Nieuw statuut voor militairen - ACV Openbare Diensten

Ook 2013 kondigt
zich dus aan als
een turbulent
pensioenjaar
Een eerst luik van de pensioenhervorming
houdt een verstrenging in van de leeftijds- en
loopbaanvoorwaarden voor vervroegd pensioen,
en dat voor wie geboren is vanaf 1 januari
1953. De correctiewet voegt een aantal
belangrijke garanties toe. Voor wat betreft het
vervroegd pensioen wordt gegarandeerd dat:
• De effectieve duur wordt verlengd van de
loopbaanjaren die verrekend worden aan
een pensioenbreuk gunstiger dan 1/60e.
Die jaren worden daartoe vermenigvuldigd
met coëfficiënt tussen 1,2 en 1,05 afhankelijk
van het ingangsjaar, de leeftijd
en de pensioenbreuk.
• Wie een aanvraag van disponibiliteit voor
oppensioenstelling had gedaan, die werd
ingewilligd voor 5 maart 2012, behoudt
de oude voorwaarden.
• Wie geboren is voor 1 januari 1956 kan
met vervroegd pensioen op 62 jaar mits
een loopbaan van 37 jaar.
• Wie in de overgangsperiode met pensioen
gaat in de maand januari, dat kan
doen op basis van de voorwaarden van
het voorgaande jaar. De overgangsperiode
loopt in principe tot en met januari
2016, maar voor wie kan terugvallen op
een pensioenbreuk gunstiger dan 1/60e
loopt ze tot en met januari 2018 of 2022.
• Wie op een bepaald ogenblik voldoet aan
de voorwaarden voor vervroegd pensioen
behoudt dit voordeel ongeacht de
latere ingangsdatum van dat pensioen of
de personeelscategorie waartoe men dan
behoort.
• Jaren als vrijwillige brandweerman tellen
ook mee in de loopbaan.
• De garantie op het behoud van de bestaande
leeftijds- en loopbaanvoorwaar-
Hervorming overheidspensioenen
Eindelijk afgerond
pensioenen 23
Joris Lermytte
met de publicatie van de wet van 13 december 2012 houdende diverse wijzigingsbepalingen
over de pensioenen van de overheidssector werd de hervorming
van de overheidspensioenen eindelijk afgerond. met de verankering
van de resultaten van ons vakbondswerk is er een einde gekomen aan
ruim een jaar van algemene onzekerheid over de overheidspensioenen. We
vatten voor u de hervorming nog eens samen.
den van het rijdend NMBS-personeel, de
politie en (ex-) militairen wordt verbeterd.
Een tweede luik van de pensioenhervorming
houdt een hervorming in van zeer voordelige
overheidspensioenen. Hier worden nog een
aantal technische wijzigingen aangebracht.
Een derde luik wijzigt de aanneembaarheid
van loopbaanonderbreking vanaf 1 januari
2012. De nieuwe regels zijn van toepassing
voor periodes van loopbaanonderbreking die
werden aangevraagd na 28 november 2012.
Voortaan worden periodes loopbaanonderbreking,
de federale vierdagenweek en de
federale halftijdse vervroegde uitdiensttreding
op dezelfde basis aanneembaar voor de
pensioenberekening. Er geldt een algemeen
krediet van 12 maanden dat kan aangevuld
worden met 24 maanden in geval er een
kind jonger dan zes ten laste is. Het algemene
krediet van 12 maanden kan vervangen
worden door een algemeen krediet van 60
maanden 1/5e loopbaanonderbreking. Let
wel: aanneembaarheid van loopbaanonderbrekingen
in het algemeen krediet tijdens de
hele loopbaan blijft beperkt tot maximum 60
maanden. Naast het algemene krediet van 12
maanden bestaat er een bijkomend eindeloopkrediet
van 12 maanden. Dat kan worden
aangesproken vanaf 50 jaar, maar uitsluitend
bij gedeeltelijke loopbaanonderbreking. In
geval van 1/5e loopbaanonderbreking wordt
het eindeloopbaankrediet opgetrokken tot
180 maanden. Het eindeloopbaankrediet
kan worden uitgebreid mits validering tot
de maximumgrenzen: 84m 1/2e, 96m 1/3e of
108m 1/4e. Diverse vormen van gedeeltelijke
onderbreking kunnen worden gecombineerd
mits verrekening op de maximumgrens van
180 maanden. Thematische loopbaanonderbrekingen
blijven onbeperkt aanneembaar.
Het vierde luik van de hervorming van de
overheidspensioenen verlengt, met ingang
van 1 januari 2012, de periode voor de berekening
van de referentiewedde van vijf tot
tien jaar voor wie geboren is vanaf 1 januari
1962. Het minimumpensioen wegens lichamelijke
ongeschiktheid wordt gevrijwaard
van die verlenging. De correctiewet voegt
hier nog een zeer belangrijke uitzondering
aan toe. De verlenging van de referentieperiode
mag niet worden toegepast op alle overheidspensioenen
lager dan 1286,85 euro per
maand. Op die manier hebben we de laagste
pensioenen kunnen vrijwaren van een verlaging.
Ten slotte voegt de correctiewet nog
een uitzondering toe: referentieperiodes korter
dan vijf jaar worden verlengd tot vier jaar.
Het verschijnen van de correctiewet zorgt
voor de afronding van de hervorming van
de overheidspensioenen die eind 2011 werd
ingezet. Er staan evenwel nog steeds een
aantal nieuwe hervormingen op stapel. Het
regeerakkoord voorziet nog dat de cumulatiegrenzen
voor beroepsinkomsten bovenop
een pensioen zouden worden aangepast, de
pensioenbonus zou worden hervormd, evenals
het overlevingspensioen. In het werknemersstelsel
werd de huidige hervorming nog
niet afgerond: daar moet de gelijkstelling van
niet-gewerkte periodes nog geregeld worden.
Ook 2013 kondigt zich dus aan als een
turbulent pensioenjaar.