in<br />

wederzijds overleg, overeenkomsten gevonden worden tussen<br />

leerkrachten en leerlingen.<br />

2. Een werksituatie die competentiegericht<br />

onderwijs toelaat<br />

Leerkrachten/educatief medewerkers moeten…<br />

• de mogelijkheid krijgen om na te denken over ’leren’, het te<br />

plannen en te organiseren;<br />

• toegang krijgen tot informatie over CGO;<br />

• de kans krijgen om anderen aan het werk te zien in een praktische<br />

competentiegerichte onderwijssituatie;<br />

• een duidelijk zicht hebben op de waaier van activiteiten die deel<br />

uitmaken van het beroep;<br />

• een duidelijk beeld hebben van de vereiste competenties voor<br />

de leerlingen;<br />

• een zekere feeling hebben met levenslang leren voor<br />

leerkrachten;<br />

• een werksituatie hebben die ruimte biedt om te leren, waarin<br />

ook het leren van de leerkracht is ingebed;<br />

• de kans krijgen om CGO te observeren in zoveel mogelijk<br />

situaties.<br />

3. Een reflectieve werksituatie<br />

Leerkrachten/educatief medewerkers moeten…<br />

• deel uitmaken van een groep waarmee ze van gedachten kunnen<br />

wisselen;<br />

• informatie krijgen over de prestaties van leerlingen in de praktijk;<br />

• feedback krijgen over hun eigen prestatie op het vlak van CGO;<br />

• hun praktijktheorie over CGO uitwerken en duidelijk maken;<br />

• informatie krijgen over - of meewerken aan het identificeren<br />

van - mogelijke onderwerpen voor debatten of verdere studie,<br />

met het oog op het verbeteren van de manier waarop CGO<br />

wordt benaderd;<br />

• beschikken over een reeks kwaliteitsnormen voor CGO.<br />

Als al het bovenstaande nodig is om een competentiegerichte leerkracht<br />

te worden/te zijn, dan moeten we ons ook de vraag stellen<br />

naar de omstandigheden waarin leerkrachten het best in die<br />

richting kunnen evolueren. Wat kan de instelling (school, museum,<br />

kasteel, vereniging, centrum) doen om de juiste omstandigheden<br />

te creëren?<br />

133


134<br />

4. OMSTANDIGHEDEN<br />

DIE LEERKRACHTEN<br />

HELPEN LEREN HOE ZE<br />

EEN COMPETENTIEGERICHTE<br />

LEERKRACHT KUNNEN ZIJN/<br />

WORDEN?<br />

Wat kan de instelling aanbieden?<br />

1. Motiverende omstandigheden<br />

• Competentiegerichte leerkrachten hoog aanschrijven.<br />

• Leerkrachten/educatief medewerkers worden getraind in functie<br />

van en voorbereid op CGO.<br />

• Leerkrachten/educatief medewerkers zouden een officiële kwalificatie<br />

moeten krijgen als competentiegerichte leerkrachten.<br />

• Leerkrachten/educatief medewerkers maken deel uit van<br />

grotere kringen professionele competentiegericht werkende<br />

leerkrachten.<br />

• Leerkrachten//educatief medewerkers werken binnen een veilige<br />

omgeving gebonden aan een zekere professionele code.<br />

• CGO brengt leerkrachten/educatief medewerkers voort met bepaalde<br />

pluspunten, zoals bv. een grotere mobiliteit, contacten<br />

met lerarenopleiding, participatie in netwerken rond competentiegericht<br />

onderwijs.<br />

• Leerkrachten/educatief medewerkers zouden een zekere vrijheid<br />

moeten kunnen genieten om de juiste match te vinden<br />

tussen leerkrachten en leerlingen, eerder dan dat de leerlingen<br />

een kader wordt opgelegd.<br />

• Leerkrachten/educatief medewerkers worden aangesteld en gefaciliteerd<br />

in termen van tijd en salaris.<br />

2. Systeemvoorwaarden<br />

• CGO wordt georganiseerd als een structurele mogelijkheid voor<br />

leerlingen.<br />

• CGO is een geformaliseerde benaderingswijze die toch flexibiliteit<br />

toelaat.<br />

• CGO beoefenaars kunnen worden beschouwd als een aparte<br />

professionele groep die werkt aan zijn eigen professionele<br />

ontwikkeling.<br />

• CGO is ingebed in het schoolprogramma en in het leerplan van<br />

de lerarenopleiding.<br />

• CGO is organisatorisch ingebed in de schoolorganisatie en in<br />

een bredere context van instellingen (lerarenopleiding, partnerscholen,<br />

onderzoeksinstellingen enz.)<br />

• CGO kent een zekere continuïteit in de verschillende fasen van<br />

het curriculum.<br />

• CGO is doorgevoerd van de initiële opleiding via de praktijk tot<br />

in nascholingsactiviteiten.<br />

3. Professionele feedback<br />

• CGO is ingebed in professionele structuren waarin verscheidene<br />

actoren actief zijn zoals erfgoedmedewerkers, schoolpersoneel,<br />

lerarenopleiders, stafontwikkelaars, schooldirecties, coördinatoren<br />

enz.<br />

• Competentiegericht leren wordt beschouwd als een bron voor<br />

de ontwikkeling van school/instelling en wordt gedeeltelijk als<br />

dusdanig georganiseerd.<br />

• De leerlingen worden beschouwd als waardevolle evaluatieve<br />

en innovatieve bronnen.<br />

• De leerkrachten/educatief medewerkers hebben een systeem<br />

van kwaliteitscontrole en overleg met collega’s.<br />

• De leerkrachten/educatief medewerkers krijgen regelmatig de<br />

kans om bepaalde problemen en dilemma’s te delen tijdens een<br />

mentorpraktijk.


