HEMELS KARWEI - Afdeling

FNV BOUW MAGAZINE NOVEMBER 2005 11
HOE BETREKKEN WE JONGEREN BIJ DE VAKBEWEGING?
“Jongeren zijn er volop in de FNV maar we zien ze te weinig.
Ze moeten weer een eigen smoel krijgen. Hun thema’s
moeten aan de orde komen. Ze moeten een stem krijgen en
invloed. FNV-voorzitter Agnes Jongerius is daar volop mee
bezig. Ook bij FNV Bouw proberen we de betrokkenheid van
jongeren te vergroten. Wij hebben altijd veel aan jongerenwerk
gedaan maar misschien teveel van bovenaf. Jongeren
moeten ruimte krijgen om met hun eigen ideeën te komen.
Zoals het plan om in juni volgend jaar een bondsweekend te
organiseren voor jonge leden en hun introducés in Vierhouten
op de Veluwe, waar FNV Bouw tientallen jaren de kinderkampen
heeft gehouden. Dat is een initiatief van een paar
jonge kaderleden en wij hebben gezegd: ga je gang. Ze pakken
dat op hun eigen manier aan. Die kant moeten we op.”
OOK DE VAKCENTRALE GAAT TERUG NAAR DECENTRAAL NIVEAU.
“De FNV had vroeger, net als FNV Bouw, een afdelingsstructuur.
Die is verdwenen maar wordt nu nieuw leven ingeblazen
door de vorming van sociale teams. De FNV wil sterk
terugkomen op lokaal niveau omdat mensen daar in toenemende
mate de loketten vinden waar ze moeten zijn voor
zorg en uitkering. De centrale overheid delegeert steeds
meer naar de gemeenten: werkgelegenheidstaken, bijstand
en maatschappelijke ondersteuning. Dáár hebben leden
behoefte aan de vakbond. Ik ben blij dat die ontwikkeling is
ingezet, terug naar de basis. Met dank aan het kabinet, zou
je kunnen zeggen.”
JIJ HAAKT AF. JE HEBT AL EEN AFSCHEIDSCADEAU VAN DE AFDE-
LINGEN GEKREGEN.
“De afdelingen hebben geld gegeven. Dat wordt ondergebracht
in een nieuwe stichting, waarvan ik penningmeester
word, Child Learn Nederland. Die zorgt voor leermiddelen,
kleding en voedsel voor de leerlingen van het scholenproject
in India van FNV Bouw, de Internationale Bond van Bouw- en
Houtarbeiders en de Indiase bouwbond. In de strijd tegen
kinderarbeid krijgen kinderen die voorheen moesten
werken in de bouw en in steenfabrieken daar nu onderwijs.
Je ziet als resultaat dat in het gebied waar de schooltjes staan
de kinderarbeid is verdwenen en de leef- en werkomstandigheden
van de lokale bevolking sterk verbetert. De afdeling
Amsterdam, die onlangs 140 jaar bestond, heeft samen met
een aantal leden ook geld voor dat project beschikbaar
gesteld, waardoor meer dan 75 kinderen een jaar lang zijn
verzekerd van leermiddelen, kleding en voedsel. Als meer
afdelingen daarop willen inspelen, zijn ze van harte
welkom. Ik heb daarnaast ook nog een persoonlijk cadeau
gekregen: een glas-in-loodraam met ons familiewapen. Want
ik heb nòg een klus op me genomen nu ik wat meer tijd
krijg: het voorzitterschap van de Schotanus Stichting.”
Na een wat moeizaam begin, zie je dat initiatief nu grond
onder de voeten krijgen. Op rayonniveau worden ook steeds
meer activiteiten georganiseerd. Themabijeenkomsten trekken
volle zalen. Zo komt de betrokkenheid terug. Ik heb er
vertrouwen in dat die ontwikkeling doorzet.”
HEBBEN WE DAAR DAN ALLEMAAL VERSTAND VAN?
“De FNV kan samenwerking zoeken met andere bewegingen
en organisaties. Hoe breder je een probleem oppakt
hoe beter. Neem de belangenhartiging voor ouderen, die
een steeds grotere groep worden in de samenleving en
binnen de vakbeweging. Waarom zou de FNV daarbij niet
samen optrekken met de ouderenbonden? En als het over
het milieu gaat met de milieubeweging. Maar we moeten
ook gelegenheidscoalities aangaan. Ga als bond de wijken
maar in, samen met een buurtcomité, om te kijken hoe
mensen wonen. Dan signaleer je in een vroeg stadium wat
er leeft en waar men mee worstelt en kun je er tijdig op
inspelen. De vakbeweging moet minder praten en meer
doen. We moeten in actie komen. De oprichting van sociale
teams in de gemeenten is daarvoor een mooie aanzet.”
Wie is Nanning Schotanus?
Geboren in 1947 in Harlingen.
Metselaar van beroep en kaderlid
van de Bouw- en Houtbond NKV,
onder meer voorzitter van de afdeling
Harlingen. Kwam in 1984 in
bondsdienst als administrateur en
plaatselijk vertegenwoordiger in
Amsterdam. Werd in 1987 districtsbestuurder
in Zuid-Holland en in
1992 districtshoofd in het werkgebied
Zuidoost. In 1998 kwam
hij in het bondsbestuur, was
enige tijd vice-voorzitter en
sinds 2001 algemeen secretaris.
JIJ HEBT ONLANGS OOK EEN PLEIDOOI GEHOUDEN VOOR EEN
BREDERE VAKBEWEGING.
“De FNV heeft zich van een brede vakbeweging, die zich
overal tegenaan bemoeide, teruggetrokken tot een organisatie
die belangen behartigt op het gebied van werk en
inkomen. Dat vind ik te smal. Voor werknemers is er meer in
het leven waar hun welzijn van afhangt. Hun huis en woonomgeving,
een schoon milieu, goede gezondheidszorg en de
mogelijkheid zich te ontwikkelen en te ontplooien. Neem de
kansen van kinderen in een achterstandswijk: die moeten
twee keer zo hard knokken om iets in het leven te bereiken.
Of neem het aantal uitvallers in het vmbo. Dat zijn dingen
waar de vakbeweging zich best druk over mag maken.”