Untitled - Tento.be
Untitled - Tento.be
Untitled - Tento.be
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
zodat de reeds opgelopen achterstand steeds maar<br />
groter werd. De middelen bleven schaars, de personeels<strong>be</strong>zetting<br />
ondermaats. Bovendien kon er nog geen<br />
sprake zijn van een correct <strong>be</strong>leid inzake <strong>be</strong>heer en<br />
<strong>be</strong>scherming van het archeologisch patrimonium,<br />
vermits dit niet eens tot de specifieke <strong>be</strong>voegdheden<br />
van de N.D.O. <strong>be</strong>hoorde. Deze gebrekkige situatie werd<br />
mede <strong>be</strong>paald door het uitblijven van een specifieke<br />
wetgeving ter <strong>be</strong>scherming van dat patrimonium.<br />
Herhaalde pogingen om deze lacune te verhelpen,<br />
strandden op politieke onverschilligheid en communautaire<br />
tegenkantingen. Nochtans was België een van de<br />
eerste landen die de 'Europese Conventie ter<br />
Bescherming van het Archeologisch Patrimonium' in<br />
1969 ondertekende en zelfs ratificeerde. De <strong>be</strong>palingen<br />
van de Conventie werden evenwel nooit toegepast.<br />
Vooraleer hierin enige <strong>be</strong>terschap kon optreden, werd<br />
de Nationale Dienst voor Opgravingen geleidelijk<br />
afgebouwd en uiteindelijk op 31 juli 1989, in het kader<br />
van de tweede fase van de staatshervorming,<br />
geregionaliseerd.<br />
Na twee moeilijke jaren -Vlaanderen was<br />
immers nooit vragende partij geweest en had derhalve<br />
ook niets voor<strong>be</strong>reid - kwam dan eindelijk de kentering.<br />
De toenmalige minister <strong>be</strong>voegd voor monumenten en<br />
landschappen, L. Waltniel, wenste de volledige verantwoordelijkheid<br />
inzake het <strong>be</strong>heer, de <strong>be</strong>scherming en<br />
het onderzoek van een intussen op dramatische wijze<br />
aangetast patrimonium op te nemen. Op zijn voorstel<br />
werd door de Vlaamse regering op 5 juni 199 I een<br />
nieuwe Vlaamse wetenschappelijke instelling opgericht<br />
die hiervoor <strong>be</strong>voegd werd: het Instituut voor het<br />
Archeologisch Patrimonium (lAP). Hij nam tevens het<br />
initiatief om een ontwerpdecreet ter <strong>be</strong>scherming van<br />
het archeologisch patrimonium op te stellen en in te<br />
dienen. Dit initiatief werd door zijn opvolger, J. Sauwens,<br />
terug opgenomen en tot een goed einde gebracht,<br />
zodat Vlaanderen met zijn decreet van 30 juni 1993 en<br />
alle intussen genomen uitvoerings<strong>be</strong>sluiten eindelijk<br />
links<br />
Het terrein wordt<br />
gedeeltelijk geëffend en<br />
opnieuw als akker<br />
ontgonnen.<br />
rechts<br />
Recente landbouw grijpt<br />
nog dieper in de bodem in.<br />
De erosie wordt steeds<br />
. sterker.<br />
over een decretaal instrumentarium <strong>be</strong>schikt om een<br />
concreet <strong>be</strong>leid inzake <strong>be</strong>heer en <strong>be</strong>scherming van zijn<br />
archeologisch erfgoed te voeren.<br />
Het <strong>be</strong>langrijkste <strong>be</strong>standdeel van dit decreet<br />
biedt de mogelijkheid tot wettelijke <strong>be</strong>scherming van<br />
archeologische zones of monumenten die, na<br />
inventarisatie en grondige wetenschappelijke evaluatie,<br />
als <strong>be</strong>langrijk kunnen worden <strong>be</strong>stempeld. Dit ge<strong>be</strong>urt<br />
via een <strong>be</strong>schermingsprocedure die aansluit bij de<br />
<strong>be</strong>staande regelgeving voor monumenten en stads- en<br />
dorpsgezichten. Het grote verschil ligt in het tijdelijk<br />
karakter van de <strong>be</strong>scherming, die geen <strong>be</strong>lemmering<br />
moet vormen voor elk nieuw, verantwoord bodemgebruik.<br />
maar moet garanderen dat een voorafgaandelijk<br />
archeologisch onderzoek kan worden uitgevoerd<br />
wanneer de <strong>be</strong>dreiging en vernieling van archeologische<br />
waarden niet kan worden afgewend. Verder voorziet dit<br />
decreet in een meldingsplicht inzake toevalsvondsten,<br />
met de verplichting om gedurende een termijn van<br />
minimum I 0 dagen, die kan worden verlengd, een<br />
onderzoek toe te laten; een vergunningsplicht voor de<br />
uitvoering van opgravingen en prospecties met<br />
ingrepen in de bodem; een verbod op het gebruik van<br />
metaaldetectoren voor het opsporen van archeologische<br />
vondsten, en de verplichting om voor alle werken<br />
waarbij openbare <strong>be</strong>sturen <strong>be</strong>trokken zijn, het bindend<br />
advies van het lAP te vragen, dat voorwaarden kan<br />
opleggen en voorschriften kan <strong>be</strong>vatten ter <strong>be</strong>scherming<br />
van het archeologisch patrimonium. In uitvoering van<br />
het decreet werd tevens een Vlaamse Archeologische<br />
Raad opgericht. die - conform de taken van de<br />
Koninklijke Commissie voor Monumenten en<br />
Landschappen met <strong>be</strong>trekking tot het monumenten- en<br />
landschappen<strong>be</strong>leid - een <strong>be</strong>langrijke adviserende taak<br />
te vervullen heeft en waarin alle geledingen van het<br />
archeologisch onderzoek in Vlaanderen op evenredige<br />
wijze vertegenwoordigd zijn.<br />
5