5. OPLEIDING VAN<br />

LEERKRACHTEN/EDUCATOREN<br />

TOT COMPETENTIEGERICHT<br />

ONDERWIJS<br />

Tot nu toe lag de focus vooral op de leerprocessen van de leerlingen<br />

en van hun leerkrachten. Nu willen we een stap verder<br />

gaan en de nadruk leggen op de opleiding van leerkrachten en<br />

leerkrachtentrainers.<br />

Uit de vier reeksen voorwaarden die we tot hiertoe behandeld hebben<br />

kunnen we een voorlopig professioneel profiel distilleren voor<br />

competentiegerichte leerkrachten.<br />

Professioneel profiel van competentiegerichte<br />

educatoren<br />

Leerkrachten/educatief medewerkers…<br />

• zijn gevoelig voor en in staat om aansluiting te vinden bij leerlingen<br />

en hun behoeften tijdens leersessies;<br />

• zijn in staat om leerlingen te motiveren, zowel via de overdracht<br />

van deskundige informatie als door de uitstraling van hun eigen<br />

enthousiasme;<br />

• zijn goede vertellers die informatie zo kunnen personaliseren<br />

dat deze wordt omgetoverd tot het verhaal van mensen met<br />

wie men zich zou kunnen identificeren;<br />

• zijn goede nieuwsgierige leerlingen die hun vaardigheden tonen<br />

als model;<br />

• zijn bekwame leerkrachten die, indien nodig, hun kundigheid<br />

kunnen demonstreren;<br />

• kunnen aandachtig en empathisch luisteren naar hun leerlingen;<br />

• kunnen de houding van de leerlingen in praktijksituaties en tijdens<br />

leersessies nauwgezet observeren;<br />

• zijn onbevooroordeeld in hun evaluatie en beoordeling van de<br />

houding en persoonlijke kenmerken van de leerlingen;<br />

• zijn in staat om adequate feedback te geven in functie van de<br />

behoeften van de leerlingen tijdens de leersessies;<br />

• kunnen een evenwicht vinden tussen een geruststellende en<br />

een confronterende houding d.w.z. feedback die de dingen<br />

doet evolueren, eerder dan ze te laten vastlopen;<br />

• zijn duidelijk en bondig in hun berichtgeving;<br />

• zijn zeer toegewijd, maar raken nooit te sterk betrokken met<br />

hun leerlingen;<br />

• zijn professioneel geïnteresseerd in CGO; ze waarderen hun rol<br />

en handelen ernaar;<br />

• zijn in staat strategisch en systematisch tewerk te gaan zowel<br />

tijdens de sessies als tijdens de voorbereiding, of in beleidsvorming,<br />

of tijdens sessies rond professionele ontwikkeling met<br />

collega’s;<br />

• zijn zich bewust van de theorieën die ze gebruiken en<br />

van de onderbouwing van hun handelingen en handelen<br />

dienovereenkomstig;<br />

• zijn in staat op hun werk te reflecteren, alsook op de praktische<br />

en theoretische basis ervan;<br />

• zijn in staat de tijdens de leersessies geobserveerde en verzamelde<br />

informatie in relatie te brengen met schoolontwikkeling,<br />

of schoolbeleid en met hun professionele kennis;<br />

• kunnen overweg met diversiteit zoals bijv. geslacht, cultuur, stijl,<br />

leeftijd, niveau, sociale achtergrond;<br />

