Nieuw statuut voor militairen - ACV Openbare Diensten

20
bijzondere korpsen
Procedure Copernicuspremie
Stijn Kwanten
even ter herinnering:
in 2002 werd de zogenaamde copernicuspremie van overheidswege toegekend
aan sommige personeelsleden van de rijksbesturen. de invoering
van deze premie kaderde binnen de copernicushervorming van de federale
overheid. het doel van deze premie bestond erin om het vakantiegeld van
de personeelsleden van de federale en parastatale overheidsdiensten af te
stemmen op het vakantiegeld van de werknemers uit de privésector.
Bij koninklijk besluit werd in 2003 beslist om
deze premie eveneens toe te kennen aan de
leden van het administratieve en logistieke
kader van de diensten van de geïntegreerde
politie, gestructureerd op twee niveaus (CA-
LOG). De premie is gelijk aan het verschil tussen
het bedrag van het vakantiegeld dat in
2002 werd betaald en een bedrag dat overeenkomt
met 92% van een twaalfde van het
jaarloon.
Het operationeel kader van de politiediensten
bleef echter expliciet uitgesloten van
deze regeling. Er werd nochtans overgangswetgeving
uitgevaardigd die stelde dat deze
premie eveneens aan hen zou worden uitbetaald,
ten laatste vanaf 2009. De overheid
heeft hierdoor bijgevolg een verschillende regeling
uitgewerkt voor enerzijds het administratieve
en logistieke kader van de diensten
van de geïntegreerde politie en anderzijds
het operationeel kader.
Vermits dit onderscheid een fundamentele
schending is van het grondwettelijk gelijkheidsbeginsel,
heeft ACV-Openbare Diensten
eind 2010 beslist om een collectieve vordering
in te stellen namens het operationeel
kader van de politiediensten met als doel de
Copernicuspremie te bekomen vanaf 2002.
De vordering werd ingeleid bij de territoriaal
bevoegde rechtbanken, zowel voor de lokale
politie als voor de federale politie. Op die manier
werd elke rechtbank van eerste aanleg
van elk gerechtelijk arrondissement gevraagd
om uitspraak te doen over deze collectieve
vordering. ACV-Openbare Diensten heeft
kosten noch moeite gespaard om de belangen
van haar leden optimaal te behartigen.
Zij heeft hiertoe 122 gerechtelijke procedures
ingesteld.
huidige stand van de procedure
Inmiddels zijn er 87 procedures afgehandeld
voor de diverse rechtbanken van eerste aanleg
(in Antwerpen, Mechelen, Gent, Ieper,
Veurne, Tongeren, Oudenaarde, Leuven, Kortrijk,
Brugge, Dendermonde, Turnhout en
Brussel).
Tot vandaag hebben de meeste Vlaamse
rechtbanken van eerste aanleg de vordering
echter afgewezen. De motivering van deze
rechtbanken is in grote mate gelijklopend.
Volgens ons zijn het mager gemotiveerde beslissingen
waaruit blijkt dat de rechtbanken
niet voldoende vertrouwd zijn met de gestelde
problematiek, wat we uiteraard betreuren.
In de meerderheid van de dossiers heeft
slechts één rechter zich moeten ontfermen
over dit moeilijk en ingewikkeld juridisch
vraagstuk. De aldus bekomen vonnissen zijn
negatief.
Deze uitspraken staan echter in schril contrast
met de zeer uitgebreide motivering van
de rechtbank van eerste aanleg te Brussel van
10 mei 2012. Dit vonnis telt 78 pagina’s en is
gunstig. Uit de motivering van deze uitspraak
blijkt overduidelijk dat deze rechtbank zich al
eerder heeft moeten buigen over zulke problematiek
en daarom met kennis van zaken
heeft kunnen oordelen.
ACV-Openbare Diensten heeft, na rijp beraad,
beslist om de strijdbijl nog niet te begraven.
Er werd beslist om drie vonnissen van de
rechtbanken van eerste aanleg verder te betwisten
in hoger beroep. Deze vonnissen werden
zo bepaald dat de procedure in beroep
zal worden afgehandeld voor de verschillende
hoven (respectievelijk Antwerpen, Brussel
en Gent). Het is immers zo dat naargelang de
betrokken zone de concrete omstandigheden
soms verschillen.
De Belgische Staat heeft inmiddels eveneens
beslist om hoger beroep aan te tekenen tegen
het positief vonnis van de rechtbank van
eerste aanleg in Brussel. Gelet op de bekende
gerechtelijke achterstand bij het hof en het
mogelijk tekort aan raadsheren, zal deze beroepsprocedure
slechts binnen enkele jaren
kunnen worden behandeld.
Het valt dan ook erg te betreuren dat in België
geen enkele of weinig rechtszekerheid kan
verleend worden aan de rechtsonderhorigen.
Waarom wordt een identiek juridisch vraagstuk
anders opgelost in Brussel dan elders?
Waarom is er geen kwaliteitscontrole op de
motivering van de vonnissen? Op basis van
de gerechtelijke uitspraken heeft de rechterlijke
macht vandaag opnieuw een bijkomende
discriminatie gecreëerd tussen de federale
politie en de lokale politie betreffende de Copernicuspremie.
ACV-Openbare Diensten betreurt deze vast-
stelling heel erg. De enige adequate en snelle
oplossing zou erin bestaan om te onderhandelen
over een oplossing die aanvaardbaar
is voor alle partijen. De huidige situatie is
destijds ontworpen door de regering om het
openbaar ambt financieel aantrekkelijker te
maken. Deze regering zou dus nu ook haar
verantwoordelijkheid moeten nemen, aangezien
de rechterlijke macht er niet in slaagt om
dit vraagstuk eenduidig op te lossen.