• kunnen hun eigen werk analytisch en kritisch evalueren.<br />

Het hierboven voorgestelde profiel kan als basis dienen voor de<br />

ontwikkeling van programma’s voor de lerarenopleiding die leerkrachten<br />

willen voorbereiden op CGO. De beste manier om leerkrachten<br />

voor te bereiden op competentiegericht leren en onderwijzen<br />

is een competentiegericht opleidingsprogramma waarin<br />

werk en studie worden samengebracht in een duale opleiding.<br />

Dergelijke programma’s moeten berusten op exact dezelfde theoretische<br />

fundamenten als beschreven in punt 3. Op deze manier<br />

zullen leerkrachten leerlingen worden en zullen ze bovendien leren<br />

hoe ze competentiegerichte leerlingen en leerkrachten kunnen<br />

zijn.<br />

ANDERE TOOLS<br />

In de verschillende projecten en proefprojecten die in dit handboek<br />

worden beschreven, hebben we nuttige tools geïdentificeerd die in<br />

specifieke situaties bruikbaar zouden kunnen zijn. De tools die we<br />

niet in het handboek hebben opgenomen zijn terug te vinden op<br />

de <strong>Aqueduct</strong> website: www.the-aqueduct.eu.<br />

135


136<br />

Bibliografie<br />

• BAERT, H. BEUNENS, L., DEKEYSER, L., Projectonderwijs, sturen en begeleiden van leren en werken, Acco Leuven, 2002.<br />

• BAERT, H., DEKEYSER, L., (red.), Projectonderwijs, leren en werken in groep, Acco Leuven, 1999.<br />

• BELL, Steve, HARKNESS, Sallie, WHITE, Graham (ed.): Storyline – Past, Present & Future. Glasgow, Enterprising Careers, University of<br />

Strathclyde, 2007.<br />

• BERG, J VAN DEN, BUSTRAAN J.,Vaardigheden in de steigers, Uitgeverij Garant, 1999<br />

• BOER, E de, Handboek Vaardigheden, Uitgeverij EduMedia, 1997.<br />

• CIDREE/DVO. A toolkit for the European citizens. The implementation of Key Competences. Challenges and opportunities. Brussels:<br />

CIDREE/DVO, 2008.<br />

• COOPER, C (Ed.). Making a world of difference: A DICE resource for practitioners on educational theatre and drama. DICE – Drama<br />

Improves Lisbon Key Competences in Education, DICE consortium, 2010.<br />

• DANCKAERT, E., Competenties in praktijk gezet, praktijkboek voor competentieontwikkeling in het (hoger)onderwijs, Wolters Plantyn,<br />

Mechelen, 2008.<br />

• DE LAAT, C., De docent als competentiegericht opleider, ThiemeMeulenhoff, Utrecht, 2006.<br />

• DE LAAT, C., De competentiegerichte student, ThiemeMeulenhoff, Utrecht, 2006.<br />

• DOCHY, F., NICKMANS, G., Competentiegericht opleiden en toetsen, theorie en praktijk van flexibel leren, Lemma, Utrecht, 2005.<br />

• EDUCATION AND CULTURE DG, LLL programme, European Communities, Key competences for lifelong learning- a European Reference<br />

Framework, 2007.<br />

• JENSEN, H ,JUUL, J, Vom Gehorsam zur Verantwortung, Beltz-Verlag, 2005.<br />

• DE TROYER, V.(red.) e.a., Hereduc: Erfgoed in de klas, Een handboek voor leerkrachten, Garant, Antwerpen-apeldoom, 2005.<br />

• GIBBS, K., SANI, M., & THOMPSON, J. (Eds.). Lifelong Learning in Museums. A European handbook. Ferrara: Edisai, 2007.<br />

• GREVEN J. en J. LETSCHERT. De storyline approach: over thematisch onderwijs in de vorm van verhalen. Stichting Leerplanontwikkeling,<br />

Enschede 2005.<br />

• HEYLIGHEN, F., Complexiteit en Evolutie, onuitgegeven cursus, VU Brussel, 2003-2004.<br />

• HEREDUC. Erfgoed in de klas. Een handboek voor leerkrachten. Garant, Antwerpen-Apeldoorn, 2005. (Heritage in the classroom: A<br />

practical manual for teachers)<br />

• KLING, S, Assessing Heritage Learning Outcomes, conference paper, Ostersund, Sweden, 2010.<br />

• National Research Council. Commitee on Learning Science in Informal Environments. Learning science in informal environments. People,<br />

places, and pursuits. Washington, DC: The National Academies Press, 2009.<br />

• PURTIC N. Young Learners and the Storyline Approach. Presentation at the IATEFL’s SIG Pre-Conference Event, 2006.<br />

• SOLSTAD A. Storyline: a strategy for active learning and adapted education. Bodø University, Norway, 2009.<br />

• SPAANBROEK, L., Narratieve vertellingen, een werkmethodiek die motiveert.<br />

• STRUYVEN, K, JANSSENS, S., Begeleid zelfstandig leren via activerende werk- en toetsvormen, handleiding voor leerkrachten en onderwijskundigen,<br />

De Boeck, Antwerpen, 2007.<br />

• TEUNE, P., ROS, A., KNOL, M., Stimuleren van leren, Thieme, Meulenhoff, Utrecht, 2008.<br />

• UNESCO, Convention concerning the protection of the world cultural and natural heritage, 1972.<br />

• VOS E. en P. DEKKERS. Verhalend Ontwerpen: een draaiboek. Wolters Noordhoff, Groningen, 1994.<br />

• VALCKE M. Onderwijskunde als ontwerpwetenschap, Uitgeverij Academia Press, 2007.<br />

• Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming. Agentschap voor Kwaliteitszorg in Onderwijs en Vorming (AKOV). VOET @ 2010. Nieuwe<br />

vakoverschrijdende eindtermen voor het secundair onderwijs. Ministerie van onderwijs en vorming: Brussel, 2009.<br />

• VLAAMSE ONDERWIJSRAAD, Competentie-ontwikkelend onderwijs, Garant, Antwerpen, 2008.<br />

• WERKGROEP DOCENTEN ONDERWIJSZAKEN, Gids voor projectonderwijs, HvU Press, Utrecht, 1999.


Project coördinator<br />

Erfgoededucatie mag niet alleen beschouwd worden als een onderdeel<br />

van ‘geschiedenis-, kunst- en cultuurlessen’, maar biedt enorme mogelijkheden<br />

voor het motiveren van leerlingen, voor innoverende vakoverschrijdende<br />

benaderingen, de relaties tussen school en gemeenschap, de<br />

Europese culturele dimensie en voor het realiseren van de transversale sleutelcompetenties:<br />

leren leren, sociale en civieke competenties, ondernemerschap,<br />

cultureel bewustzijn en culturele expressie.<br />

Deze handleiding is het resultaat van een multilateraal Comeniusproject<br />

“<strong>Aqueduct</strong>. Acquiring Key Competences through Heritage Education”, gecoördineerd<br />

door de Landcommanderij Alden Biesen (BE) en gesubsidieerd<br />

door het een Levenlang Leren Programma van de Europese commissie.<br />

De vertaling van deze handleiding in het Frans, Duits, Italiaans, Pools,<br />

Nederlands en Roemeens is beschikbaar op de <strong>Aqueduct</strong> website:<br />

www.the-aqueduct.eu<br />

WWW.THE-AQUEDUCT.EU<br />

Deze publicatie geeft enkel de visie van<br />

de auteur weer, de Commissie kan niet<br />

verantwoordelijk gesteld worden voor<br />

mogelijk gebruik van de informatie die<br />

het handboek bevat.<br />

ISBN : 9789081794107<br />

9 789081 794107

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!